place

Brug 769

Brug in Amsterdam Nieuw-West
Brug 769, lengte
Brug 769, lengte

Brug 769 is een vaste brug in Amsterdam Nieuw-West. De brug is een zogenaamde duikerbrug over een duiker. Die duiker verbindt de parallelsloot van de Osdorperweg met de gracht Slotervaart. De brug dateert van ongeveer 1964 toen de Slotervaart in gereedheid werd gebracht om via de Akersluis en brug 773 aan te sluiten op de Ringvaart van de Haarlemmermeer. De brug lag dan ook eerst in de Akersluisweg, in 2000 omgedoopt tot P. Hans Franfurthersingel. De brug valt nauwelijks op in het straatbeeld; ze is zichtbaar aan de leuningen aan beide kanten en aan het feit dat over de duiker een verkeersdrempel is gelegd. Ten noordoosten van de duikerbrug staat de blikvanger Aeckerstyn, een opvallende hoogbouwflat.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 769 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 769
P. Hans Frankfurthersingel, Amsterdam Nieuw-West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 769Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.347411111111 ° E 4.7959527777778 °
placeToon op kaart

Adres

P. Hans Frankfurthersingel

P. Hans Frankfurthersingel
1069 LG Amsterdam, Nieuw-West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Brug 769, lengte
Brug 769, lengte
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 761
Brug 761

Brug 761 is een vaste brug in Amsterdam Nieuw-West. Ze is gelegen in de Baden Powellweg, overspant de Slotervaart en voert naar de Plesmanlaan, gelegen aan zuidkant van de vaart. De Baden Powellweg komt vanaf de noordelijk gelegen Ookmeerweg en loopt voor het grootste deel kaarsrecht. Bij de Pieter Calandlaan maakt zij een bocht. Na die bocht kruist zij loodrecht de Slotervaart. Die kromming was noodzakelijk omdat de Slotervaart westelijk van de brug al op de ontwerptekeningen van de wijk zuidwaarts afbuigt. Als de Baden Powellweg recht was gehouden was een veel grotere overspanning noodzakelijk. De brug dateert van ongeveer 1964, hoewel ze al op eerdere plattegronden stond aangegeven; het definitief uitgraven van de Slotervaart tot aan de Ringvaart van de Haarlemmermeer kwam rond 1964/1965 tot stand. De brug heeft een betonnen overspanning die rust op de landhoofden en twee rijen van vier brugpijlers waarop betonnen jukken liggen. De brug kent een lichte welving. De zuidelijke landhoofden hebben de vorm van een omgekeerde trechter; dit was nodig om het verkeer naar en van de rotondekruising Plesmanlaan te kunnen geleiden. De leuningen kennen daarom hier een lichte kromming. Aan de noordkant maken de afwerkingen van de landhoofden een vrijwel rechte hoek; ook hier volgen de leuningen de randen van de landhoofden en maken dus ook een hoek van negentig graden. Wat de brug onderscheidt van andere bruggen is dat de leuningen groengrijs zijn uitgevoerd, terwijl veruit de meeste bruggen van de hand van de Dienst der Publieke Werken in blauw zijn uitgevoerd. Ten noordwesten van de brug staat de karakteristieke flat Aeckerstijn van Willem Vermeer en Izaak van Herwaarden. Ten noordoosten van de brug ligt het Jan van Zutphenplantsoen. Op het noordoostelijke deel van het landhoofd staat het kunstwerk Blauwe boog.

Jan van Zutphenplantsoen

Het Jan van Zutphenplantsoen is een plantsoen en groenstrook in de Amsterdamse wijk Osdorp. Het plantsoen is gelegen in het zuidwestelijke gedeelte van de wijk ten westen van de Hoekenesgracht, ten oosten van de Baden Powellweg, tussen de Slotervaart en de eveneens naar Jan van Zutphen vernoemde Jan van Zutphenstraat. Het plantsoen en de straat zijn met een raadsbesluit van 29 april 1964 en 8 juni 1960 vernoemd naar de diamantbewerker en later vakbondsman Jan van Zutphen. Het plantsoen is begin jaren zestig aangelegd in de toen nieuwe wijk Osdorp. De laatste tien jaar is de omgeving van het plantsoen in het kader van de stadsvernieuwing van Osdorp onherkenbaar veranderd. Veel van de oorspronkelijke bebouwing is vervangen door nieuwbouw en een stuk hoger dan voorheen. Slechts twee oude huizenblokken zijn behouden gebleven maar wel gerenoveerd. Nog wel aanwezig is de markante en karakteristieke maisonnetteflat 'Akerstein' uit de jaren zestig tegenover het plantsoen aan de overzijde van de Baden Powellweg. Destijds was dit de uiterste bebouwing van dit deel van Osdorp met er achter de tuinderijen. Het park was van juni 1983 tot september 1991 de eindhalte van bus 19. Er staat het kunstwerk Blauwe boog dat doet denken aan een hemelsblauwe blikopener. Rond 2010 werden delen van het park weggegraven om plaats te maken voor aanvullend wateroppervlak van de Slotervaart. Er bleven tussen de parkeinden vier eilandjes liggen. In 2011 werden de Zitstenen Jan van Zutphenplantsoen geplaatst.

Brug 1853
Brug 1853

Brug 1853 is een artistiek kunstwerk in Amsterdam Nieuw-West. In een eeuwenlang als agrarisch gebied gebruikt terrein werd in de jaren negentig de wijk Nieuw Sloten volgebouwd door de gemeente Amsterdam. Alhoewel de inrichting compleet wijzigde, moesten er voldoende afwateringskanalen overblijven of opnieuw gegraven worden, waaronder een ringsloot. In de noordwestelijke hoek van de wijk werd een verbinding gemaakt naar de Vrije Geer. Die verbinding werd geschikt gemaakt voor alleen voetgangers en fietsers, passend in het stelsel van gescheiden verkeersstromen dat her en der in de wijk is toegepast. De hoofdverkeersroute voor de gehele wijk is de Laan van Vlaanderen. De brug zorgt voor een directe verbinding tussen dorpskern Sloten en het eindpunt van Tram 2 op het Oudenaardeplantsoen. Brug 1853 ligt over een deel van de ringsloot, hier Kerkersloot genoemd. Het zorgt voor verbinding in voet- en fietspad Antwerpenbaan. De brug maakt deel uit van een serie bruggen rondom de wijk, die een gemeenschappelijk ontwerp heeft. De standaardkleuren van bruggen in Amsterdam Nieuw-West zijn hier toegepast, blauw en wit. De bruggen uit de serie hebben een (witte) poort aan de zijde van de woonwijk. Deze poort geeft toegang tot de overspanning, die het uiterlijk heeft van een tuibrug maar met ongelijke ophanging. Omdat de Kerkersloot vrij breed is, moest deze brug voorzien worden van een (niet centraal geplaatste) brugpijler. De overspanning wordt begrensd door blauwe leuningen annex balustraden. In die balustraden zijn zeshoeken uitgespaard. De brug komt uit circa 1994 en is ontworpen door Moshé Zwarts van ZJA (Zwarts & Jansma). Ze omschreven de bruggen als “stalen hijskranen die op poten in het water staan”. Zij gaven aan dat het ontwerp van de brug gebaseerd is op de indeling van de terreinen. De zware betonnen poort staat in het stedelijk gebied, het andere uiteinde is geheel open gelaten erop wijzend dat hier landelijk (plat) gebied ligt.