place

Plantage Doklaan

Straat in Amsterdam-Centrum

De Plantage Doklaan is een straat in de Plantagebuurt van Amsterdam. De straat loopt langs het in 1857 aangelegde Entrepotdok en is daarnaar genoemd. Oorspronkelijk liep de straat van de Plantage Parklaan naar de Plantage Muidergracht en werd hij halverwege gekruist door de Plantage Kerklaan. Tussen de Plantage Kerklaan en de Plantage Muidergracht is de straat verdwenen nadat het terrein en de straat in gebruik genomen werd voor woningbouw en als uitbreiding van Artis. Langs de Plantage Doklaan lag van 1904 tot de jaren tachtig van de 20e eeuw een goederenemplacement van de Nederlandse Spoorwegen (voorheen HSM). In 1972-1973, 1974-1975 en in 1979-1981 werden de nieuwe middenbakken en nieuwe Amsterdamse trams hier per spoor afgeleverd.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Plantage Doklaan (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Plantage Doklaan
Plantage Doklaan, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Plantage DoklaanLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.368280555556 ° E 4.9125888888889 °
placeToon op kaart

Adres

Plantage Doklaan 36-2
1018 CN Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Gebouw Plancius
Gebouw Plancius

Gebouw Plancius is een voormalige joodse repetitieruimte en sociëteit aan de Plantage Kerklaan 61 te Amsterdam, tegenover Artis. In het rijksmonument uit 1876 is sinds 1999 het Verzetsmuseum Amsterdam gevestigd. De naam verwijst naar de Amsterdamse dominee en geograaf Petrus Plancius (1550-1622). Het werd tussen 1874 en 1876 gebouwd op initiatief van de joodse mannenzangvereniging Oefening Baart Kunst, naar een ontwerp van Nicolaas Vos. Voor de bouw moest een huis worden afgebroken dat Plancius heette, waarna werd besloten het nieuwe gebouw eveneens Plancius te noemen. Gebouw Plancius ging op 24 mei 1876 open en was tot 1894 in gebruik bij Oefening Baart Kunst. In 1881 werd er een wintertuin bij gebouwd, en in 1883 volgde een verbouwing door architect Dolf van Gendt. Na het vertrek van de zangvereniging was Plancius nog in gebruik als zalencentrum. Vanaf 1900 werd het gebouw minder rendabel en in 1913 werd het verkocht aan de Taxi-Auto-Maatschappij (TAM) die er een taxicentrale begon. Door architect Harry Elte werd achter het pand een garage met overkapping gebouwd. In 1919 werd de TAM overgenomen door de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij (ARM), die het taxibedrijf voortzette. Toen tijdens de Tweede Wereldoorlog weer paardentractie werd gebruikt was Plancius een tijdje een paardenstal. In 1944-1945 werden er Duitse voertuigen neergezet. De ARM verhuurde vanaf 1955 een deel van het gebouw aan een lingeriefabriek. In 1970 vertrokken beide bedrijven uit het gebouw dat vervolgens werd gebruikt door de Ongevallendienst van de Amsterdamse verkeerspolitie. In 1998 verhuisde het Verzetsmuseum naar gebouw Plancius. Het museum ging op 1 mei 1999 open. In 2001 werd gebouw Plancius aangewezen als rijksmonument.

Nijlpaardenbrug
Nijlpaardenbrug

De Nijlpaardenbrug (brug 1907) is een ophaalbrug voor voetgangers en fietsers uit 1987 in Amsterdam-Centrum. De brug ligt over het Entrepotdok en werd aangelegd in de periode dat de pakhuizen van het dok werden omgebouwd tot woningen. Er kwam toen ook een wandel- en fietsroute tussen de Plantage en Oostelijke Eilanden. De bruggen in deze omgeving hebben dierennamen, zo is er de Ezelsbrug, de Witte Katbrug, de Pelikaanbrug en de Zebrabrug. Ontwerper van de Nijlpaardenbrug is Dirk Sterenberg, die na een periode bij de Dienst der Publieke Werken als zelfstandig (brug-)architect was gaan werken. Er werd bezuinigd, daarom moest Sterenberg een bovenbouw van elders hergebruiken. (Duivendrechtsevaart en Haarlemmertrekvaart). De naamgeving is bijzonder. Een bewoner uit de omgeving wist te vertellen dat hier ooit nijlpaarden hadden gelopen van een schip bij het Entrepotdok naar Artis aan de Plantage Kerklaan. Hij opperde de naam en wilde die aanschouwelijk maken door nabij de brug een nijlpaardengroep van graniet te plaatsen. De naam is er gekomen, de beeldengroep niet. Voor de naamborden van de dierenbruggen ontwierp graficus Piet Schreuders het lettertype. Voor voetgangers en fietsers is de brug vrij steil vanaf de kade van het Entrepotdok. Sterenberg diende rekening te houden met de waterbus waarmee in die jaren korte tijd geëxperimenteerd is; de doorvaarthoogte werd gesteld op 2,89 meter. Die hoogte bleek later onnodig; de waterbus werd lager uitgevoerd dan voorzien. De brug is geschilderd in de kleuren geel, rood, blauw en zwart; het ondersteunde beton is lichtgrijs. De brug aan het andere eind van de Plantage Kerklaan, de Lau Mazirelbrug, is eveneens versierd met beelden van nijlpaarden uitgevoerd door Adrianus Remiëns. In IJburg werd in de 21e eeuw de Nijlpaardenschutsluis gebouwd; deze kreeg wel het beeld van een nijlpaard als blikvanger.

Aanslag op het Amsterdams bevolkingsregister
Aanslag op het Amsterdams bevolkingsregister

De aanslag op het Amsterdams bevolkingsregister door leden van het verzet in de Tweede Wereldoorlog vond plaats in de nacht van 27 maart 1943 in het gebouw van de gemeente Amsterdam aan de Plantage Kerklaan 36. In de voormalige concertzaal van Artis aan de Plantage Kerklaan 36-38 bevond zich tijdens de Tweede Wereldoorlog het bevolkingsregister van Amsterdam, met daarin onder andere de gegevens van circa 70.000 Amsterdamse Joden. Een verzetsgroep, met als leiders Gerrit van der Veen en Willem Arondéus (schuilnaam Smit), pleegde in de nacht van 27 maart 1943 een aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister om de gegevens te vernietigen. De aanslag lukte, hoewel het uiteindelijke effect minder was dan verwacht. Alle plegers van de aanslag werden niet veel later opgepakt. Gerrit van der Veen werd kort na zijn arrestatie op 10 juni 1944 in de duinen bij Overveen geëxecuteerd. De andere deelnemers aan de aanslag op het bevolkingsregister waren Frieda Belinfante, Johan Brouwer, Sam van Musschenbroek, Karl Gröger, Henri Halberstadt, Rudi Bloemgarten, Guus Reitsma, Cornelis Roos, Koen Limperg, Sjoerd Bakker, Cornelis Leendert Barentsen en Coos Hartogh. De enigen van de groep die de oorlog overleefden, waren Frieda Belinfante, Cees Honig, Jan Roovers en Willem Beck. Ook Willem Sandberg, die wel aan de voorbereiding had meegewerkt maar niet aan de aanslag zelf, overleefde de oorlog. De dichter Martinus Nijhoff, die als explosievendeskundige had meegewerkt aan de voorbereidingen voor de aanslag, overleefde eveneens de oorlog. Maarten van Gilse, die eveneens bij de voorbereidingen betrokken was, werd op 1 oktober 1943 met achttien andere leden van de opgerolde verzetsgroep CS-6 gefusilleerd.

Studio Artis
Studio Artis

Studio Artis omvat twee televisiestudio's in de zogenaamde Nieuwe Ledenlokalen (1870-1875) van de dierentuin Artis in de Plantagebuurt van Amsterdam. In 1989 werd hier een opnamelocatie onder de naam Studio Plantage in gebruik genomen door Ischa Meijer samen met de manager Fieldproduction van het NOB, die de studio realiseerde. De locatie is lange tijd in het beheer van DutchView geweest. Vanuit Studio Plantage werden diverse programma's uitgezonden, zoals Jiskefet, Buitenhof, Holland Sport, De Wereld Draait Door, Pauw & Witteman, De Leugen Regeert, Zomergasten en De Plantage. Omdat Artis, eigenaar van het pand, dit wilde gaan verbouwen om het zelf weer in gebruik te nemen, moest DutchView in het voorjaar van 2010 op zoek naar een nieuwe locatie. De nieuwe studio's op het Westergasfabriek-terrein in Amsterdam werden de nieuwe locatie. Vanaf september 2010 werden de programma's De Wereld Draait Door, Pauw & Witteman en Kunststof TV vanuit de nieuwe locatie uitgezonden. De radio-uitzending van TROS Muziekcafé op zaterdagmiddag verhuisde naar De Vorstin in Hilversum. PowNed is gestopt met het dagelijkse nieuwsprogramma PowNews en het programma Boeken van de VPRO verhuisde van Studio Plantage naar de Hortus. Ook het programma Buitenhof verhuisde in 2010 naar de Hortus. De documentaire Afscheid van Studio Plantage is in juli 2012 uitgezonden door de VARA. In samenwerking met UNITED zijn in 2014 twee studio's verbouwd en geopend onder de nieuwe naam Studio Artis. Sinds 2019 wordt het praatprogramma Beau hiervandaan uitgezonden. Jinek en Humberto volgden in de jaren daarna.

Burcht van Berlage
Burcht van Berlage

De Burcht van Berlage is het oudste vakbondsgebouw van Nederland. Het is ontworpen door Hendrik Petrus Berlage in opdracht van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB) in 1899-1900. Het staat aan de Henri Polaklaan 9 in de Plantage in Amsterdam, vlak bij Artis. Vanaf 1991 was een aantal jaren het Vakbondsmuseum in de Burcht gevestigd. Vóór de restauratie van 2008 is het merendeel van de collectie van het museum overgedragen aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Sinds 2011 is een onderzoeks- en documentatiecentrum van de Nederlandse vakbeweging in het gebouw gevestigd. De ANDB ontwikkelde zich onder het voorzitterschap van Henri Polak tot de eerste 'moderne' vakbond van Nederland. Met het gebouw wilde Polak een monument voor de arbeidersbeweging tot stand brengen. In 1899 kreeg Berlage de opdracht het pand te ontwerpen. Hiervoor werkte hij samen met Richard Roland Holst die de muurschilderingen voor zijn rekening nam. Zo beeldde Roland Holst in de bestuurskamer in een drieluik de gewenste evenwichtige dagindeling voor de arbeiders uit: de Krachtige Uren van de Arbeid, de Zachte Uren van de Ontspanning en de Diepe Uren van de Slaap. Ook werkten andere kunstenaars mee in een kunststroming die gemeenschapskunst wordt genoemd. Zo hangen in het monumentale trappenhuis lampen uit 1919 van Jan Eisenloeffel. Bijzonder detail is dat Berlage zijn beursgebouw en de Burcht praktisch tegelijkertijd bouwde. Ook Roland Holst en de beeldhouwer Lambertus Zijl hebben in en aan beide gebouwen werk gemaakt.

Hubertushuis
Hubertushuis

Het Hubertushuis is een wooncomplex aan de Plantage Middenlaan in de Plantagebuurt in Amsterdam. Het ontwerp is voor het grootste deel afkomstig van architect Aldo van Eyck. Het werd speciaal voor de Hubertusvereniging gebouwd voor gezinnen met één ouder die tijdelijk onderdak nodig hadden en wordt daarom ook wel het Moederhuis genoemd. Het kleurige complex is eigenlijk bedoeld als stadje op zich en heeft een enigszins ingewikkelde plattegrond met passages, dakterrassen en binnenplaatsen. Het modernistische gebouw telt vijf verdiepingen en in het complex zijn ook twee 19e-eeuwse panden geïntegreerd. Om een ontspannen sfeer te creëren is het opgetrokken uit verschillende materialen, met verschillende kleuren. Van Eyck ontwierp het gebouw samen met Theo Bosch in 1973. De opening vond plaats in 1980. Het gebouw valt, althans de nieuwbouw, valt op door de toegepaste kleuren. Intern zijn er allerlei hoeken en hoogteverschillen (ook tussen met trappen verbonden etages) om het speelse karakter voor kinderen te benadrukken. Daartegenover staat de oudbouw uit 1885 met een klassieke gevel en indeling. Het complex werd in juni 2001 tot gemeentelijk monument verklaard. Voordat er aan het Hubertushuis gebouwd werd stond er een school en vergaderzalen van de Vereniging Talmoed Thora ontworpen door Isaac Gosschalk. In dat gebouw was de latere Joodse crèche gesitueerd, vanwaaruit in de Tweede Wereldoorlog kinderen al dan niet een onderduikadressen bereikten. Elementen van het oude gebouw zijn nog terug te vinden in enkele ronde gevelelementen.