place

Wim Sonneveldbrug

Brug in Amsterdam-Centrum
Wim Sonneveldbrug, brug 175 in de Marnixstraat over de Leidsegracht
Wim Sonneveldbrug, brug 175 in de Marnixstraat over de Leidsegracht

De Wim Sonneveldbrug (brug 175) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de Marnixstraat en overspant de Leidsegracht. De brug is in 1935/1936 geplaatst naar een eenvoudig ontwerp van Piet Kramer, er zijn geen versieringen of beeldhouwwerken toegepast.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Wim Sonneveldbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Wim Sonneveldbrug
Marnixstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Wim SonneveldbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.365244444444 ° E 4.8801833333333 °
placeToon op kaart

Adres

Wim Sonneveldbrug

Marnixstraat
1016 XR Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q28152822)
linkOpenStreetMap (446145214)

Wim Sonneveldbrug, brug 175 in de Marnixstraat over de Leidsegracht
Wim Sonneveldbrug, brug 175 in de Marnixstraat over de Leidsegracht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 94
Brug 94

Brug 94 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen over de Leidsegracht en vorm de verbinding tussen de Raamdwarsstraat (noord) en de kade van de Lijnbaansgracht (zuid). Ten noorden van de brug staat het gebouw en rijksmonument Leidsegracht 108 uit oude tijden, ten zuiden van de brug staat het moderne politiebureau Lijnbaansgracht uit de jaren zeventig. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende op zijn ontwerpkaart van 1662 hier al een brug. Het is onzeker of de brug er toen al lag, er is ten zuiden van de Leidsegracht dan bijna nog geen enkele bebouwing te zien. Stalpaert kon de ontwikkeling van de brug volgen, want hij was de bewoner van Leidsegracht 108, toen nog de woning van de stadsarchitect en werknemer van de Stadsmetseltuinen, die achter die woning lag. Op de kaart van Frederik de Wit van 1688 is bijna het gehele terrein tussen Leidsegracht en Amstel volgebouwd. De moderne geschiedenis begon in 1864. Toen werd het besluit genomen de houten brug voor 3800 gulden te vernieuwen; een jaar later ging een aannemer aan de slag. De huidige brug dateert vermoedelijk uit 1902. Op 17 februari van dat jaar werd aanbesteed Het vernieuwen van de brug no, 94 over de Leidschegracht aan de Lijnbaansgracht, met bijbehorende werken. In mei begonnen de werkzaamheden, waarbij al het verkeer, weg- en scheepvaart-, gestremd was; voetgangers konden over een noodbrug. Er kwam een ijzeren liggerbrug. In 1913 sneuvelde de brug bijna; er werd gesproken over demping van de Leidschegracht om er een hoofdverkeersweg van te maken. Het bleef bij plannen. De brug werd bij de vernieuwing niet verlaagd zoals andere bruggen in de stad. Ook bij latere herstelwerkzaamheden bleef de brug zijn oorspronkelijke hoogte en structuur behouden, ze werd dus bij hersteld niet vervangen door welfbrug, zoals elders in de stad. Toch stootte in 1938 een schipper van een zolderschuit nog zijn hoofd aan de balken van de brug; hij stortte in het water, werd gered, maar hield een schedelbasisfractuur aan het voorval over.

Raamplein
Raamplein

Het Raamplein is een plein in het centrum van Amsterdam. Het ligt aan de Marnixstraat ter hoogte van de Passeerdersgracht. De Raamstraat en de Raamdwarsstraat komen uit op het plein. Het plein is een gedempt deel van de Lijnbaansgracht. Op het plein ligt een bewaakte parkeerplaats. Het Raamplein is vernoemd naar de houten raamwerken waarop men hier in vroeger tijden geverfd textiel te drogen hing. Ook de namen van de elders in de stad gelegen Raamgracht en de Verversstraat herinneren aan de lakenindustrie. Aan het plein staat de voormalige Hogeschool voor Economische Studies, oorspronkelijk de Eerste Openbare Handelsschool op Raamplein 1. Willem Drees volgde hier onderwijs. Het gebouw uit 1899-1901 kreeg in 2001 status als rijksmonument. Op nummer 6 stond vanaf 1744 een hoefsmederij annex rijtuigenreparatiebedrijf met woonhuis, later bekend als Smederij Gebr. Schous Autoveren. Op de begane grond van het woonhuis vestigde zich voor de Tweede Wereldoorlog een kapperszaak en rond 1960 stomerij 'Kwiek'. Eind zestig werd het dak van de smederij afgebroken i.v.m. bouwvalligheid; eind jaren tachtig zijn de smederij en het woonhuis gesloopt. Aan de Marnixstraat op nummer 360, recht tegenover het Raamplein, had na de Tweede Wereldoorlog fotograaf Paul Huf z'n studio. Later werd hij daar opgevolgd door fotograaf Jan Schiet. Op nummer 362 woonde en werkte tussen 1944 en 1960 de Amsterdamse kunstschilder Klaas Pijlman. Schuin tegenover het plein, op de hoek van de Nieuwe Passeerdersstraat, staat het Jeugdtheater De Krakeling.

Lijnbaansgracht 219
Lijnbaansgracht 219

Lijnbaansgracht 219 is een gebouw in Amsterdam-Centrum en dient tot onderdak van het Politiebureau Lijnbaansgracht. In de jaren zeventig kwamen twee politiebureaus in de omgeving van het Rembrandtsplein en het Leidseplein in aanmerking voor vervanging. Ze werden beide te krap. Er werd besloten om een nieuw politiebureau te bouwen dat de uitgebreide vraag aankon. Een aantal jaren daarvoor vertrok een melkfabriek uit de binnenstad en die liet een leeg complex achter. De gebouwen waren in matige staat, op een sierlijke erker na die ooit de hoek Lijnbaansgracht/Leidsegracht sierde. Na sloop van de gebouwen in januari 1975 diende het terrein nog even als openbare parkeerplaats. Het ontwerp werd geleverd door de Dienst der Publieke Werken. Op dat moment was daar als architect werkzaam Anna Clasina van Hattem. Zij ontwierp ook de Sporthallen Zuid op het IJsbaanpad, de Pedagogische Academie aan de Prinses Irenestraat en een aantal wooncomplexen aan bijvoorbeeld Beemsterstraat en Ingelandenweg. In december 1977 werd het politiebureau officieel geopend door de commissaris van de Koningin. Al daarvoor was een arrestante in een van cellen overleden. Het politiebureau werd een van de drukste in de stad; ze bestreek het uitgangsgebied tussen Amstel, Singelgracht, Rozengracht en Kostverlorenvaart. Het bureau werd tevens voorzien van een cellencomplex in het souterrain. Het gebouw kostte circa 8.000.000 gulden, een gezamenlijke investering van gemeente en rijk. Aan de buitengevel hangt een metershoge plastiek van Harry Karssen (1933-2004). In 1984 moest het gebouw tijdelijk dicht; er was een vlooienplaag. Gerard Toorenaar was enige tijd districtchef aan die bureau.

Melkfabriekbrug
Melkfabriekbrug

De Melkfabriekbrug (brug 1900) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug werd rond 1949 neergelegd voor de N.V. Amsterdamse Melkinrichting O.V.v.V. Ze had aan de onbewoonde kant van de Lijnbaansgracht (lees de kant van de Marnixstraat) een melkfabriek staan, aan de andere kant waren er de kantoren, laboratoria, spoelruimtes en pakhuizen (voorheen van suikerfabriek De Granaatappel). Om het personeel van de ene naar de andere kant te kunnen laten lopen was een overloop geconstrueerd. Deze verdween, het personeel zou dan moeten omlopen om de Stadsschouwburg en daarom kwam deze brug om de weg te bekorten. Het was een zilverkleurige ophaalbrug uit Wolvega die die dienst zou verlenen. De directeur van de fabriek had haar zelf naar Amsterdam “gehaald”. Schepen met aan- en af te melk konden toen nog aanleggen voorbij de brug tot aan die Stadsschouwburg. In 1969 verdween hier de melkfabriek, de pakhuizen werden omgebouwd tot muziektempel Melkweg en sindsdien dient te brug als toegang tot dat zalencomplex. Na 1969 is de situatie rondom dit stukje Lijnbaansgracht geheel gewijzigd. Tweedederde van de panden werd gesloopt en vervangen door een politiebureau (1975-1977) en bioscopencomplex Cinecenter (geopend in 1979). Bovendien breidde de Stadsschouwburg naar achteren uit en begin 21e eeuw kwam hier de Rabozaal, een nieuwe concertzaal. De brug is dan echt als brug doelloos en onbeweegbaar en alleen de naam Melkfabriekbrug verwijst nog naar waar ze ooit voor diende. Even ten zuiden van de brug duikt de Lijnbaansgracht via een duiker onder de Stadsschouwburg en vervolgens het Kleine-Gartmanplantsoen door om vervolgens bij brug 198 pas weer zichtbaar te worden.

Brug 98
Brug 98

Brug 98 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de oostelijke kade van de Lijnbaansgracht en voert over de Passeerdersgracht. De Lijnbaansgracht stuit hier al sinds eind 18e eeuw op het Raamplein (eerst nog Malagplein geheten) om pas weer bij de Leidsegracht te gaan stromen (er zou een duiker onder het terrein lopen). De brug, per 10 oktober 1995 een gemeentelijk monument, is omringd door andere monumenten: Lijnbaansgracht 211-218/Passeerdersgracht 34-38, een woonblok van Göbel en den Hertog, gemeentelijk monument brug 99, gemeentelijk monument Passeerdersgracht 27, de conciërgewoning behorende bij de Openbare Handelsschool, een rijksmonument Raamplein 1, gymnastieklokaal en hoofdgebouw van de Openbare Handelsschool, een rijksmonument Nieuwe Passeerdersstraat 1, dat Jeugdtheater De Krakeling herbergt, een rijksmonument. Aan de overkant van de Lijnbaansgracht met haar kade Marnixstraat begint een bijna 100 meter lange duiker. Op de kaart van Joan Blaeu uit 1649 is de brug net als de andere brug 96 over de Passeerdersgracht al ingetekend. Net als de bruggen over de Looiersgracht was ook deze brug er bijna niet meer geweest. In 1913 kwam een plan boven tafel de Passeerdersgracht te dempen en hier een grote brede weg neer te leggen, De nabijgelegen Leidsestraat kon het verkeer niet aan. Het plan hield ook in dat er historische gebouwen aan de Herengracht en Keizergracht gesloopt moesten worden en de Beulingsloot gedempt. De schoonheidsschade zou blijvend zijn, terwijl toen nog niet zeker was, dat de route voldoende verkeersaanbod zou krijgen. Het plan ging dus niet door. De huidige brug (gegevens 2017) dateert van 1927. Toen werd het deel van de kade Lijnbaansgracht tussen de Passeerdersstraat en -gracht afgesloten voor het vernieuwen de brug. Van 9 mei tot 4 september 1927 werd hier een brug geplaatst naar een ontwerp (van het bureau) van Piet Kramer, bruggenarchitect van de Dienst der Publieke Werken. De brug (met name de walkanten) heeft de voor Kramer kenmerkende Amsterdamse Schoolstijl. De overspanning zelf is vrij standaard, maar de balustrades van siersmeedwerk zijn ook duidelijk van de hand van Kramer. Deze balustrades lopen door tot natuurstenen kolom, hier eenvoudig bewerkt.