place

Leinestraße (metrostation)

Metrostation in BerlijnNeukölln (district)
U8 Berlin Leinestrasse 12 2017
U8 Berlin Leinestrasse 12 2017

Leinestraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Hermannstraße, nabij de kruising met de Leinestraße, in het Berlijnse stadsdeel Neukölln. Het metrostation opende op 4 augustus 1929 als "voorlopig" zuidelijk eindpunt van lijn D, de huidige U8. Door diverse omstandigheden zou Leinestraße echter 67 jaar lang het eindstation van de lijn blijven.De bouw van lijn D, ook bekend als GN-Bahn (van Gesundbrunnen-Neukölln), verliep bepaald niet op rolletjes. Na de Eerste Wereldoorlog ging de AEG-Schnellbahn-AG, dochteronderneming van AEG en eigenaar van de nog in aanbouw zijnde lijn, failliet en werden de werkzaamheden stilgelegd. Het project verviel aan de stad Berlijn, die de bouw vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. Op 17 juli 1927 kon in het zuiden van de stad het eerste, slechts anderhalve kilometer lange traject Schönleinstraße - Hermannplatz - Boddinstraße in gebruik genomen worden. In kleine etappes werd de lijn vervolgens verlengd, eerst naar het noorden, en op 4 augustus 1929 naar de Leinestraße, één station ten zuiden van het eerdere eindpunt Boddinstraße. Meteen daarna begon men met de aanleg van de tunnel naar het 700 meter zuidelijker gelegen S-Bahnstation Hermannstraße. Al in de eerste plannen voor lijn D uit 1910 was dit station als zuidelijk eindpunt aangemerkt. Vanwege de economische crisis moesten de werkzaamheden in 1931 echter gestaakt worden. Op dat moment was de tunnel in ruwbouw gereed, evenals ongeveer een derde van metrostation Hermannstraße. De metrotunnel werd in station Leinestraße afgesloten met provisorische muren, later zou men er afgedankte treinstellen stallen. De ontbrekende schakel tussen metro en S-Bahn werd ten slotte pas na de Duitse hereniging gerealiseerd; sinds 13 juli 1996 is Leinestraße niet meer het eindpunt van de U8. Station Leinestraße, een beschermd monument, werd zoals alle stations van de GN-Bahn ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse. De architect ontwikkelde een standaardtype voor de lijn, waarvan Leinestraße, oorspronkelijk niet als eindpunt maar als eenvoudig doorgangsstation voorzien, een goed voorbeeld is. Net als in de stations Rosenthaler Platz, Heinrich-Heine-Straße en Schönleinstraße wordt het dak in twee gewelven verdeeld door een rij pilaren op het midden van het eilandperron. Een nieuwigheid van de stations van lijn D was de aanwezigheid van tussenverdiepingen; de oudere metrostations bevinden zich veelal op geringe diepte en hebben uitgangen die rechtstreeks naar de straat leiden. De stations van de GN-Bahn kregen ieder een eigen herkenningskleur, die Grenander echter niet, zoals hij eerder deed, in een vaste volgorde liet afwisselen. Station Leinestraße werd bekleed met lichtgroene, grote tegels, die zowel de wanden en de stalen steunpilaren als het voormalige personeelshuisje op het perron sieren. Aanvankelijk werd het personeelshuisje van onderaf belicht, waardoor het een opvallend element in de oorspronkelijk relatief donkere, diffuus verlichte ruimte vormde.Het station is momenteel alleen bereikbaar via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. De inbouw van een lift in station Leinestraße zal volgens de prioriteitenlijst van de Berlijnse Senaat pas na 2010 plaatsvinden.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Leinestraße (metrostation) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Leinestraße (metrostation)
Hermannstraße, Berlijn Neukölln

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Leinestraße (metrostation)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.473611111111 ° E 13.428055555556 °
placeToon op kaart

Adres

Leinestraße

Hermannstraße
12049 Berlijn, Neukölln
Duitsland
mapOpenen op Google Maps

U8 Berlin Leinestrasse 12 2017
U8 Berlin Leinestrasse 12 2017
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Hermannstraße (metrostation)
Hermannstraße (metrostation)

Hermannstraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder het gelijknamige station Hermannstraße, in het Berlijnse stadsdeel Neukölln. In 1927 opende het eerste deel van lijn D, de huidige U8, die twee jaar later het station Leinestraße bereikte. Meteen daarna begon men met de aanleg van de tunnel naar het 700 meter zuidelijker gelegen S-Bahnstation Hermannstraße. Al in de eerste plannen voor lijn D uit 1910 was dit station als zuidelijk eindpunt aangemerkt. Vanwege de economische crisis moesten de werkzaamheden in 1931 echter gestaakt worden. Op dat moment was de tunnel in ruwbouw gereed, evenals ongeveer een derde van metrostation Hermannstraße. De reeds gereedgekomen toegangen werden met betonplaten afgesloten. In 1940 kreeg het ongebruikte metrostation alsnog een bestemming: het werd omgebouwd tot schuilkelder. Vanwege de ondergrondse kruising van de S-Bahnring, die ter plaatse in een uitgraving ligt, bevindt het station zich op tamelijk grote diepte, hetgeen het bij uitstek geschikt maakte voor deze functie. Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen de plannen voor de verlenging naar station Hermannstraße voorlopig in de ijskast. Een verbinding met de door de Oost-Duitse spoorwegen bedreven en (vooral na de bouw van de Muur in 1961) geboycotte S-Bahn werd onnodig geacht. Het stadsvervoerbedrijf BVG gebruikte de tunnel tussen de stations Leinestraße en Hermannstraße vervolgens om afgedankte treinstellen op te stellen. Ook nadat de BVG in 1984 het westelijke deel van het S-Bahnnet had overgenomen, maakte men nog geen aanstalten het ontbrekende lijnstuk van de U8 af te bouwen. Na de Duitse hereniging pakte men het project ten slotte alsnog op. In het voorjaar van 1992 werd de tunnel onder de Hermannstraße opgeknapt. De oude treinen die er nog altijd stonden (en min of meer vergeten waren) werden verwijderd. Bij de bouw van het ontbrekende deel van het metrostation was enige haast geboden, aangezien de in 1980 gesloten Ringbahn in december 1993 weer in dienst zou komen en de werkzaamheden onder de S-Bahnsporen voordien grotendeels afgerond moesten zijn. Tegelijkertijd legde men ten zuiden van het station een enkele keer- en opstelsporen aan. In december 1993 was het metrostation in ruwbouw gereed en kon de S-Bahn zoals gepland weer in dienst genomen worden. De afbouw en inrichting van het station namen nog twee en een half jaar in beslag. Op 13 juli 1996 was het project voltooid en werd het nieuwe overstapstation een feit. Het ontwerp van metrostation Hermannstraße is van de hand van Rainer Rümmler, die sinds het midden van de jaren 1960 voor vrijwel alle Berlijnse metrostations tekende en met dit project zijn carrière afsloot. De architect richtte zich bij de inrichting van het station naar het voorbeeld van de zeventig jaar oudere voorgaande stations op de lijn, ontworpen door Alfred Grenander. Het station kreeg hierdoor een strak, zakelijk uiterlijk, atypisch voor Rümmlers toenmalige stijl. De wanden werden bekleed met grote turquoise tegels. Op sommige plekken is de betegeling echter weggelaten, zodat men achter glasplaten de oorspronkelijke bewegwijzering uit de periode dat het station als schuilkelder dienstdeed kan zien. Metrostation Hermannstraße heeft een eilandperron met uitgangen (via een tussenverdieping) aan beide uiteinden. In het midden van station verzorgen trappen en een lift een rechtstreekse verbinding met het S-Bahnstation.

Boddinstraße (metrostation)
Boddinstraße (metrostation)

Boddinstraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Hermannstraße, nabij de kruising met de Boddinstraße en met de Flughafenstraße, in het Berlijnse stadsdeel Neukölln. Het metrostation opende op 17 juli 1927 als een van de eerste drie stations van lijn D, de huidige U8, waarvan het twee jaar lang het zuidelijke eindpunt was. De Boddinstraße is genoemd naar Hermann Boddin, die van 1899 tot zijn dood in 1907 burgemeester van Neukölln (toen nog Rixdorf geheten) was.De bouw van lijn D, ook bekend als GN-Bahn (van Gesundbrunnen-Neukölln), verliep bepaald niet op rolletjes. Na de Eerste Wereldoorlog ging de AEG-Schnellbahn-AG, dochteronderneming van AEG en eigenaar van de nog in aanbouw zijnde lijn, failliet en werden de werkzaamheden stilgelegd. Het project verviel aan de stad Berlijn, die de bouw vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. In 1919 was de toen nog zelfstandige stad Neukölln, die een jaar later op zou gaan in Groot-Berlijn, in de Hermannstraße echter al begonnen met de bouw van een station: Boddinstraße.Op 17 juli 1927 kon in het zuiden van de stad het eerste, slechts anderhalve kilometer lange traject Schönleinstraße - Hermannplatz - Boddinstraße in gebruik genomen worden. In kleine etappes werd de lijn vervolgens verlengd, eerst naar het noorden, en op 4 augustus 1929 naar het nieuwe eindpunt Leinestraße, één station ten zuiden van Boddinstraße. Een jaar later bereikte lijn D in het noorden station Gesundbrunnen en was het project voltooid. Station Boddinstraße, een beschermd monument, werd zoals alle stations van de GN-Bahn ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse. Zij ontwikkelden een standaardtype voor de lijn, maar Boddinstraße wijkt hier, onder andere omdat het reeds in de jaren twintig in ruwbouw gereedkwam, op een aantal punten van af. Zo ligt het station, net als de nog voor de Eerste Wereldoorlog voltooide stations Bernauer Straße en Voltastraße, vlak onder het straatniveau, zodat de op lijn U8 gebruikelijke tussenverdiepingen ontbreken. Net als bij de stations van de Nord-Süd-U-Bahn (tegenwoordig deel van de U6 en de U7) leiden de uitgangen van station Boddinstraße dan ook rechtstreeks naar de middenberm van de bovenliggende straat. Ook de plaatsing van de zuilen (steeds twee dicht op elkaar) en de dakconstructie met dwarsbalken herinnert aan de (eveneens door Grenander en Fehse ontworpen) Nord-Süd-stations.De aankleding van het station is echter een typisch voorbeeld van de GN-Bahn-architectuur. Zowel de metalen pilaren als de wanden worden gesierd door de ook in de andere stations op de lijn te vinden glanzende, vierkante tegels. De stations van de GN-Bahn kregen ieder een eigen herkenningskleur, die elkaar echter niet zoals op andere lijnen in een vaste volgorde werd toegewezen. In station Boddinstraße werden de wanden bekleed met lichtgrijze tegels, aan de boven- en onderkant afgesloten met een blauwe band; ook voor de pilaren werd de kleur blauw gekozen. Het station is momenteel alleen bereikbaar via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. De inbouw van een lift in station Boddinstraße zal volgens de prioriteitenlijst van de Berlijnse Senaat pas na 2010 plaatsvinden.

Rathaus Neukölln (metrostation)
Rathaus Neukölln (metrostation)

Rathaus Neukölln is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Karl-Marx-Straße in Berlin-Neukölln, nabij het raadhuis van dit stadsdeel, waaraan het station zijn naam dankt. Het metrostation opende op 11 april 1926 en is onderdeel van lijn U7. Het Berlijnse stadsbestuur kampte bij de aanleg van de Nord-Süd-Bahn (tegenwoordig U6/U7) met een constant gebrek aan financiële middelen, waardoor de lijn na de opening in 1923 steeds in kleine etappes werd verlengd. Op 19 april 1924 werden de stations Mehringdamm en Gneisenaustraße opengesteld en op 14 december van hetzelfde jaar volgde station Hasenheide (nu Südstern). Verdere verlenging zou pas drie en een half jaar later volgen: op 11 april 1926 bereikte de lijn zijn nieuwe eindpunt Bergstraße (nu Karl-Marx-Straße) en werden tevens de stations Hermannplatz en Rathaus Neukölln in gebruik genomen. Al deze stations werden ontworpen door Alfred Grenander, dé architect van de beginperiode van de Berlijnse metro. Het uiterlijk van station Rathaus Neukölln lijkt sterk op dat van de naburige stations Südstern en Karl-Marx-Straße, maar onderscheidt zich van de genoemde stations door zijn kenkleur. Het principe van herkenningskleuren paste Grenander veelvuldig toe bij volgens standaardontwerpen gebouwde stations. Station Rathaus Neukölln heeft de kenkleur blauw, die tot uitdrukking komt in de betegeling van de steunpilaren op het perron en de omlijstingen van de stationsborden. De wanden werden bekleed met grijze tegels. Zoals vrijwel alle oudere stations van de Nord-Süd-Bahn ligt Rathaus Neukölln vlak onder de straat, waardoor er geen ruimte was voor tussenverdiepingen, die in de latere stations gebruikelijk zouden worden. Aan beide uiteinden van het eilandperron leiden trappen dan ook rechtstreeks naar de middenberm van de bovenliggende Karl-Marx-Straße. De toegangen werden gemarkeerd met grillige, veelhoekige blauwe borden, het handelsmerk van de Nord-Süd-Bahn. Het perron kreeg de standaardlengte van 80 meter. Jarenlang veranderde er vrijwel niets in station Rathaus Neukölln, dat de Tweede Wereldoorlog ongeschonden doorstond. In 1967 besloot men het perron te verlengen tot 110 meter, wat op alle na de Nord-Süd-Bahn gebouwde lijnen meteen de standaard was geworden. De kortere perrons op de lijnen 6 en 7 hadden tot capaciteitsproblemen geleid. De tweede en laatste verbouwing van het station volgde aan het eind van de jaren 1990. Tijdens deze renovatie werd het station voorzien van een lift, die net als de trappen rechtstreeks naar de middenberm van de Karl-Marx-Straße leidt, en werd de oorspronkelijke wandbetegeling volledig vervangen. Men deed weinig moeite de nieuwe tegels op het authentieke ontwerp te laten lijken. In tegenstelling tot station Karl-Marx-Straße, waar de oude tegels wel zorgvuldig werden gereproduceerd, staat Rathaus Neukölln dan ook niet onder monumentenbescherming. Sinds de sanering van het station worden de wanden (bekleed met crèmekleurige tegels) gesierd door afbeeldingen van diverse gebouwen in Neukölln.

Karl-Marx-Straße (metrostation)
Karl-Marx-Straße (metrostation)

Karl-Marx-Straße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de gelijknamige straat in het centrum van het Berlijnse stadsdeel Neukölln. Het metrostation opende op 11 april 1926 onder de naam Bergstraße en was een aantal jaren het zuidoostelijke eindpunt van lijn CI. Tegenwoordig wordt station Karl-Marx-Straße bediend door lijn U7. Het Berlijnse stadsbestuur kampte bij de aanleg van de Nord-Süd-Bahn (lijn C, tegenwoordig U6/U7) met een constant gebrek aan financiële middelen, waardoor de lijn na de opening in 1923 steeds in kleine etappes werd verlengd. Op 19 april 1924 werden de stations Mehringdamm en Gneisenaustraße opengesteld en op 14 december van hetzelfde jaar volgde station Hasenheide (nu Südstern). Verdere verlenging zou pas drie en een half jaar later volgen: op 11 april 1926 bereikte de lijn zijn nieuwe eindpunt Bergstraße via de stations Hermannplatz en Rathaus Neukölln. Bergstraße zou niet lang het eindstation blijven: op 21 december 1930 werd lijn CI doorgetrokken naar station Grenzallee. Alle genoemde stations werden ontworpen door Alfred Grenander, dé architect van de beginperiode van de Berlijnse metro. Het uiterlijk van station Karl-Marx-Straße lijkt sterk op dat van de naburige stations Südstern en Rathaus Neukölln, maar onderscheidt zich van de genoemde stations door zijn kenkleur. Het principe van herkenningskleuren paste Grenander veelvuldig toe bij volgens standaardontwerpen gebouwde stations. Station Karl-Marx-Straße heeft de kenkleur groen, die tot uitdrukking komt in de betegeling van de steunpilaren op het perron en de omlijstingen van de stationsborden. De wanden werden bekleed met beige tegels. In de oudere stations van de Nord-Süd-Bahn (geopend in 1923) had men dusdanig op de inrichting van de stations moeten bezuinigen dat de wanden niet betegeld werden, maar een eenvoudige bekleding van pleister kregen. Voor de aankleding van de stations in Neukölln werden voor het eerst weer tegels gebruikt – de economische situatie was enigszins verbeterd. Om toch kosten te sparen koos men voor koudglazuurtegels, die goedkoper zijn dan de gebrande variant. Zoals vrijwel alle oudere stations van de Nord-Süd-Bahn ligt Karl-Marx-Straße vlak onder de straat, waardoor er geen ruimte was voor tussenverdiepingen, die in de latere stations gebruikelijk zouden worden. Aan beide uiteinden van het eilandperron leiden trappen dan ook rechtstreeks naar de middenberm van de bovenliggende straat. De toegangen werden gemarkeerd met grillige, veelhoekige blauwe borden, het handelsmerk van de Nord-Süd-Bahn. Het perron kreeg de standaardlengte van 80 meter. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed de metrolijn door Neukölln nauwelijks schade. Desondanks werd de dienst op de lijn op 1 april 1944 ingekort en werd Bergstraße opnieuw het eindstation. In de tunnel richting Grenzallee moest de metro namelijk wijken voor een ondergrondse wapenfabriek. Op 25 april 1945 werd het metroverkeer in de gehele stad stilgelegd, maar minder dan een maand later, op 14 mei, was de ongeschonden Neuköllnse lijn een van de twee eerste trajecten die weer in bedrijf kwamen, al reden er aanvankelijk slechts pendeltreinen tussen Bergstraße en Hermannplatz. In 1946 werd de Bergstraße, samen met de aansluitende Berliner Straße en Willi-Walter-Straße, tot Karl-Marx-Straße omgedoopt. Ook het metrostation kreeg deze nieuwe naam. In 1968 besloot men het perron van station Karl-Marx-Straße te verlengen tot 110 meter, wat op alle na de Nord-Süd-Bahn gebouwde lijnen meteen de standaard was geworden. De kortere perrons op de lijnen 6 en 7 hadden tot capaciteitsproblemen geleid. In 1995 volgde een sanering van het station en werd de complete betegeling vervangen, waarbij men rekening hield met de monumentenstatus van het station. Het station is momenteel alleen te bereiken via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. Station Karl-Marx-Straße heeft hierbij echter geen hoge prioriteit; volgens het tijdschema van de Berlijnse Senaat zal de inbouw van een lift pas na 2010 plaatsvinden.

Neukölln (metrostation)
Neukölln (metrostation)

Neukölln is een metrostation in de Duitse hoofdstad Berlijn dat in 1930 werd geopend bij het gelijknamige S-Bahnstation aan de Ringbahn. De aanleg van de Nord-Süd-Bahn, een noord-zuidlijn met twee takken waartoe station Neukölln aanvankelijk behoorde, verliep bepaald niet op rolletjes. De uitbraak van de Eerste Wereldoorlog leidde ertoe dat de in 1912 begonnen werkzaamheden al snel gestopt moesten worden. Pas in 1923 kwam het eerste deel van de lijn in gebruik. Daarna volgde in kleine etappes een aantal verlengingen, totdat lijn CI, de zuidoostelijke tak van de Nord-Süd-Bahn, in 1926 station Bergstraße (nu Karl-Marx-Straße) in het centrum van Neukölln bereikte. Vier jaar later werd de lijn via het S-Bahnstation van Neukölln doorgetrokken naar het nieuwe eindpunt Grenzallee. Neukölln behoort tot de laatste Berlijnse metrostations die nog voor de Tweede Wereldoorlog werden geopend. Na de ingebruikname van het traject Bergstraße - Grenzallee op 21 december 1930 zou de metrobouw ruim twintig jaar rusten. Zoals reeds vermeld tekende Alfred Grenander voor de nieuwe stationshal van station Neukölln, die ter gelegenheid van de komst van de metro werd gebouwd. Ook ondergronds was deze architect verantwoordelijk voor het ontwerp. Het uiterlijk van metrostation Neukölln combineert (evenals station Grenzallee) elementen van de in dezelfde periode door Grenander ontworpen stations van de U5 en van de U8. Net als in de stations op de genoemde lijnen en in tegenstelling tot de oudere Nord-Süd-Bahnstations is de kenkleur, in het geval van Neukölln geel, niet beperkt tot enkele vaste elementen, maar overal in het station prominent aanwezig. De bekleding van de wanden met glanzende, felgekleurde vierkante tegels is typerend voor de oudste stations op de U8, terwijl de stalen steunpilaren op het perron net als op de U5 onbekleed zijn gelaten. Ook de lengte van het perron, 110 meter, richt zich naar de op de U5 en U8 ontwikkelde standaard; eerdere stations op de Nord-Süd-Bahn waren slechts 80 meter lang en moesten later wegens capaciteitsproblemen verlengd worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed de metrolijn door Neukölln nauwelijks schade. Desondanks werd de dienst op de lijn op 1 april 1944 ingekort tot station Bergstraße en sloot metrostation Neukölln voorlopig zijn deuren. In de tunnel tussen Bergstraße en Grenzallee moest de metro namelijk wijken voor een ondergrondse wapenfabriek. Op 25 april 1945 werd het metroverkeer in de gehele stad stilgelegd, maar minder dan een maand later, op 14 mei, was de ongeschonden Neuköllnse lijn een van de twee eerste trajecten die weer in bedrijf kwamen, al reden er aanvankelijk slechts pendeltreinen tussen Bergstraße en Hermannplatz. Nadat de wapenfabriek ontmanteld was konden de treinen vanaf 26 juli weer via station Neukölln gaan doorrijden naar de Grenzallee.De toevoeging Südring, die het metrostation sinds zijn opening droeg, werd in de jaren zestig, toen de grote boycot van de S-Bahn begon, uit de naam van station Neukölln geschrapt. In 1992, een jaar voordat de zuidelijke ringlijn heropend werd, kreeg het station zijn volledige naam Neukölln (Südring) echter weer terug. In 2001 onderging het zeventig jaar oude metrostation een grondige restauratie, waarbij het in zijn oude glorie werd hersteld. Tegelijkertijd bouwde men een lift in, die tevens een directe verbinding met het perron van de S-Bahn vormt. Naast de toegang via de stationshal heeft metrostation Neukölln een drietal eigen in-/uitgangen aan weerszijden van de Karl-Marx-Straße, via tussenverdiepingen aan de beide uiteinden van het eilandperron.

Bethlehemskerk (Berlijn-Neukölln)
Bethlehemskerk (Berlijn-Neukölln)

De Bethlehemskerk in het Berlijnse stadsdeel Neukölln is een van de vele dorpskerken in de Duitse hoofdstad. De kerk staat ook bekend onder de naam Dorpskerk van Rixdorf en is gelegen aan de Richardplatz 22. Omstreeks 1500 werd in het toenmalige dorp Rixdorf een eenvoudig zaalkerkje gebouwd. Deze kerk werd in 1693 tijdens de Dertigjarige Oorlog in brand gestoken en volledig verwoest. Op de basis van de oude kerk werd het nieuwe kerkschip gebouwd. De oudste delen van de kerk zijn derhalve laatgotisch. In de loop der eeuwen werd de kerk herhaaldelijk verbouwd. In 1757 werden de muren verhoogd en kreeg de kerk een nieuwe daktoren met barokke koepel. Rond 1737 ontstond met de steun van Frederik Wilhelm I in het dorp een Boheemse nederzetting die bestond uit geloofsvluchtelingen. Een decennium later richtten de geloofsvluchtelingen de protestantse Bethlehemgemeente op. Jarenlang bleef de gemeente gebruikmaken van een school aan de Richardstraße 97, maar vanaf 1835 werden de diensten in het huidige dorpskerkje gevierd. In het jaar 1877 verkochten de Duitse protestanten de kerk aan de Bethlehemgemeente, aangezien de Duitse protestanten de grotere Magdalenakerk aan de Karl-Marx-Straße lieten bouwen. In 1912 kreeg het godshuis de huidige naam "Bethlehemskerk". De naam voert terug op de Bethlehemskapel te Praag, die voor de Boheemse Broeders een belangrijke rol speelt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk bij een luchtaanval beschadigd. Direct na de oorlog werd de kerk provisorisch hersteld. Vanaf 1951 werd een restauratie en gedeeltelijke verbouwing uitgevoerd, de nevengebouwen werden vanaf 1953 opnieuw opgetrokken. De huidige klokkentoren volgde in de jaren 1963-1964. Verdere verbouwingen volgden in de jaren 70 van de 20e eeuw. In het jaar 2006 fuseerde de Boheems-lutherse Bethlehemkerk met de Magdalena-, Ananias- en Tabeakerk tot de Evangelischen Kirchengemeinde Rixdorf. Kerkdiensten worden tegenwoordig in de Duitse taal gehouden, maar men is trouw aan de oude liturgie.

Grenzallee (metrostation)
Grenzallee (metrostation)

Grenzallee is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Buschkrugallee, ter hoogte van de kruising met autosnelweg BAB 100 (de Berlijnse stadsringweg), op de grens van de stadsdelen Britz en Neukölln. Het metrostation opende op 21 december 1930 en was ruim dertig jaar het zuidoostelijke eindpunt van lijn CI, de huidige U7. Station Grenzallee, gebouwd in modernistische stijl, geniet monumentenbescherming.Het eerste deel van de Nord-Süd-Bahn (lijn C), een noord-zuidlijn met twee takken, opende in 1923. Na een aantal verlengingen in kleine etappes bereikte de zuidoostelijke tak van de lijn, die het stadsdeel Neukölln ontsloot en de aanduiding CI droeg, in 1930 zijn volgens de toenmalige plannen definitieve eindpunt Grenzallee. Het ging daarbij om een van de laatste trajecten van de Berlijnse metro die nog voor de Tweede Wereldoorlog werden aangelegd. Na de ingebruikname van het traject Bergstraße - Grenzallee zou de metrobouw in de Duitse hoofdstad ruim twintig jaar rusten. Voor het ontwerp van station Grenzallee tekende Alfred Grenander, destijds huisarchitect van de Berlijnse metro. Het uiterlijk van het metrostation combineert (evenals het naburige en tegelijkertijd geopende station Neukölln) elementen van de in dezelfde periode door Grenander ontworpen stations van de U5 en van de U8. Net als in de stations op de genoemde lijnen en in tegenstelling tot de oudere Nord-Süd-Bahnstations is de kenkleur, in het geval van Grenzallee mintgroen, niet beperkt tot enkele vaste elementen, maar overal in het station prominent aanwezig. De bekleding van de wanden met glanzende, felgekleurde vierkante tegels is typerend voor de oudste stations op de U8, terwijl de stalen steunpilaren op het perron net als op de U5 onbekleed zijn gelaten. Ook de lengte van het perron, 110 meter, richt zich naar de op de U5 en U8 ontwikkelde standaard; eerdere stations op de Nord-Süd-Bahn waren slechts 80 meter lang en moesten later wegens capaciteitsproblemen verlengd worden. Aanvankelijk was aan de Sieversufer nabij station Grenzallee een werkplaats gepland, waarvoor al enkele voorbereidingen werden getroffen. Om deze reden bevindt zich ten zuiden van het metrostation een omvangrijk tunnelcomplex in twee verdiepingen, waar de (doodlopende) sporen naar de geplande werkplaats en de doorgaande sporen richting Rudow splitsen. De aanzet voor de verbinding met de nooit gerealiseerde werkplaats wordt tegenwoordig als opstelterrein voor metrotreinen gebruikt.Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed de metrolijn door Neukölln nauwelijks schade. Desondanks werd de dienst op de lijn op 1 april 1944 ingekort tot station Bergstraße en sloot metrostation Grenzallee voorlopig zijn deuren, omdat de metrotunnel hier werd ingericht als ondergrondse wapenfabriek. Op 25 april 1945 werd het metroverkeer in de gehele stad stilgelegd, maar minder dan een maand later, op 14 mei, was de ongeschonden Neuköllnse lijn een van de twee eerste trajecten die weer in bedrijf kwamen, al reden er aanvankelijk slechts pendeltreinen tussen Bergstraße en Hermannplatz. Nadat de wapenfabriek ontmanteld was konden de treinen vanaf 26 juli weer gaan doorrijden naar de Grenzallee.Station Grenzallee beschikt aan beide uiteinden van het eilandperron over uitgangen die via een tussenverdieping naar de Buschkrugallee leiden. De zuidelijke toegang bevindt zich ter hoogte van de Bürgerstraße, de noordelijke bij de kruising met de Grenzallee. Het station is alleen te bereiken via trappen; voor de inbouw van een lift, waarvan uiteindelijk alle Berlijns metrostations voorzien moeten zijn, is nog geen termijn vastgesteld.

Schönleinstraße (metrostation)
Schönleinstraße (metrostation)

Schönleinstraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Kottbusser Damm, die ter plaatse de grens tussen de stadsdelen Neukölln en Kreuzberg vormt. Het metrostation opende op 17 juli 1927 als een van de eerste drie stations van lijn D, de huidige U8, waarvan het een half jaar lang het noordelijke eindpunt was. De Schönleinstraße, een zijstraat aan de Kreuzbergse zijde van de Kottbusser Damm, is genoemd naar de medicus Johann Lukas Schönlein.De bouw van lijn D, ook bekend als GN-Bahn (van Gesundbrunnen-Neukölln), verliep bepaald niet op rolletjes. Na de Eerste Wereldoorlog ging de AEG-Schnellbahn-AG, dochteronderneming van AEG en eigenaar van de nog in aanbouw zijnde lijn, failliet en werden de werkzaamheden stilgelegd. Het project verviel aan de stad Berlijn, die de bouw vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. Op 17 juli 1927 kon in het zuiden van de stad het eerste, slechts anderhalve kilometer lange traject Schönleinstraße - Hermannplatz - Boddinstraße in gebruik genomen worden. Verlengingen volgden in kleine etappes; in februari 1928 werd de lijn doorgetrokken naar Kottbusser Tor, één station ten noorden van Schönleinstraße, en na nog enkele verlengingen was het project in 1930 voltooid. Station Schönleinstraße, een beschermd monument, werd zoals alle stations van de GN-Bahn ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse. De architecten ontwikkelden een standaardtype voor de lijn, waarvan Schönleinstraße een goed voorbeeld is. Net als in de stations Rosenthaler Platz, Heinrich-Heine-Straße en Leinestraße wordt het dak in twee gewelven verdeeld door een rij pilaren op het midden van het eilandperron. Een nieuwigheid van de stations van lijn D was de aanwezigheid van tussenverdiepingen; de oudere metrostations bevinden zich veelal op geringe diepte en hebben uitgangen die rechtstreeks naar de straat leiden. De stations van de GN-Bahn kregen ieder een eigen herkenningskleur, die echter niet, zoals op andere lijnen, in een vaste volgorde werd afgewisseld. Station Schönleinstraße werd bekleed met glanzende, grijze keramische tegels, die vanwege een speciale brandtechniek diverse kleureffecten laten zien. In juli 1951 werd het station hernoemd tot Kottbusser Damm. Toen station Schönleinstraße in 1992 zijn oude naam terugkreeg, kwamen de oorspronkelijke witte stationsborden met zwarte letters weer tevoorschijn. De kleurstelling van deze borden was in de overige stations op de lijn omgedraaid ten behoeve van een betere leesbaarheid. Het station is momenteel alleen bereikbaar via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. De inbouw van een lift in station Schönleinstraße zal volgens de prioriteitenlijst van de Berlijnse Senaat pas na 2010 plaatsvinden.