place

Jacob Catskade

Straat in Amsterdam-West
Amsterdam kattensloot
Amsterdam kattensloot

De Jacob Catskade in Amsterdam-West bestaat uit de bebouwde kaden ter weerszijden van de waterweg de ’Kattensloot’ en loopt vanaf de Kattenslootbrug bij de Nassaukade in zuidwestelijke richting tot aan de Van der Palmkade in de Staatsliedenbuurt. De Jacob Catskade (voorheen de 'Beltweg') is vernoemd naar Jacob Cats (1577-1660), een Nederlands dichter, jurist en politicus. De Kattensloot is een deel van de Staande Mastroute en in de periode tussen 15 april tot 15 oktober een schakel in de route van het Amsterdams nachtkonvooi. De voormalig R.K. Kerk 'Onze Lieve Vrouwe van Lourdes' aan de Jacob Catskade 11-13 is in gebruik van de Portugeessprekende parochie 'Nossa Senhora de Fátima'.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Jacob Catskade (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Jacob Catskade
Jacob Catskade, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Jacob CatskadeLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.381205555556 ° E 4.8767611111111 °
placeToon op kaart

Adres

Jacob Catskade 47-1
1052 BV Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Amsterdam kattensloot
Amsterdam kattensloot
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Staatsliedenbrug
Staatsliedenbrug

De Staatsliedenbrug (brug 139) is een vaste brug in Amsterdam Oud-West. De brug vormt de verbinding tussen de Van Limburg Stirumstraat en de Tweede Nassaustraat. Ze overspant daarbij de Kostverlorenvaart met haar kades De Wittenkade. Het grootste deel van Kostverlorenvaart maakt deel uit van de Staande Mastroute door Amsterdam-West, maar net dit gedeelte niet, zodat volstaan kon worden met een vaste brug. In 1897/1898 kwam hier een brug om de beide De Wittenkades met elkaar de verbinden en een doorreis mogelijk te maken vanuit de Staatsliedenbuurt naar de Marnixstraat. De brug moest in 1909 verstevigd worden in verband met toenemend verkeer. In 1930 was de brug weer aan vervanging toe en werd de Dienst der Publieke Werken gevraagd voor een nieuwe brug. Bruggenarchitect Piet Kramer was er toen werkzaam. Er zijn tekenen dat de brug van hem is, maar zijn handtekening ontbreekt op het ontwerp; het is afkomstig van “het bureau”. De hand van Kramer is terug te vinden in de stijl van de Amsterdamse School, de afwisseling bak- en natuursteen (er is hier opvallend veel natuursteen gebruikt), de lettervoering van anno 1931, natuurstenen kolommen aan het eind van de brug en de siersmeedijzeren balustraden. Meest opvallend aan de brug zijn de scheepsvormige basis van de pijler in het midden en de daarop rustende lantaarns. Over de verkeersbrug rijdt sinds 22 juli 2018 tramlijn 5. De brug dankt haar naam aan de wijk waar zij naar toevoert, de Staatsliedenbuurt.

Blauwe poort (Amsterdam)
Blauwe poort (Amsterdam)

De Blauwe poort is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-West. Na een grondige sanering in de buurt rondom de Van Beuningenstraat in de Staatsliedenbuurt, werd een deel van de straten autoluw gemaakt. Dit hield onder andere in dat een kruising tussen de Van Beuningenstraat, de Van Boetzelaerstraat en de Fannius Scholtenstraat deels haar functie verloor. Het punt waarop de Van Beuningestraat en Van Boetzelaerstraat samenkwamen was ooit een driehoekig plein waar twee stratenpatronen elkaar ontmoetten. Het noordelijke deel loopt daarbij enigszins parallel aan de Haarlemmertrekvaart; het zuidelijke aan de Kostverlorenvaart. In de loop der jaren werden delen van het plein afgesnoept ter faveure van de hier opgroeiende jeugd. Door Aldo van Eyck werd het pleintje bebouwd met onder andere duikelrekken, een iglo/klimkoepel en een tweetal stellingen van betonnen heipalen. Tijdens genoemde renovatie verdween ook de verbinding met de Fannius Scholtenstraat en de gemeente Amsterdam verzocht kunstenares Dicky Brand de plek op te fleuren middels een markant kunstwerk. Zij kwam met een reusachtige blauwe poort, die zijzelf Mariaboog noemde en de gemeente Staatsliedenpoort. Echter bij buurtbewoners werd het de Blauwe poort. Plaatsing van de boog stuitte op verzet van de Dienst Water en Riolering omdat er een rioleringsbuis op de beoogde plek lag, die altijd bereikbaar moest zijn. De boog kreeg daarom een gespleten fundering onder elke staander een. Het object is van gelakt verzinkt staal en beton. Bij die herindeling ging een deel van de speelobjecten van Van Eyck verloren, maar de iglo/klimkoepel bleef staan. In 2004 moest de ruimte opnieuw ingedeeld worden. Aan de noordzijde van de punt was nieuwbouw gepleegd; de ruimte rondom de blauwe poort werd daarbij krapper.

Zaagpoort
Zaagpoort

De Zaagpoort (brug nr. 161) is een vaste brug tussen het centrum van Amsterdam en het stadsdeel Amsterdam-West. De brug verbindt enerzijds het Marnixplein en de Marnixstraat met anderzijds het Frederik Hendrikplantsoen en de Nassaukade. Ze voert over de Singelgracht. Naast de brug lag het overdekte Marnixbad, dat gesloopt werd en vervangen werd door het zwembad Het Marnix. Een eerste brug hier in de omgeving was een dubbele ophaalbrug. Die sneuvelde tijdens de sloop van de stadswal hier rond 1858. Toen kwam op de huidige plek een vaste brug van hout. Die brug was nog voorzien van afsluitbare hekken want tot 1868 werd er accijns geheven op toegang tot de stad. De brug had toen nog een lengte nodig van bijna 80 meter, hetgeen door landhoofden ingekort kon worden tot 38 meter. In 1907 was versterking van de brug noodzakelijk, maar die bleek alleen tijdelijk houdbaar. In 1913 kwam er een vernieuwde en bredere brug naar een ontwerp van architect J.M. van der Mey uit 1913. Hij schreef ijzeren liggers voor en de voor hem gebruikelijke uitkragende pijlers van graniet te vergelijken met de bruggen Raampoort en Weesperpoort. Toen ook kwamen er op pijlers sierlijke lantaarns te staan, vermoedelijk uit de koker van Van de Mey’s opvolger Piet Kramer. De stad breidde flink uit naar het westen en ook deze brug werd te smal. In 1928 werd de brug met circa 15 meter verbreed en op 25 meter gebracht. In 2004/2005 werd de brug volledig gerenoveerd en was geruime tijd voor al het verkeer afgesloten. Tijdens die renovatie werd een kleine welving (porring) in de brug toegepast om de brug op dezelfde hoogte te brengen als andere bruggen over de Singelgracht (volgens de uit 1996 stammende IJsnota). Tegelijkertijd werden in de werkplaats van de afdeling KunstWerken replica’s gemaakt van de vier bruglantaarns. In begin 21e eeuw rijden Tramlijn 3 en 10 en buslijn 18 en 21 over de brug en hebben er in één richting een halte. De halte in de andere richting ligt in de Marnixstraat. Op 22 juli 2018 werd lijn 10 opgeheven en vervangen door tramlijn 5. De naam van de brug verwijst naar de in 1857 gesloopte Zaagpoort, daar lag de Zaagbarrière, die bestond uit een hek met twee commiezenhuisjes waar, tot de afschaffing in 1868, stadsaccijnzen werden geïnd.

Brug 132
Brug 132

Brug 132 is een vaste brug in Amsterdam Oud-West. De brug ligt in het verlengde van de noordelijke Jacob Catskade van de Kattensloot en het zuidelijk puntje van de zuidelijke De Wittenkade van de Kostverlorenvaart. Ze overspant diezelfde Kostverlorenvaart en landt op de noordelijke De Wittenkade/Van der Palmkade. Er kon hier een vaste brug komen, omdat dit noordelijke deel van de Kostverlorenkade geen deel uitmaakt van de Staande Mastroute, die voert hier namelijk via de Kattensloot. In het eind van de 19e eeuw lag hier al een de oeververbinding, deze was in 1897 twee dagen buiten gebruik in verband met herstelwerkzaamheden. In 1900 was zij opnieuw even buiten dienst. De latere voetbrug dateert uit 1935/1936 en is afkomstig van de burelen van de Publieke Werken. Destijds was Piet Kramer verantwoordelijk voor de architectuur van de bruggen, maar zijn naam ontbrak op de tekeningen etc. In weerwil van het onderbreken van die handtekening, draagt de brug de signatuur van Kramer. De brug is gebouwd in de Amsterdamse Schoolstijl, er is de voor hem gebruikelijk afwisseling bak- en natuursteen. Hoewel Kramer doorgaans smeedijzeren balustrades toepaste, gebruikte hij hier balustrades van hout. Zoals hij dat overigens ook al had gedaan bij bijvoorbeeld de bruggen in het Amsterdamse Bos en de Zorgvliedbrug. Er was destijds een budget van 25.000 voor deze brug, die werd aangelegd met steun van het Werkfonds. De aanloop naar de brug is in terrasvorm (gegevens 2017).

Rotterdammerbrug
Rotterdammerbrug

De Rotterdammerbrug (brug 150) is een vaste brug op de grens van Amsterdam-Centrum en Amsterdam Oud-West. De brug overspant de Singelgracht tussen de Marnixstraat en de Nassaukade. Aan de oostzijde komt de brug uit in het Eerste Marnixplantsoen, aangelegd op het voormalige Bolwerk Haarlem, een van de 17e-eeuwse Amsterdamse bastions. De eerste brug was een boogbrug, afkomstig uit Rotterdam. Deze brug had jarenlang dienst gedaan als brug over de Koningshaven in Rotterdam. Zij werd in 1874 ontworpen door Christiaan Bonifacius van der Tak, directeur van de Rotterdamse Gemeentewerken, een gemeente instantie vergelijkbaar met de Amsterdamse Publieke Werken. In 1878 werd deze brug te koop aangeboden en de gemeente Amsterdam diende zich als koper aan. De prijs bedroeg om en nabij de 1500 gulden, waarbij nog 4000 gulden aan transportkosten opgeteld moest worden. In 1880 werd de brug overgebracht naar Amsterdam. Amsterdam had op drie plaatsen met spoed een brug nodig, twee over het Lozingskanaal (nabij het abattoir en naast de spoorbrug) en hier aan de Nassaukade, de brug kwam dus daar terecht. Deze brug werd anders dan de Utrechtsebrug, Leidsebrug en Schellingwouderbrug niet vernoemd naar de plaats van zij heen leidt, maar de plaats waar zij vandaan kwam. De brug hing (te) laag over het water en dat leidde er in december 1949 toe dat de brug werd ontkoppeld en teruggevaren naar Rotterdam. Er kwam een nieuwe brug, maar ook dit was een tweedehandsje. De geplaatste brug had eerder dienst gedaan als brug 188 in de Hemweg. Daar werd in 1931 een parallelliggerbrug overbodig door de aanleg van de Minervahaven en de daaruit voortvloeiende verplaatsing van de Hemweg. In 1931 verscheen ook het "Voorlopig schema van verkeersverbeteringen in de binnenstad", een langdurig project in de Amsterdamse binnenstad om de verkeersstromen in de hand te houden. Zo kwam er in 1975 hier alweer een nieuwe brug. Deze was inderdaad nieuw en was ontworpen door Dirk Sterenberg, bruggenarchitect van de Publieke Werken Amsterdam. De betonnen brug met drie doorvaarten werd vergezeld van balustrades van de hand van Herman van der Heide. Opvallende kenmerken aan de brug zijn de balusters en pijlers, die doen denken aan de Amsterdamse Schoolstijl van de voorganger van Sterenberg, Piet Kramer. Ook het zitje nabij de brug wijst op Kramers invloed. Men schatte (vanuit 1931) in dat er veel verkeer zou komen, dus er kwam een brede brug, een beetje de handtekening van Sterenberg. Het verkeersinzicht wijzigde echter vlak daarna, waarna de brug als het ware droog kwam te staan. In de 21e eeuw werd alleen nog voet- en fietsverkeer toegestaan. De brug is daarna nog een keer flink gerenoveerd. De brug gaat aan de noordwestzijde door middel van een keerwand over in de Kattenslootbrug.