place

Hermannplatz (metrostation)

Friedrichshain-KreuzbergMetrostation in BerlijnNeukölln (district)
Hermannplatz4 Berlin Neukoelln
Hermannplatz4 Berlin Neukoelln

Hermannplatz is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder het gelijknamige plein op de grens van de Berlijnse stadsdelen Kreuzberg en Neukölln. Het metrostation werd geopend op 11 april 1926 en wordt bediend door de lijnen U7 en U8.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hermannplatz (metrostation) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hermannplatz (metrostation)
Karl-Marx-Straße, Berlijn Neukölln

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Hermannplatz (metrostation)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.486388888889 ° E 13.424166666667 °
placeToon op kaart

Adres

Hermannplatz

Karl-Marx-Straße
12043 Berlijn, Neukölln
Duitsland
mapOpenen op Google Maps

Hermannplatz4 Berlin Neukoelln
Hermannplatz4 Berlin Neukoelln
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Boddinstraße (metrostation)
Boddinstraße (metrostation)

Boddinstraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Hermannstraße, nabij de kruising met de Boddinstraße en met de Flughafenstraße, in het Berlijnse stadsdeel Neukölln. Het metrostation opende op 17 juli 1927 als een van de eerste drie stations van lijn D, de huidige U8, waarvan het twee jaar lang het zuidelijke eindpunt was. De Boddinstraße is genoemd naar Hermann Boddin, die van 1899 tot zijn dood in 1907 burgemeester van Neukölln (toen nog Rixdorf geheten) was.De bouw van lijn D, ook bekend als GN-Bahn (van Gesundbrunnen-Neukölln), verliep bepaald niet op rolletjes. Na de Eerste Wereldoorlog ging de AEG-Schnellbahn-AG, dochteronderneming van AEG en eigenaar van de nog in aanbouw zijnde lijn, failliet en werden de werkzaamheden stilgelegd. Het project verviel aan de stad Berlijn, die de bouw vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. In 1919 was de toen nog zelfstandige stad Neukölln, die een jaar later op zou gaan in Groot-Berlijn, in de Hermannstraße echter al begonnen met de bouw van een station: Boddinstraße.Op 17 juli 1927 kon in het zuiden van de stad het eerste, slechts anderhalve kilometer lange traject Schönleinstraße - Hermannplatz - Boddinstraße in gebruik genomen worden. In kleine etappes werd de lijn vervolgens verlengd, eerst naar het noorden, en op 4 augustus 1929 naar het nieuwe eindpunt Leinestraße, één station ten zuiden van Boddinstraße. Een jaar later bereikte lijn D in het noorden station Gesundbrunnen en was het project voltooid. Station Boddinstraße, een beschermd monument, werd zoals alle stations van de GN-Bahn ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse. Zij ontwikkelden een standaardtype voor de lijn, maar Boddinstraße wijkt hier, onder andere omdat het reeds in de jaren twintig in ruwbouw gereedkwam, op een aantal punten van af. Zo ligt het station, net als de nog voor de Eerste Wereldoorlog voltooide stations Bernauer Straße en Voltastraße, vlak onder het straatniveau, zodat de op lijn U8 gebruikelijke tussenverdiepingen ontbreken. Net als bij de stations van de Nord-Süd-U-Bahn (tegenwoordig deel van de U6 en de U7) leiden de uitgangen van station Boddinstraße dan ook rechtstreeks naar de middenberm van de bovenliggende straat. Ook de plaatsing van de zuilen (steeds twee dicht op elkaar) en de dakconstructie met dwarsbalken herinnert aan de (eveneens door Grenander en Fehse ontworpen) Nord-Süd-stations.De aankleding van het station is echter een typisch voorbeeld van de GN-Bahn-architectuur. Zowel de metalen pilaren als de wanden worden gesierd door de ook in de andere stations op de lijn te vinden glanzende, vierkante tegels. De stations van de GN-Bahn kregen ieder een eigen herkenningskleur, die elkaar echter niet zoals op andere lijnen in een vaste volgorde werd toegewezen. In station Boddinstraße werden de wanden bekleed met lichtgrijze tegels, aan de boven- en onderkant afgesloten met een blauwe band; ook voor de pilaren werd de kleur blauw gekozen. Het station is momenteel alleen bereikbaar via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. De inbouw van een lift in station Boddinstraße zal volgens de prioriteitenlijst van de Berlijnse Senaat pas na 2010 plaatsvinden.

Schönleinstraße (metrostation)
Schönleinstraße (metrostation)

Schönleinstraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Kottbusser Damm, die ter plaatse de grens tussen de stadsdelen Neukölln en Kreuzberg vormt. Het metrostation opende op 17 juli 1927 als een van de eerste drie stations van lijn D, de huidige U8, waarvan het een half jaar lang het noordelijke eindpunt was. De Schönleinstraße, een zijstraat aan de Kreuzbergse zijde van de Kottbusser Damm, is genoemd naar de medicus Johann Lukas Schönlein.De bouw van lijn D, ook bekend als GN-Bahn (van Gesundbrunnen-Neukölln), verliep bepaald niet op rolletjes. Na de Eerste Wereldoorlog ging de AEG-Schnellbahn-AG, dochteronderneming van AEG en eigenaar van de nog in aanbouw zijnde lijn, failliet en werden de werkzaamheden stilgelegd. Het project verviel aan de stad Berlijn, die de bouw vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. Op 17 juli 1927 kon in het zuiden van de stad het eerste, slechts anderhalve kilometer lange traject Schönleinstraße - Hermannplatz - Boddinstraße in gebruik genomen worden. Verlengingen volgden in kleine etappes; in februari 1928 werd de lijn doorgetrokken naar Kottbusser Tor, één station ten noorden van Schönleinstraße, en na nog enkele verlengingen was het project in 1930 voltooid. Station Schönleinstraße, een beschermd monument, werd zoals alle stations van de GN-Bahn ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse. De architecten ontwikkelden een standaardtype voor de lijn, waarvan Schönleinstraße een goed voorbeeld is. Net als in de stations Rosenthaler Platz, Heinrich-Heine-Straße en Leinestraße wordt het dak in twee gewelven verdeeld door een rij pilaren op het midden van het eilandperron. Een nieuwigheid van de stations van lijn D was de aanwezigheid van tussenverdiepingen; de oudere metrostations bevinden zich veelal op geringe diepte en hebben uitgangen die rechtstreeks naar de straat leiden. De stations van de GN-Bahn kregen ieder een eigen herkenningskleur, die echter niet, zoals op andere lijnen, in een vaste volgorde werd afgewisseld. Station Schönleinstraße werd bekleed met glanzende, grijze keramische tegels, die vanwege een speciale brandtechniek diverse kleureffecten laten zien. In juli 1951 werd het station hernoemd tot Kottbusser Damm. Toen station Schönleinstraße in 1992 zijn oude naam terugkreeg, kwamen de oorspronkelijke witte stationsborden met zwarte letters weer tevoorschijn. De kleurstelling van deze borden was in de overige stations op de lijn omgedraaid ten behoeve van een betere leesbaarheid. Het station is momenteel alleen bereikbaar via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. De inbouw van een lift in station Schönleinstraße zal volgens de prioriteitenlijst van de Berlijnse Senaat pas na 2010 plaatsvinden.

Rathaus Neukölln (metrostation)
Rathaus Neukölln (metrostation)

Rathaus Neukölln is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Karl-Marx-Straße in Berlin-Neukölln, nabij het raadhuis van dit stadsdeel, waaraan het station zijn naam dankt. Het metrostation opende op 11 april 1926 en is onderdeel van lijn U7. Het Berlijnse stadsbestuur kampte bij de aanleg van de Nord-Süd-Bahn (tegenwoordig U6/U7) met een constant gebrek aan financiële middelen, waardoor de lijn na de opening in 1923 steeds in kleine etappes werd verlengd. Op 19 april 1924 werden de stations Mehringdamm en Gneisenaustraße opengesteld en op 14 december van hetzelfde jaar volgde station Hasenheide (nu Südstern). Verdere verlenging zou pas drie en een half jaar later volgen: op 11 april 1926 bereikte de lijn zijn nieuwe eindpunt Bergstraße (nu Karl-Marx-Straße) en werden tevens de stations Hermannplatz en Rathaus Neukölln in gebruik genomen. Al deze stations werden ontworpen door Alfred Grenander, dé architect van de beginperiode van de Berlijnse metro. Het uiterlijk van station Rathaus Neukölln lijkt sterk op dat van de naburige stations Südstern en Karl-Marx-Straße, maar onderscheidt zich van de genoemde stations door zijn kenkleur. Het principe van herkenningskleuren paste Grenander veelvuldig toe bij volgens standaardontwerpen gebouwde stations. Station Rathaus Neukölln heeft de kenkleur blauw, die tot uitdrukking komt in de betegeling van de steunpilaren op het perron en de omlijstingen van de stationsborden. De wanden werden bekleed met grijze tegels. Zoals vrijwel alle oudere stations van de Nord-Süd-Bahn ligt Rathaus Neukölln vlak onder de straat, waardoor er geen ruimte was voor tussenverdiepingen, die in de latere stations gebruikelijk zouden worden. Aan beide uiteinden van het eilandperron leiden trappen dan ook rechtstreeks naar de middenberm van de bovenliggende Karl-Marx-Straße. De toegangen werden gemarkeerd met grillige, veelhoekige blauwe borden, het handelsmerk van de Nord-Süd-Bahn. Het perron kreeg de standaardlengte van 80 meter. Jarenlang veranderde er vrijwel niets in station Rathaus Neukölln, dat de Tweede Wereldoorlog ongeschonden doorstond. In 1967 besloot men het perron te verlengen tot 110 meter, wat op alle na de Nord-Süd-Bahn gebouwde lijnen meteen de standaard was geworden. De kortere perrons op de lijnen 6 en 7 hadden tot capaciteitsproblemen geleid. De tweede en laatste verbouwing van het station volgde aan het eind van de jaren 1990. Tijdens deze renovatie werd het station voorzien van een lift, die net als de trappen rechtstreeks naar de middenberm van de Karl-Marx-Straße leidt, en werd de oorspronkelijke wandbetegeling volledig vervangen. Men deed weinig moeite de nieuwe tegels op het authentieke ontwerp te laten lijken. In tegenstelling tot station Karl-Marx-Straße, waar de oude tegels wel zorgvuldig werden gereproduceerd, staat Rathaus Neukölln dan ook niet onder monumentenbescherming. Sinds de sanering van het station worden de wanden (bekleed met crèmekleurige tegels) gesierd door afbeeldingen van diverse gebouwen in Neukölln.

Leinestraße (metrostation)
Leinestraße (metrostation)

Leinestraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Hermannstraße, nabij de kruising met de Leinestraße, in het Berlijnse stadsdeel Neukölln. Het metrostation opende op 4 augustus 1929 als "voorlopig" zuidelijk eindpunt van lijn D, de huidige U8. Door diverse omstandigheden zou Leinestraße echter 67 jaar lang het eindstation van de lijn blijven.De bouw van lijn D, ook bekend als GN-Bahn (van Gesundbrunnen-Neukölln), verliep bepaald niet op rolletjes. Na de Eerste Wereldoorlog ging de AEG-Schnellbahn-AG, dochteronderneming van AEG en eigenaar van de nog in aanbouw zijnde lijn, failliet en werden de werkzaamheden stilgelegd. Het project verviel aan de stad Berlijn, die de bouw vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. Op 17 juli 1927 kon in het zuiden van de stad het eerste, slechts anderhalve kilometer lange traject Schönleinstraße - Hermannplatz - Boddinstraße in gebruik genomen worden. In kleine etappes werd de lijn vervolgens verlengd, eerst naar het noorden, en op 4 augustus 1929 naar de Leinestraße, één station ten zuiden van het eerdere eindpunt Boddinstraße. Meteen daarna begon men met de aanleg van de tunnel naar het 700 meter zuidelijker gelegen S-Bahnstation Hermannstraße. Al in de eerste plannen voor lijn D uit 1910 was dit station als zuidelijk eindpunt aangemerkt. Vanwege de economische crisis moesten de werkzaamheden in 1931 echter gestaakt worden. Op dat moment was de tunnel in ruwbouw gereed, evenals ongeveer een derde van metrostation Hermannstraße. De metrotunnel werd in station Leinestraße afgesloten met provisorische muren, later zou men er afgedankte treinstellen stallen. De ontbrekende schakel tussen metro en S-Bahn werd ten slotte pas na de Duitse hereniging gerealiseerd; sinds 13 juli 1996 is Leinestraße niet meer het eindpunt van de U8. Station Leinestraße, een beschermd monument, werd zoals alle stations van de GN-Bahn ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse. De architect ontwikkelde een standaardtype voor de lijn, waarvan Leinestraße, oorspronkelijk niet als eindpunt maar als eenvoudig doorgangsstation voorzien, een goed voorbeeld is. Net als in de stations Rosenthaler Platz, Heinrich-Heine-Straße en Schönleinstraße wordt het dak in twee gewelven verdeeld door een rij pilaren op het midden van het eilandperron. Een nieuwigheid van de stations van lijn D was de aanwezigheid van tussenverdiepingen; de oudere metrostations bevinden zich veelal op geringe diepte en hebben uitgangen die rechtstreeks naar de straat leiden. De stations van de GN-Bahn kregen ieder een eigen herkenningskleur, die Grenander echter niet, zoals hij eerder deed, in een vaste volgorde liet afwisselen. Station Leinestraße werd bekleed met lichtgroene, grote tegels, die zowel de wanden en de stalen steunpilaren als het voormalige personeelshuisje op het perron sieren. Aanvankelijk werd het personeelshuisje van onderaf belicht, waardoor het een opvallend element in de oorspronkelijk relatief donkere, diffuus verlichte ruimte vormde.Het station is momenteel alleen bereikbaar via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. De inbouw van een lift in station Leinestraße zal volgens de prioriteitenlijst van de Berlijnse Senaat pas na 2010 plaatsvinden.

Kottbusser Tor (metrostation)
Kottbusser Tor (metrostation)

Kottbusser Tor is een station van de metro van Berlijn, gelegen op en onder het gelijknamige plein in de Berlijnse wijk Kreuzberg. Het metrostation bestaat uit twee delen: een viaductstation voor van lijn U1 en U3 en een ondergronds perron voor lijn U8. Het complex staat in zijn geheel onder monumentenbescherming. De naam van het plein en het station stamt van een voormalige poort in de Berlijnse stadsmuur op deze locatie, de Cottbuspoort. Het bovengrondse station opende op 18 februari 1902 opende als onderdeel van de eerste metrolijn in Berlijn. Het station bevond zich oorspronkelijk aan de oostzijde van het plein en werd ontworpen door het ontwerpbureau van Siemens & Halske. Het metrostation had twee zijperrons kwam uiterlijk grotendeels overeen met het oostelijker gelegen Görlitzer Bahnhof aan dezelfde lijn. Om een betere overstap op de in het eind van de jaren 1920 geopende Gesundbrunnen-Neukölln-Bahn te realiseren werd 100 meter ten westen van het oorspronkelijke station een nieuw station gebouwd, dat op 4 augustus 1929 in gebruik kwam. Het nieuwe station werd ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse en kreeg een eilandperron, wat inmiddels de standaard was geworden in de Berlijnse metro. Evenals het oude station, dat afgebroken werd, bestaat het huidige viaductstation uit een constructie van glas en staal. Het boven het midden van het plein gelegen metrostation beschikt over een grote lichtkoepel in het dak, waardoor er overdag geen verlichting nodig is. Het ondergrondse station Kottbusser Tor opende op 12 februari 1928, tegelijk met de eerste noordelijke verlenging van de GN-Bahn (lijn D, tegenwoordig U8). Het station is bekleed met lichtlila tegels en heeft een eilandperron. Vanwege de overstapfunctie is het perron breder dan elders, waardoor er twee rijen steunpilaren nodig zijn. In het midden van het perron bevinden zich trappen naar de stationshal, van waaruit diverse uitgangen naar alle zijden van het plein uitwaaieren. Aan het noordelijke uiteinde is er een directe uitgang naar de straat, de voormalige zuidelijke uitgang is buiten gebruik. Roltrappen verbinden de stationshal met het perron van lijn U1 en U3. Het bovengrondse station beschikt aan de uiteinden ook over direct naar de straat leidende trappen.

Lausitzer Platz
Lausitzer Platz

De Lausitzer Platz, genoemd naar de streek Lausitz, is een plein en buurt in het Berlijnse stadsdeel Kreuzberg (Friedrichshain-Kreuzberg). Het plein werd al ten tijde van de Berlijnse tolmuur vrij gehouden van bebouwing en kreeg in 1849 zijn huidige benaming. De 'Köpenicker Tor' werd er in 1842 gebouwd. In het midden van het plein staat de Emmaüskerk, die gebouwd werd in 1890-1893, naar ontwerp van August Orth. Tot 1945 was het na de Berliner Dom de grootste kerk van Berlijn, met zo'n 2000 zitplaatsen. In dat jaar brandde het schip van de kerk geheel uit. Eind jaren vijftig werd het vervangen door een veel kleiner schip; de 74 meter hoge toren met het grote Emmaüsmozaïek van Paul Mohn bleef gespaard. Ten zuiden van de Lausitzer Platz liggen de Spreewaldplatz en het Görlitzer Park. In het noorden grenzen de Aldemar- en de Eisenbahnstraße aan het plein. Op de Lausitzer Platz vonden regelmatig straatfeesten en markten plaats. Op 1 mei 1987 werd een van deze straatfeesten het begin van de zogenaamde 'Kreuzberger Maikrawalle', een serie rellen die uitbrak toen de politie met geweld een einde maakte aan het feest. Na het verdwijnen van de punkkroegen in de jaren 90 werd het weer rustig op het plein. Sinds de jaren 2010 is er een proces van gentrificatie op gang gekomen. Ook wordt het straatbeeld steeds meer door toeristen bepaald. In Kreuzberg wordt de Lausitzer Platz, naar Laus, het Duitse woord voor luis, ook spottend Lauseplatz en Lausi genoemd.