place

Planciusstraat

Straat in Amsterdam-Centrum
Plancius1
Plancius1

De Planciusstraat is een straat in de binnenstad van Amsterdam, stadsdeel Centrum. De straat kreeg zijn naam in 1875 en werd genoemd naar predikant en zeevaartkundige Petrus Plancius (1555-1622). Eerder was dit De Schans aan de Smallepadsgracht. De straat ligt tussen de Westelijke Eilanden en het Westerkanaal en loopt van het Haarlemmerplein nog voor het spoorviaduct tot aan de Zoutkeetsgracht. De Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse te Amsterdam, de eerste woningbouwvereniging van Nederland, bouwde hier haar eerste grote complex met arbeiderswoningen, dat model moest staan voor betere huisvesting van de arbeidersklasse. Het Planciusblok (het eerste blok kwam gereed in 1858) is gebouwd door Pieter Hamer, en is nu een rijksmonument. Licht, lucht en hygiëne waren de idealen bij de zoektocht van de filantropische vereniging naar gezonde en betaalbare huisvesting voor de arbeidersklasse. Tijdens de bouw heette de straat nog het Smallepad, en stond het blok langs het voormalige weelderige Westerplantsoen dat was aangelegd op de voormalige stadswal. Voor de aanleg van het Westerkanaal werd dit plantsoen geheel afgegraven. Sinds 1900 heeft tramlijn 10 zijn eindpunt aan het einde van de Planciusstraat bij de Korte Zoutkeetsgracht. In 1907 werd het kringspoor via Korte Zoutkeetsgracht – Houtmankade – Eerste Breeuwersstraat in gebruik genomen. Tussen 1923 en 1944 had ook lijn 23 hier zijn eindpunt. Lijn 10 werd in 1942 verlegd naar de Van Hallstraat. Van 10 mei 1951 tot 18 september 1967 had lijn 3 hier zijn eindpunt dat toen werd verplaatst naar de Zoutkeetsgracht. In de Planciusstraat bleef het inhaalspoor liggen. Over de Planciusstraat ligt een spoorviaduct. Vroeger vormde dit een smalle en lage doorgang waar de tram maar net doorheen kon. In de jaren zestig werd het viaduct verbreed. In de jaren negentig werd het dubbelspoor vervangen door strengelspoor om zo ruimte voor een vrije trambaan te krijgen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Planciusstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Planciusstraat
Planciusstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: PlanciusstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.386675 ° E 4.884775 °
placeToon op kaart

Adres

Planciusstraat 16A
1013 MH Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Plancius1
Plancius1
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Westerkanaalschutsluis
Westerkanaalschutsluis

De Westerkanaalschutsluis is een schutsluis in het Westerkanaal, Amsterdam-West. Ze liggen tussen beide Houtmankaden. De originele schutsluis werd vanaf juni 1877 (datum aanbesteding) gebouwd in het toen net gegraven Westerkanaal, dat een doorgaande route vormde tussen de Singelgracht en het IJ. Er kwamen grote schepen binnen, dus het werd een vrij grote schutsluis; de sluiskolk werd 122 meter. In augustus 1878 was de klus grotendeels geklaard. In de loop der jaren werd de schutsluis steeds meer een sta-in-de-weg voor grotere schepen in de route Amsterdam-Rotterdam. In 1959 werd dan ook besloten dat de schutsluis en de onder de Westerkeersluis (brug) liggende Westerkeersluis gereed te maken voor schepen tot 2000 ton. De noordelijke sluisdeuren verhuisden verder naar het noorden tussen de Houtmandwarsstraat en de Zoutkeetsgracht; de sluiskolk werd opgerekt tot 165 meter en er kwamen aan die zijde twee doorvaarten. Vermoedelijk zijn bij die verbouwing zijn ook schuilkelders aangebracht in de vier landhoofden; er zou plaats zijn voor 4 x 100 personen (vier landhoofden). Of deze nog operationeel zijn (laatste controle 1993) is onbekend. De zuidelijke sluisdeuren liggen in een doorvaart en dan al vanaf het begin in het verlengde van de Schiemanstraat, even ten noorden van de spoorbruggen. Het Westerkanaal maakt deel uit van de Staande Mastroute en staat dag en nacht open; slechts in geval van plotselinge stijging van het waterpeil gaat de sluis dicht. Bovendien vormt het kanaal een essentieel onderdeel binnen de waterverversing in Amsterdam.

Nieuwe Teertuinen 17
Nieuwe Teertuinen 17

Nieuwe Teertuinen 17 is een bouwwerk in Amsterdam-Centrum. Het gebouw is gelegen aan de Nieuwe Teertuinen hoek Sloterdijkstraat. Het gebouw kijkt uit op de Sloterdijkerbrug en de Prinseneilandsgracht. Tot en met 1915 stonden hier pakhuizen, die in 1872 nog verbouwd zijn. De gemeente kwam in 1914 tot de conclusie, dat de buurt hier rond de Westelijke Eilanden een nieuwe school nodig had. De tot dan toe gebruikte dubbele school (nummer 122) aan de Houtmankade hoek Planciusstraat moest namelijk gesloopt worden vanwege verdubbeling van het spoor van de Spoorlijn Amsterdam - Rotterdam. Het terrein zou overgedragen worden aan het Rijk. De kosten van een nieuwe school en het asfalteren van de Sloterdijkstraat werden geschat op 95.500 gulden. Er werd een school gebouwd voor gewoon lager onderwijs. In juni 1915 volgde de aanbesteding van het slopen van de gebouwen; krap een jaar later volgde de aanbesteding van de bouw van het schoolgebouw waarop een aannemer een bod deed van 87.600 gulden, inclusief heiwerkzaamheden. In november 1916 werd er opnieuw aanbesteed, de granitovloeren. Het schooljaar 1917/1918 vond plaats op het nieuwe adres, Nieuwe Teertuinen 17. De school kreeg als naam Bickersschool (naar het Bickerseiland) en vervolgens Planciusschool (toen een ander Planciusschool in de Tweede Breeuwerstraat al lang gesloten was). In 1977 kwam het eind in zicht voor een school hier. Er waren nog maar twee klassen over; deze konden volgens de gemeente prima ingepast worden in de Hudsonschool aan de Roggeveenstraat in de Zeeheldenbuurt aan de andere kant van de Zoutkeetsgracht. Later vestigden zich een kinderopvang en een bedrijvencentrum in het gebouw. Het gebouw heeft dan wel adres Nieuwe Teertuinen, maar de grootste gevelwand strekt zich uit langs de Sloterdijkstraat, alwaar het een teruggetrokken rooilijn heeft. Het uitgespaarde gebied bood ruimte aan de schoolspeelplaats. Het hoofdgebouw heeft daarbij een opvallend rechtshoekig uiterlijk met weinig versieringen, alles is uitgezet in rechte lijnen. In schril contrast daarop heeft het bijgebouwtje een puntdak. De buitengevels bestaan over het overgrote deel uit baksteen met natuurstenen lagen in de borstwering. Een aparte vermelding verdient nog het gedeelte dat de hoofdingang heeft. Deze vertoont kenmerken van de Amsterdamse School met in de hoogte langgerekte raampartijen. Naast de toegangsdeur zijn aan beide zijden twee haast spleetvormige raampartijtjes. Vanaf een plint daarboven zijn er vier raampartijen, die bijna tot aan de daklijst lopen. Dit gebouw is verder versierd met een ijzeren sierwerk met daarop de tekst "Openbare school voor gewoon lager onderwijs" en "Planciusschool" (in afwijkende kleur). Rechts naast de toegangsdeur ijzeren sierwerk in dezelfde stijl met het jaartal "1916". De portiek is versierd met natuurstenen blokjes in het baksteen, een natuurstenen partij boven de toegang. De dubbele toegangsdeur kent bewerkt hout.

Nieuwe Teertuinen
Nieuwe Teertuinen

De Nieuwe Teertuinen is een kade in de Haarlemmerbuurt van Amsterdam. De kade loopt in noordelijke richting vanaf de spoorbaan aan noordzijde van het Haarlemmerplein. In de Sloterdijkstraat is naast de spoorbaan een groot kantoorgebouw opgetrokken in de richting van de Nieuwe Teertuinen. De kade loopt parallel aan de Planciusstraat, en is daarmee verbonden door de Sloterdijkstraat en de Eerste en Tweede Breeuwerstraat. Via brug 321 (de Sloterdijkerbrug) komt men op het Prinseneiland. Aan het noordelijke einde van de Nieuwe Teertuinen maakt de straat een draai in westelijke richting en komt uit op de Planciusstraat. Langs het noordelijke deel van de Nieuwe Teertuinen, aan westzijde van het Realeneiland, ligt de Smallepadsgracht. Deze relatief smalle gracht verbindt de Zoutkeetsgracht met de Prinseneilandsgracht. Er liggen geen bruggen over deze gracht. De 18e-eeuwse pakhuizen op nummers 11A, 12A, 13A en 14A en het 18e-eeuwse woonhuis De Roo Vos op nummer 24 zijn aangewezen als rijksmonument. De vier eerstgenoemde pakhuizen waren van het Gulden Veem. Deze pakhuizen waren in de jaren vijftig nog volop in bedrijf en hadden alle vier een eigen naam: Essen, Worms, Liefde en Hoop. Ze werden voornamelijk gebruikt voor tabaksopslag. In De Roo Vos gebouwd in 1765, waren in de afgelopen eeuw achtereenvolgens een teeropslag, een zeepfabriek, een drukkerij en een zeilmakerij gevestigd. In de oorlog werd hier de illegale verzetskrant Het Parool gedrukt. Na een grote brand in 1936, werd het pand grondig gerenoveerd. De laatste verbouwing stamt uit 1998, waarna een hedendaags, monumentaal gebouw ontstond. Nieuwe Teertuinen 17, een voormalig schoolgebouw, is gemeentelijk monument. Nieuwe Teertuinen 33 is rond 1916 gesloopt.

Sloterdijkerbrug
Sloterdijkerbrug

De Sloterdijkerbrug (brug 321) is een dubbele houten ophaalbrug in Amsterdam-Centrum. Ze overspant de Prinseneilandsgracht. Ze vormt niet alleen de doorgaande route tussen de Sloterdijkstraat op het vasteland en de Galgenstraat op het Prinseneiland, maar ook tussen beide kades van die gracht Nieuwe Teertuinen en Prinseneiland, de straat. Rondom de brug is een aantal gemeentelijke en rijksmonumenten te vinden. De brug is zelf vanaf 1995 een gemeentelijk monument. Er ligt hier al eeuwen een brug. De vroegste versie van de brug is neergelegd tussen 1625 (Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende geen brug in op zijn plattegrond) en 1649 (Joan Blaeu tekende een oorgatbrug). De oorgatbrug is tevens terug te vinden op de stadsplattegrond van Gerrit de Broen uit 1737; dan staat ook haar naam al vermeld "Sloterdykker Brug" over de "Prince Eylands Graft". De moderne geschiedenis begint in 1862; de brug moet hersteld worden. In 1880 budgetteerde de gemeente Amsterdam de vernieuwing van de brug. Het was destijds gangbaar de ophaalbruggen te vervangen door vaste bruggen, maar Bastiaan de Greef, stadsarchitect bij de Dienst der Publieke Werken spande zich in het model van deze dubbele ophaalbrug wat het toen was te behouden. De jaren daarvoor was een groot deel van dit soort type brug (wipbrug) uit het stadsbeeld verdwenen, ook hier op de Westelijke Eilanden. Het had wel tot gevolg dat er om de zoveel jaar aan de brug gewerkt moest worden. In 1881 was de nieuwbouw klaar, in 1921 was er de vernieuwing van het wegdek, in 1922 de aanbruggen, in 1941 (in de Tweede Wereldoorlog dus) het schilderwerk. In 1952 werd in wezen een geheel nieuwe brug neergelegd naar oud model. Een veerpontje verzorgde tijdens het herstel de oeververbinding. Het scheelde een haartje of de brug was vervangen door een vaste brug. De baas van de Publieke Werken destijds, Gerrit Feiko Janssonius, heeft zich toen ingezet voor het behoud van deze brug. Het werk aan de brug was niet voorbij want in 1974 volgde een nieuwe balans, in 1980 werd het brugdek en in 1983 weer de balans vervangen. Begin 21e eeuw werd de brug geteisterd door zwaar vervoer vanwege de sanering van de wijk. Dit verkeer veroorzaakte in 2005 dusdanig schade dat de val en hameipoorten ontzet raakten. Alles moest worden vastgezet, zodat een vaste brug met het uiterlijk van een ophaalbrug ontstond. De brug werd het jaar daarop, toen de bouwwerkzaamheden minder werden, gerenoveerd en in oude staat teruggerestaureerd. Het is de enige dubbele houten ophaalbrug hier in de buurt die zich nog in originele staat bevindt. Alhoewel de Petemayenbrug, Zandhoeksbrug en in mindere mate de Drieharingenbrug hetzelfde uiterlijk hebben, dateren zij uit de jaren tachtig van de 20e eeuw, teruggerestaureerd als het ware. De uitleg van de vernoeming naar Sloterdijk valt in twee delen uiteen. Er zou in de Sloterdijkstraat een huis hebben gestaan genaamd Sloterdijk. De andere uitleg is dat men vanuit de straat en vanaf de brug het dorp Sloterdijk kon zien liggen. Een combinatie van die twee is ook nog mogelijk. Het uitzicht op Sloterdijk is er sinds eind 19e eeuw niet meer; er kwam de spoordijk voor/met de Spoorlijn Amsterdam - Rotterdam met daarin als doorkijkopening eigenlijk alleen de Spaarndammerspoorbrug.

Zoutkeetsbrug
Zoutkeetsbrug

De Zoutkeetsbrug (brug 318) is een basculebrug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in het verlengde van de Planciusstraat (noordwaarts) en overspant de Zoutkeetsgracht. Ze vormt daarmee de verbinding met het noordelijk van de brug gelegen Zoutkeetsplein in de Zeeheldenbuurt. Een eerste brug hier zou dateren uit 1878, een dubbele basculebrug, zoals die zo vaak in de Amsterdam binnenstad werd gebruikt. In 1899 moest het dek zo grondig gerepareerd worden dat verkeer over en onder de brug gestremd was. Deze brug werd in 1912 vervangen door een ijzeren ophaalbrug naar een ontwerp van Wichert Arend de Graaf van de Publieke Werken, de zogenaamde tweede generatie. Voor de landhoofden werd in maart 1912 76 m³ graniet besteld, een aanbesteding voor de brug volgde in april. In 1951 werden van deze brug in de hameistijlen de onderste vakken nog voorzien van staalplaat. In de zomer van 1957 was het dek door de hitte zo uitgezet, dat ze losgewrikt moest worden een de dommekracht van 5 ton. In 1965 viel die brug ten prooi aan de almaar toenemende uitvoering van het uit 1931 stammende "Voorlopig schema van verkeersverbeteringen in de binnenstad". Op 1 februari 1966 werd een nieuwe val geplaatst uit de fabriek van Constructiewerkplaats NV op de betonnen basisconstructie. Het ontwerp was weer afkomstig van Publieke Werken, waar Gerrit Feiko Janssonius (berekening/tekening) en Dirk Sterenberg (vormgeving) werkzaam waren. Er kwam een (eigenlijk veel te) brede brug voor het (te verwachten) verkeersaanbod. Op 26 november 1966 werd de brug geopend door Albert van Walraven (directeur van de Dienst Publieke Werken) in de aanwezigheid van Sinterklaas (Nicolaas van Myra is beschermheilige van Amsterdam). In 2018 beslaat het voetpad ongeveer de helft van het wegdek van de brug (bij het ontwerp ging met uit van een wegdek van 11 meter breed en twee voetpaden van elk 2,80 meter breed). De brug stamt uit dezelfde tijd als IJszeebrug in de Houtmankade, ze vertonen tot aan het brugwachtershuisje grote gelijkenis. Het brugnummer 318 was eerder in gebruik bij de Karseboomsbrug, die in 1858 werd gesloopt.

Brug 345
Brug 345

Brug 345 is een basculebrug in Amsterdam-West. Ze is gelegen in de Houtmankade, de westelijke oever van het Westerkanaal. Ze is gelegen over de Van Noordtgracht. Zowel het Westerkanaal als de Van Noordtgracht kwamen gereed in de jaren zeventig van de 19e eeuw. Om van de Houtmankade een doorlopende weg te maken was het noodzakelijk om een overspanning te bouwen over de Le Mairegracht (brug 349) en de Van Noordtgracht. Dit werd in 1882 ter hand genomen. Er werd hier een draaibrug neergelegd. Dit kon redelijk goedkoop uitgevoerd worden, want de gemeente Amsterdam had nog een draaibrug over; de Hortusbrug was net vernieuwd, dus de bovenbouw kon hier goed gebruikt worden. In 1931 was de brug een week buiten dienst, ze moest gerepareerd worden. In 1958 was de toestand van de brug al matig; zwaar vervoer (zwaarder dan 5000 kg) mocht de brug niet meer over. In 1960 constateerde de gemeente Amsterdam, dat het verkeer op de Houtmankade te druk was voor de bruggen 345 en 349. De pontveer die vertrok van de Tasmanstraat had een aanzuigende werking. Door de aanpak van drie bruggen in de aanvoerroutes daarnaartoe (ook de Zoutkeetsbrug werd vernieuwd), wilde de gemeente het verkeer spreiden. De brug 345 had “volstrekt onvoldoende capaciteit” zo constateerde het Algemeen Handelsblad. Voor de drie bruggen werd een budget vrijgemaakt van 4,75 miljoen gulden. Aanbesteding vond plaats in november 1961, waarna er in mei 1962 de voorbereidende werkzaamheden plaatsvonden. De drie bruggen kwamen van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken waarbij Gerrit Feiko Janssonius verantwoordelijk was voor de techniek en Dirk Sterenberg voor het uiterlijk. Hij had de nieuwe brug al in 1957 op papier staan. In het najaar van 1964 was de basculebrug klaar; ze werd in december geopend. De brug is qua opbouw hetzelfde als de Zoutkeetsbrug en brug 349, tot aan het brugbedieningshuisje toe. Constructiewerkplaats NV leverde de val, die op de betonnen landhoofden werd geplaatst. Na de oplevering werden door de jaren heen kleine aanpassingen aan de brug aangebracht, waarbij ook steevast de andere twee bruggen werden aangepast, zodat ze ook na zestig jaar op elkaar lijken. De brug ging lange tijd door het leven als IJszeebrug. In april 2016 schrapte de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen van bruggen en zo verdween ook deze vernoeming naar de Overwintering op Nova Zembla, zowel Cornelis de Houtman (voer op Nederlands-Indië) als Olivier van Noort (voer door Straat Magellaan) hadden daar niets mee te maken.