De Voetboogdoelen, naar de schutspatroon Joris ook wel Sint-Jorisdoelen genoemd, was een doelen in Amsterdam. In dit gebouw kwam de plaatselijke schutterij van voetboog- (kruisboog-)schutters bijeen. De Voetboogdoelen stond aan het Singel, vlak bij het Koningsplein, op de plek waar nu het moderne hoofdgebouw van de universiteitsbibliotheek staat. De huidige Voetboogstraat herinnert nog aan de doelen.
De Voetboogdoelen was een van drie doelens in Amsterdam. De andere twee waren de Handboogdoelen aan Singel 421 en de Kloveniersdoelen in de Nieuwe Doelenstraat. De Amsterdamse schutterij verloor in het midden van de 17e eeuw haar praktische verdedigingsfunctie. Lidmaatschap van de schutterij werd vooral een erepositie met een sociale functie, voorbehouden aan de rijkste en machtigste burgers van Amsterdam, die in de doelen bijeenkwamen om gezellig te eten, drinken en roken. Overigens had zowat elke Nederlandse stad in de Gouden Eeuw een Sint-Jorisdoelen.
De Voetboogdoelen werd vanaf 1674 verhuurd aan de West-Indische Compagnie (WIC) als hoofdkantoor van de nieuw gevormde, tweede WIC. Hierna werd het gebouw West-Indisch Binnenhuis of kortweg West-Indisch Huis genoemd. Vanaf 1683 tot 1795 werden de ruimten gebruikt door de Sociëteit van Suriname. In de Franse tijd werden de Voetboogdoelen als kazerne gebruikt, tot het gebouw in 1816 werd afgebroken om plaats te maken voor de rooms-katholieke Sint-Catharinakerk.
In 1939 werd ook de Sint-Catharinakerk afgebroken en bleef het terrein leeg tot midden jaren zestig, toen er een nieuw hoofdgebouw voor de universiteitsbibliotheek werd neergezet, van de hand van architect J. Leupen. Dit moderne gebouw wordt vaak genoemd als een van de lelijkste van Amsterdam en een voorbeeld van "koffieautomatenarchitectuur".