place

Nederlands Hervormde Kerk (Hoogmade)

Kerkgebouw in Kaag en BraassemRijksmonument in Kaag en Braassem
Hoogmade Ned Herv Kerk
Hoogmade Ned Herv Kerk

Nederlands Hervormde Kerk is een kerk gelegen aan de Kerkstraat in het Zuid-Hollandse Hoogmade. De rechthoekige zaalkerk werd gebouwd van 1729 tot 1730. De kerk heeft boven de westgevel een houten klokkentorentje. De ingang wordt gevormd door een natuurstenen poortje met het jaartal 1729 en het wapen van den toenmalige ambachtsheer Cornelis Sprongh. De kerk is eigendom van de Stichting van Cornelis Sprongh uit Leiden en wordt onderhouden door de kerkelijke gemeente.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Nederlands Hervormde Kerk (Hoogmade) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Nederlands Hervormde Kerk (Hoogmade)
Kerkstraat,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Nederlands Hervormde Kerk (Hoogmade)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.432319444444 ° E 4.91395 °
placeToon op kaart

Adres

INC Amsterdam

Kerkstraat
1121 DL (Landsmeer)
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q17448581)
linkOpenStreetMap (283583439)

Hoogmade Ned Herv Kerk
Hoogmade Ned Herv Kerk
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 2483
Brug 2483

Brug 2483 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Noord. Het gebied waarin deze brug ligt, werd eeuwenlang bij de stadskaarten van Amsterdam buiten beeld gehouden; het behoorde toe aan Landsmeer. Het was eeuwenlang agrarisch gebied dat in de 19e eeuw behoorde tot die gemeente, die voornamelijk leeg was. De zuidkant van die gemeente bestond uit landerijen en kavels tussen een slotenstelsel; het had de naam Zuiderpolder. Van grote invloed was bijvoorbeeld het graven van het Noordhollandsch Kanaal, dat dan ook deels in het bestaande slotenstelsel werd aangelegd. Het gebied werd enigszins van belang toen Amsterdam wederom grond nodig had en in 1966 een lap grond bekend als het buurtje Kadoelen annexeerde. De uithoek kwam desalniettemin zelden op de kaart. Amsterdam rukte steeds verder op. Met de bouw van Banne Noord in Banne Buiksloot had Amsterdam haar uiterste grens bereikt; het zijn dan de jaren zeventig. Even later kwam er een dikke witte streep zand tussen Amsterdam en Landsmeer te liggen. Het waren de voorbereidingen voor de Ringweg Noord. In de jaren tachtig begonnen de werkzaamheden ook dit gebied te bereiken en in de ringweg werden kunstwerken geplaatst voor snel- en lokaal verkeer tussen de beide gemeenten. De infrastructuur zou bijna volledig bestaan uit voet- en fietspaden; het gebied bleef agrarisch bestemd. Een van de paden was het kilometerslang Dorspad/Pieter Weerspad, die langs de Dorssloot en Pieter Weerssloot lopen. Om dat pad aan te laten sluiten op de infrastructuur van Amsterdam moesten er twee bruggetjes gebouwd worden over de afwateringstochten die aan beide zijden van de ringweg liggen. Brug 2483 werd de brug aan de noordkant; brug 1776 aan de noordkant. Beide bruggen komen uit dezelfde periode rond 1995. De brug 2483 kreeg haar brugnummer echter veel later, vermoedelijk omdat er ter plaatse een kleine grenscorrectie heeft plaatsgevonden Brug 2483 komt in de vorm van bruggetjes die overal liggen in Landelijk Noord. Deze brug staat op betonnen brugpijlers met dito jukken. Op de jukken liggen stalen balken die het houten loop- en fietsdek dragen. De enigszins wijkende leuningen sluiten het bouwwerk af. Tussen beide genummerde bruggen ligt de Noorderbreedtebrug in de ringweg.

Brug 1776
Brug 1776

Brug 1776 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Noord. Het gebied waarin deze brug ligt, werd eeuwenlang bij de stadskaarten van Amsterdam buiten beeld gehouden; het behoorde toe aan Landsmeer. Het was eeuwenlang agrarisch gebied dat in de 19e eeuw behoorde tot die gemeente, die voornamelijk leeg was. De zuidkant van die gemeente bestond uit landerijen en kavels tussen een slotenstelsel; het had de naam Zuiderpolder. Van grote invloed was bijvoorbeeld het graven van het Noordhollandsch Kanaal, dat dan ook deels in het bestaande slotenstelsel werd aangelegd. Het gebied werd enigszins van belang toen Amsterdam wederom grond nodig had en in 1966 een lap grond bekend als het buurtje Kadoelen annexeerde. De uithoek kwam desalniettemin zelden op de kaart. Amsterdam rukte steeds verder op. Met de bouw van Banne Noord in Banne Buiksloot had Amsterdam haar uiterste grens bereikt; het zijn dan de jaren zeventig. Even later kwam er een dikke witte streep zand tussen Amsterdam en Landsmeer te liggen. Het waren de voorbereidingen voor de Ringweg Noord. In de jaren tachtig begonnen de werkzaamheden ook dit gebied te bereiken en in de ringweg werden kunstwerken geplaatst voor snel- en lokaal verkeer tussen de beide gemeenten. De infrastructuur zou bijna volledig bestaan uit voet- en fietspaden; het gebied bleef agrarisch bestemd. Een van de paden was het kilometerslang Dorspad, dat langs de Dorssloot loopt. Om dat pad aan te laten sluiten op de infrastructuur van Amsterdam moesten er twee bruggetjes gebouwd worden over de afwateringstochten die aan beide zijden van de ringweg liggen. Brug 1776 werd de brug aan de zuidkant; brug 2483 aan de noordkant. Brug 1776 komt uit 1995 en is een landelijk gevormd bruggetje. Op een betonnen paalfundering met jukken liggen stalen balken waarop een houten loop– en fietsdek. De balustraden en leuningen zijn van hout. Midden in de brug zit een knik; bij het heien der brugpijlers lijken ze te diep in de grond te zijn geslagen; het brugdek daalt en stijgt aan beide kanten. Tussen beide bruggen ligt de Noorderbreedtebrug in de ringweg.

Noordhollandschkanaalbrug
Noordhollandschkanaalbrug

De Noordhollandschkanaalbrug is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Noord. De brug is aangelegd in het kader van de voltooiing van rijksweg 10 eind jaren tachtig. Het bouwen en beheer van kunstwerken in die snelweg ligt geheel in handen van Rijkswaterstaat, zo ook het ontwerp van deze brug over het Noordhollandsch Kanaal. De brug laat alhoewel in de jaren tachtig gebouwd toch een stukje geschiedenis van het kanaal zien. Alle bruggen over het kanaal moesten beweegbaar zijn voor de scheepvaart waarvoor zij is aangelegd. In eerste instantie waren het alle draaibruggen, maar in de loop van de jaren kwamen er ook basculebruggen of ophaalbruggen over het kanaal te liggen. Steeds moest de brug beweegbaar zijn voor hoogliggende scheepvaart. De brug 970, een hoog gelegen ophaalbrug, was nog maar net opgeleverd (opening 1983), toen werd begonnen met de bouw van wat de Noordhollandschkanaalbrug zou worden. Dit is een vaste brug, dus ineens was het afgelopen met schepen met hoge masten. In 1990 werd het noordelijk deel van de ringweg geopend. Later werden geluidsschermen op de zuidzijde brug (stadskant) geplaatst. Ze kreeg in 2017 haar naam. De brug overspant zowel het Noordhollandsch kanaal als de Noordhollandschkanaaldijk (westelijke oever) en de Buikslotermeerdijk (oostelijke oever). Nog geen honderd meter ten noorden van de brug ligt de scheidslijn tussen gemeenten Amsterdam en Landsmeer. Ze maakt tevens deel uit van de route Europese weg 35, die begint en eindigt bij de uit- en ingang van de Coentunnel.

Brug 2278
Brug 2278

Brug 2278 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Noord. Tijdens de afronding van de werkzaamheden van Ringweg Noord kwam er tussen die snelweg en De Nieuwe Noorder een graslandje zonder bestemming te liggen. Eeuwenlang was het grasland al dan niet met vee erop, maar de ringweg zorgde voor verdere stadsverdichting daar. Er kwam tussen 1996 en 1999 een woonwijk te liggen met de ietwat vreemde naam Diopter. Die wijk wordt omringd door water. Voor de verbinding met de omgeving werden vier bruggen aangelegd. Brug 2278 is een voetbrug tussen het wijkje en de Buikslotermeerdijk, hier de oostelijke oever van het Noordhollandsch Kanaal. De brug is circa 19 meter lang en 1,90 meter breed. Het waren de jaren dat de stadsdeelkantoren (mede) verantwoordelijk waren voor de infrastructuur; de Publieke Werken, eerder verantwoordelijk voor bruggen, was opgeheven. Het ontwerpen van bruggen werd uitbesteed. De voetbrug staat op metalen brugpijlers; ook de liggers zijn van metaal. Daarop liggen de houten planken. Ook de leuningen en balusters zijn weer van metaal. Om doorvallen door de balustrade te voorkomen zijn staaldraden bevestigd. Vanuit de wijk richting dijk moet men middels een trap een aanzienlijk hoogteverschil overbruggen. Op de brug werd een nummerplaatje gemonteerd van (werktitel) brug 1753 uit dezelfde tijd, elders in Amsterdam-Noord. De brug werd ontworpen door Chris de Jonge, Louis Hoogveld en Kees de Kat, dan samenwerkend onder architectenbureau DeJonge Hoogveld en deKat (1991-1999, later JHK-Architecten) uit Utrecht; zij ontwierpen tevens alle woningen voor het wijkje.