place

Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover

Bouwwerk in Amsterdam-OostDe Nieuwe OosterMuseum in Amsterdam
Tot Zover 1
Tot Zover 1

Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover is een museum in Amsterdam dat vertelt over verleden, heden en toekomst van onze omgang met de dood. Het nationaal funerair erfgoed en de moderne uitvaart in het multiculturele Nederland van nu staan hierin centraal. Het museum werd in december 2007 geopend. Het is gevestigd op begraafplaats en crematorium De Nieuwe Ooster. De vaste collectie bestaat uit funeraire kunst en een verzameling objecten die een relatie hebben met de geschiedenis en hedendaagse uitvaartcultuur van Nederland. Het museum organiseert daarnaast exposities op het gebied van (hedendaagse) kunst, fotografie en geschiedenis. Bekende tentoonstellingen zijn o.a. De Laatste Aai (2019-2020), over de rouw om (huis)dieren, Especially for you (2017), over de marketing van doodskisten en Afterlife (2011-2012), waarin verschillende internationale kunstenaars reflecteerden op het leven na de dood.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover
Kruislaan, Amsterdam Oost

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Nederlands Uitvaart Museum Tot ZoverLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.346111111111 ° E 4.9386111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Kruislaan
1097 GR Amsterdam, Oost
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Tot Zover 1
Tot Zover 1
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Directeurswoning De Nieuwe Ooster
Directeurswoning De Nieuwe Ooster

De Directeurswoning De Nieuwe Ooster is een bouwwerk in Amsterdam-Oost. Het gebouw is sinds 12 januari 2004 een rijksmonument. Het gebouw, gesitueerd direct bij de toegangspoort (een monument op zich) bood onderdak aan de directeur van de Nieuwe Oosterbegraafplaats, voorloper van De Nieuwe Ooster geheten. De gebouwen op het terrein werden ontworpen door Adriaan Willem Weissman van de Dienst der Publieke Werken, ook verantwoordelijk voor de toegangspoort. Bouwwerk en poort vertonen dan ook gelijkenis. Anders dan de dienstwoningen aan de overzijde van het pad, is de directeurswoning geheel symmetrisch qua opzet, hetgeen bijvoorbeeld terug te vinden is bij de entree. Ook dit gebouw bestaat uit een bouwlaag met daarboven een zolder onder het zadeldak. Het gebouw is opgetrokken uit rood verblendsteen met banden van natuursteen; ook hier rechte schuiframen met rondboognissen met bloemmotieven. Bloemmotieven zijn ook terug te vinden in de top van de puntgevel; die bloemmotieven zijn tevens terug te vinden in de dienstwoningen als ook de toegangspoort. Beide gebouwen zijn gebouwd in de ecletische stijl met neorenaissance-invloeden. Vanaf 2000 werd het gebouw geschikt gemaakt voor het Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover dat het gebouw en de aanbouwen in 2007 betrok. Het gebouw werd tot rijksmonument verklaard vanwege cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt alsmede haar typologische kwaliteiten. Overigens is de aan- en nieuwbouw buiten het monument gehouden.

Dienstwoningen De Nieuwe Ooster
Dienstwoningen De Nieuwe Ooster

De Dienstwoningen De Nieuwe Ooster is een bouwwerk in Amsterdam-Oost. Het is sinds 31 oktober 2003 een rijksmonument. Het gebouw bood onderdak aan de doodgravers van de in 1894 geopende begraafplaats De Nieuwe Ooster/Nieuwe Oosterbegraafplaats. Het bouwwerk bestaat uit drie geschakelde woningen direct bij de hoofdingang van de begraafplaats. De gebouwen op het terrein werden ontworpen door Adriaan Willem Weissman van de Dienst der Publieke Werken. Hij was ook verantwoordelijk voor de toegangspoort. Er zijn daarom gemeenschappelijke versieringen te zien. Het gebouw is opgetrokken in een eclectische stijl met invloeden uit de neorenaissancestijl. Het grondplan is uitgevoerd in de weinig voorkomende W-vorm, waarbij de twee vleugels symmetrisch zijn gebouwd, terwijl het middenstuk juist niet symmetrisch van opzet is. De gebouwen bestaan uit slechts een bouwlaag met daarbovenop de onder de met leien bedekte zadel- en puntdaken gesitueerde zolder. In de twee vleugels zijn de toegangen geplaatst in een half uitwendig trappenhuis. Een derde ingang bevindt in de voorgevel van het gebouw (niet in het midden geplaatst). De drie ingangen kregen een hardstenen opstap mee en zijn geplaatst onder een lessenaarsdak. Er werd gebruik gemaakt van rood verblendsteen met banden van hardsteen. Verder zijn er schuifvensters te vinden met bovenramen bestaande uit acht ruitjes; er is siermetselwerk in nissen (geglazuurde tegels met bloemmotieven). De punten in de puntgevels zijn opgevuld met hardstenen driehoeken en ook weer opgesierd in bloemmotieven. Die bloemmotieven in de punten komen overeen met de bovenstukken in de toegangspoort. Het geheel werd tot rijksmonument verklaard vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde alsmede de typologische waarde. Er staat trouwens nog een woning op het terrein; de directeurswoning De gebouwen dragen huisnummers Kruislaan 130, 132 en 134.

Aula De Nieuwe Ooster
Aula De Nieuwe Ooster

De Aula van De Nieuwe Ooster is een bouwwerk in Amsterdam-Oost. Het is sinds 12 januari 2004 (deels) een rijksmonument. In 1938/1939 werd gebouwd aan een nieuwe aula, ontworpen door Jan Leupen. Deze moest een verouderde aula van Adriaan Willem Weissman vervangen. Leupen ontwierp met hulp van de Dienst der Publieke Werken in de traditionalistische stijl. Het gebouw staat op de hoofdas van de begraafplaats, vrijwel direct achter de hoofdingang, ook een rijksmonument en nog wel van Weismann. Het gebouw past in die hoofdas vanwege haar symmetrische opzet. Het oorspronkelijke gebouw uit de jaren 30 bestaat uit één bouwlaag, die op zich diverse hoogten kent. Centraal (op de as) staat de aula; in de vleugels huisden administratie en archief. Het zadeldak en de topgevel van het centrale deel hebben de vorm van een fronton. Verder vallen het groene dak van koper en de sierrozen op. Het gebouw werd tot rijksmonument verklaard vanwege de toegepaste stijl, tevens binnen de gebouwen op begraafplaatsen; de toegepaste traditionalistische stijl en ook het belang binnen het totale oeuvre van Leupen. Onder het monumentschap vallen ook de wandschilderingen van Albert Muis. Het gebouw werd 1990 uitgebreid met een crematorium. Achter deze aula kwam in 2014 nieuwbouw van de hand van Bierman Henket, dat verpakt is in metaal, en eveneens symmetrisch gebouwd. Sinds 1955 hangt het beeld Engel des doods van Fred Carasso aan de achtergevel, ook nadat bovengenoemde nieuwbouw gerealiseerd was.

De rode beuk
De rode beuk

De rode beuk was de benaming voor een monumentale beuk op de Nederlandse begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam-Oost (vak 20). Hij werd geplant in 1892 en deels gekapt op 22 februari 2024. De zeven meter hoge stam bleef vooralsnog behouden. De boom was bij bezoekers van de begraafplaats zeer geliefd en vooraf aan de kap werd ter ere van de boom een herdenkingsdienst gehouden, waarbij 170 mensen aanwezig waren en een voor de beuk gecomponeerde muzikale ode werd uitgevoerd. De 24 meter hoge boom was in wezen een bruine beuk (Fagus sylvatica Atropunicea), maar rode beuk genoemd, die geplaatst werd tijdens de aanleg van de begraafplaats naar ontwerp van tuinarchitect Leonard Springer. De rode beuk, een van de zes zogenaamde Springerbomen, stond hier sinds 1892, terwijl de officiële opening van de begraafplaats “pas” in 1894 plaatsvond. De boom overleefde alle stormen, alsook de houtroof tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog. In 1967 bereikte de boom de status van monumentale boom (ouder dan 75 jaar), uitgaande van de datum van plaatsing; geschat wordt echter dat de boom toen al tien of twintig jaar oud was. In de nazomer van 2019 werd duidelijk dat de boom was aangetast door de reuzenzwam. Deze tastte de boom aan, beginnend onder de grond bij een of meer beschadigde wortels. Men zag langere tijd niets aan de boom, maar in genoemd jaar was de aantasting ook boven de grond zichtbaar. De begraafplaats deed er van alles aan om het leven in de boom zolang mogelijk in stand te houden. Een optie om de boom te redden bleek te rigoureus; het zou via een hoogwerker moeten gebeuren (uitgraven, grond afvoeren, nieuwe grond aanvoeren, zwam verwijderen, wortels schoonmaken en de boom terugplaatsen) waarbij de kans groot was dat graven beschadigd zouden raken. De begraafplaats bedacht in 2019 een andere actie. Voorbijgangers werden opgeroepen de boom daar waar mogelijk te ondersteunen middels het sturen van een e-mail naar een voor de boom aangemaakt e-mailadres. Tot de kap ontving de beuk 167 e-mails. De boom kreeg net als noemenswaardige graven ook een eigen infobord met QR-code. De beuk was sinds 18 maart 1994 als monumentale boom geregistreerd onder nummer 1688452 in het Landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting. Bij de onderhoudsdienst van de gemeente Amsterdam stond hij bekend als boomnummer 604386.

Brug 113
Brug 113

Brug 113 is een vaste brug in Amsterdam-Oost, Watergraafsmeer. De brug over een duiker is gelegen in de Middenweg, net te zuiden van de Kruislaan. De duiker vormt de verbinding tussen twee waterstromen. Een daarvan is een ringsloot rond De Nieuwe Ooster, genaamd Molenwatering, ten westen van de Middenweg. De ander is een ringsloot rond een terrein vol met sportvelden. Nog geen meter ten westen van deze brug/duiker ligt opnieuw een duiker, deze is met een blauw bord aangegeven. De Middenlaan en Kruislaan zijn eeuwenoude aanduidingen binnen de voormalige polder en gemeente Watergraafsmeer. De Middenlaan loopt daarbij van noordwest naar zuidoost; de Kruislaan van zuidwest naar noordoost. In 1921 nam de Amsterdam de gemeente Watergraafsmeer over en in de jaren daaropvolgend vormde de Kruislaan in wezen de grens van de bebouwing. Aan de zuidkant lagen uitgestrekte sportvelden en alleen de Middenweg doorsneed de leegte. Tot 1939 reed hier de Gooische Tramweg-Maatschappij die op zondagen dat AFC Ajax speelde, sinds 9 december 1934 in Stadion De Meer, extra ritten reed, dit omdat dat onverwachte drukte met zich mee bracht. Na het verdwijnen van de motortram en het gereed komen van de Spoorwegwerken Oost kon Tramlijn 9 in 1940 worden doorgetrokken over de Middenweg, in eerste instantie nog tot aan een kopeindpunt, liggend ten noorden van de Kruislaan, maar enkele maanden later naar een kopeindpunt bij Betondorp. De duiker dateert echter uit veel later tijd. De polder ten zuiden van de Kruislaan werd volgebouwd, de Middenweg en Kruislaan werden de doorvoerroutes in dit gebied. Voor de waterhuishouding was het noodzakelijk om de twee ringsloten met elkaar te verbinden, daarbij moest rekening gehouden worden met de inmiddels 20 meter brede Middenweg, waar bovendien tramlijn 9 nog steeds over reed. De beide zijden afgetraliede duiker uit 1955/1956 is inmiddels bijna geheel in de weg opgegaan, alleen aan de zeer sobere leuningen is te zien dat hier een bouwwerk ligt. Aan de zuidoost kant ligt nog een terrasje. De constructie bestaat uit blokken met een hardstenen sluitsteen daarboven op.