place

Verzorgingsplaats Oudbroeken

Duiven (gemeente)Rijksweg 12Verzorgingsplaats in Gelderland

Verzorgingsplaats Oudbroeken is een Nederlandse verzorgingsplaats, gelegen aan de A12 Den Haag-Beek tussen afritten 28 en 29 nabij Zevenaar, in de gemeente Duiven. De naam Oudbroeken komt van een gebied in de buurt met dezelfde naam. Aan de andere kant van de snelweg ligt even verderop verzorgingsplaats Aalburgen. Bij de locatie van deze verzorgingsplaats wordt volgens planning in 2024 het knooppunt De Liemers geopend, dat de A12 zal verbinden met de dan doorgetrokken A15.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Verzorgingsplaats Oudbroeken (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Verzorgingsplaats Oudbroeken
Rijksweg A12, Duiven

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Verzorgingsplaats OudbroekenLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.95185 ° E 6.0522305555556 °
placeToon op kaart

Adres

Oudbroeken

Rijksweg A12
6903 PD Duiven
Gelderland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q1985680)
linkOpenStreetMap (637644215)

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

De Beerenclaauw
De Beerenclaauw

De Beerenclaauw ook Baerenklauw, Beerenclauw of Berenklau, is een voormalige niet als dusdanig erkende havezate aan de Beerenclaauwstraat in het Liemerse dorp Groessen in de Nederlandse provincie Gelderland. Het huis is een rijksmonument en behoort tot de oudste gebouwen van het dorp. Het is een rechthoekig wit gepleisterd huis met een zadeldak en ligt iets verhoogd in het landschap. Het heeft aan de lange westzijde een vierkante uitbouw. De kelders en mogelijk delen van het opgaande werk stammen uit de late middeleeuwen. Oorspronkelijk lag er een forse gracht om het huis, die een rechthoek vormde van 40 bij 80 meter. Het lag te midden van graslanden. Het heeft waarschijnlijk nooit een parkaanleg gehad. In 1772 was het 44 hectare groot, in 1840 iets minder dan 33 hectare. Over de geschiedenis van het gebouw is niet veel bekend. Ook is niet te achterhalen hoe het er oorspronkelijk heeft uitgezien. De Beerenclaauw moet gelet op de ligging, omgrachting en vermelding op historische kaarten, een meer dan lokale betekenis hebben gehad. Vermoed wordt dat de Beerenclaauw in de eerste grote middeleeuwse ontginningsperiode tussen 1150 en 1300 moet zijn ontstaan. Hoogstwaarschijnlijk was het een van de 26 niet met name genoemde adellijke hoven uit de Liemerse Dijkbrief van 1326. Het bestaan van de Beerenclaauw wordt voor het eerst vermeld in de grondtransactie uit 1391. Het is door de eeuwen heen bewoond door verschillende (adellijke) families.

De Buitenmolen
De Buitenmolen

De Buitenmolen is een torenmolen in Zevenaar in de Nederlandse provincie Gelderland. De molen wordt wekelijks door een vrijwillig molenaar in bedrijf gesteld. Al in 1447 wordt in Zevenaar een molen vermeld. Uit bouwhistorisch onderzoek is echter gebleken dat de huidige molen na 1549 gebouwd moet zijn. Daarmee is niet deze torenmolen, maar De Grafelijke Korenmolen in Zeddam de oudste nog bestaande windmolen in Nederland. De Buitenmolen was de banmolen van het ambt Liemers. De stad Zevenaar had een eigen banmolen, de Binnenmolen. In 1816 kwamen beide molens in eigendom van het Nederlandse Domeinbestuur. De Buitenmolen werd in 1865 verkocht aan de molenaar Jacobus van der Grinten. Oorspronkelijk zat buiten aan de molen de trap naar de zolders en werd ook buiten bij de trap het maalgoed geluid. De deuren bij de trap zijn nu ramen. Boven de ingang zat een houten plankier. Het oorspronkelijke uiterlijk van de molen als binnenkruier verdween in de loop der tijd. Zo kreeg de molen een staart en werd de buitenroede uitgerust met zelfzwichting. Rond 1930 werden staart en wiekenkruis verwijderd en werd de molen een motormaalderij, die in 1955 werd stilgelegd. Voor de motormaalderij werden de dikke muren uitgehakt en werden in 1934 stalen vloerbalken aangebracht. In 1966 droeg de heer F.T.H. Korthaus De Buitenmolen over aan de gemeente Zevenaar, die in 1969 en 1970 de molen liet restaureren. De kap is bedekt met schaliën. In 2002 vond er andermaal een restauratie plaats en werd de 9,20 meter lange, houten bovenas vervangen door een nieuwe, eikenhouten bovenas. Ook werd het voorkeuvelens vernieuwd en werden de roeden vervangen. De torenmolen heeft stalen roeden met een lengte van 24,40 meter. Ze zijn door molenmakerij Vaags gemaakt in 2002. De binnenroede heeft nummer 71 en de buitenroede nummer 70. De roeden zijn voorzien van het Oudhollands hekwerk met zeilen. De molen is ingericht met een koppel, 16der (140 cm doorsnede) kunststenen en een mengketel. De molen wordt op de wind gekruid via een tandkrans met een elektromotor in de kap. Met de hand kon voorheen door twee man gekruid worden via gaffelwielen en tandkransen. Ook kan de molen vanaf de belt met de hand gekruid worden via een rondgaande kruiketting. Het kruiwerk bestaat uit een Engels kruiwerk. De molen wordt gevangen (geremd) met een vlaamse vang met vangtrommel. De vangbalk is een oud voeghout, die waarschijnlijk afkomstig is uit de verdwenen Groene molen (Molen van Golstein) in Teuge. De molen heeft een sleepluiwerk. De begane grond wordt de hel genoemd. Hier is in 1974 een zuiggasmotor geplaatst, die afkomstig is uit de maalderij van Te Boekhorst in Wehl en daar een koppel maalstenen heeft aangedreven. Rond 1900 had de Buitenmolen zelf een zuiggasmotor.