place

Zon's Hofje

Hofje in AmsterdamPrinsengrachtRijksmonument in Amsterdam-Centrum
Hofj
Hofj

Het Zon's Hofje, ook wel Zonshofje, is een hofje aan de Amsterdamse Prinsengracht. Het hofje is rond 1765 gebouwd voor Doopsgezinde vrouwen van 50 jaar en ouder. In de loop van de 19e eeuw is het complex uitgebreid met twee panden aan de Prinsengracht. Deze panden tellen beide meerdere verdiepingen. Sinds 1967 zijn de vrouwelijke bewoners allemaal jongeren, de laatste bejaarde bewoonster is dat jaar verhuisd en het hofje kreeg de bestemming van studentenhuis. Op 1 september 1970 is het complex als rijksmonument ingeschreven in het monumentenregister.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Zon's Hofje (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Zon's Hofje
Prinsengracht, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Zon's HofjeLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.378055555556 ° E 4.8872222222222 °
placeToon op kaart

Adres

Prinsengracht 167
1015 DR Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Hofj
Hofj
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Noordsche Compagniebrug
Noordsche Compagniebrug

De Noordsche Compagniebrug (brug 54) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug verbindt de Herenstraat met de Prinsenstraat en voert over de Keizersgracht. De brug, zelf sinds 1995 een gemeentelijk monument, is omringd door rijksmonumenten. Tussen de brug en de noordelijker gelegen Pastoorsbrug staan nog drie van de vijf pakhuizen (Keizersgracht 40-44, de andere twee zijn in de 19e eeuw afgebrand) van de Noordse Compagnie, de naamgever van deze brug. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende op zijn kaart uit 1625 een brug. De boogbrug met vijf doorvaarten ligt dan tussen de Heere Straet en Prince Straet en voert over de Keysers Graft. De moderne geschiedenis begint in 1887 als een (te) hoge welfbrug verlaagd wordt in verband met de veranderd verkeersaanbod. Er is dan al sprake van een brug met drie doorvaarten. Er vond steeds meer verkeer over de burg plaats dan scheepvaart onder de brug. Haast heeft de gemeente niet, want in 1889 werd er nog steeds over gesproken; de gemeente had het geld er niet voor (over). In 1891 is het dan zover, de walkanten en brugpijlers worden opnieuw opgetrokken en er kwam een ijzeren liggerbrug. Het vertrouwen in boogbruggen was destijds niet groot, een aantal van die bruggen vertoonde destijds verzakkingen, uitmondend in de ineenstorting van een dergelijk brug, brug 46 ook over de Keizersgracht, in 1894. Boogbruggen werden destijds dus vervangen door liggerbruggen. In tegenstelling tot andere bruggen over de Keizersgracht is deze brug niet teruggebracht naar zijn “oude” uiterlijk, het heeft alle kenmerken van de bruggen die rondom 1893 zijn neergelegd (zie detailfoto). Het brugnummer is te lezen boven de verbreding van de middelste brugpijler.

Prinsengracht 70
Prinsengracht 70

Prinsengracht 70 is een grachtenpand in Amsterdam-Centrum. Het gebouw is gelegen aan de Prinsengracht op de plaats waar de Tuinstraat begint en richting westen loopt. Bij de uitleg van Amsterdam in 18e eeuw werd ervoor gekozen de straat niet in een rechte hoek op de Prinsengracht te leggen. Het gebouw kwam op een wat in de volksmond een taartpunt genoemd wordt te staan. Tot 5 januari 1950 stond op die taartpunt een bijna driehoekig gebouw met op de punt een pothuis; het werd toen afgebroken. Er bleef een blinde grijze muur over. Op 8 september 1970 werd het gebouw als rijksmonument opgenomen in het monumentenregister. De vermelding was daarbij summier: Huis met halsgevel/klokgevel uit 18e eeuw met houten pui uit de bouwtijd (1741). Echter niet de gehele pui dateert nog uit die tijd, die ondergevel is enige tijd dichtgemetseld geweest. De glaspartijen in de pui vertonen wel een klassieke zesdelige segmentering, de ramen op de verdiepingen kennen eveneens een strakke rechthoekige verdeling. De uitkragende deurstijlen lopen door tot een eveneens uitkragende plint met daarin een risalietachtige constructie. Boven de deur is een snijraam te zien. De hals/klokgevel begint na vier verdiepingen; in die gevel is nog een hijsbalk verwerkt. Het gebouw kende een sluimerend bestaan. De bewoners werden echter geconfronteerd met graffiti op de blinde muur en schakelden begin 21e eeuw op eigen initiatief The London Police in; een kunstenaarscollectief dat muurschilderingen/murals ontwerpt en aanbrengt. Zij kwam met een schildering over de volle hoogte van het gebouw, waarin de voor hun gebruikelijke glimlachende poppetjes te zien zijn. Vermoedelijk zijn de kunstenaars ook zelf te zien als bedienaars van de geschilderde hoogwerker die de schildering heeft aangebracht. Het getal 70 komt in de schildering terug. De dienst Bureau Monumenten en Archeologie stelde de muurschildering niet op prijs in verband met het historische belang van het gebouw en wilde de schildering laten verwijderen. De buurt ondernam actie met het resultaat dat de schildering mocht blijven. The London Police werd in 2017 opnieuw om een muurschildering gevraagd; dit maal voor een zelfde gevelvlak, maar dan aan de Zeeburgerdijk. De muurschildering aan de Prinsengracht kwam daar als "citaat" in terug.

Van Mierlobrug
Van Mierlobrug

Van Mierlobrug (brug 18) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug verbindt de zuidelijke kade van de Blauwburgwal met de Herenstraat. Ze overspant daarbij Herengracht. De brug vormt een geheel met brug 19 in de oostelijke kade van de Herengracht en over de Blauwburgwal. De brug wordt omringd met gemeentelijke en rijksmonumenten, maar is er zelf geen, ze is te jong. Hier ligt al eeuwen een brug, Pieter Bast tekende haar in op zijn kaart uit 1599, toen de Herengracht als vestinggracht de buitenkant van de stad vormde. Op de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 is de welfbrug met vijf doorvaarten getekend in de kade van de Blaeuwe Burchwal over de Heere Graft. Het is vanaf dan altijd de noordelijkste brug in de Herengracht. De brug kwam in het nieuws in 1879, ze was hinderlijk hoog voor het verkeer. Geld voor aanpassing was er echter niet. In 1883 nog stortte paard en wagen bij het afgaan van de brug te water (paard en lading konden gered worden), de koetsier raakte verwond omdat hij tegen een boom viel en moest naar het gasthuis. In 1890 is er wel geld voor aanpassing. In het najaar 1891 naderde deze verlaagde brug haar voltooiing, vermoedelijk in de vorm van een liggerbrug. Deze brug ontsnapte op het nippertje aan vernieling bij een bominslag op 11 mei 1940, waarbij het hoekpand Blauwburgwal 25-27 en Herengracht 105-107 getroffen werd. De brug werd tussen 1 oktober 1976 en 30 april 1977 vervangen door een nieuwe welfbrug ook weer met vijf doorvaarten. Het ontwerp van deze klassiek uitziende brug is afkomstig van Dirk Sterenberg van de Dienst der Publieke werken. Hij ontwierp meer historiserende bruggen in Amsterdam; Sterenberg ontwierp daarbij ook nieuwe leuningen. Frank V. Smit constateerde in 2008 dat door het toepassen van vijf bogen: voor wat betreft uiterlijk de brug er minder elegant uitziet dan de bruggen met één boog voor wat betreft praktijk door toepassing van meerdere bogen de brug een plattere uitvoering kon krijgen over dit brede water. De brug werd in januari 2021 vernoemd naar D66 oprichter Hans van Mierlo die in de buurt woonde en over deze brug naar zijn kroeg wandelde.

Pastoorsbrug
Pastoorsbrug

De Pastoorsbrug (brug 55) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de zuidelijke kade van de Brouwersgracht en voert over de Keizersgracht. Het is daarmee de noordelijkste brug over die gracht die aan de andere zijde van de Brouwersgracht niet verder gaat. De brug, zelf vanwege haar relatief jonge leeftijd geen monument, is omringd door rijksmonumenten. De brug deelt de kademuur met brug 56, een gemeentelijk monument. Hier lag al eeuwen een brug. Op een kaart van 1616/1617 waarop de verkaveling is aangegeven staat al een brug aangegeven. Ook de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 laat hier een brug zien over de Keysers Graft in de Brouwers Graft. De moderne geschiedenis van de brug begint in juni 1884. Er lag toen een houten brug. De gemeente schreef een aanbesteding uit voor het "vernieuwen in ijzer van de loopbrug" en de "levering van ruim 5 ton balkijzer". De ijzeren brug met houten planken op ijzeren jukken was begin 1885 gereed. De brug zorgde steeds meer voor oponthoud in het doorgaande verkeer op de Brouwersgracht. De situatie met de voetgangers- en fietsersbrug hield echter aan tot juni 1963. Pas toen greep de gemeente Amsterdam in en maakte een budget van 360.000 gulden vrij voor de aanleg van een verkeersbrug. Er werd toen besloten een welfbrug met drie doorvaarten aan te leggen. Deze zou beter in het stadsbeeld passen dan een moderne brug. Het bleek volgens Frank V. Smit achteraf een goede ingreep te zijn geweest. De gebouwen rondom de brug werden eveneens gerenoveerd, waarbij oog bleef bestaan voor het oude karakter van de gebouwen. Hij omschreef het als "terugrestaureren". Waar de naam van Pastoorsbrug vandaan komt is niet (meer) duidelijk, men vermoedt dat het te maken kan hebben een nabijgelegen schuilkerk op nummer 22 uit circa 1663 en haar vervanger de Sint Ignatiuskerk (ook wel De Zaaier) uit 1837. Een andere bijnaam voor de brug is Kippenbrug, dat terugvoert op de algemene term voor voetgangersbruggen in Amsterdam.