place

De Vriendschap (Bleskensgraaf)

KorenmolenMaalvaardige molenMolen in MolenlandenRijksmonument in MolenlandenStellingmolen
Vriendschap Bleskensgraaf
Vriendschap Bleskensgraaf

Molen De Vriendschap in de Nederlandse plaats Bleskensgraaf is een stellingmolen die werd gebouwd in 1890 in opdracht van Johan 't Hooft. De molen verving de wipkorenmolen die al omtrent 1680 op dezelfde plaats stond. Voorheen was het mogelijk om vanuit de Alblas met een schouw deze molen binnen te varen voor de aan- en afvoer van het maalgoed. De molen bleef tot 1971 op commerciële basis in bedrijf en was regelmatig draaiend te zien. Laatste beroepsmolenaar was Pieter Pott. In 2000 werd de stichting Molen De Vriendschap te Bleskensgraaf opgericht met het doel deze molen open te stellen voor publiek. Op 1 mei 2004 werd bij de molen een ontvangstruimte geopend. De molen is thans af en toe nog als korenmolen in gebruik, maar draait regelmatig dankzij de inzet van enkele vrijwilligers. De onderbouw en aanbouw van de molen dienen tevens als de woning van de eigenaar.

Fragment uit het Wikipedia-artikel De Vriendschap (Bleskensgraaf) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

De Vriendschap (Bleskensgraaf)
Kerkstraat, Molenlanden

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: De Vriendschap (Bleskensgraaf)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.870127777778 ° E 4.7742138888889 °
placeToon op kaart

Adres

De Vriendschap

Kerkstraat
2971 VM Molenlanden
Zuid-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q2689630)
linkOpenStreetMap (527852523)

Vriendschap Bleskensgraaf
Vriendschap Bleskensgraaf
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Wingerdse Molen
Wingerdse Molen

De Wingerdse Molen in de Nederlandse plaats Bleskensgraaf is een wipmolen waarvan het bouwjaar niet bekend is. Vermoedelijk is deze poldermolen in 1513 gebouwd. De koker is van 1624. In 1872 is de molen verhoogd door het opmetselen van de veldmuren, waardoor een grotere vlucht kon worden verkregen. Met 28,20 m heeft de Wingerdse Molen dan ook de grootste vlucht van alle Nederlandse wipmolens. Het oorspronkelijke scheprad is in 1955 vervangen door een vijzel. In 1996 zijn onder andere de beschieting van de kap en de spanten vernieuwd. In 2006 zijn twee rietvelden op de ondertoren vernieuwd. De molen was tot 1 februari 2008 eigendom van het Waterschap Rivierenland; de nieuwe eigenaar is de SIMAV. De wipwatermolen is op afspraak te bezichtigen. 's Avonds wordt de Wingerdse Molen door witte schijnwerpers verlicht en is dan tot in de verre omtrek te zien. Naast de molen bevindt zich een paaltjasker, die geen speciale functie heeft, maar die in 1987 in opdracht van de molenaar is vervaardigd. Begin 2011 werd begonnen met een grote restauratie, waarvoor het bovenhuis van de Wingerdse Molen is verwijderd. Op de ondertoren was een noodkap aangebracht. In oktober 2011 werd het gerestaureerde bovenhuis teruggeplaatst. Op de borstnaald komen de initialen JDV.CVDB (bovenste) en HHS.1997 (onderste) voor. JDV.CVDB staan voor de molenmakers van het toenmalige hoogheemraadschap Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden Jan de Vries en Cok v d Berg. HHS.1997 staan voor de eigenaar het Hoogheemraadschap Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. In 1997 is de borstnaald vernieuwd. Het gevlucht is Oudhollands met gelaste roeden en vanaf 1965 met fokken. Op het oude gevlucht zat zowel een enkelstraals als dubbelstraals fok. In 2011 werden alleen enkelstraals fokken aangebracht. In de fokken op de buitenroede zitten regelborden (remkleppen), die handmatig open en dicht gezet worden. De 28,10 m lange binnenroede is in 1991 gemaakt door Derckx, gestoken in 1992 en heeft als roenummer 696. De 28,20 m lange buitenroede is in 2011 gemaakt door molenmakersbedrijf Vaags en heeft als roenummer 262. Van 1935 tot 1965 waren de wieken verdekkerd. De molen wordt op de wind gezet met een kruirad. De bovenzetel heeft neuten. De in 1852 gegoten, 4,75 meter lange, gietijzeren bovenas is van F.J. Penn & Bauduin te Dordrecht en heeft het nummer 37. In de pen van de bovenas zit een taats. De molen wordt gevangen (geremd) met een Vlaamse blokvang bestaande uit vier vangstukken. De vang wordt bediend met behulp van een evenaar. De vangbalk heeft een kneppel.

De Liefde (Streefkerk)
De Liefde (Streefkerk)

De Liefde (ook wel In Liefde Draaiende) is een achtkante stellingmolen met een houten onderbouw in Streefkerk, in de Nederlandse gemeente Molenlanden. De bovenbouw is bekleed met platen van zink (losanges) en de kap met dakleer. De molen is in 1893 gebouwd als vervanging van een afgebrande achtkante grondzeiler op dezelfde plaats. In de molen zijn twee maalstoelen met 16der kunststenen aanwezig. De molen is tot ca. 1970 in bedrijf geweest. In de molen is een museum aanwezig. In 1976 werd een dijkverzwaring aangekondigd en bestond er vrees dat de molen zou moeten wijken. Door een damwandconstructie te gebruiken in plaats van het geplande talud kon De Liefde op de oorspronkelijke plaats blijven staan. De naam van deze molen was gedurende lange tijd De Hoop, maar is na de restauratie gewijzigd in De Liefde, naar men dacht de oorspronkelijke naam. Historisch onderzoek heeft uitgewezen dat dat niet juist is. De juiste naam luidt In Liefde Draaiende. De Liefde is eigendom van de SIMAV, die sinds 2008 een kantoorruimte in de molen heeft. Het gevlucht is Oud-Hollands. De gelaste, ijzeren roeden zijn gemaakt door Derckx te Beegden in 1979. De binnenroede heeft het nummer 292 en de buitenroede nummer 291. De 4,02 m lange bovenas met nummer 512 is van de fabrikant Penn & Bauduin te Dordrecht en gegoten in 1893. De molen wordt op de wind gezet, verkruid, met een kruiwiel. Het kruiwerk bestaat uit houten rollenwagens met voornamelijk gietijzeren, maar ook nog enkele houten rollen. De molen wordt gevangen (geremd) met een vaste Vlaamse blokvang bestaande uit vijf vangblokken. De vang wordt bediend met een wipstok, die beschilderd is met prinsjeswerk. De vangbalk scharniert in de ezel met een schuif en heeft een kneppel. Om het bovenwiel zit een ijzeren hoep waar de vangblokken op aangrijpen. Vroeger werd met behulp van een lang luitouw en het tweede luiwerk de zakken graan uit het schip via een houten glijgoot de molen ingetrokken.