place

Geer Ban

Straat in Amsterdam Nieuw-West
Osdorp 053
Osdorp 053

De Geer Ban is een straat in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West. De naam Geer Ban is overgenomen uit de voormalige kern van Sloten waar de naam van 990 tot 1990 bestond. De gemeente heeft met veel tegenzin van de bewoners uit het dorp Sloten de naam gebruikt voor een straat buiten Sloten. Ook tussen de jaren 1950 en 1990 heeft de weg die loopt tussen de Oude Haagseweg en de Plesmanlaan de naam Geer Ban gedragen, tegenwoordig heet deze weg de Anderlechtlaan.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Geer Ban (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Geer Ban
Anderlechtlaan, Amsterdam Nieuw-West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Geer BanLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.340241666667 ° E 4.8121833333333 °
placeToon op kaart

Adres

Anderlechtlaan

Anderlechtlaan
1066 CR Amsterdam, Nieuw-West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Osdorp 053
Osdorp 053
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 1826
Brug 1826

Brug 1826 is een bouwkundig kunstwerk in de Anderlechtlaan, Amsterdam Nieuw-West. Ter plaatste lag de rechte kruising tussen de Sloterweg en Geer Ban. Die laatste was een geplande stadsautoweg die het verkeer moest leiden vanuit de tuinsteden Osdorp en Slotervaart richting de Rijksweg 4 (Oude en Nieuwe Haagseweg). Vanwege gescheiden verkeersstromen zou de weg nabij de Sloterweg dan ook op een dijklichaam geplaatst worden met een viaduct over de Sloterweg. Zover kwam het echter nooit. Tot diep in de jaren tachtig lag de Geer Ban als verbinding naar de Haagseweg op maaiveldniveau met aan de ene kant kas- en tuinbouwgebied en aan de andere kant het ongebruikte dijklichaam. Eind jaren tachtig was er voor de lokale ontsluiting richting die Haagseweg een andere indeling nodig; de wijk Nieuw Sloten zou voor meer verkeer zorgen en dit zou ten koste moeten gaan van bijvoorbeeld de Sportpark Sloten. Ook dat ging niet door, maar het aangezicht van de kruising veranderde aanmerkelijk en eigenlijk meer door de waterhuishouding dan door het verkeer. Vanwege die waterhuishouding, waarbij twee waterpeilen golden, kreeg een meer annex vijver in de noordoostelijke hoek van de kruising een even zo grote vijver/bekken aan de noordwesthoek. Vanwege de twee waterpeilen kwam er een dam, die de toepasselijke naam Peilscheidingskade kreeg. Beide bassins kregen tussen de Sloterweg en de Peilscheidingskade ter bescherming van de Anderlechtlaan een keermuur van beton en stalen damwanden. Vermoedelijk ligt er onder die afsluiting een duiker, maar die ligt dan onder het wateroppervlak. Aansluitend op deze dam met weg liggen er twee bruggen over het smalle water ten noorden van de Peilscheidingskade. Beide bruggen zijn circa negen meter lang. De oostelijke brug is vanwege de combinatie rijdek en voet/fietspad twintig meter breed, de westelijke (zonder fietspad) tien. Voor de verbinding tussen de Anderlechtlaan en het voetpad op de Peilscheidingskade werden twee voetbruggen gebouwd. Rond 2015 werd er een traject voorgesteld waarbij tussen beide brugdelen een nieuwe brug voor de bussen van de Westtangent geplaatst zou worden. Dat is tot (nog) 2023 niet als zodanig uitgevoerd. Ten zuiden van de brug staat het opvallende artistieke kunstwerk Vlindermolen van Herman Makkink.

Brug 1863
Brug 1863

Brug 1863 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam Nieuw-West. De bruggen die gemeente Amsterdam administreert in de 1800-serie werden op een enkele na gebouwd in het eind van de 20e eeuw, toen Amsterdam polders aan de zuidwestkant richting Sloten ging volbouwen. Een van de uitzonderingen daarin is brug 1863. Deze duikerbrug dateert uit de periode 1933-1938 toen Rijkswaterstaat bezig was met de ontwikkeling van de eerste versie van Rijksweg 4 tussen Amsterdam en Sassenheim. Voor die aanleg was een aantal kunstwerken nodig zoals ook de Oude Haagsebrug (Brug 1864) over de Ringvaart Haarlemmermeerpolder. In het gebied van de Riekerpolder waar deze weg buiten de Haarlemmermeerpolder doorheen liep, liepen tot dan toe allerlei slootjes waarover krakkemikkige bruggetjes lagen; het was land- en tuinbouwgebied. Veel van de slootjes werden gedempt, maar een afwateringstocht van noord naar zuid bleef (enigszins verlegd) behouden en daarover moest een brug komen; een duikerbrug was voldoende want commerciële scheepvaart is er niet. Die brug was vanaf de bouw in beheer bij Rijkswaterstaat. Echter toen Amsterdam de nieuwe wijken ging bouwen, was de Rijksweg 4 (ook wel Haagseweg) bij de vernieuwing vanaf 1966 naar het noorden opgeschoven. Amsterdam benoemde de restanten van het oude traject in Oude Haagseweg (1975). Die weg werd steeds stiller tot zij degradeerde tot een soort Amsterdamse binnenweg. Het beheer van weg en brug ging over naar de gemeente Amsterdam en zo kreeg ze als oude brug een relatief hoog brugnummer. Dat ze ooit heeft gediend als onderdeel van een tweebaansweg is terug te vinden in de brede opzet. Bij de herinrichting van de Oude Haagseweg werd besloten de tweebaansweg te vervangen door een eenbaansweg met een middenbermpje met aan beide zijden voet- en fietspaden; er bleef nog een strook over, die "groen" gehouden kon worden.

Brug 722
Brug 722

Brug 722 is een viaduct in Amsterdam-West. Het viaduct dateert uit 1972/1973, maar is vermoedelijk eerder ontworpen. Het ontwerp komt van de Dienst der Publieke Werken. Het viaduct ligt in het wielercircuit op Sportpark Sloten en overspant de ingang daarvan aan de Sloterweg. Dat sportpark was in ontwikkeling sinds 1956, maar de invulling werd opgehouden door geldgebrek. Met name de wielerbaan en wielercircuit werden daar slachtoffer van. De gemeente Amsterdam twijfelde ook jarenlang over de plaats van de sportaccommodatie voor wielrenners. Pas in 1969 viel de definitieve keus op Sportpark Sloten, het alternatief De Eendracht viel af. Op De Eendracht lag al wel een tijdelijk wielercircuit. De aanleg van de Rijksweg 4 (Haagseweg) net ten zuiden van het sportpark leverde opnieuw vertraging op. De toen nog onoverdekte wielerbaan werd op 27 mei 1972 geopend; het tweeënhalf kilometer tellende wielercircuit volgde daarna. De kosten voor het circuit, dat het gehele sportpark omringt, bedroegen rond een miljoen gulden. Op het wielercircuit werden in de beginperiode ook motor- en autoraces gehouden. Het viaduct kent het haast standaard uiterlijk van de toen ontworpen kunstwerken in Amsterdam. De overspanning is van wit schoonbeton met dito balken; daarop ligt een lage betonnen balustrade. De bovenlaag van de balustrade wordt gevormd door blauwgeschilderde houten balken. De brug kent geen brugpijlers of jukken en steunt dus alleen op de 'landhoofden'. Officieel mogen er alleen fietsers overheen, toch staat er een verkeersbord voor het viaduct; de maximale wieldruk mag 7,5 ton bedragen. Het viaduct zorgt bij de wielrijders voor een stevig klimmetje in het circuit.