place

Westzaanplantsoen

Amsterdam-WestPark in Amsterdam
Westzaanplantsoen (4)
Westzaanplantsoen (4)

Het Westzaanplantsoen is een plantsoen in Amsterdam-West. Het stadsparkje ligt ten noordwesten van de kruising Westzaanstraat en Houtmankade en heeft uitlopers tot aan de Van Noordtgracht. Daar waar de Westzaanstraat haar naam kreeg in 1908 en de Van Noordgracht/kade al in 1878 bleef het plantsoen officieel naamloos, maar buurtbewoners noemden het steevast Westzaanplantsoen. Dat leverde problemen op indien nooddiensten snel ter plekke moesten zijn. Daarom werd in 2018 het traject in gang gezet om de naam officieel te maken, hetgeen per raadsbesluit van 5 februari 2019 gebeurde. Het plantsoen kent geen huisnummers, alhoewel het plantsoen rondom een kinderdagverblijf ligt, maar die heeft van oudsher een nummer aan de Houtmankade 60. Aan de zuidkant van de plein staat een woonblok aan de Westzaanstraat en Houtmankade dat in de Amsterdamse Schoolstijl is ontworpen door Ferdinand Jantzen. Aan de westzijde van het plantsoen aan de Westzaanstraat staat het beeld Vaarwel van Godelieve Smulders.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Westzaanplantsoen (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Westzaanplantsoen
Westzaanstraat, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: WestzaanplantsoenLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.387597222222 ° E 4.8827777777778 °
placeToon op kaart

Adres

Westzaanstraat 5-1
1013 NB Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Westzaanplantsoen (4)
Westzaanplantsoen (4)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Vaarwel (Godelieve Smulders)
Vaarwel (Godelieve Smulders)

Vaarwel is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-West, Spaarndammerbuurt. In het beeld van Godelieve Smulders wordt aan twee historische gebeurtenissen gerefereerd. Het eerste verwijst naar de tijd dat deze wijk nog helemaal niet was gebouwd. Rond 1890 werd aan de zuidelijke rand van de wijk gewerkt aan de bouw van de Maria Magdalenakerk van Pierre Cuypers. De bij die kerk behorende begraafplaats strekte zich uit vanaf de kerk tot het Westerkanaal. Dat was kennelijk niet goed genoeg ingepland want al vanaf 1907 (doorgaand tot 1924) werden delen van de begraafplaats geruimd ten behoeve van woningbouw aan de Spaarndammerstraat en Westzaanstraat. In 1956 verdween het laatste graf; de kerk hield het niet veel langer vol; ze werd in 1967/1968 gesloopt (restanten zijn nog te vinden in het Domela Nieuwenhuisplantsoen). Een tweede basis vormt een in de Westzaanstraat neergestorte Amerikaanse bommenwerper op 22 maart 1944. Op Westzaanstraat 61 is er een plaquette van deze gebeurtenis te zien. Het beeld annex monument bestaat uit een uit diverse segmenten opgebouwde granieten zuil. De segmenten omschreef de kunstenares als kralen, symbool voor leven (ontstaan, groeien en wegvliegen). De laatste kraal van brons met bladgoud vormt het vliegtuig met daarop een persoon, die al zwaaiend afscheid neemt. Aan de onderzijde van de vleugels is te lezen Wij Ook. Het beeld staat aan de westrand van het Westzaanplantsoen aan de Westzaanstraat.

Westerkanaalschutsluis
Westerkanaalschutsluis

De Westerkanaalschutsluis is een schutsluis in het Westerkanaal, Amsterdam-West. Ze liggen tussen beide Houtmankaden. De originele schutsluis werd vanaf juni 1877 (datum aanbesteding) gebouwd in het toen net gegraven Westerkanaal, dat een doorgaande route vormde tussen de Singelgracht en het IJ. Er kwamen grote schepen binnen, dus het werd een vrij grote schutsluis; de sluiskolk werd 122 meter. In augustus 1878 was de klus grotendeels geklaard. In de loop der jaren werd de schutsluis steeds meer een sta-in-de-weg voor grotere schepen in de route Amsterdam-Rotterdam. In 1959 werd dan ook besloten dat de schutsluis en de onder de Westerkeersluis (brug) liggende Westerkeersluis gereed te maken voor schepen tot 2000 ton. De noordelijke sluisdeuren verhuisden verder naar het noorden tussen de Houtmandwarsstraat en de Zoutkeetsgracht; de sluiskolk werd opgerekt tot 165 meter en er kwamen aan die zijde twee doorvaarten. Vermoedelijk zijn bij die verbouwing zijn ook schuilkelders aangebracht in de vier landhoofden; er zou plaats zijn voor 4 x 100 personen (vier landhoofden). Of deze nog operationeel zijn (laatste controle 1993) is onbekend. De zuidelijke sluisdeuren liggen in een doorvaart en dan al vanaf het begin in het verlengde van de Schiemanstraat, even ten noorden van de spoorbruggen. Het Westerkanaal maakt deel uit van de Staande Mastroute en staat dag en nacht open; slechts in geval van plotselinge stijging van het waterpeil gaat de sluis dicht. Bovendien vormt het kanaal een essentieel onderdeel binnen de waterverversing in Amsterdam.

Robiënnabrug
Robiënnabrug

De Robiënnabrug (brug 1910) is een vaste brug in Amsterdam-West. De voetbrug werd gelijktijdig met de bruggen 1908 en 1909 gebouwd. Brug 1910 kwam te liggen over de Van Noordtgracht. Deze gracht heeft op beide oevers straten met de naam Van Noordtkade, maar die reiken niet zover westwaarts. De brug 1910 ligt tussen de Henk Curièrekade en de Martin Vlaarkade. De bruggen maakten deel uit van de herontwikkeling van dit gebied na de sloop van de Wester Suikerraffinaderij aan de Van Noordtgracht in 1984. In het najaar van 1984 en voorjaar van 1985 werd er gewerkt aan de bruggen. Het ontwerp van alle drie de bruggen is afkomstig van Dirk Sterenberg, als zelfstandig architect werkend vanuit Hoorn (Noord-Holland) maar wel in opdracht van de Dienst der Publieke Werken, waarvoor hij eerst nog in vaste dienst werkte. Van Sterenberg liggen meer dan 173 bruggen in Amsterdam (gegevens 2008), maar van hem is ook al een aantal bruggen gesloopt of vervangen, zoals eerder genoemde brug 1909. De brug wordt gedragen door een betonnen paalfundering met daarop betonnen landhoofden, borstweringen en brugpijlers. De overspanning is van hout met houten leuningen. De brug ging naamloos door het leven, totdat een buurtbewoner een verzoek bij de gemeente Amsterdam indiende om de brug te vernoemen naar het meisje Robiënna die in mei 2009 thuis aan de Nova Zemblastraat vermoord werd door een ex-vriend van haar moeder. De buurtbewoner Ad van Deventer, baas van De Toverboot waar Robiënna wel speelde, had daarvoor het meisje vaak over de brug zien lopen. De brug, al eerder een condoleanceplaats en startplek van een stille tocht, werd door de vernoeming op 27 mei 2010 een symbool tegen zinloos geweld. Anders dan andere naamborden op Amsterdamse bruggen in strakke letters in of op metaal, werd hier gekozen voor een vrolijker motief op hout. Op de zuidoostelijke brugvleugel staat een toekomstboom ter nagedachtenis aan Wil van Deventer, de overleden vrouw van bovenstaande initiatiefnemer en zelf initiator van een buurtcomité ten tijde van de sanering.

Brug 345
Brug 345

Brug 345 is een basculebrug in Amsterdam-West. Ze is gelegen in de Houtmankade, de westelijke oever van het Westerkanaal. Ze is gelegen over de Van Noordtgracht. Zowel het Westerkanaal als de Van Noordtgracht kwamen gereed in de jaren zeventig van de 19e eeuw. Om van de Houtmankade een doorlopende weg te maken was het noodzakelijk om een overspanning te bouwen over de Le Mairegracht (brug 349) en de Van Noordtgracht. Dit werd in 1882 ter hand genomen. Er werd hier een draaibrug neergelegd. Dit kon redelijk goedkoop uitgevoerd worden, want de gemeente Amsterdam had nog een draaibrug over; de Hortusbrug was net vernieuwd, dus de bovenbouw kon hier goed gebruikt worden. In 1931 was de brug een week buiten dienst, ze moest gerepareerd worden. In 1958 was de toestand van de brug al matig; zwaar vervoer (zwaarder dan 5000 kg) mocht de brug niet meer over. In 1960 constateerde de gemeente Amsterdam, dat het verkeer op de Houtmankade te druk was voor de bruggen 345 en 349. De pontveer die vertrok van de Tasmanstraat had een aanzuigende werking. Door de aanpak van drie bruggen in de aanvoerroutes daarnaartoe (ook de Zoutkeetsbrug werd vernieuwd), wilde de gemeente het verkeer spreiden. De brug 345 had “volstrekt onvoldoende capaciteit” zo constateerde het Algemeen Handelsblad. Voor de drie bruggen werd een budget vrijgemaakt van 4,75 miljoen gulden. Aanbesteding vond plaats in november 1961, waarna er in mei 1962 de voorbereidende werkzaamheden plaatsvonden. De drie bruggen kwamen van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken waarbij Gerrit Feiko Janssonius verantwoordelijk was voor de techniek en Dirk Sterenberg voor het uiterlijk. Hij had de nieuwe brug al in 1957 op papier staan. In het najaar van 1964 was de basculebrug klaar; ze werd in december geopend. De brug is qua opbouw hetzelfde als de Zoutkeetsbrug en brug 349, tot aan het brugbedieningshuisje toe. Constructiewerkplaats NV leverde de val, die op de betonnen landhoofden werd geplaatst. Na de oplevering werden door de jaren heen kleine aanpassingen aan de brug aangebracht, waarbij ook steevast de andere twee bruggen werden aangepast, zodat ze ook na zestig jaar op elkaar lijken. De brug ging lange tijd door het leven als IJszeebrug. In april 2016 schrapte de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen van bruggen en zo verdween ook deze vernoeming naar de Overwintering op Nova Zembla, zowel Cornelis de Houtman (voer op Nederlands-Indië) als Olivier van Noort (voer door Straat Magellaan) hadden daar niets mee te maken.