place

Zonder titel (Jansen/Van Dam)

Beeld in Amsterdam-Zuidoost
2024 Zonder titel (Jansen Van Dam), Asd (E)
2024 Zonder titel (Jansen Van Dam), Asd (E)

Op de kruising van de Geerdinkhofweg en 's-Gravendijkdreef in Amsterdam-Zuidoost staat een sculptuur zonder titel. Het kunstwerk bestaat uit twee schuin geplaatste naalden, die al snel in de volksmond als 'Kruisraketten' werden aangeduid. Het werk was het resultaat van overleg tussen buurtbewoners, Matthijs van Dam en Peter Jansen. De kunstenaars kregen het verzoek rechtstreeks van de bewoners, die een markeringspunt wilden voor genoemde kruising. Het beeld is specifiek voor die plek gemaakt, aldus Van Dam in 1991. Het materiaal is gelakt en verzinkt staal. Van Dam en Jansen vonden elkaar in de omgevingskunst. Hun gezamenlijkheid leidde tot wat Rotterdam noemt: “grote stalen abstracties met pastel- of regenboogkleuren”. In 1991 maakte het met foto’s, schaalmodellen en proefontwerpen deel uit van een tentoonstelling en presentatie gehouden door de Artotheek zuidoost. Het duo heeft ook een soortgelijk beeld aan Den Haag geleverd (twee staketsels, die uit de grond komen), aan Leeuwarden (een poort gebaseerd op een möbiusring) en Rotterdam bij een metrosplitsing, toepasselijk getiteld Scheidende wegen. De kunstobjecten zijn specifiek voor die plekken gemaakt. In 1998 scheidden zich hun wegen abrupt, Van Dam overleed. .

Fragment uit het Wikipedia-artikel Zonder titel (Jansen/Van Dam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Zonder titel (Jansen/Van Dam)
Geerdinkhofweg, Amsterdam Zuidoost

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Zonder titel (Jansen/Van Dam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.323261111111 ° E 4.9805138888889 °
placeToon op kaart

Adres

Geerdinkhofweg

Geerdinkhofweg
1103 SG Amsterdam, Zuidoost
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2024 Zonder titel (Jansen Van Dam), Asd (E)
2024 Zonder titel (Jansen Van Dam), Asd (E)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 1020
Brug 1020

Brug 1020 was een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Zuidoost. Ze maakte vanaf 1968 deel uit van de infrastructuur van deze toen nog toekomstige woonwijk. In de woonwijk werd een systeem van gescheiden verkeersstromen geïntegreerd. Snelverkeer werd afgewikkeld via dreven op een dijklichaam, langzaam verkeer werd afgewikkeld op straten en paden op maaiveld niveau. Om dit te kunnen realiseren was een groot pakket aan bruggen en viaducten nodig. Deze werden voor het merendeel ontworpen door architect Dirk Sterenberg voor of in samenwerking met de Dienst der Publieke Werken. Sterenberg ontwierp daarbij viaducten en bruggen in allerlei maten. Brug 1020 werd gebouwd toen de Bijlmerdreef richting oosten werd doorgetrokken en aansluiting kreeg op de 's-Gravendijkdreef, maar nog geen verkeer had. Die dreef kreeg een afslag in de vorm van de Geerdinkhofweg, destijds op dijklichaam de hoofdverkeersader van wijk Geerdinkhof en de aansluiting naar Provincialeweg (Provinciale weg 236) langs Gaasp, Weespertrekvaart. Om, wanneer in gebruik, langzaam verkeer de gelegenheid te geven ongestoord tussen Garstkamp en Geerdinkhof te laten reizen werd vlak voor de kruising Geerdinkhofweg en Bijlmerdreef het viaduct 1020 in de Geerdinkhofweg gebouwd. De woonwijken waren toen overigens nog in opbouw. Na de openstelling van de Loosdrechtdreef in 1982 verdween het doorgaande verkeer en werd de Geerdinkhofweg een woonstraat en eindigde op het Geerdinkhofpad. De viaducten van Sterenberg zijn te herkennen aan de afgeronde randplaten, de standaard leuningen, de betegeling van de taluds en betonblokken op het wegdek, zo ook hier. Bij nieuw inzicht in de jaren negentig zag de Gemeente Amsterdam liever dat het oostelijke stuk van de Bijlmerdreef vanaf de Gooiseweg geen weg voor snelverkeer meer bleef, maar een brede stadsstraat met middenberm. In 2001 besloot de Gemeente Amsterdam ook het verkeerssysteem Bijlmerdreef, Geerdinkhofweg en 's Gravendijkdreef af te graven en te verlagen. De buurten waren het hier deels mee eens, maar de definitieve herinrichting liet tot 2006 op zich wachten; de buurten wilden een meer groen karakter van de weg, passend bij hun wijken. Het dijklichaam werd afgegraven en de kruising kwam gelijkvloers op maaiveldniveau te liggen; de sterk ingekorte Geerdinkhofweg werd een wijkstraat. Rond 2005 (werk begon eerder dan de uitspraak) betekende dat het eind voor brug 1020. Diezelfde afgraving betekende het eind voor brug 1019.

Brug 1021
Brug 1021

Brug 1021 was een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Zuidoost. Ze maakte vanaf 1966 deel uit van de infrastructuur van deze toen nog toekomstige woonwijk. Het viaduct stond er jarenlang ongebruikt bij. In de woonwijk werd een systeem van gescheiden verkeersstromen geïntegreerd. Snelverkeer werd afgewikkeld via dreven op een dijklichaam, langzaam verkeer werd afgewikkeld op straten en paden op maaiveld niveau. Om dit te kunnen realiseren was een groot pakket aan bruggen en viaducten nodig. Deze werden voor het merendeel ontworpen door architect Dirk Sterenberg voor of in samenwerking met de Dienst der Publieke Werken. Sterenberg ontwierp daarbij viaducten en bruggen in allerlei maten. Brug 1021 werd nog getekend als viaduct in de Bijlmerdreef toen deze nog oostelijk van flat Grunder was ingetekend. Echter kreeg de weg hier in 1971 de naam 's-Gravendijkdreef, alleen begaanbaar voor snelverkeer. Onder het viaduct liep het Gulden Kruispad voor voetgangers en fietsers dat van Grunder richting Bijlmerweide liep. De viaducten van Sterenberg zijn te herkennen aan de afgeronde randplaten, de standaard leuningen, de betegeling van de taluds en betonblokken op het wegdek, zo ook hier. Bij nieuw inzicht in de jaren negentig zag de Gemeente Amsterdam liever dat het oostelijke stuk van de Bijlmerdreef vanaf de Gooiseweg geen weg voor snelverkeer meer bleef, maar een brede stadsstraat met middenberm. In 2001 besloot de Gemeente Amsterdam ook het verkeerssysteem Bijlmerdreef en 's Gravendijkdreef af te graven en te verlagen. De buurten waren het hier deels mee eens, maar de definitieve herinrichting liet tot 2006 op zich wachten; de buurten wilden een meer groen karakter van de weg, passend bij hun wijken. Rond 2005 (werk begon eerder dan de uitspraak) betekende dat het eind voor brug 1019, brug 1020 en brug 1021. Waar op andere plekken een andere oplossing voor de kruising werd gevonden verdween deze geheel. Overigens verdween honingraatflat Grunder ook om in 2007-2008 plaats te maken voor laagbouw met hier en daar een hoogbouwaccent.

Brug 1019
Brug 1019

Brug 1019 was een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Zuidoost. Ze maakte vanaf 1966 deel uit van de infrastructuur van deze toen nog toekomstige woonwijk. Het viaduct stond er jarenlang ongebruikt bij. In de woonwijk werd een systeem van gescheiden verkeersstromen geïntegreerd. Snelverkeer werd afgewikkeld via dreven op een dijklichaam, langzaam verkeer werd afgewikkeld op straten en paden op maaiveld niveau. Om dit te kunnen realiseren was een groot pakket aan bruggen en viaducten nodig. Deze werden voor het merendeel ontworpen door architect Dirk Sterenberg voor of in samenwerking met de Dienst der Publieke Werken. Sterenberg ontwierp daarbij viaducten en bruggen in allerlei maten. Brug 1019 werd gebouwd toen de Bijlmerdreef richting oosten werd doorgetrokken, maar pas in 1971 geopend werd en aansluiting kreeg op de 's-Gravendijkdreef. Het viaduct gaf eenmaal geopend voetgangers en fietsers de gelegenheid te bewegen tussen Garstkamp en Geerdinkhof enerzijds en Grubbehoeve en Grunder anderzijds. De viaducten van Sterenberg zijn te herkennen aan de afgeronde randplaten, de standaard leuningen, de betegeling van de taluds en betonblokken op het wegdek, zo ook hier. Bij nieuw inzicht in de jaren negentig zag de Gemeente Amsterdam liever dat het oostelijke stuk van de Bijlmerdreef vanaf de Gooiseweg geen weg voor snelverkeer meer bleef, maar een brede stadsstraat met middenberm. In 2001 besloot de Gemeente Amsterdam ook het verkeerssysteem Bijlmerdreef, Geerdinkhofweg en 's Gravendijkdreef af te graven en te verlagen. De buurten waren het hier deels mee eens, maar de definitieve herinrichting liet tot 2006 op zich wachten; de buurten wilden een meer groen karakter van de weg, passend bij hun wijken. Het dijklichaam werd afgegraven en de kruising kwam gelijkvloers op maaiveldniveau te liggen; de sterk ingekorte Geerdinkhofweg werd een wijkstraat. Rond 2005 (werk begon eerder dan de uitspraak) betekende dat het eind voor brug 1019. Diezelfde afgraving betekende het eind voor brug 1020.

Geerdinkhof
Geerdinkhof

Het Geerdinkhof is een subwijk in de Bijlmermeer in Amsterdam-Zuidoost. De wijk werd op 20 januari 1971 bij een raadsbesluit vernoemd naar een terrein in Vasse gemeente Tubbergen in Overijssel. Deze laagbouwwijk, stedenbouwkundig geheel afwijkend van de rest van de wijk, ligt aan de oostrand van de Bijlmermeer en kwam in de loop van de jaren zeventig net als het Kantershof streng gescheiden van de hoogbouw tot stand en wordt ook wel de "Goudkust van de Bijlmer" genoemd. De wijk is gelegen in het noordoosten van de Bijlmermeer ten oosten van waar de Bijlmerdreef afbuigt naar rechts bij Gouden Leeuw en Groenhoven en over gaat in de 's-Gravendijkdreef. In het noorden en oosten grenst de wijk aan de Bijlmerweide en de Provincialeweg en in het zuiden gescheiden door een parkje aan het Kantershof. De wijk bestaat vrijwel geheel uit duurdere koopwoningen en zijn allemaal eengezinswoningen in twee of soms drie lagen, die toegankelijk zijn via de tuin. Het parkeren is geconcentreerd rond parkeerpleintjes, maar er zijn ook garageboxen. De woonstraten zijn smal en kronkelig aangelegd als woonerf en er is veel groen in de wijk aanwezig met waterpartijen en voetpaden. Alle woningen in deze wijk hebben de straatnaam Geerdinkhof en de huisnummering loopt tot 695. Binnen de wijk is dit met bordjes aangegeven om onnodig dwalen te voorkomen. Dwars door de wijk loopt van west naar oost de Geerdinkhofweg. Tot de openstelling van de zuidelijker gelegen Loosdrechtdreef in 1982 was dit een weg voor de doorgaande verkeer van de Bijlmermeer naar de Provincialeweg langs de Gaasp. Tegenwoordig is de weg niet meer voor doorgaand verkeer bestemd en het gedeelte voorbij het Geerdinkpad naar de Gaasp is een fietspad richting Veeneikbrug over de Gaasp naar het Diemerbos. Van noord naar zuid loop het Geerdinkhofpad door de wijk. Op de 's-Gravendijkdreef, die sinds 1997 is verlaagd, heeft bus 41 een halte en verbindt de wijk met het metrostation Ganzenhoef, het winkelcentrum Ganzenpoort en metrostation Kraaiennest met een nabijgelegen winkelcentrum. Waar de rest van de Bijlmermeer de laatste 20 jaar, vanaf eind jaren 1990, begin jaren 2000, voor een groot deel is vernieuwd is deze wijk nog steeds in zijn oorspronkelijke vorm.

Bruggen 1136-1138
Bruggen 1136-1138

Bruggen 1136-1138 waren drie bouwkundige kunstwerken in Amsterdam-Zuidoost. De verkeersstromen werden al bij het ontwerp en de aanleg en bouw van deze nieuwe woonwijk gescheiden gehouden. Er kwam een beperkt aantal dreven op een halfhoog dijklichaam voor het gemotoriseerd verkeer. Voor voetgangers en fietsers werd een fijnmazig systeem aan paden aangelegd. Gelijkvloerse kruisingen tussen deze twee systemen werden vermeden. Nadat Dirk Sterenberg van de Dienst der Publieke Werken in de serie 1000-1099 de viaducten in de dreven had ontworpen kon hij vrijwel direct verder met de kleinere voet- en fietsbruggen. Ook daarbij bediende hij zich van standaardtypen brug. Deze zijn ook voor zover in de 21e eeuw nog aanwezig te herkennen aan standaard leuningen en vooral de borstweringen met ankergaten. Die borstweringen zijn enigszins plastisch door het toegepaste spuitbeton. Ook het nummerbord voor al die bruggen is standaard; een metalen plaatje aan een baluster, tussen de leuningen in. Niet alleen het ontwerp van deze voet- en fietsbruggen was standaard, ook de plaats was soms hetzelfde; een aantal bruggen lag boven een afwateringssysteem dat onder de honingraatflats doorstroomde. Voor bruggen 1136, 1137 en 1138 gold dat ze over het water lag dat onder het zuidelijk eind van flat Grunder, ontworpen door Fop Ottenhof, stroomde. Volgens de bestektekening ontwierp Sterenberg deze drie bruggen op 26 september 1968. In één moeite door ontwierp hij ook de bruggen 1143-1144. In 1969 begon men met heien. Ottenhof heeft zijn flat en de bruggen nooit gezien; hij overleed in september 1968. Ottenhof en de in 1996 overleden Sterenberg maakten beiden de sloop van flat en onderliggende bruggen niet mee. Al in het laatste decennium van de 20e eeuw begon een uitgebreide sanering, waarbij dijklichamen verdwenen en hoogbouwflats werden afgebroken. Grunder was in 2003 aan de beurt voor sloop. Op het terrein kwam laagbouw en het systeem aan voet- en fietspaden verdween en daarmee ook deze drie bruggen.

Brug 1094
Brug 1094

Brug 1094 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Zuidoost. De brugserienummer reeks 1000-1099 bevat meest bruggen die werden gebouwd met de inrichting van de nieuwe woonwijk Bijlmermeer eind jaren zestig. De reeks stopte echter bij brug 1089, die rond 2007 gesloopt is. Bij de herinrichting van de wijk, die al in de jaren negentig begon pakte men bij de nummering de draad weer op. Zo stamt brug 1094 uit circa 2005. De honingraatflat Grunder was net als andere van dat type in ongenade gevallen. Ze werd in 2003 afgebroken om plaats te maken voor een wijk met eengezinswoningen (twee bouwlagen met dak) De grijze flat werd daarbij vervangen door wisselend gekleurde woningen, hetgeen de wijknaam Mi Akoma di Color opleverde. Het wijkje werd gebouw in de hoek van Bijlmerdreef en 's-Gravendijkdreef, waarbij eigenlijk de gehele plattegrond gewijzigd werd. Beide dreven waren al van dijklichaam naar het maaiveld verplaatst. De groenstrook tussen Grunder en Grubbehoeve werd eveneens afgegraven voor een gracht. Die gracht bracht met zich meet dat tussen de oude omgeving (Grubbehoeve) en nieuwe (Gaandeweg) twee overspanningen nodig waren om van de ene naar de andere wijk (en omgeving) te komen. Voor de voetgangers werd daarbij brug 1094 neergelegd. Deze gewelfde brug voert tussen twee landhoofden en wordt in het midden ondersteund door een gelast aan de twee brugpijlers. Buiten de brug zijn de brugpijlers verlengd om ruimte te bieden aan verlichting. De brug was niet naar ieders zin; ze is relatief steil daar waar de oude bruggen juist plat waren. De brug heeft in brug 1093 een broertje. Het Bijlmermuseum omschreef de brug in 2018 als “Een brug te hoog”. De brug, waarvan de ontwerper vooralsnog onbekend is verraderlijk; de ene zijde is op- en afrit; de andere kant heeft een steile trap.

Brug 1022
Brug 1022

Brug 1022 was een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Zuidoost. Ze maakte vanaf 1966 deel uit van de infrastructuur van deze toen nog toekomstige woonwijk. Het viaduct stond er jarenlang ongebruikt bij. In de woonwijk werd een systeem van gescheiden verkeersstromen geïntegreerd. Snelverkeer werd afgewikkeld via dreven op een dijklichaam, langzaam verkeer werd afgewikkeld op straten en paden op maaiveld niveau. Om dit te kunnen realiseren was een groot pakket aan bruggen en viaducten nodig. Deze werden voor het merendeel ontworpen door architect Dirk Sterenberg voor of in samenwerking met de Dienst der Publieke Werken. Sterenberg ontwierp daarbij viaducten en bruggen in allerlei maten. Brug 1022 werd nog getekend als viaduct in de Bijlmerdreef toen deze nog oostelijk van flat Grunder was ingetekend. Echter kreeg de weg hier in 1971 de naam 's-Gravendijkdreef, alleen begaanbaar voor snelverkeer. Onder het viaduct liep een waterweg, voet- en fietspaden, alle drie komend en gaand naar de Bijlmerweide, dat hier gesitueerd is tussen de woonwijken Geerdinkhof en Kantershof. De viaducten van Sterenberg zijn te herkennen aan de afgeronde randplaten, de standaard leuningen, de betegeling van de taluds en betonblokken op het wegdek, zo ook hier. Vanwege de 72 meter lange overspanning moest de brug ondersteund worden door zowel brugpijlers op het land als één in het water. Ook de vorm van die brugpijlers zijn typisch in het werk van Sterenberg in Zuidoost. Deze verkeersbrug kreeg niet veel later assistentie van brug 1134 en brug 1135 aan weerszijde gebouwd voor voetgangers en fietsers. Bij nieuw inzicht in de jaren negentig zag de Gemeente Amsterdam liever dat het oostelijke stuk van de Bijlmerdreef vanaf de Gooiseweg geen weg voor snelverkeer meer bleef, maar een brede stadsstraat met middenberm. Al rond de eeuwwisseling werd er gebouwd aan een nieuwe laagbouwwijk waarbij de straten vernoemd werden naar palmsoorten. Het deel van de 's Gravendijkdreef ten zuiden en over het water werd afgegraven en kwam op maaiveldniveau te liggen, met in de plaats voor brug 1022 een nieuwe versie van brug 1135; een brug met twee rijdekken (beide richtingen) en voet- en fietspaden. Rond 2005 begon het afgraven van het noordelijk deel van de ’s Gravendijkdreef. Het betekende het einde van een serie bruggen van Sterenberg.

Brug 1093
Brug 1093

Brug 1093 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Zuidoost. De brugserienummer reeks 1000-1099 bevat meest bruggen die werden gebouwd met de inrichting van de nieuwe woonwijk Bijlmermeer van eind jaren zestig. De reeks stopte echter bij brug 1089, die rond 2007 gesloopt is. Bij de herinrichting van de wijk, die al in de jaren negentig begon, pakte men bij de nummering de draad weer op. Zo stamt brug 1093 uit circa 2005. De honingraatflat Grunder in de G-buurt was net als andere van dat type in ongenade gevallen. Ze werd in 2003 afgebroken om plaats te maken voor een wijk met eengezinswoningen (twee bouwlagen met dak). De grijze flat werd daarbij vervangen door wisselend gekleurde woningen, hetgeen de wijknaam Mi Akoma di Color opleverde. Het wijkje werd gebouw in de hoek van Bijlmerdreef en 's-Gravendijkdreef, waarbij eigenlijk de gehele plattegrond gewijzigd werd. Beide dreven waren al van dijklichaam naar het maaiveld verplaatst. De groenstrook tussen Grunder en Grubbehoeve werd eveneens afgegraven voor een gracht. Die gracht bracht met zich mee dat tussen de oude omgeving (Grubbehoeve) en nieuwe (Gaandeweg) twee overspanningen nodig waren om van de ene naar de andere wijk (en omgeving) te komen. Het Gulden Kruispad, dat van west naar oost door de gehele Bijlmermeer slingert kreeg een nieuwe brug. Deze gewelfde brug 1093 voert tussen twee landhoofden en wordt in het midden ondersteund door jukken op brugpijlers. Buiten de brug zijn de brugpijlers verlengd om ruimte te bieden aan verlichting. De brug was niet naar ieders zin; ze is relatief steil daar waar de oude bruggen juist plat waren (zie bijvoorbeeld brug 1132). De brug heeft in brug 1094 een broertje. Het Bijlmermuseum omschreef de brug in 2018 als “Een brug te hoog”. De ontwerper van de brug is vooralsnog onbekend.