place

Wittevrouwenstraat

Straat in Utrecht (Binnenstad)
Wittevrouwenstraat 7
Wittevrouwenstraat 7

De Wittevrouwenstraat is een korte winkelstraat in het centrum van de Nederlandse stad Utrecht.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Wittevrouwenstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Wittevrouwenstraat
Wittevrouwenstraat, Utrecht

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: WittevrouwenstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.095041666667 ° E 5.1249972222222 °
placeToon op kaart

Adres

Wittevrouwenstraat 30
3512 CV Utrecht (Utrecht)
Utrecht, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Wittevrouwenstraat 7
Wittevrouwenstraat 7
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Paleis van Lodewijk Napoleon (Utrecht)
Paleis van Lodewijk Napoleon (Utrecht)

Het Paleis van Lodewijk Napoleon in de Nederlandse stad Utrecht was in het begin van de 19e eeuw de residentie van Lodewijk Napoleon, koning van het Koninkrijk Holland. Nadat Lodewijk Napoleon in 1806 door zijn broer Napoleon Bonaparte tot koning van het Koninkrijk Holland was benoemd, vestigde hij zich in eerste instantie op Huis ten Bosch in Den Haag. Omdat hem vanwege zijn artritis het klimaat aan de kust niet erg beviel, besloot hij al in 1807 naar Utrecht te verhuizen. Op de hoek van de Drift en de Wittevrouwenstraat kocht hij naastgelegen panden op waarna binnen enkele maanden een paleis werd gebouwd door J.Th. Thibault en J.D. Zocher Sr. De patriciërshuizen aan de Drift werden samengevoegd en verbouwd, aan de Wittevrouwenstraat werden de lage winkelpanden gesloopt, alleen het Huis Taets van Amerongen op de hoek van de Wittevrouwenstraat en de Rietsteeg (tegenwoordig Keizerstraat) bleef intact. De Driftzijde werd zo de achterkant van het paleis; hier bevond zich nog slechts een personeelsingang. Het geheel, afgezien van het Huis Taets van Amerongen, werd blauw gepleisterd: het eerste voorbeeld van algehele buitenbepleistering in Nederland. Aan de Rietsteeg, de tegenwoordige Keizerstraat, bevond zich de remonstrantse kerk. Deze werd aangekocht en verbouwd tot hofkapel. In januari 1808 was het complex bewoonbaar. Utrecht zou gedurende zo'n half jaar de hoofdstad zijn van het Koninkrijk Holland. Lodewijk Napoleon heeft uiteindelijk slechts korte tijd gebruikgemaakt van zijn Utrechtse paleis. Reeds in april 1808 nam hij in Amsterdam zijn intrek in het Paleis op de Dam. De bouwwerkzaamheden in Utrecht gingen echter door, en in juli 1808 kwam de koning weer naar de stad en kocht de buitens Oud- en Nieuw-Amelisweerd om deze te verbouwen tot koninklijke buitenplaats. Aan het eind van de maand vertrok hij echter weer, om er daarna nog sporadisch terug te komen. Desalniettemin kreeg de residentie in 1809 nog een balzaal. In 1810 deed Lodewijk Napoleon afstand van de troon en ging terug naar Frankrijk. Napoleon Bonaparte en zijn echtgenote gebruikten het Utrechtse paleis in 1811 nog enkele dagen tijdens een bezoek. In 1814 legde een brand het Huis Taets van Amerongen grotendeels in de as. Het restant werd tot een kleinere woning verbouwd, de rest van het paleis werd opgedeeld in verschillende burelen. Een van de panden werd in 1814 de locatie van het Hoog Militair Gerechtshof. In 1834 werden de gebouwen publiekelijk verkocht. Ze zijn vervolgens onder meer gebruikt voor de huisvesting van het rijks- en gemeentearchief en de Universiteitsbibliotheek Utrecht (tot op heden). Op de plaats van het Huis Taets van Amerongen werd in 1909 een nieuwe bibliotheek gebouwd, en in 1975 werd op de binnenplaats een paviljoen gebouwd dat in 2005 weer gesloopt werd.

Wittevrouwenpoort
Wittevrouwenpoort

De Wittevrouwenpoort, gebouwd omstreeks 1230, was vanaf de middeleeuwen een van de vier toegangen via stadspoorten tot de stad Utrecht. De poort bevond zich aan de noordoostzijde van de huidige binnenstad bij de Wittevrouwensingel waar heden de Wittevrouwenbrug ligt. De poort is vernoemd naar het Wittevrouwenklooster dat in de middeleeuwen nabij lag en dat onder meer ook zijn naam aan de huidige Utrechtse buurt Wittevrouwen gegeven heeft. In tegenstelling tot de huidige buurt bevond het klooster zich binnen de oude stadsmuur. In 1649 werd, waarschijnlijk om fiscale en politionele redenen, besloten de stadspoort te vernieuwen; Hendrik Aertsz. Struys maakte het ontwerp voor het gebouw dat een bekroning kreeg van Pieter Post. Rond 1858 is de Wittevrouwenpoort gesloopt. Op de plek verrees een nieuw gebouw. In het nieuwe pand, gebouwd door aannemer J. van der Lip, werd de klok („Odulphus") van de voormalige Wittevrouwenpoort, in 1554 gegoten door Jan Tolhuys, op het dak in het vierkantige torentje gehangen. Het nieuwe gebouw deed dienst als Commiezenhuis en was later lange tijd een politiepost. Uit de tijd van de sloop is nog een gedichtje bekend: Die schoone poort werd omgesmeten Door wuften tijdgeest, niet door tijd; Mijn vrienden, gij zult niet vergeten Hoe haar gezicht ons heeft verblijd, Zoo vaak wij weer naar Utrecht togen Als academieburgers zaam, Dan kwam ze als zegeboog voor oogen Met haar jonkvrouwelijke naam. Alleen van de Wittevrouwenpoort bestaat nog een foto. Deze werd gemaakt niet lang voordat het poortgebouw afgebroken werd. Het is daarmee het enige poortgebouw van Utrecht dat gefotografeerd is. De foto wordt bewaard bij Het Utrechts Archief.

Driftbrug
Driftbrug

De Driftbrug is een vaste brug in de Nederlandse stad Utrecht. Ze is gelegen in het noordoosten van het stadscentrum. De brug overspant de Drift die op dit punt overgaat in de Plompetorengracht. Over land verbindt de Driftbrug de Voorstraat met de Wittevrouwenstraat. Tot 1912 heette de Driftbrug de (Eerste) Wittevrouwenbrug; de naam Wittevrouwenbrug geldt sindsdien voor de brug aan het andere einde van de Wittevrouwenstraat. De huidige Driftbrug dateert uit 1907 maar reeds ver voor die tijd lag hier al een brugverbinding. In ieder geval bestonden de Voorstraat en de Wittevrouwenstraat reeds rond 1300. De grachten zijn hier aan het eind van de 14e eeuw aangelegd en op 16e-eeuwse stadsplattegronden staat een brugverbinding. Bij de vernieuwing van de Driftbrug in 1907 is de bakstenen boogbrug vervangen door een plaatbrug. Voor de overspanning is gebruikgemaakt van gewapend beton en de brug is een van de eerste die daarmee is gebouwd. Verder is (onder meer) baksteen toegepast en op de brug bevinden zich ijzeren balustrades. Op drie van de vier hoeken van de brug staan ijzeren lantaarns waaronder rond 1970 consoles met beeldhouwwerken zijn aangebracht. Onder de brug bevinden zich een of meer brugkelders en aan de brug grenzen werfkelders waarbij een werf ontbreekt. Bij het westelijke landhoofd van de brug bevindt zich vanaf straatniveau een trap die leidde naar een ondergrondse fietsenstalling van de naastgelegen bioscoop. Onder de trap zit nog een beeldhouwwerk met daarop de Plompetoren, die overigens bij de Plompetorenbrug stond. Het hoekpand en omgeving aan de zuidoostzijde van de Driftbrug is het voormalig paleis van koning Lodewijk Napoleon. De Driftbrug is een vrij smalle brug die over land intensief wordt gebruikt door allerhande verkeersdeelnemers. Alleen langzaam verkeer als voetgangers en fietsers kunnen haar in beide richtingen passeren. Voor verkeersdeelsnemers als auto's is er een rijbaan beschikbaar die uitsluitend dieper het centrum invoert. Tot uiterlijk halverwege de 20e eeuw reden er ook trams over de Driftbrug. In tegenstelling tot vrijwel alle andere bruggen in het oude stadscentrum geldt er geen aslastbeperking op de brug. Over het water wordt de brug nog nauwelijks gebruikt.