place

Stadhouderskade 115

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidGemeentelijk monument in AmsterdamStadhouderskade
Stadhouderskade115 1a
Stadhouderskade115 1a

Het pand Stadhouderskade 115 is een gebouw aan de Stadhouderskade/Singelgracht in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het gebouw is gebouwd in de vorm van een (taart)punt, zoals dat plaatselijk heet. De hoek van de straten Stadhouderskade, Gerard Doustraat en Nicolaas Berghemstraat is geen rechte hoek maar een stompe. Het pand is gebouwd in de neoclassicistische bouwstijl van de 19e eeuw. De geschiedenis van het gebouw is onduidelijk. Het ontwerp zou van Bastiaan de Greef zijn, maar die was destijds stadsarchitect. Wel bekend is dat vanaf 1881 de Rijkspostspaarbank in het pand gevestigd was, maar die verhuisde ondanks een flinke uitbreiding van het gebouw in 1884 al in 1901 naar het gebouw aan de Van Baerlestraat 27. Het werd vervolgens een gebouw waarin de schutterijen zaten en weer later een politiebureau (1912). Dat politiebureau zat er tot de jaren tachtig in, waarna het enige tijd leegstond. Daarna kwam er een tapijtenwinkel en een elektronicazaak in. In 2015 stond de begane grond het grootste deel van het jaar leeg. De bovenetages zijn echter in gebruik als kantoor.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Stadhouderskade 115 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Stadhouderskade 115
Grove Street, New Britain Little Poland

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Stadhouderskade 115Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.357466666667 ° E 4.8982083333333 °
placeToon op kaart

Adres

Grove Street 185
06053 New Britain, Little Poland
Connecticut, Estados Unidos de América
mapOpenen op Google Maps

Stadhouderskade115 1a
Stadhouderskade115 1a
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Gerard Doustraat 175-181
Gerard Doustraat 175-181

Het pand Gerard Doustraat 175-181 is een gebouw aan de Gerard Doustraat in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het is een van een vijftal gemeentemonumenten in die straat. Het gebouw kent een roemrucht verleden. De eerste gebruiker en eigenaar van het gebouw met fabrieksschoorsteen was rijtuigenfabriek W.H. van Eck en Zonen. Zij waren gevestigd aan de Stadhouderskade 110-114. Deze firma ging in 1886 failliet. Zijn grootste concurrent was destijds in Amsterdam Spijker Rijtuigfabriek, die in de Nieuwe Kerkstraat was gevestigd. Spijker Rijtuigfabriek nam het gebouw in gebruik, verplaatste de ingang naar de Gerard Doustraat en bouwde vervolgens de Gouden Koets. Nog voordat die opgeleverd was, werd een deel van het gebouw in gebruik genomen door Vrolijk & Timperley, een fietsfabrikant. Die eerste was directeur van een fietsschool, die haar lesruimte had in het gebouw/de ruimte waar even later het Zuiderbad in werd gemaakt. Vanaf 1900 kreeg het nog diverse bestemmingen, waaronder een showroom/werkplaats van Fiat. Rond de eeuwwisseling in 2000 vestigde zich als buurman Albert Heijn, omdat hun filiaal aan het Marie Heinekenplein niet op tijd gereed was, dan wel te duur bevonden. Voor deze supermarkt werd een stuk nieuwbouw naast het monument gerealiseerd. In die passage kwam een nieuwe ingang, terwijl ook de oude ingang aan de Gerard Doustraat in gebruik bleef. Er werd vervolgens een kinderdagverblijf gevestigd met de naam De Gouden Koets. De bouwsels aan de Stadhouderskade zijn allemaal aangepast aan/naar winkeleenheden en woningen en heeft geen monumentstatus. Het gebouw kent een zeer afwijkende massieve bouwconstructie ten opzichte van haar omgeving. Opvallend aan de zijde van de Gerard Doustraat zijn de vele pilasters (kolommen) en grote vensters (voor daglicht). Echter het pand valt nauwelijks op omdat het staat in dat deel van de Gerard Doustraat waar weinig activiteiten plaatsvinden. Het ligt aan de overzijde van de Synagoge Gerard Doustraat, enkele lage arbeiderswoninkjes en een woonblok.

Stadhouderskade 110-113
Stadhouderskade 110-113

Stadhouderskade 110-113 is een complex gebouwen aan de Stadhouderskade/Singelgracht te Amsterdam-Zuid, De Pijp. De gebouwen zijn hier neergezet in opdracht van makelaar A.H. de Klerck, die waarschijnlijk ook het ontwerp heeft gemaakt. De combinatie makelaar, architect en ook timmerman, aannemer kwam vaker voor in deze wijk. Van origine bestond het complex uit een achttal woningen, aldus een "te huur"-advertentie in Het Nieuws van den Dag van 21 maart 1873. Men moest voor die tijd wel veel geld meebrengen, de huren liepen op tot 600 gulden voor een bovenhuis. Bij die reclame werd nog verwezen naar de naburige rijtuigfabriek, eerst van Eck, daarna Spijker (Stadhouderskade 114). De advertentie is eigenaardig want de woningen waren in februari 1873 nog onbewoonbaar verklaard, omdat ze niet goed aansloten op het Liernurstelsel (raadsbesluit februari 1873). Dat rioleringssysteem kwam destijds net van de grond en sommige huiseigenaren namen er een loopje mee. Aanpassingen tijdens de bouw werden te duur bevonden, maar de gemeente had met die onbewoonbaarheid een stok achter de deur. In november 1873 hief de gemeente de onbewoonbaarheidsverklaring op. (Het nieuws van den dag 26 november 1873). De Klerck had een jaar eerder protest aangetekend bij de gemeente tegen de invoering van het rioleringsstelsel. De gebouwen verrezen in de Eclectische bouwstijl met als herkenningspunt de pilasters, hier eens niet symmetrisch geplaatst. Van 1982-1985 was er samen met de huisnummers 106-109 een zogenaamde cataloguswinkel van Ikea gevestigd. Men kon er alleen kleine artikelen kopen, grotere artikelen konden worden afgehaald bij het magazijn aan de Cruquiusweg. De bovenwoningen zijn in 2016 nog herkenbaar volgens de bouwtekening. De benedenetages zijn allen opgeofferd voor bedrijfsvoering. Rond de eeuwwisseling 2000 werd in de panden een filiaal van Blokker gevestigd. Deze zou origineel op het Marie Heinekenplein gevestigd worden, maar of de bouw daarvan duurde te lang, of het complex werd te duur. De woning van 110 begane grond dient vanaf dan ook als toegang van de Sweelinckpassage, waarin naast Blokker ook een Albert Heijn en een Gall & Gall zijn gevestigd.

Albert Cuypstraat
Albert Cuypstraat

De Albert Cuypstraat is een straat in de Amsterdamse wijk De Pijp in het stadsdeel Zuid. De straat is in 1883 vernoemd naar Albert Cuyp, een kunstschilder uit de 17e eeuw, loopt van de Ruysdaelkade in het westen naar de Van Woustraat in het oosten, en kruist de Ferdinand Bolstraat. De straat is aangelegd op de plaats van de gedempte Zaagmolensloot. Dit verklaart waarom de straat breder is dan de meeste andere straten in het noordelijke deel van de Pijp. De Albert Cuypstraat, de Dapperstraat, de Ten Katestraat en de Lindengracht werden in 1910 als 'ventstraat' aangewezen. De straat is vooral bekend om de Albert Cuypmarkt, die zes dagen van de week wordt gehouden in het gedeelte tussen Ferdinand Bolstraat en Van Woustraat. Dit deel is dan ook alleen 's avonds en op zon- en feestdagen opengesteld voor het verkeer. Ook het andere (westelijke) deel is geen belangrijke verkeersader. In het westen gaat de Albert Cuypstraat over in de Ruysdaelstraat, waarmee het is verbonden door de Diamantbrug over de Boerenwetering. Door dit westelijke gedeelte reed van 1913-2018 tramlijn 16. Sinds de Ferdinand Bolstraat tussen de Albert Cuypstraat en Ceintuurbaan ten behoeve van bouwwerkzaamheden voor de Noord/Zuidlijn gestremd was kwam op 6 mei 2003 lijn 24 daar tot 10 mei 2016 bij. Er bevindt zich een niet meer gebruikte halte nabij de Diamantbrug. Alhoewel er geen reguliere tramlijn meer rijdt blijven de tramrails liggen ten behoeve van omleidingen en remiseritten. Op de zuidoostelijke hoek van de Albert Cuypstraat en de Ferdinand Bolstraat werden enkele panden gesloopt voor een nieuw hoekpand met daarin de ingang van het metrostation De Pijp van de Noord-Zuidlijn. Een andere ingang bevindt zich op de hoek van de Ferdinand Bolstraat en de Ceintuurbaan. Aan de straat staan vijf opmerkelijke gebouwen: Albert Cuypstraat 2-6, het Moppesgebouw (gemeentemonument) Albert Cuypstraat 24-26 met de Onderdoorgang Hercules Seghersstraat Albert Cuypstraat 88, voormalige brandweerkazerne Albert Cuypstraat 182, de voormalige Buiten-Amstelkerk (gemeentemonument) Albert Cuypstraat 241, school en boksschool (gemeentemonument) In 2016 verscheen bij de kruising van de Van Woustraat het kunstwerk Alles wat er op de markt te koop is. Sinds 2019 is op Albert Cuypstraat 124 vrouwencafé Bar Buka gevestigd.

Paleis voor Volksvlijtbrug
Paleis voor Volksvlijtbrug

De Paleis voor Volksvlijtbrug (brug nr. 248) is een vaste brug op de grens van Amsterdam-Centrum en Amsterdam Oud-Zuid. De brug verbindt het Westeinde aan noordkant met de Stadhouderskade (de zuidkade van de Singelgracht) en Van Woustraat (de doorgaande weg). Ze overspant daarbij de Singelgracht in Amsterdam. Tramlijn 4 rijdt over deze brug. Er lag hier al eeuwen een oeververbinding, maar die lag volgens de plattegronden van Daniël Stalpaert (ontwerptekening) en Frederik de Wit recht voor de Utrechtsestraat. De tekening van de tweede liet een gedetailleerde weergave zien van een poort met brug, de Utrechtse Poort. Gerrit de Broen bevestigde dat op zijn kaart van circa 1744 waarop de Utrechsche Poort ligt tussen de "Molen de Groen" en de "Molen de Roo Haan" aan de stadskant. Aan de overzijde van de Singelgracht ligt dan een Paarde wedt en wat verder op het Saagmolen Past (ongeveer op de plaats waar de Albert Cuypstraat nu ligt. Van 1859 tot 1864 werd op dwars tussen de Utrechtsestraat en de brug het Paleis voor Volksvlijt gebouwd, hetgeen tevens resulteerde in een westwaartse verplaatsing van de brug. De nieuwe poort met Utrechtse Barrière werd in de periode 1858 tot 1860 gebouwd naar een ontwerp van Willem Springer en Bastiaan de Greef, beiden stadsarchitecten bij de voorloper van de Publieke Werken. Zij lieten hier een ijzeren dubbele basculebrug plaatsen met twee aanbruggen. Aan de noordoostzijde van de brug werd vervolgens een galerij van Dolf van Gendt gebouwd die aansloot op de brug en het Paleis. Daartoe werden al de twee wachthuisjes van de Utrechtse Poort gesloopt. De brug hield het tot begin 20e eeuw vol. De brug werd met haar 2,6 meter brede beweegbare deel te smal. Er kwam een ijzeren liggerbrug met een breedte van 20,6 meter, de toename was deels te wijten aan de tram die hier kwam te rijden. In 1929 brandde het Paleis af, de galerij verdween in 1961 door sloop. Na flink wat gesteggel verrees hier pas in 1967/1968 het hoofdgebouw van de De Nederlandsche Bank naar een ontwerp van Marius Duintjer. Ongeveer gelijktijdig werd er gebouwd aan een nieuwe brug van nieuw materiaal en alweer verbreed. De ontwerper van de brug was Dick Slebos (ook van Publieke Werken), het was samen met zijn ontwerp voor de verderop gelegen brug 247 zijn laatste brugontwerp. Het werd een betonnen overspanning op twee betonnen pijlers, waarbij de ruimte tussen de landhoofden en de pijlers is dichtgemetseld; er is dus maar één doorvaart. Ook werken van andere bekende architecten zijn in de nabijheid van de brug te vinden. Dirk Sterenberg (Publieke Werken) kwam met de houten banken tussen betonnen staanders (noordoosten van de brug, Jo van der Mey (Publieke Werken) is terug te vinden in de peperbus uit 1911 (zuidwesten van de brug); enkele gebouwen aan het Westeinde zijn van Cornelis Outshoorn. Tussen 1989 en 1991 verscheen vervolgens de ronde toren van De Nederlandsche Bank (ook wel koffiezetautomaat) van Jelle Abma.

Gerard Doustraat 220
Gerard Doustraat 220

Het pand Gerard Doustraat 220 is een gebouw aan de Gerard Doustraat in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het is een van een vijftal gemeentemonumenten in die straat. Het gebouw is ontworpen door Publieke Werken van de stad Amsterdam. Het werd gebouwd voor de huisvesting van de Sweelinckschool, een openbare meisjesschool van de derde klasse, dat wil zeggen de beter gesitueerden. De naam van de school is ontleend aan de Eerste Sweelinckstraat, die hier de Gerard Doustraat kruist, maar de school had haar uitgang en speelplaats altijd aan de Gerard Doustraat. Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog waren er militairen in het gebouw ondergebracht. De school verdween en het pand kende vanaf toen wisselende bestemmingen. Berucht was het pand gedurende de jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw toen er een filiaal van de Sociale Dienst was gevestigd. Sommige verslaafden liepen direct naar een heroïnepand in de Quellijnstraat, anderen liepen direct naar de Stadsbank van Lening aan de Gerard Doustraat 156 om hun beleende spullen terug te kopen. Toen de Sociale Dienst vertrok vestigde zich een tandheelkundig centrum in het gebouw. Het gebouw is in de straat een markante en opvallende verschijning. De rood/oranjeachtige gevel met gele speklagen steekt af tegen de soms grauwe bakstenen gevels in de omgeving. Bovendien staat het gebouw nog vrijwel recht, terwijl panden in de omgeving tekenen vertonen van scheefhangen, dan wel al gesloopt/gerenoveerd zijn. De meeste gebouwen in de straat waren particulier eigendom en er werd soms op de bouwmaterialen beknibbeld. De Gerard Doustraat 220 is gebouwd volgens de Hollandse renaissancestijl, waarbij hier trapgevels werden geïmiteerd. Tegen de achtergevel van het gebouw is Eerste Sweelinckstraat 10 gebouwd, het voormalige badhuis van De Pijp, met min of meer daartussen de meisjesspeelplaats.

Govert Flinckstraat 286
Govert Flinckstraat 286

Het pand Govert Flinckstraat 286 hoek Eerste Sweelinckstraat 22 is een gebouw aan de kruising van de Govert Flinckstraat en Eerste Sweelinckstraat in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het gebouw is opgetrokken in de stijl van de neogotiek. Het is ontworpen door de Publieke Werken Amsterdam. Het diende origineel tot huisvesting van de school R, in de volksmond de Govert Flinckschool, een lagere school der tweede klasse (geen arme, maar ook geen rijke leerlingen). De Sweelinckschool die even verderop stond aan de Gerard Doustraat 220 trok in 1936 in het gebouw. Het stond ook nog even bekend als de Albert Cuypschool. Echter net als veel andere scholen in De Pijp sloot het haar deuren en moest het geschikt gemaakt worden voor andere doeleinden. In 2015 zit in het gebouw aan de Govert Flinckstraat een moskee gevestigd. In het gedeelte aan de Eerste Sweelinckstraat is gevestigd de zangschool van Babette Labeij, leverancier van artiesten voor onder meer The Voice of Holland en vanaf 2005 enige tijd leidster van het Kinderen voor Kinderenkoor. Het gebouw is markant in de Govert Flinckstraat aanwezig. De andere uit die tijd stammende panden in die straat zijn in de breedte veel kleiner van omvang. In verband met de nauwte van de straat kon er niet hoger gebouwd worden, er moest voor gezorgd worden dat er voldoende daglicht de straat bereikte. Unieke gevelelementen ter plaatse zijn erkertorens, twee kleuren baksteen, wimperg en een gemetselde borstwering.