place

Wester Suikerraffinaderij

Bouwwerk in Amsterdam-WestEconomie in AmsterdamGeschiedenis van AmsterdamNederlands voedingsmiddelenfabrikantSuikerindustrie
Voormalig Nederlands bedrijfVoormalig bouwwerk in Amsterdam
Wester Suikerraffinaderij Van Noordtkade
Wester Suikerraffinaderij Van Noordtkade

De Wester Suikerraffinaderij was een suikerraffinaderij in Amsterdam.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Wester Suikerraffinaderij (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Wester Suikerraffinaderij
Van Noordtkade, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Wester SuikerraffinaderijLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.389116666667 ° E 4.8831666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Van Noordtkade 50F
1013 BZ Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Wester Suikerraffinaderij Van Noordtkade
Wester Suikerraffinaderij Van Noordtkade
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 345
Brug 345

Brug 345 is een basculebrug in Amsterdam-West. Ze is gelegen in de Houtmankade, de westelijke oever van het Westerkanaal. Ze is gelegen over de Van Noordtgracht. Zowel het Westerkanaal als de Van Noordtgracht kwamen gereed in de jaren zeventig van de 19e eeuw. Om van de Houtmankade een doorlopende weg te maken was het noodzakelijk om een overspanning te bouwen over de Le Mairegracht (brug 349) en de Van Noordtgracht. Dit werd in 1882 ter hand genomen. Er werd hier een draaibrug neergelegd. Dit kon redelijk goedkoop uitgevoerd worden, want de gemeente Amsterdam had nog een draaibrug over; de Hortusbrug was net vernieuwd, dus de bovenbouw kon hier goed gebruikt worden. In 1931 was de brug een week buiten dienst, ze moest gerepareerd worden. In 1958 was de toestand van de brug al matig; zwaar vervoer (zwaarder dan 5000 kg) mocht de brug niet meer over. In 1960 constateerde de gemeente Amsterdam, dat het verkeer op de Houtmankade te druk was voor de bruggen 345 en 349. De pontveer die vertrok van de Tasmanstraat had een aanzuigende werking. Door de aanpak van drie bruggen in de aanvoerroutes daarnaartoe (ook de Zoutkeetsbrug werd vernieuwd), wilde de gemeente het verkeer spreiden. De brug 345 had “volstrekt onvoldoende capaciteit” zo constateerde het Algemeen Handelsblad. Voor de drie bruggen werd een budget vrijgemaakt van 4,75 miljoen gulden. Aanbesteding vond plaats in november 1961, waarna er in mei 1962 de voorbereidende werkzaamheden plaatsvonden. De drie bruggen kwamen van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken waarbij Gerrit Feiko Janssonius verantwoordelijk was voor de techniek en Dirk Sterenberg voor het uiterlijk. Hij had de nieuwe brug al in 1957 op papier staan. In het najaar van 1964 was de basculebrug klaar; ze werd in december geopend. De brug is qua opbouw hetzelfde als de Zoutkeetsbrug en brug 349, tot aan het brugbedieningshuisje toe. Constructiewerkplaats NV leverde de val, die op de betonnen landhoofden werd geplaatst. Na de oplevering werden door de jaren heen kleine aanpassingen aan de brug aangebracht, waarbij ook steevast de andere twee bruggen werden aangepast, zodat ze ook na zestig jaar op elkaar lijken. De brug ging lange tijd door het leven als IJszeebrug. In april 2016 schrapte de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen van bruggen en zo verdween ook deze vernoeming naar de Overwintering op Nova Zembla, zowel Cornelis de Houtman (voer op Nederlands-Indië) als Olivier van Noort (voer door Straat Magellaan) hadden daar niets mee te maken.

Brug 1908
Brug 1908

Brug 1908 is een vaste brug in Amsterdam-West. De brug vormt de verbinding tussen de Noordkaapstraat en de Henk Currierekade/Le Mairekade. Ze overspant de Le Mairegracht. Beide straten dateren uit het begin van de jaren tachtig toen hier nieuwbouw werd gepleegd op een deels nieuw aangelegd, deels oud eiland, waarop tot 1984 nog het buiten gebruik zijnde fabriekscomplex van de Wester Suikerraffinaderij stond. De Le Mairegracht werd ingekort en er kwam een nieuwe verbinding met de Van Noordtgracht. Het zand dat daarvoor nodig was, ongeveer 24.000 m³, kwam uit het open havenfront nabij station Amsterdam Centraal. Al bij de inrichting van de terreinen werd er gebouwd aan een brug uit de koker van architect Dirk Sterenberg in opdracht werkend voor de Dienst der Publieke Werken; hij zou meer dan 170 bruggen ontwerpen voor Amsterdam, al dan niet in vast dienstverband. De vaste verkeersbrug is van beton (walkanten en overspanning) met stalen leuningen. De brug ligt onopvallend in de Noordkaapstraat, er staat zelfs een straatlantaarn in een van de voetpaden, midden op de brug. Dat Sterenberg ook "kunst" ontwierp is terug te vinden in de verbinding tussen leuningen en balustrades. De landhoofden die de 6,6 meter lange overspanning moeten dragen staan in het water van de 10 meter brede gracht. Andere bruggen in de buurt zijn brug 345, brug 349 (genaamd Cor Thesingbrug), brug 1909 en brug 1910 (genaamd Robiënnabrug). Voor sommige versies was Sterenberg ook de ontwerper.

Cor Thesingbrug
Cor Thesingbrug

Cor Thesingbrug (brug 349) is een basculebrug in Amsterdam-West. Ze is gelegen in de Houtmankade, de westelijke oever van het Westerkanaal. Ze is gelegen over de Le Mairegracht. Zowel het Westerkanaal als de Le Mairegracht kwamen gereed in de jaren zeventig van de 19e eeuw. Om van de Houtmankade een doorlopende weg te maken (er verrezen in korte tijd ter plaatse een aantal pakhuizen) was het noodzakelijk de weg te verstevigen en een overspanning te bouwen over de Le Mairegracht en de Van Noordtgracht (brug 345). Dit werd in 1882 ter hand genomen. Werd er over de Van Noordtgracht een draaibrug gelegd, over de Le Mairegracht kwam een dubbele basculebrug, zoals die ook elders in de binnenstad werd gebruikt. In 1899 verkocht de gemeente een hoeveelheid grond en water aan de Wester Suikerraffinaderij, die zich hier gevestigd had. Men hoopte vanuit die opbrengst een nieuwe brug te kunnen bekostigen ter waarde van 9530 gulden. De verkoop van grond en water werd in maart 1899 goedgekeurd; de vernieuwing van de brug werd afgehouden. In 1901 was de brug dusdanig versleten, dat er uitvoerige herstelwerkzaamheden moesten worden verricht. In 1957 bleek dat de brug niet meer te redden was. De Gemeente Amsterdam had echter niet de financiële middelen de brug te vervangen door een nieuwe enkelvoudige basculebrug; het geschatte bedrag van anderhalf miljoen gulden had ze niet in kas. Gelukkig had de gemeente nog wel een ijzeren ophaalbrug over, die tot juni 1957 bij de Westergasfabriek over de Haarlemmertrekvaart had gelegen. De kosten van verplaatsing en opbouw werden geschat op 162.000 gulden en zo geschiedde. Toen in 1960 geconstateerd werd dat de brug 345 aan vervanging toe was, werd gekeken of de bruggen tegelijkertijd konden worden vervangen. Het wegverkeer was aanzienlijk toegenomen, mede doordat de pontveer die vertrok van de Tasmanstraat een aanzuigende werking had. Door de aanpak van drie bruggen in de aanvoerroutes daarnaartoe (ook de Zoutkeetsbrug werd vernieuwd), wilde de gemeente het verkeer spreiden. Voor de drie bruggen werd een budget vrijgemaakt van 4,75 miljoen gulden. De drie bruggen kwamen van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken waarbij Gerrit Feiko Janssonius verantwoordelijk was voor de techniek en Dirk Sterenberg voor het uiterlijk. In 1964 was de basculebrug klaar; ze werd in december geopend. De brug is qua opbouw hetzelfde als de Zoutkeetsbrug, het brugbedieningshuisje ontbreekt; vermoedelijk werd de brug bediend vanaf brug 345 en later (zeker) vanaf het brugwachterskantoor van de Westerkeersluis. Constructiewerkplaats NV leverde de val, die op de betonnen landhoofden werd geplaatst. Er werd destijds nog een beweegbare brug neergelegd omdat de Wester Suikerraffinaderij nog werkzaam was, zeker in de aanloop tot de planning van de brug. De suikerfabriek ging binnen een jaar na opening van de brug hier failliet en sindsdien vindt hier nauwelijks meer scheepvaart plaats De brug ging lange tijd door het leven als Noordpoolbrug. In april 2016 schrapte de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen van bruggen en zo verdween ook deze vernoeming naar de Overwintering op Nova Zembla, zowel Cornelis de Houtman (voer op Nederlands-Indië) als Olivier van Noort (voer door Straat Magellaan) hadden daar niets mee te maken. In april nam het gemeentebestuur het besluit de brug officieel te benoemen naar Cor Thesing. Cor Thesing (1922-2015) was actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, hielp mensen aan onderduikadressen en etensbonnen. Hij kreeg na afloop van de oorlog de verzetskruis. In later jaren was hij een buurtactivist in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt binnen Westerpark. Hij streed in die hoedanigheid voor behoud van een oude boerderij “Hogenes”en tegen de tippelzone bij de Transformatorweg. Hij zat daarbij bijvoorbeeld in het Wijkopbouworgaan Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt, was bestuurslid bij het Polanentheater en Kunst in de Wijken en nam deel in de jubileumcommissie Spaarndammerbuurt. Het latere stadsdeel West waar Westerpark in opging eerde hem al eerder met een naambordje op een van de bankjes in het Zaanhof.

Robiënnabrug
Robiënnabrug

De Robiënnabrug (brug 1910) is een vaste brug in Amsterdam-West. De voetbrug werd gelijktijdig met de bruggen 1908 en 1909 gebouwd. Brug 1910 kwam te liggen over de Van Noordtgracht. Deze gracht heeft op beide oevers straten met de naam Van Noordtkade, maar die reiken niet zover westwaarts. De brug 1910 ligt tussen de Henk Curièrekade en de Martin Vlaarkade. De bruggen maakten deel uit van de herontwikkeling van dit gebied na de sloop van de Wester Suikerraffinaderij aan de Van Noordtgracht in 1984. In het najaar van 1984 en voorjaar van 1985 werd er gewerkt aan de bruggen. Het ontwerp van alle drie de bruggen is afkomstig van Dirk Sterenberg, als zelfstandig architect werkend vanuit Hoorn (Noord-Holland) maar wel in opdracht van de Dienst der Publieke Werken, waarvoor hij eerst nog in vaste dienst werkte. Van Sterenberg liggen meer dan 173 bruggen in Amsterdam (gegevens 2008), maar van hem is ook al een aantal bruggen gesloopt of vervangen, zoals eerder genoemde brug 1909. De brug wordt gedragen door een betonnen paalfundering met daarop betonnen landhoofden, borstweringen en brugpijlers. De overspanning is van hout met houten leuningen. De brug ging naamloos door het leven, totdat een buurtbewoner een verzoek bij de gemeente Amsterdam indiende om de brug te vernoemen naar het meisje Robiënna die in mei 2009 thuis aan de Nova Zemblastraat vermoord werd door een ex-vriend van haar moeder. De buurtbewoner Ad van Deventer, baas van De Toverboot waar Robiënna wel speelde, had daarvoor het meisje vaak over de brug zien lopen. De brug, al eerder een condoleanceplaats en startplek van een stille tocht, werd door de vernoeming op 27 mei 2010 een symbool tegen zinloos geweld. Anders dan andere naamborden op Amsterdamse bruggen in strakke letters in of op metaal, werd hier gekozen voor een vrolijker motief op hout. Op de zuidoostelijke brugvleugel staat een toekomstboom ter nagedachtenis aan Wil van Deventer, de overleden vrouw van bovenstaande initiatiefnemer en zelf initiator van een buurtcomité ten tijde van de sanering.

Vaarwel (Godelieve Smulders)
Vaarwel (Godelieve Smulders)

Vaarwel is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-West, Spaarndammerbuurt. In het beeld van Godelieve Smulders wordt aan twee historische gebeurtenissen gerefereerd. Het eerste verwijst naar de tijd dat deze wijk nog helemaal niet was gebouwd. Rond 1890 werd aan de zuidelijke rand van de wijk gewerkt aan de bouw van de Maria Magdalenakerk van Pierre Cuypers. De bij die kerk behorende begraafplaats strekte zich uit vanaf de kerk tot het Westerkanaal. Dat was kennelijk niet goed genoeg ingepland want al vanaf 1907 (doorgaand tot 1924) werden delen van de begraafplaats geruimd ten behoeve van woningbouw aan de Spaarndammerstraat en Westzaanstraat. In 1956 verdween het laatste graf; de kerk hield het niet veel langer vol; ze werd in 1967/1968 gesloopt (restanten zijn nog te vinden in het Domela Nieuwenhuisplantsoen). Een tweede basis vormt een in de Westzaanstraat neergestorte Amerikaanse bommenwerper op 22 maart 1944. Op Westzaanstraat 61 is er een plaquette van deze gebeurtenis te zien. Het beeld annex monument bestaat uit een uit diverse segmenten opgebouwde granieten zuil. De segmenten omschreef de kunstenares als kralen, symbool voor leven (ontstaan, groeien en wegvliegen). De laatste kraal van brons met bladgoud vormt het vliegtuig met daarop een persoon, die al zwaaiend afscheid neemt. Aan de onderzijde van de vleugels is te lezen Wij Ook. Het beeld staat aan de westrand van het Westzaanplantsoen aan de Westzaanstraat.