place

Westerkanaal

Amsterdam-WestKanaal in Noord-HollandOppervlaktewater in Amsterdam
Amsterdam Westerkanaal
Amsterdam Westerkanaal

Het Westerkanaal is een kanaal in Amsterdam dat de Singelgracht en de Haarlemmertrekvaart verbindt met het IJ, waarbij de schepen aan de noordzijde van het kanaal eerst de Oude Houthaven moeten doorkruisen. Het kanaal loopt vanaf de Singelgrachtbrug tot aan de Tasmanstraat/Van Diemenstraat. De westelijke kaai wordt onderbroken door de Le Mairegracht en de Van Noordtgracht, de oostelijke kaai door de Zoutkeetsgracht.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Westerkanaal (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Westerkanaal
Houtmankade, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: WesterkanaalLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.388016111111 ° E 4.884295 °
placeToon op kaart

Adres

Houtmankade 40K
1013 MX Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Amsterdam Westerkanaal
Amsterdam Westerkanaal
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 345
Brug 345

Brug 345 is een basculebrug in Amsterdam-West. Ze is gelegen in de Houtmankade, de westelijke oever van het Westerkanaal. Ze is gelegen over de Van Noordtgracht. Zowel het Westerkanaal als de Van Noordtgracht kwamen gereed in de jaren zeventig van de 19e eeuw. Om van de Houtmankade een doorlopende weg te maken was het noodzakelijk om een overspanning te bouwen over de Le Mairegracht (brug 349) en de Van Noordtgracht. Dit werd in 1882 ter hand genomen. Er werd hier een draaibrug neergelegd. Dit kon redelijk goedkoop uitgevoerd worden, want de gemeente Amsterdam had nog een draaibrug over; de Hortusbrug was net vernieuwd, dus de bovenbouw kon hier goed gebruikt worden. In 1931 was de brug een week buiten dienst, ze moest gerepareerd worden. In 1958 was de toestand van de brug al matig; zwaar vervoer (zwaarder dan 5000 kg) mocht de brug niet meer over. In 1960 constateerde de gemeente Amsterdam, dat het verkeer op de Houtmankade te druk was voor de bruggen 345 en 349. De pontveer die vertrok van de Tasmanstraat had een aanzuigende werking. Door de aanpak van drie bruggen in de aanvoerroutes daarnaartoe (ook de Zoutkeetsbrug werd vernieuwd), wilde de gemeente het verkeer spreiden. De brug 345 had “volstrekt onvoldoende capaciteit” zo constateerde het Algemeen Handelsblad. Voor de drie bruggen werd een budget vrijgemaakt van 4,75 miljoen gulden. Aanbesteding vond plaats in november 1961, waarna er in mei 1962 de voorbereidende werkzaamheden plaatsvonden. De drie bruggen kwamen van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken waarbij Gerrit Feiko Janssonius verantwoordelijk was voor de techniek en Dirk Sterenberg voor het uiterlijk. Hij had de nieuwe brug al in 1957 op papier staan. In het najaar van 1964 was de basculebrug klaar; ze werd in december geopend. De brug is qua opbouw hetzelfde als de Zoutkeetsbrug en brug 349, tot aan het brugbedieningshuisje toe. Constructiewerkplaats NV leverde de val, die op de betonnen landhoofden werd geplaatst. Na de oplevering werden door de jaren heen kleine aanpassingen aan de brug aangebracht, waarbij ook steevast de andere twee bruggen werden aangepast, zodat ze ook na zestig jaar op elkaar lijken. De brug ging lange tijd door het leven als IJszeebrug. In april 2016 schrapte de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen van bruggen en zo verdween ook deze vernoeming naar de Overwintering op Nova Zembla, zowel Cornelis de Houtman (voer op Nederlands-Indië) als Olivier van Noort (voer door Straat Magellaan) hadden daar niets mee te maken.

Westerkanaalschutsluis
Westerkanaalschutsluis

De Westerkanaalschutsluis is een schutsluis in het Westerkanaal, Amsterdam-West. Ze liggen tussen beide Houtmankaden. De originele schutsluis werd vanaf juni 1877 (datum aanbesteding) gebouwd in het toen net gegraven Westerkanaal, dat een doorgaande route vormde tussen de Singelgracht en het IJ. Er kwamen grote schepen binnen, dus het werd een vrij grote schutsluis; de sluiskolk werd 122 meter. In augustus 1878 was de klus grotendeels geklaard. In de loop der jaren werd de schutsluis steeds meer een sta-in-de-weg voor grotere schepen in de route Amsterdam-Rotterdam. In 1959 werd dan ook besloten dat de schutsluis en de onder de Westerkeersluis (brug) liggende Westerkeersluis gereed te maken voor schepen tot 2000 ton. De noordelijke sluisdeuren verhuisden verder naar het noorden tussen de Houtmandwarsstraat en de Zoutkeetsgracht; de sluiskolk werd opgerekt tot 165 meter en er kwamen aan die zijde twee doorvaarten. Vermoedelijk zijn bij die verbouwing zijn ook schuilkelders aangebracht in de vier landhoofden; er zou plaats zijn voor 4 x 100 personen (vier landhoofden). Of deze nog operationeel zijn (laatste controle 1993) is onbekend. De zuidelijke sluisdeuren liggen in een doorvaart en dan al vanaf het begin in het verlengde van de Schiemanstraat, even ten noorden van de spoorbruggen. Het Westerkanaal maakt deel uit van de Staande Mastroute en staat dag en nacht open; slechts in geval van plotselinge stijging van het waterpeil gaat de sluis dicht. Bovendien vormt het kanaal een essentieel onderdeel binnen de waterverversing in Amsterdam.

Cor Thesingbrug
Cor Thesingbrug

Cor Thesingbrug (brug 349) is een basculebrug in Amsterdam-West. Ze is gelegen in de Houtmankade, de westelijke oever van het Westerkanaal. Ze is gelegen over de Le Mairegracht. Zowel het Westerkanaal als de Le Mairegracht kwamen gereed in de jaren zeventig van de 19e eeuw. Om van de Houtmankade een doorlopende weg te maken (er verrezen in korte tijd ter plaatse een aantal pakhuizen) was het noodzakelijk de weg te verstevigen en een overspanning te bouwen over de Le Mairegracht en de Van Noordtgracht (brug 345). Dit werd in 1882 ter hand genomen. Werd er over de Van Noordtgracht een draaibrug gelegd, over de Le Mairegracht kwam een dubbele basculebrug, zoals die ook elders in de binnenstad werd gebruikt. In 1899 verkocht de gemeente een hoeveelheid grond en water aan de Wester Suikerraffinaderij, die zich hier gevestigd had. Men hoopte vanuit die opbrengst een nieuwe brug te kunnen bekostigen ter waarde van 9530 gulden. De verkoop van grond en water werd in maart 1899 goedgekeurd; de vernieuwing van de brug werd afgehouden. In 1901 was de brug dusdanig versleten, dat er uitvoerige herstelwerkzaamheden moesten worden verricht. In 1957 bleek dat de brug niet meer te redden was. De Gemeente Amsterdam had echter niet de financiële middelen de brug te vervangen door een nieuwe enkelvoudige basculebrug; het geschatte bedrag van anderhalf miljoen gulden had ze niet in kas. Gelukkig had de gemeente nog wel een ijzeren ophaalbrug over, die tot juni 1957 bij de Westergasfabriek over de Haarlemmertrekvaart had gelegen. De kosten van verplaatsing en opbouw werden geschat op 162.000 gulden en zo geschiedde. Toen in 1960 geconstateerd werd dat de brug 345 aan vervanging toe was, werd gekeken of de bruggen tegelijkertijd konden worden vervangen. Het wegverkeer was aanzienlijk toegenomen, mede doordat de pontveer die vertrok van de Tasmanstraat een aanzuigende werking had. Door de aanpak van drie bruggen in de aanvoerroutes daarnaartoe (ook de Zoutkeetsbrug werd vernieuwd), wilde de gemeente het verkeer spreiden. Voor de drie bruggen werd een budget vrijgemaakt van 4,75 miljoen gulden. De drie bruggen kwamen van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken waarbij Gerrit Feiko Janssonius verantwoordelijk was voor de techniek en Dirk Sterenberg voor het uiterlijk. In 1964 was de basculebrug klaar; ze werd in december geopend. De brug is qua opbouw hetzelfde als de Zoutkeetsbrug, het brugbedieningshuisje ontbreekt; vermoedelijk werd de brug bediend vanaf brug 345 en later (zeker) vanaf het brugwachterskantoor van de Westerkeersluis. Constructiewerkplaats NV leverde de val, die op de betonnen landhoofden werd geplaatst. Er werd destijds nog een beweegbare brug neergelegd omdat de Wester Suikerraffinaderij nog werkzaam was, zeker in de aanloop tot de planning van de brug. De suikerfabriek ging binnen een jaar na opening van de brug hier failliet en sindsdien vindt hier nauwelijks meer scheepvaart plaats De brug ging lange tijd door het leven als Noordpoolbrug. In april 2016 schrapte de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen van bruggen en zo verdween ook deze vernoeming naar de Overwintering op Nova Zembla, zowel Cornelis de Houtman (voer op Nederlands-Indië) als Olivier van Noort (voer door Straat Magellaan) hadden daar niets mee te maken. In april nam het gemeentebestuur het besluit de brug officieel te benoemen naar Cor Thesing. Cor Thesing (1922-2015) was actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, hielp mensen aan onderduikadressen en etensbonnen. Hij kreeg na afloop van de oorlog de verzetskruis. In later jaren was hij een buurtactivist in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt binnen Westerpark. Hij streed in die hoedanigheid voor behoud van een oude boerderij “Hogenes”en tegen de tippelzone bij de Transformatorweg. Hij zat daarbij bijvoorbeeld in het Wijkopbouworgaan Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt, was bestuurslid bij het Polanentheater en Kunst in de Wijken en nam deel in de jubileumcommissie Spaarndammerbuurt. Het latere stadsdeel West waar Westerpark in opging eerde hem al eerder met een naambordje op een van de bankjes in het Zaanhof.

Planciusstraat
Planciusstraat

De Planciusstraat is een straat in de binnenstad van Amsterdam, stadsdeel Centrum. De straat kreeg zijn naam in 1875 en werd genoemd naar predikant en zeevaartkundige Petrus Plancius (1555-1622). Eerder was dit De Schans aan de Smallepadsgracht. De straat ligt tussen de Westelijke Eilanden en het Westerkanaal en loopt van het Haarlemmerplein nog voor het spoorviaduct tot aan de Zoutkeetsgracht. De Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse te Amsterdam, de eerste woningbouwvereniging van Nederland, bouwde hier haar eerste grote complex met arbeiderswoningen, dat model moest staan voor betere huisvesting van de arbeidersklasse. Het Planciusblok (het eerste blok kwam gereed in 1858) is gebouwd door Pieter Hamer, en is nu een rijksmonument. Licht, lucht en hygiëne waren de idealen bij de zoektocht van de filantropische vereniging naar gezonde en betaalbare huisvesting voor de arbeidersklasse. Tijdens de bouw heette de straat nog het Smallepad, en stond het blok langs het voormalige weelderige Westerplantsoen dat was aangelegd op de voormalige stadswal. Voor de aanleg van het Westerkanaal werd dit plantsoen geheel afgegraven. Sinds 1900 heeft tramlijn 10 zijn eindpunt aan het einde van de Planciusstraat bij de Korte Zoutkeetsgracht. In 1907 werd het kringspoor via Korte Zoutkeetsgracht – Houtmankade – Eerste Breeuwersstraat in gebruik genomen. Tussen 1923 en 1944 had ook lijn 23 hier zijn eindpunt. Lijn 10 werd in 1942 verlegd naar de Van Hallstraat. Van 10 mei 1951 tot 18 september 1967 had lijn 3 hier zijn eindpunt dat toen werd verplaatst naar de Zoutkeetsgracht. In de Planciusstraat bleef het inhaalspoor liggen. Over de Planciusstraat ligt een spoorviaduct. Vroeger vormde dit een smalle en lage doorgang waar de tram maar net doorheen kon. In de jaren zestig werd het viaduct verbreed. In de jaren negentig werd het dubbelspoor vervangen door strengelspoor om zo ruimte voor een vrije trambaan te krijgen.

Zoutkeetsbrug
Zoutkeetsbrug

De Zoutkeetsbrug (brug 318) is een basculebrug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in het verlengde van de Planciusstraat (noordwaarts) en overspant de Zoutkeetsgracht. Ze vormt daarmee de verbinding met het noordelijk van de brug gelegen Zoutkeetsplein in de Zeeheldenbuurt. Een eerste brug hier zou dateren uit 1878, een dubbele basculebrug, zoals die zo vaak in de Amsterdam binnenstad werd gebruikt. In 1899 moest het dek zo grondig gerepareerd worden dat verkeer over en onder de brug gestremd was. Deze brug werd in 1912 vervangen door een ijzeren ophaalbrug naar een ontwerp van Wichert Arend de Graaf van de Publieke Werken, de zogenaamde tweede generatie. Voor de landhoofden werd in maart 1912 76 m³ graniet besteld, een aanbesteding voor de brug volgde in april. In 1951 werden van deze brug in de hameistijlen de onderste vakken nog voorzien van staalplaat. In de zomer van 1957 was het dek door de hitte zo uitgezet, dat ze losgewrikt moest worden een de dommekracht van 5 ton. In 1965 viel die brug ten prooi aan de almaar toenemende uitvoering van het uit 1931 stammende "Voorlopig schema van verkeersverbeteringen in de binnenstad". Op 1 februari 1966 werd een nieuwe val geplaatst uit de fabriek van Constructiewerkplaats NV op de betonnen basisconstructie. Het ontwerp was weer afkomstig van Publieke Werken, waar Gerrit Feiko Janssonius (berekening/tekening) en Dirk Sterenberg (vormgeving) werkzaam waren. Er kwam een (eigenlijk veel te) brede brug voor het (te verwachten) verkeersaanbod. Op 26 november 1966 werd de brug geopend door Albert van Walraven (directeur van de Dienst Publieke Werken) in de aanwezigheid van Sinterklaas (Nicolaas van Myra is beschermheilige van Amsterdam). In 2018 beslaat het voetpad ongeveer de helft van het wegdek van de brug (bij het ontwerp ging met uit van een wegdek van 11 meter breed en twee voetpaden van elk 2,80 meter breed). De brug stamt uit dezelfde tijd als IJszeebrug in de Houtmankade, ze vertonen tot aan het brugwachtershuisje grote gelijkenis. Het brugnummer 318 was eerder in gebruik bij de Karseboomsbrug, die in 1858 werd gesloopt.