place

Graf van Ed. Hoornik

Beeld in Amsterdam-OostDe Nieuwe Ooster
2022 Nieuwe Ooster, Graf Ed Hoornik (2)
2022 Nieuwe Ooster, Graf Ed Hoornik (2)

Het Graf van Ed. Hoornik is een artistiek kunstwerk op begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam-Oost. Het bevat een reliëf en dichtregel. Ed. Hoornik overleed op 1 maart 1970 en werd begraven op De Nieuwe Ooster. Zijn graf werd voorzien van een gedenkplaat, waarop een vis met mensenkop is afgebeeld. Het is een verwijzing naar zijn gedicht De vis. Boven de vis staat namelijk een deel van de tekst van dat gedicht: O dag, dek hem toe met je vrede, laat hem slapen, zolang als hij kan. De vis, afkomstig van zijn dichtbundel De vis. Gevolgd door in den vreemde is afgebeeld in een plaat waarin een kommetje is aangebracht. Het zou volgens Het Parool uit 1989 gaan om een vogelbadje, Hoornik was dierenliefhebber. Bedoeld of onbedoeld zorgt het vogelbadje ervoor dat de vis altijd deels onder water staat. De steen is ontworpen door de latere politicus Edo Spier, maar toen architect. Op zijn begrafenis droeg J. Bernlef, echtgenoot van dochter Eva Hoornik een gedicht voor.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Graf van Ed. Hoornik (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Graf van Ed. Hoornik
Amsterdam Oost

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Graf van Ed. HoornikLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.344363888889 ° E 4.9387416666667 °
placeToon op kaart

Adres


1097 GA Amsterdam, Oost
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2022 Nieuwe Ooster, Graf Ed Hoornik (2)
2022 Nieuwe Ooster, Graf Ed Hoornik (2)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Aula De Nieuwe Ooster
Aula De Nieuwe Ooster

De Aula van De Nieuwe Ooster is een bouwwerk in Amsterdam-Oost. Het is sinds 12 januari 2004 (deels) een rijksmonument. In 1938/1939 werd gebouwd aan een nieuwe aula, ontworpen door Jan Leupen. Deze moest een verouderde aula van Adriaan Willem Weissman vervangen. Leupen ontwierp met hulp van de Dienst der Publieke Werken in de traditionalistische stijl. Het gebouw staat op de hoofdas van de begraafplaats, vrijwel direct achter de hoofdingang, ook een rijksmonument en nog wel van Weismann. Het gebouw past in die hoofdas vanwege haar symmetrische opzet. Het oorspronkelijke gebouw uit de jaren 30 bestaat uit één bouwlaag, die op zich diverse hoogten kent. Centraal (op de as) staat de aula; in de vleugels huisden administratie en archief. Het zadeldak en de topgevel van het centrale deel hebben de vorm van een fronton. Verder vallen het groene dak van koper en de sierrozen op. Het gebouw werd tot rijksmonument verklaard vanwege de toegepaste stijl, tevens binnen de gebouwen op begraafplaatsen; de toegepaste traditionalistische stijl en ook het belang binnen het totale oeuvre van Leupen. Onder het monumentschap vallen ook de wandschilderingen van Albert Muis. Het gebouw werd 1990 uitgebreid met een crematorium. Achter deze aula kwam in 2014 nieuwbouw van de hand van Bierman Henket, dat verpakt is in metaal, en eveneens symmetrisch gebouwd. Sinds 1955 hangt het beeld Engel des doods van Fred Carasso aan de achtergevel, ook nadat bovengenoemde nieuwbouw gerealiseerd was.

De rode beuk
De rode beuk

De rode beuk was de benaming voor een monumentale beuk op de Nederlandse begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam-Oost (vak 20). Hij werd geplant in 1892 en deels gekapt op 22 februari 2024. De zeven meter hoge stam bleef vooralsnog behouden. De boom was bij bezoekers van de begraafplaats zeer geliefd en vooraf aan de kap werd ter ere van de boom een herdenkingsdienst gehouden, waarbij 170 mensen aanwezig waren en een voor de beuk gecomponeerde muzikale ode werd uitgevoerd. De 24 meter hoge boom was in wezen een bruine beuk (Fagus sylvatica Atropunicea), maar rode beuk genoemd, die geplaatst werd tijdens de aanleg van de begraafplaats naar ontwerp van tuinarchitect Leonard Springer. De rode beuk, een van de zes zogenaamde Springerbomen, stond hier sinds 1892, terwijl de officiële opening van de begraafplaats “pas” in 1894 plaatsvond. De boom overleefde alle stormen, alsook de houtroof tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog. In 1967 bereikte de boom de status van monumentale boom (ouder dan 75 jaar), uitgaande van de datum van plaatsing; geschat wordt echter dat de boom toen al tien of twintig jaar oud was. In de nazomer van 2019 werd duidelijk dat de boom was aangetast door de reuzenzwam. Deze tastte de boom aan, beginnend onder de grond bij een of meer beschadigde wortels. Men zag langere tijd niets aan de boom, maar in genoemd jaar was de aantasting ook boven de grond zichtbaar. De begraafplaats deed er van alles aan om het leven in de boom zolang mogelijk in stand te houden. Een optie om de boom te redden bleek te rigoureus; het zou via een hoogwerker moeten gebeuren (uitgraven, grond afvoeren, nieuwe grond aanvoeren, zwam verwijderen, wortels schoonmaken en de boom terugplaatsen) waarbij de kans groot was dat graven beschadigd zouden raken. De begraafplaats bedacht in 2019 een andere actie. Voorbijgangers werden opgeroepen de boom daar waar mogelijk te ondersteunen middels het sturen van een e-mail naar een voor de boom aangemaakt e-mailadres. Tot de kap ontving de beuk 167 e-mails. De boom kreeg net als noemenswaardige graven ook een eigen infobord met QR-code. De beuk was sinds 18 maart 1994 als monumentale boom geregistreerd onder nummer 1688452 in het Landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting. Bij de onderhoudsdienst van de gemeente Amsterdam stond hij bekend als boomnummer 604386.

Directeurswoning De Nieuwe Ooster
Directeurswoning De Nieuwe Ooster

De Directeurswoning De Nieuwe Ooster is een bouwwerk in Amsterdam-Oost. Het gebouw is sinds 12 januari 2004 een rijksmonument. Het gebouw, gesitueerd direct bij de toegangspoort (een monument op zich) bood onderdak aan de directeur van de Nieuwe Oosterbegraafplaats, voorloper van De Nieuwe Ooster geheten. De gebouwen op het terrein werden ontworpen door Adriaan Willem Weissman van de Dienst der Publieke Werken, ook verantwoordelijk voor de toegangspoort. Bouwwerk en poort vertonen dan ook gelijkenis. Anders dan de dienstwoningen aan de overzijde van het pad, is de directeurswoning geheel symmetrisch qua opzet, hetgeen bijvoorbeeld terug te vinden is bij de entree. Ook dit gebouw bestaat uit een bouwlaag met daarboven een zolder onder het zadeldak. Het gebouw is opgetrokken uit rood verblendsteen met banden van natuursteen; ook hier rechte schuiframen met rondboognissen met bloemmotieven. Bloemmotieven zijn ook terug te vinden in de top van de puntgevel; die bloemmotieven zijn tevens terug te vinden in de dienstwoningen als ook de toegangspoort. Beide gebouwen zijn gebouwd in de ecletische stijl met neorenaissance-invloeden. Vanaf 2000 werd het gebouw geschikt gemaakt voor het Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover dat het gebouw en de aanbouwen in 2007 betrok. Het gebouw werd tot rijksmonument verklaard vanwege cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt alsmede haar typologische kwaliteiten. Overigens is de aan- en nieuwbouw buiten het monument gehouden.