place

Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek

Bouwwerk in Utrecht (Binnenstad)Economie in Utrecht (stad)Geschiedenis van UtrechtNederlandse tabaksfabrikantOudegracht (Utrecht)
Voormalig Nederlands bedrijf
Oudegracht 364
Oudegracht 364

De N.V. Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek voorheen G. Ribbius Peletier Jr. was tussen 1844 en 1933 een sigarenfabriek in de Nederlandse stad Utrecht. In de fabriek werden luxesigaren geproduceerd die wereldwijd werden verkocht. De fabriek werd door de ondernemer Gerlacus Ribbius Peletier (Zaltbommel, 9 april 1818-Utrecht, 1 april 1901) in 1844 gestart. De onderneming groeide al snel en in 1853 werkten er 145 jongens en mannen. In 1859 opende hij in Utrecht een tweede fabriek aan de Oudegracht nummer 364, die vernoemd werd naar de naastgelegen Gesloten Steen. Er werkten mannen en jongens vanaf 7 jaar en ouder, maar aangezien er een tekort was in Utrecht aan mannelijke werknemers, kwamen in deze nieuwe fabriek meisjes vanaf twaalf jaar en vrouwen te werken. Deze kregen daar een opleiding en werkten gescheiden van de mannelijke werknemers tegen een lager loon. Eind 1859 werkten er 58 meisjes en vrouwen. Het regeringsonderzoek van 1869 naar de toestand van kinderen in de fabrieken bezocht ook de sigarenfabriek van Ribbius Peletier en stelde in haar rapport vast dat de kinderen op de fabriek er bleek, maar anders niet ongezond uitzagen. Het regeringsonderzoek van 1869 zou in 1874 leiden tot het Kinderwetje van Van Houten. In 1871 organiseerden de sigarenmakers zich in de Nederlandse Sigarenmakers Bond welke in 1873 een algemene staking uitriep waarin loonsverhoging werd geëist. Honderdvijfenzeventig werklieden van de fabriek van Ribbius Peletier namen deel aan de staking die na enkele maanden zonder succes verliep. De stemming op de fabriek sloeg hierna om. In het socialistische blad De Baanbreker van Jelles Troelstra werd vanaf 1894 herhaaldelijk melding gemaakt van de wantoestanden die er op de fabriek heersten. In 1904 werkten er in totaal ruim 320 mensen in de sigarenfabriek en vier jaar later volgde een uitbreiding naar ontwerp van M.E. Kuiler. In het eerste kwart van de 20e eeuw kwam de onderneming in zwaar weer. Tijdens de Crisisjaren sloot de sigarenfabriek definitief rond 1933.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek
The Boulevard, Columbia

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Koninklijke Tabak- en SigarenfabriekLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.084377777778 ° E 5.1231138888889 °
placeToon op kaart

Adres

Columbia International University

The Boulevard
29210 Columbia
South Carolina, United States
mapOpenen op Google Maps

Oudegracht 364
Oudegracht 364
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Payenborg
Payenborg

Payenborg is een stadskasteel in de Nederlandse stad Utrecht. Dit grote stenen weerbare huis is in de 14e eeuw aan de Oudegracht 320 gebouwd voor de familie (de) Paye of Payo. Het samengestelde huis is destijds op een 95 meter diep perceel gebouwd langs de gracht. Het heeft een bijzondere opzet ten opzichte van andere stadskastelen omdat de nok van het hoofdgebouw evenwijdig aan de straat/gracht ligt in plaats van in de diepte. Bij het oorspronkelijke hoofdgebouw behoort ook aangrenzend een smal woonhuis dat vooral in de koude maanden beter bruikbaar was voor permanente bewoning. Een of meer aangrenzende achterhuizen zijn iets later toegevoegd aan het hoofdgebouw. Hoogstwaarschijnlijk werd rond 1555 het pand gesplitst. Na de splitsing bestonden tot in de 18e eeuw Groot Payenborg en Klein Payenborg (zijhuis) als aparte huizen. Groot Payenborg fungeerde in die periode als pronkhuis waarin welgestelden vertoefden, in Klein Payenborg vonden menigmaal handwerklieden onderdak. In de 18e eeuw kwam Payenborg weer in bezit van één eigenaar en is onder meer de huidige voorgevel van het hoofdgebouw aangebracht. Brouwerij De Aker of Het Keteltje was vervolgens een tijdlang in Payenborg gevestigd. Het grootste deel van de 20e eeuw was de Utrechtse universiteit de eigenaar en in die periode werd Payenborg grootschalig gewijzigd. Van 1909 tot 1929 was de faculteit Tandheelkunde in Groot en Klein Payenborg gevestigd. In de ruime achtertuin, die doorliep tot het koetshuis op de Lange Nieuwstraat, was in 1909 een groot onderwijsgebouw neergezet. Nadat Tandheelkunde vanwege plaatsgebrek naar de Jutfaseweg verhuisd was, zat vervolgens van 1929 to 1979 het Geologisch Instituut in Groot en Klein Payenborg. Na vertrek van de geologen in 1979 naar De Uithof werd Payenborg nog jaren tijdelijk gebruikt. De panden zijn in de jaren 1990 particulier verkocht, los van het achterterrein met het onderwijsgebouw, daar kwam in de jaren 1990 de Payenhof. Vandaag de dag fungeert Payenborg als woonhuis/kantoorpand met een opslagfunctie. Klein Payenborg heeft een poortje dat in vroegere tijden naar de Payenborchsteeg leidde. Vanaf 1954 gaf de Utrechts Geologen Vereniging het naar het huis Payenborg vernoemde tijdschrift Payenborchiana uit.

Gronsveltkameren
Gronsveltkameren

Gronsveltkameren is een rijksmonument bestaande uit een rijtje van zes vrijwoningen in de binnenstad van Utrecht. De kameren werden in 1652 gebouwd in de Agnietenstraat, tegen de stadswal en tegenover de Kameren Maria van Pallaes, die een jaar eerder waren gebouwd. De bouw van de woningen werd uit religieuze en sociale overwegingen bepaald in het testament van Johan van Gronsvelt. In 1756 moesten de Gronsveltkameren plaatsmaken voor de Fundatie van Renswoude. De huisjes werden afgebroken en herbouwd ten westen van de Nicolaaskerk, vóór de oude ingang. De tuinen grenzen direct aan de kerk. Door de bouw van de huisjes ontstond de Nicolaasdwarsstraat. In 1762 was de bouw voltooid. Twee dochters van Johan van Gronsvelts erfgenaam, Henrick van Beest, ervoeren het beheer van de kameren als een last en deden de stichting over aan de rooms-katholieke Aalmoezenierskamer. Hun broer Hendrik van Beest was het daar niet mee eens en kreeg na een gerechtelijke procedure het beheer van de middelste kameren toegewezen (nummers 3 en 4). Als gevolg van dit verdeelde beheer zijn uiterlijke verschillen ontstaan door verschillen in uitvoering van onderhoud. In 1982 werden de kameren door de gemeente gerenoveerd. Het beheer is thans in handen van woningcorporatie Mitros. In het midden van het rijtje is een gevelsteen aangebracht met de tekst: Sta toCh beneDe Lees hIIr De ReDe:De Hr. en Mr. Jan van Gronsvelt, advocaatdes Hofs van Utrecht heeft zes kameren di Gy zietUit liifde puur gesticht door loutre charitaatTot Bystand van de lien om Godswil anders niit Daaronder: Deze zijn verplaatsten vernieuwtin den Iaere 1756.