place

Spiegelkwartier

KunstlocatieWijk in Amsterdam

Het Spiegelkwartier is een gebied in de Amsterdamse grachtengordel rond de Nieuwe Spiegelstraat en Spiegelgracht dat, evenals het gebied de Negen Straatjes, veel toeristen en dagjesmensen trekt. Alleen zijn de Negen Straatjes meer op consumenten gericht en is het Spiegelkwartier meer gericht op beeldende kunst en antiek. In dit kwartier hebben zich meerdere antiquairs en galeries gevestigd. De naam 'Spiegelkwartier' is bedacht door de in glas gespecialiseerde antiquair Frides Laméris, die ook een van de oprichters was van de nog altijd bestaande Vereniging Spiegelkwartier.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Spiegelkwartier (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Spiegelkwartier
Spiegelgracht, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: SpiegelkwartierLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.362230555556 ° E 4.88735 °
placeToon op kaart

Adres

Spiegelgracht 16-1
1017 JR Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 88
Brug 88

Brug 88 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug ligt in de noordelijke kade van de Lijnbaansgracht en overspant de Spiegelgracht. Aan beide zijden van de Spiegelgracht staan rijksmonumenten. Hier ligt al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende hier al een brug in op zijn ontwerpkaart uit 1662. Er is dan ook al enige bebouwing aan de oostelijke kade van de Spiegelgracht, met zelfs een gesloten woonblok Spiegelgracht, Eerste Weteringdwarsstraat, Weteringstraat en Tweede Weteringdwarsstraat. Toen Frederik de Wit kwam met zijn kaart van 1688 zijn de Weteringdwarsstraten bijna alle volledig bebouwd, maar Lange en Korte Leidsedwarsstraat nog niet. De moderne geschiedenis begint met een foto van Pieter Oosterhuis uit 1872, waar toen al een vaste brug met drie doorvaarten op te zien was met op de achtergrond de molen De Spiering. Op de brug staan de typische 19e-eeuwse brugleuningen. In 1877 werd de brug verlaagd, vlak nadat brug 97 (over de Lijnbaansgracht) werd opgeleverd. De brug werd in 1890 opnieuw onder handen genomen, ze werd vernieuwd en verbreed, waarbij zowel weg- als scheepvaartverkeer enige tijd gestremd was. Als fotograaf Jacob Olie op 6 november 1894 langskomt, licht er een plaat/liggerbrug met maar een doorvaart. De bruggen 88 en 97 trokken ook in 1969 samen op; ze moesten vervangen worden en dat nam een tijdbestek van vijf a zes maanden in beslag. De bruggen ontsnapten toen aan het "terugrestaureren", waarbij bruggen uit de laat 19e eeuw vervangen werden door boogbruggen, die beter in het klassieke stadsbeeld zouden passen, iets dat in de jaren zeventig pas in praktijk werd gebracht.

Brug 97
Brug 97

Brug 97 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de zuidoostelijke kade van de Spiegelgracht, overspant de Lijnbaansgracht en voert naar de Weteringschans, plaatselijk ooit genoemd Verlengde Spiegelgracht (er kwam echter geen gracht) en Zieseniskade. In het verlengde van de brug ligt de Museumbrug naar het Rijksmuseum. De brug wordt omringd door gemeentelijke en rijksmonumenten. Aan stadszijde liggen het voormalige weverhuis Spiegelgracht 27 (rijks) en de voormalige opvang voor alleenstaanden Lijnbaansgracht 287 (rijks), aan de overzijde Weteringschans 79 (gemeente), dat een mengeling aan stijlen laat zien. De vierde hoek rond de brug werd in beslag genomen door de oude melkfabriek, beter bekend als de Grote Wetering, waarvoor het monumentschap was aangevraagd en vervolgens geweigerd; het pand werd daarna gesloopt om plaats te maken voor Museum Plaza. Er ligt hier al eeuwen een brug. Stadsarchitect Daniël Stalpaert tekende de brug in op zijn ontwerpplattegrond van 1662, er is dan nauwelijks bebouwing te vinden, al staat het gebouw Spiegelgracht 27 er dan al (met het bijbehorend blok Derde Weteringsdwarsstraat). Als zesentwintig jaar later Frederik de Wit komt met zijn plattegrond is alles volgebouwd op de punt van Spiegelgracht 31 na. De moderne geschiedenis van de brug begint rond 1876; dan wordt een bouwtekening gemaakt van de brug, waarop een deel van de huidige (2017) situatie als te zien is. De aanbestedingen voor "Het maken van den onderbouw eener vaste brug" en "het maken en stellen van den metalen bovenbouw eener vaste brug" vonden plaats in januari van dat jaar. Op de landhoofden staan wat later bekend zou worden als de eierdoppen van Willem Springer, versieringen aan de brug, maar het is onbekend of de brug daadwerkelijk door hem ontworpen is. Midden op de brug staan dan lantarenpalen en het wegdek werd ondersteund door metalen boogconstructies. Beide kenmerken zijn (maar dan in het groot) terug te vinden bij de Hogesluis. De brug werd een paar keer gefotografeerd door Jacob Olie. In 1914 werden deze brug en de naastgelegen brug 88 voor het grote deel afgesloten voor verkeer; er werden herstelwerkzaamheden verricht. De brug kreeg vermoedelijk toen haar huidige vorm. In 1969 komen weer beide bruggen voor nieuwbouw in aanmerking. Beide bruggen zijn dan vier à vijf maanden uit roulatie; alleen voetgangers kunnen gebruik maken van noodbruggen. De brug behield daarbij haar uiterlijk van een liggerbrug, maar er mag van worden uitgegaan dat delen van de brug vervangen werden door modernere middelen. De brug kwam in 1980 in de frontlinie te liggen bij de veldslag tussen krakers (of althans sympathisanten daarvan) en de gemeentepolitie en de Mobiele Eenheid bij de ontruiming van het eerder genoemde krakersbolwerk Grote Wetering. Daarna werd het rustig rond de brug, soms werd het wegdek nog vernieuwd, maar grote werkzaamheden bleven uit.

Weteringschans 93
Weteringschans 93

Weteringschans 93 is een gebouw in Amsterdam-Centrum. Het gebouw aan de Weteringschans werd gebouwd door of op initiatief van (dan) aannemer F.L. Janssen. Het gebouw, dat nog zonder huisnummer gebouwd werd, dateert van begin 1899, toen de Inspecteur van het Bouwtoezicht constateerde dat het conform de afgegeven richtlijnen gebouwd was (13 februari 1899). In maart 1898 werd het nog aangeduid als “het pand naast nr. 91"; in januari 1899 kreeg het haar nummer. De eigenaar werd toen ook verplicht het huisnummer te plaatsen op het gevelvlak, twee meter boven het maaiveld, bij de toegang. Janssen woonde toen aan de Stadhouderskade 82-83. Ernst Roest is de architect van dit geheel. Het gebouw diende in eerste instantie tot woning van gegoede burgers, later werd de begane grond in gebruik genomen door bedrijven. De gemeente bestempelde het in 2005 tot gemeentelijk monument vanwege haar ensemblewaarde samen met Weteringschans 91, Weteringschans 95-97 en Weteringschans 99, de enige originele bebouwing van het stuk Weteringschans tussen de ingang naar de Spiegelgracht en de ingang naar de Weteringstraat. In 2017 zag het gebouw er als volgt uit. De asymmetrische voorgevel is gebouwd in grove rode strengperssteen, waarbij de raam- en deuropeningen en de spaarvelden geaccentueerd zijn met donkergroene, geglazuurde stenen, die her en der ook in versieringen terugkomen. Het gebouw bestaat uit een souterrain, een bel-etage en twee bouwlagen, alle met ramen met ontlastingsbogen. Daarop staat een verdieping die gedekt is met een afgeknot zadeldak, waarvan aan de voorzijde een dakschild te zien is. De rechter raamgang bestaat uit een toegang met bovenlicht naar de trap naar de groene houten en bewerkte toegangsdeur. Boven die toegang ziet men een uitkragende constructie (consoles) voor de bovenliggende stenen erker voor de eerste etage. De raamgedeelte doet hier met haar kleine raampjes en grove houtconstructies enigszins aan de Amsterdamse School denken (Roest zou later meer gebouwen in die stijl ontwerpen). Boven de erker, gescheiden door een witte uitkragende lijst, ligt het balkon van de tweede etage, deze heeft een balustrade bestaande uit stenen kolommen waartussen ijzeren versieringen zijn aangebracht. De raamgang zet vervolgens door met een zolderetage (ook uitgevoerd in rood en grijs baksteen) met rechthoekige ramen en een torenachtige constructie. De middelste raamgang begint onderaan met de natuurstenen borstwering van het gebouw. Daarboven drie ramen met wederom de kleurwisseling rood en grijs. De dikke houtconstructies en relatief smalle ramen vertonen weer overeenkomst met de Amsterdamse School. De buitengevel wordt hier afgesloten met een zolderetage achter een gedeeltelijk trapgeveltje. Het raam is daarbij rechthoekig. De zolderetage inclusief trapgevel en toren wordt van het onderstuk visueel gescheiden door een plint met boogconstructies waaronder ook uitkragingen te zien zijn. De linker raamgang is gelijk aan de middelste raamgang, behalve dat de zolderetage hier direct achter het dakschild schuilgaat. In dat schild is nog wel een soort oeil de boeuf verwerkt.

Museumbrug (Amsterdam)
Museumbrug (Amsterdam)

De Museumbrug (brugnummer 82) is een vaste brug op de grens van Amsterdam-Centrum en Amsterdam-Zuid, het Museumkwartier. De brug verbindt de Weteringschans met de Stadhouderskade en overspant daarbij de Singelgracht. Voor voetgangers en fietsers is het de schakel tussen de Spiegelgracht en de Passage Rijksmuseum. De brug, zelf een gemeentelijk monument, wordt omringd door een aantal gemeentelijke monumenten en twee rijksmonumenten, te weten villa Weteringschans 24 en het Rijksmuseum Amsterdam tevens naamgever van de brug. Eind 1876 werd besproken waar het "Rijks-museum voor Schilderijen" kwam te staan: Het wordt opgetrokken op 60 meter afstand van de Singelgracht, die zal worden overbrugd. Er werd 34.500 gulden voor de brug vrijgemaakt, in januari 1878 werd vermeld, dat men nog druk doende was met "den nieuwen uitgang der stad voor de Spiegelgracht tegenover het in aanbouw zijnde Rijksmuseum". Het ontwerp kwam van de Dienst der Publieke Werken. In hoeverre de stadsarchitect Bastiaan de Greef en zijn assistent Willem Springer bij dat ontwerp betrokken waren is niet duidelijk, de tekening vermeldt geen handtekening (de projecten werden als door een gehele afdeling opgeleverd). Kenmerkend voor de brug zijn de hardstenen halfronde brugpijlers, ijzeren balusters en balustrades. Voorts heeft de brug net als de Blauwbrug boogvormige ijzeren spanten. Die ijzeren spanten werden tijdens de bouw als mooie versieringen beschouwd, maar daarna wisselde het inzicht over dergelijke versieringen. Bij een aantal bruggen in de stad verdwenen ze, of de brug werd in haar totaal vervangen door een historiserende welfbrug. Dat bleef deze brug bespaard. De brug werd wel diverse malen gerenoveerd (1913: bovenbouw en 1990: liggers en betondek). Sinds 1913 lagen er tramsporen op de brug die aanvankelijk werden bereden door tramlijn 15 en vanaf 1922 door tramlijn 6, tot de opheffing in 1942. Daarna was deze route alleen in gebruik voor omleidingen. Door de komst van een extra verbindingsboog langs het Hirschgebouw op het Leidseplein in 1977 waren de sporen niet meer noodzakelijk en werden vanaf het Leidsebosje afgesloten. Bij de aanleg van de Binnenring werd de aansluiting vanaf de Weteringschans ook afgesloten. De buiten gebruik gestelde sporen hebben nog geruime tijd op de brug gelegen. Van 1967-1981 reden staduitwaarts de buslijnen naar Buitenveldert en Amstelveen over de brug. In 1980 kwam de brug terecht in het strijdtoneel behorende bij de ontruiming van krakersbolwerk Grote Wetering, de brug stond vol met politieauto’s en busjes van de Mobiele Eenheid. In 2023 wordt de brug heringericht, met eenrichtingsverkeer voor auto's en meer ruimte voor de fiets.