place

Ruiterstandbeeld van Sint Martinus (Utrecht)

Beeld in Utrecht (stad)Beeld van Albert TermoteBinnenstad (Utrecht)Oorlogsmonument in Utrecht (stad)Oudegracht (Utrecht)
Ruiterstandbeeld in Nederland
Statue Saint Martin
Statue Saint Martin

Het ruiterstandbeeld van Sint Martinus is een kunstwerk in de Nederlandse stad Utrecht. Het ruiterstandbeeld is vervaardigd door de Belgisch-Nederlandse beeldhouwer Albert Termote. Op een bak- en natuurstenen sokkel is in brons uitgebeeld Martinus van Tours, de patroonheilige van Utrecht, te paard. Onder het paard ligt een slang, symbool van het kwaad, die wordt vertrapt door een hoef. Het kunstwerk werd in 1948 onthuld voor de Sint-Martinuskerk uit dankbaarheid voor de bescherming tijdens de Tweede Wereldoorlog van de stad en in het bijzonder van de parochie.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Ruiterstandbeeld van Sint Martinus (Utrecht) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Ruiterstandbeeld van Sint Martinus (Utrecht)
Oudegracht, Utrecht

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Ruiterstandbeeld van Sint Martinus (Utrecht)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.082813888889 ° E 5.1223916666667 °
placeToon op kaart

Adres

Sint Martinus

Oudegracht
3511 PC Utrecht (Utrecht)
Utrecht, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Statue Saint Martin
Statue Saint Martin
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Bijlhouwersbrug
Bijlhouwersbrug

De Bijlhouwersbrug (ook wel Bijlhouwerbrug genoemd) is een brug in het centrum van de Nederlandse stad Utrecht. De stenen boogbrug overspant de Oudegracht die onder de brug uitmondt in de Stadsbuitengracht. Op de brede brug ligt deels een pleintje aan de Tolsteegbarrière. Naamgever van deze brug is het gilde der bijlhouwers, timmerlieden en houtbewerkers die zich in vroegere eeuwen in Utrecht hadden verenigd en de nabijgelegen Bijlhouwerstoren bewaakten. Naast deze brug stonden vanuit de middeleeuwen de Tolsteegpoorten die de zuidelijke stadspoort vormden. Erbuiten lag het voorstadje Tolsteeg dat gunstig gelegen was aan een knooppunt van waterwegen met de Stadsbuitengracht en Oudegracht maar ook de Kromme Rijn en Vaartsche Rijn. Waarschijnlijk was er reeds rond 1560 een brug hier over de Oudegracht, waarbij 10 jaar later een tweede smalle ernaast verrees en rond 1600 beide bruggen versmolten waren tot de overkluizing over de Oudegracht zoals die vandaag de dag te zien is. In 2012 werd ontdekt dat reeds vroeg in de 13e eeuw tussen de Tolsteegpoorten een waterpoort over de Oudegracht was gelegen. Delen uitgevoerd in baksteen en Naamse steen werden daarbij aangetroffen bij de restauratie van de werven. Aan de zijde van de Oudegracht bevindt zich direct naast de brug een wed; een schuinoplopende weg vanaf de werf naar de hogergelegen straat. Aan de zijde van de Stadsbuitengracht is een stenen trap in de vroege 20e eeuw aangebracht die vanaf de waterkant naar het plein leidt op de brug. Vanaf 1914 stond bij de naastgelegen Tolsteegbrug een gedenkteken dat herinnert aan de aftocht uit de stad van de Fransen in 1813. Rond 1930 is het monument verplaatst naar de Bijlhouwersbrug.

Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek
Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek

De N.V. Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek voorheen G. Ribbius Peletier Jr. was tussen 1844 en 1933 een sigarenfabriek in de Nederlandse stad Utrecht. In de fabriek werden luxesigaren geproduceerd die wereldwijd werden verkocht. De fabriek werd door de ondernemer Gerlacus Ribbius Peletier (Zaltbommel, 9 april 1818-Utrecht, 1 april 1901) in 1844 gestart. De onderneming groeide al snel en in 1853 werkten er 145 jongens en mannen. In 1859 opende hij in Utrecht een tweede fabriek aan de Oudegracht nummer 364, die vernoemd werd naar de naastgelegen Gesloten Steen. Er werkten mannen en jongens vanaf 7 jaar en ouder, maar aangezien er een tekort was in Utrecht aan mannelijke werknemers, kwamen in deze nieuwe fabriek meisjes vanaf twaalf jaar en vrouwen te werken. Deze kregen daar een opleiding en werkten gescheiden van de mannelijke werknemers tegen een lager loon. Eind 1859 werkten er 58 meisjes en vrouwen. Het regeringsonderzoek van 1869 naar de toestand van kinderen in de fabrieken bezocht ook de sigarenfabriek van Ribbius Peletier en stelde in haar rapport vast dat de kinderen op de fabriek er bleek, maar anders niet ongezond uitzagen. Het regeringsonderzoek van 1869 zou in 1874 leiden tot het Kinderwetje van Van Houten. In 1871 organiseerden de sigarenmakers zich in de Nederlandse Sigarenmakers Bond welke in 1873 een algemene staking uitriep waarin loonsverhoging werd geëist. Honderdvijfenzeventig werklieden van de fabriek van Ribbius Peletier namen deel aan de staking die na enkele maanden zonder succes verliep. De stemming op de fabriek sloeg hierna om. In het socialistische blad De Baanbreker van Jelles Troelstra werd vanaf 1894 herhaaldelijk melding gemaakt van de wantoestanden die er op de fabriek heersten. In 1904 werkten er in totaal ruim 320 mensen in de sigarenfabriek en vier jaar later volgde een uitbreiding naar ontwerp van M.E. Kuiler. In het eerste kwart van de 20e eeuw kwam de onderneming in zwaar weer. Tijdens de Crisisjaren sloot de sigarenfabriek definitief rond 1933.