place

Westerdok

Amsterdam-CentrumOppervlaktewater in Amsterdam
Spoorwegmuseum Maquette omgeving Amsterdam Centraal Station Westerdok
Spoorwegmuseum Maquette omgeving Amsterdam Centraal Station Westerdok

Het Westerdok is een water en een straat in Amsterdam. Het ontstond in 1832 toen door aanleg van de Westerdoksdam en Westerdokseiland dit deel van het IJ werd afgescheiden en daardoor ook geen eb en vloed meer kende in het toen nog in open verbinding met de Zuiderzee staande IJ. Aan de westzijde ontstond zo de omsloten watervlakte die nu Westerdok heet. Aan de oostkant ontstond op soortgelijke wijze het Oosterdok. Het Westerdok wordt aan de zuidzijde begrensd door de spoorlijn vanaf het Centraal Station richting Singelgracht en wordt aan de westzijde begrensd door het Bickerseiland (Westelijke Eilanden). Het water van het Westerdok heeft tegenwoordig onder andere de functie van jachthavens.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Westerdok (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Westerdok
Westerdok, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: WesterdokLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.385947222222 ° E 4.8908472222222 °
placeToon op kaart

Adres

Westerdok 57
1013 AZ Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Spoorwegmuseum Maquette omgeving Amsterdam Centraal Station Westerdok
Spoorwegmuseum Maquette omgeving Amsterdam Centraal Station Westerdok
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Reus van Bickerseiland
Reus van Bickerseiland

De Reus van Bickerseiland is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. De maker van het oorspronkelijke beeld is niet bekend (anoniem, wellicht een scheepstimmerman), maar de afbeelding is eeuwenoud. Het beeld staat op het Bickerseiland vernoemd naar Jan Bicker. Deze Jan Bicker was zowel koopman, reden, scheepsbouwer en burgemeester in Amsterdam. Hij kocht in 1631 ten noordwesten van Amsterdam een eiland, dat uitzicht had over het IJ. Op het eiland bouwde hij zijn huis met toren, zodat hij zijn vertrekkende en aankomende schepen op het IJ in de gaten kon houden. Boven de ingang van het woonhuis stond een beeldhouwwerk dat vermoedelijk de god Mars (met speer, schild en helm) voorstelt. Een tekening uit 1647 geeft het beeld weer. Bicker kon er maar kort van genieten; hij overleed in 1653; de toren werd rond 1700 afgebroken. Het beeld kreeg haar naam toen het na afbraak van de toren werd geplaatst op scheepswerf De Reus, dat werkte onder het motto: Geen karwei is ons te machtig; geen vraagstuk, waarvoor wij uit de weg staan In 1850 gaat De Reus over in handen van Machinefabriek H.K. Jonker en Zoon (verantwoordelijk voor het ijzerwerk voor het Paleis op de Dam). (Aankomend) burgemeester Cornelis Fock, verknocht aan het beeld, maakte een afspraak met de eigenaar Jonker om het beeld te behouden, hetgeen geschiedt. Als het beeld drie eeuwen oud is, bevindt het zich in slechte staat (binnenkant is vermolmd). Er volgt een opdracht een replica te maken en deze werd gehakt door een voormalig scheepstimmerman, die bij Jonker had gewerkt. Wanneer het replica op 2 augustus 1951 onthuld wordt, komt burgemeester Arnold d'Ailly naar Bickerseiland; het staat dan op de puntgevel van Grote Bickerstraat 2-4. Wanneer Jonker & Zoon het Bickerseiland in 1972 verlaat, verdwijnt ook het beeld; Jonker neemt het mee naar Alicante. Buurtbewoners missen het beeld en gingen in de jaren negentig op zoek. Na tien jaar zoeken bleek het beeld zich bij een van de nakomelingen van Jonker te bevinden; die nakomeling woont in Canada. Deze nakomeling schonk rond 2005 het beeld aan de bewoners van het eiland, maar het transport ging niet rechtstreeks. Via scheepvaart belandde het op de Canarische Eilanden, vanaf daar verzorgde Koninklijke Saan voor het transport. Daarna spanden Woningstichting De Key, Stadsdeel Centrum en de bewoners zich in om een plek te vinden voor plaatsing. In 2011 werd het (terug)geplaatst en opnieuw komt er een burgemeester aan te pas; Eberhard van der Laan komt op 6 juli naar het eiland. Twee jaar later vindt een restauratie plaats, waarbij kunstenaar Egon Schrama (atelier in Grote Bickersstraat 17) een nieuwe sokkel maakt, op zich een kunstwerk. Uit staal is een gedicht gefreesd of gestanst dat Jan Witte voor deze reus schreef. Het staat vanaf dan op een pleintje op de kruising Touwslagerstraat en Hollandse Tuin aan het Westerdok.

Scheepswerf De Nachtegaal
Scheepswerf De Nachtegaal

Scheepswerf De Nachtegaal was een van de ongeveer 10 scheepswerven die sinds de 17e eeuw waren gevestigd op het Bickerseiland, een van de Westelijke Eilanden (Amsterdam). De werf was gelegen aan de Grote Bickersstraat aan het Westerdok. Wicher Hooite Meursing (1802-1847) was herenboer in Hoogezand. Voor zijn drie zonen (Wicher, Emmo en Aalrik) kocht hij van Jan Goedkoop een verwaarloosde werf in Nieuwendam. Emmo ging al gauw terug naar Groningen en in 1847 erfden Wicher en Aalrik de werf in Nieuwendam. Samen kochten zij in 1850 werf De Nachtegaal van Jan Goedkoop en in 1857 de werf Concordia in Oostenburg, de latere werf Seijmonsbergen. In 1874 is de firma W. en A.H. Meursing gesplitst. Wicher Meursing werd eigenaar van De Nachtegaal, Aalrik Meursing van de werf in Nieuwendam, Concordia werd verkocht. De oudste zoon van Wicher, de 27-jarige Jan Frederik Meursing was al werkzaam op de werf en nam in 1882 de leiding geheel over. Tussen 1850 en 1890 zijn vele grote zeilschepen, voornamelijk clippers, op De Nachtegaal van stapel gelopen. In de tweede helft van de 19e eeuw sloot de ene na de andere werf op het Bickerseiland zijn poort. Jan Frederik Meursing bouwde op De Nachtegaal nog verscheidene kleinere schepen, zoals plezierjachten, en breidde zijn activiteiten uit met machinebouw. In 1900 verwierf de werf een opdracht van Rijkswaterstaat voor de bouw van een stoomijsbreker, de Christiaan Brunings. In 1908 is werf De Nachtegaal gesloten.

Zandhoeksbrug
Zandhoeksbrug

De Zandhoeksbrug (brug 316) is een dubbele ophaalbrug in Amsterdam-Centrum. Ze overspant de Realengracht, waar zij verbinding heeft met het Westerdok. Aan de noordelijke kant van de brug ligt het Realeneiland met de noordelijke kade van de Realengracht en Zandhoek, de westelijke kade van het Westerdok. Aan de zuidkant ligt het Bickerseiland met de Grote Bickersstraat. De Zandhoeksbrug en Zandhoek zijn vernoemd naar de zandmarkt die hier in het verleden heeft plaatsgevonden (het Bickerseiland stond vol met pakhuizen). De gevelwand van Zandhoek bestaat op twee gebouwen na geheel uit rijksmonumenten; de brug kan (nog) geen monument zijn, ze is te jong. De eerste brug alhier dateert van tussen 1599 (op de kaart van Pieter Bast zijn de Westelijke Eilanden nog niet ingetekend) en 1625 (op de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode is een deel van de Westelijke Eilanden wel ingetekend). Van Berckenrode tekende ter plaatse een dubbele ophaalbrug in, want er was hier nog scheepvaart (het Westerdok bestond nog niet). Ook Gerrit de Broen tekende op zijn kaart uit 1737 een dubbele ophaalbrug en vermeldde daarbij ook haar naam "Sandthoeks Brug" in de "Sandt hoek" over de "Realen Graft". De moderne geschiedenis begint hier in 1895 als de gemeente Amsterdam besluit de dubbele houten ophaalbrug vervangen wordt door een ijzeren exemplaar; in 1897 begonnen de werkzaamheden, in juli waren ze klaar. Men had toen het idee dat het toepassen van ijzer voor hameipoort, de balans en liggers een besparing zou opleveren (ten opzichte van een houten brug), de brug werd enkele maanden na opening vastgelegd door Jacob Olie. In 1910 kreeg de brug een koninklijk tintje toen koningin Wilhelmina met haar gevolg de brug overtrok en de toen de eenjarige prinses Juliana aan de Oranjevereniging uit de wijk toonde. Na 35 jaar was de brug op en werd het geheel opnieuw vervangen (1930) om de brug klaar te maken voor de belasting door het almaar zwaarder wordend vervoer. Ze werd aangepast voor voertuigen tot 5,5 ton. In maart 1953 zakte de Zandhoeksbrug toch in elkaar. Ondanks haar maximale belasting van 5,5 ton reed er vrachtauto van 13 ton met 20 ton ijzer over en die liet de brugdelen door spatkracht meters zakken. De borgkettingen voorkwamen dat de brugdelen de hameipoorten en al omver trokken. Door het inschakelen van een drijvende bok wist men te voorkomen dat de brug en last verloren ging; de brug was echter dermate beschadigd dat ze vernieuwd moest worden. De vrachtauto werd in beslag genomen. Het bleek daarbij dat hier "driemaal is scheepsrecht" gold, de auto bleek al twee keer de brug met eenzelfde last gewoon gepasseerd te zijn. In 1974 wilde de gemeente de bruggen in deze buurt in hun oude staat terug te brengen. Omdat een hele serie van dit soort bruggen voor onderhoud aan de beurt was, had de afdeling Publieke Werken weer ervaring met dit soort bruggen gekregen en (zie herstel van de Magere Brug) kon ze aan de slag gaan. Er moest nog wel 9 jaar gewacht worden voordat deze brug opgeleverd kon worden. Er kwamen hameipoorten van massief hout, de houten balansen en brugdelen werden wel versterkt met stalen balken. Alles geplaatst tussen landhoofden van gewapend beton. Vanwege bouwactiviteiten in de buurt werd de brug in december 2004 voorzien van stalen onderslagbalken onder de vallen om een ramp zoals in 1953 te voorkomen. In 2008 was de bouwwoede weer verdwenen en werden die balken bij onderhoud weer verwijderd.

Westerdokseiland
Westerdokseiland

Het Westerdokseiland is een eiland in Amsterdam tussen het Westerdok en het IJ. Het ontstond in 1832 toen door aanleg van de Westerdoksdam dit deel van het IJ werd afgescheiden en daardoor ook geen eb en vloed meer kende in het tot 1870 nog in open verbinding met de Zuiderzee staande IJ. Aan de westzijde ontstond zo de omsloten watervlakte die nu Westerdok heet. Aan de oostkant ontstond op soortgelijke wijze het Oosterdok. Het Westerdokseiland was vanaf de jaren twintig jarenlang vooral in gebruik als een spoorwegemplacement, dat via de spoorbrug Westerdokseiland verbonden was met de sporen van het achtergelegen Centraal Station. Op het amper vier hectare grote eiland groeiden meer dan 150 wilde plantensoorten. Dat had alles te maken met het havenverleden van het eiland, en de aanwezigheid van het Koloniaal etablissement aan de Westerdoksdijk. Geen werelddeel ontbrak: aardpeer, alsemambrosia, bezemkruid, sorgo, kafferkoren en zegekruid. In het begin van de 21ste eeuw is hier grootschalige woningbouw gerealiseerd. Het betreft hier grote appartementencomplexen. Bij de aanleg is geen rekening gehouden met de zichtlijnen vanuit de oude stad, zo heeft bijvoorbeeld de Prinsengracht het uitzicht op het IJ geheel verloren. Bij de aanleg van het IJdock, een nieuw aan het Westerdokseiland aangeplempt schiereiland, heeft men dit ondervangen door inkepingen te maken in de bebouwing. Het water van het Westerdok heeft tegenwoordig onder andere de functie van jachthaven. Aan het einde van het eiland loopt de Westerdoksdijk door in de Silodam. Aan het Stenen Hoofd lag eind jaren zestig als studentenonderkomen het schip Caledonia. Gedurende de bouw van het Pontsteigergebouw vertrok hier van 2015 tot 2018 het Distelwegveer naar de NDSM.

Door wind bewogen beweging
Door wind bewogen beweging

Door wind bewogen beweging is een artistiek en bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het werk van aluminium en roestvast staal is bedacht door Wicher Meursing, die na zijn opleiding verschoof van klassiek aandoende beelden naar constructies die met beweging te maken hebben. De titel Door wind bewogen beweging is een verwijzing naar wat de constructie doet. Elk windzuchtje heeft invloed op het uiterlijk van het beeld, dat van minuut tot minuut onderhevig is aan luchtstromen en ook op een punt staat waar dat continu plaatsvindt. Het staat op een open plek op de Westerdoksdijk, gelegen tussen het water van het Westerdok en het IJ. Die plaats is niet willekeurig gekozen, het is er winderig en de voorouders van Meursing waren werkzaam in de scheepsindustrie (Scheepswerf De Nachtegaal), die hier was gevestigd. Meursing overleed op 30 mei 2015. Vlak daarna werd een start gemaakt met plaatsing, op 5 juni 2015 werd de funderingspaal geplaatst. Een kraanwagen moest er op 17 juni 2015 aan te pas komen om het gevaarte van horizontaal naar verticaal op zijn plaats te krijgen. Het werk werd op 28 augustus 2015 onthuld. De titel en de naam van de kunstenaar zijn via een inscriptie leesbaar op het beeld. Het is een uitwerking van een schaalmodel (1 op 12) dat in 2012 bij veilinghuis Sotheby's ter veiling werd gebracht door de Stichting Wicher aan de Werf, onder initiatief van Maria Blaisse, die naar aanleiding van de tentoonstelling Lucht en licht, beelden in beweging in het Amsterdam Museum een jaar eerder zich beijverde om een werk van Meursing op het Bickerseiland (dat in de buurt ligt) te kunnen plaatsen. In 2014 organiseerde de Nederlandse Kring van Beeldhouwers de beeldententoonstelling Vleugels verbeeld in de Hortus Haren, waar werk van 15 beeldhouwers werd getoond. Van Meursing waren er drie beelden te zien die net als Door wind bewogen beweging met de wind meedeinen. In 2022 waren de "vleugels" nog nauwelijks in beweging te krijgen, ze stonden te vast afgesteld of vuil in de lager verhinderde een goede werking; er werd naar een oplossing gezocht.

Westerdoksdijk 40
Westerdoksdijk 40

Westerdoksdijk 40 te Amsterdam is een gebouw aan de Westerdoksdijk in Amsterdam-Centrum. Het gebouw werd neergezet tussen de straat op de dijk en het IJ. Tijdens de bouw lagen tussen straat en gebouw nog rails van het rangeerterrein richting naar en vanaf de opslagloodsen op het Stenen Hoofd. NV Reederij v/h gebroeders Goedkoop liet hier vanaf 1958 een nieuw complex bouwen, vlak naast Het Stenen Hoofd. Volgens Het Parool in 1959 werd het complex boven het water gebouwd. Het 27 meter hoog hoofdgebouw bestaat uit een breed onderstuk waarin allerlei diensten en dienstwoningen werden ondergebracht, daarboven een soort flatgebouw die dienst deed als verkeerstoren. Het geheel werd afgesloten door een dakterras. Het bouwen boven water bracht moeilijkheden met zich mee, die werden opgelost door eerst een plateau van 120 bij 50 meter te plaatsen op de circa 25 meter lange paalfundering, van waaruit verder gebouwd werd. Bij het complex werden nog twee loodsen gebouwd. Opvallendst waren destijds de enorme drijvende steigers opgebouwd uit caissons. Er werd gekozen voor drijvende steigers omdat het funderen ervan te kostbaar was. Er was plek om de 22 speelboten, 2 drijvende bokken, een bergingsvaartuig en een bunkerschip aan te meren. Medewerkers in het hoofdgebouw hadden ofwel zicht op het IJ (noorden) of het gigantische rangeercomplex van de Spoorwegen (zuiden). De bouw was in de jaren 1958-1961 landelijk nieuws en een teken van groei van Goedkoop. Het werd omschreven als markant, joyeus, prachtig etc. Tijdens de bouw groeide Goedkoop gewoon door. Architect Dekeukeleire moest bij het ontwerp rekening houden met verdergaande groei en beschutting van de (groeiende) vloot. Goedkoop centraliseerde de kantoren aan de Vismarkt en loodsen in de Coenhaven. Ze wilden er niet nog een vestiging bij hebben. Op 26 april 1961 werd het gebouw officieel geopend, nadat het al eerder in gebruik was genomen. Ruim een half jaar later kwamen koningin Juliana der Nederlanden en echtgenoot op bezoek. Een foto uit 1972 laat zien dat het gebouw van Goedkoop destijds opvallend klein was tussen de grote opslagloodsen aan het IJ. In 1974 kwam een fusie tot stand tussen Goedkoop (havensleepdiensten) en Wijsmuller (zeesleepdiensten), nadat beide firma’s bestraft waren in de zogenaamde loodsenaffaire (prijsafspraken). De naam Goedkoop Havensleepdiensten BV bleef tot 1999 actief binnen Wijsmuller. In de loop der jaren verdwenen steeds meer havenactiviteiten van deze plek, uitmondend in de herontwikkeling van alle terreinen van het Westerdok. Havens en rangeerterreinen verdwenen om plaats te maken voor een woonwijk als ook de inrichting van IJdock met het Paleis van Justitie In de jaren negentig was er sprake van dat het gebouw van Goedkoop tegen de vlakte zou gaan. Van alle gebouwen aan dijk en het IJ bleef eigenlijk dit gebouw (en dan alleen het hoofdgebouw) staan, waarbij het dan juist opvallend groot uitpakt. De andere bebouwing, die bleef staan is een elektriciteitshuisje. Er waren plannen voor een verlenging van de Amsterdamse Metro naar het voormalig dok, doch dat zou er nooit komen. Vanuit de geschiedenis werd ook Het Stenen Hoofd bewaard, maar zonder loodsen. In de loop der jaren vestigden steeds andere bedrijven in het gebouw, veelal toch te maken met havendiensten, zoals Mammoet Transport. In de 21e eeuw kwam hier het in 2004 opgerichte BNLA Architecten en andere dienstverleners (advocaten etc.). Bij het Monumenten Inventarisatie Project werd gewezen op de overeenkomst die dit gebouw heeft met het gebouw van De Nederlandsche Bank van Marius Duintjer; het lijkt op een miniversie ervan. Het gebouw kwam in 2008 voor op de lijst Amsterdamse Top-100 Jonge monumenten. Sinds 2017 is het gebouw gemeentelijk monument met vier redenen: stedenbouwkundig, deels gebouwd op water en deels in de dijk architectonische waarde binnen het functionalisme cultuurhistorie; het is een van de weinige gebouwen alhier die nog iets met de haven te maken hadden kunsthistorie: Gerrit van 't Net maakte voor de entree een aantal kunstwerken. Kunsthistorica Yteke Spoelstra omschreef Haventaferelen als een van de grootste mozaïeken van Amsterdam van natuursteenscherven bij het onderzoek naar (te behouden) wandkunst in Amsterdam.

Petemayenbrug
Petemayenbrug

De Petemayenbrug is een dubbele ophaalbrug in Amsterdam-Centrum. De naam zou afgeleid zijn van petemoeien (peetmoeder), tevens aanduiding van oude vrouwtjes. Ze verbindt Bokkinghangen met Zandhoek, beide westelijke kaden van het Westerdok. Bokkinghangen ligt echter op het voormalige Bolwerk Blauwhoofd (Zeeheldenbuurt), Zandhoek op het Realeneiland. Ze overspant de Zoutkeetsgracht. De gevelwand van Zandhoek bestaat bijna alleen uit rijksmonumenten; de brug kan nog geen gemeentelijk of rijksmonument zijn; ze is te jong. De eerste brug alhier dateert van tussen 1599 (op de kaart van Pieter Bast zijn de Westelijke Eilanden nog niet ingetekend) en 1625 (op de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode is een deel van de Westelijke Eilanden wel ingetekend). Van Berckenrode tekende ter plaatse een dubbele ophaalbrug in, want er was hier nog scheepvaart naar en van de “Soutketen” (het Westerdok bestond nog niet). De brug droeg toen de naam Leeuwenburgh Brug. Ook Gerrit de Broen tekende op zijn kaart uit 1737 een dubbele ophaalbrug en vermeldde daarbij ook haar naam "Soutkeets Brug" over de "Soutkeets Graft". De moderne geschiedenis begint hier in 1862 als de gemeente Amsterdam besluit landhoofden van de dubbele ophaalbrug te vernieuwen. Vanaf dan loopt de geschiedenis grotendeels parallel met die van de Zandhoeksbrug. De houten ophaalbrug werd in 1897 vervangen door een ijzeren. In maart waren ze nog bezig met het schilderwerk. Men had toen het idee dat het toepassen van ijzer voor hameipoort, de balans en liggers een besparing zou opleveren (ten opzichte van een houten brug), de brug werd enkele maanden na opening vastgelegd door Jacob Olie. In 1910 kreeg de brug een koninklijk tintje toen koningin Wilhelmina met haar gevolg de brug overtrok en de toen eenjarige prinses Juliana aan de Oranjevereniging uit de wijk toonde. Na 35 jaar was de brug op en werd de val van de brug vervangen (1930) om de brug klaar te maken voor de belasting door het almaar zwaarder wordend vervoer. Ze werd aangepast voor voertuigen tot 5,5 ton. In 1974 wilde de gemeente de bruggen in deze buurt in hun oude staat terug te brengen. Omdat een hele serie van dit soort bruggen voor onderhoud aan de beurt was, had de afdeling Publieke Werken weer ervaring met dit soort bruggen gekregen en (zie herstel van de Magere Brug) kon ze aan de slag gaan. Er moest nog wel elf jaar gewacht worden voordat deze brug opgeleverd kon worden. Er kwamen hameipoorten van massief hout, de houten balansen en brugdelen werden wel versterkt met stalen balken. Alles is geplaatst tussen landhoofden van gewapend beton. Wethouder Enneüs Heerma, naar wie later een brug werd genoemd, opende de brug op 9 november 1985. De bovenbouw verhuisde naar de Oostelijke Eilanden, ze werd gebruikt voor de eerste versie van de Ezelsbrug.

Galgenbrug
Galgenbrug

De Galgenbrug (brug 315) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen tussen het Bickerseiland en het Prinseneiland. Ze werd aangelegd tussen 1625 (de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 laat de brug niet zien) en 1649 (de kaart van Joan Blaeu laat de brug wel zien). Op de kaart van Gerrit de Broen uit 1737 is een oorgatbrug te zien met de naam Galge Brug tussen de Galge Straat op Prince Eylandt en Kleine Bikkerstraat op Bikkers Eylandt; ze overspant de Bikkers Graft. De moderne geschiedenis van de brug begint rond juli 1881. Toen meldde de gemeente dat er gewerkt werd aan "het vernieuwen en vastmaken van de ophaalbrug no. 315 over de Bickersgracht", een werk dat gelijktijdig plaatsvond met het vernieuwen van de Sloterdijkbrug (brug 321) aan de andere kant van de Galgenstraat over de Prinseneilandsgracht. In september kon gemeld worden dat de Sloterdijkbrug gereed was en dat het hout voor de Galgenbrug ter plaatse was gebracht. De brug zou het iets langer dan veertig jaar uithouden. Toen werd geconstateerd dat de brug begon te rotten en het verkeer niet meer aan kon. Omdat de scheepvaart hier ter plaatse toch ook al gering werd, werd gekozen voor een vaste ijzeren liggerbrug. Even later werd hetzelfde geconstateerd voor de Sloterdijkbrug, maar die werd gespaard (en werd later een gemeentelijk monument). De Galgenbrug, toen met onder andere de Magere Brug al een van de zeldzame wipbruggen in Amsterdam, werd vervangen door een liggerbrug met tonnen breedflenzige balken, normaal profielbalken, hoekijzer, U-ijzer en plaatijzer afkomstig uit Rotterdam. De brug en de straat danken haar naam aan het uitzicht dat je van hier had op het galgenveld in Volewijck aan de overkant van het IJ. Al in 1662 probeerde men de straatnaam te wijzigen in Prinsendwarsstraat, maar het is nooit doorgevoerd. Het uitzicht op het galgenveld verdween overigens al snel, toen het Bickerseiland werd volgebouwd. Ook Dordrecht heeft om dezelfde reden een Galgenbrug, maar die kreeg als officiële naam Damiatebrug.