place

Brug 81

Brug in Amsterdam-Centrum
Brug 81 in de Lijnbaansgracht over de Reguliersgracht foto 4
Brug 81 in de Lijnbaansgracht over de Reguliersgracht foto 4

Brug 81 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de noordelijke kade van de Lijnbaansgracht en overspant de Reguliersgracht. Het scheepvaart en rijverkeer werd een aantal eeuwen op deze waterkruising als volgt geregeld: in de westelijke kade van de Reguliersgracht over de Lijnbaansgracht, zoals we die nu kennen, heeft nooit een brug gelegen in de oostelijke kade van de Reguliersgracht over de verlengde Lijnbaansgracht lag een brug, toen de verlengde Lijnbaansgracht werd gedempt, werd die brug overbodig in de westelijke kade van de Reguliersgracht lag een brug over de Nieuwe Looiersgracht, ook de Nieuwe Looiersgracht werd gedempt, de brug kon weg; de gracht werd de Fokke Simonszstraat even ten zuidoosten van brug 81 lag een brug in de oostelijke van de Reguliersgracht over de Achtergracht; ook de Achtergracht werd hier gedempt en die brug verdween dus ook; de Achtergracht werd de Falckstraat brug 81. Aan beide hellingen staan monumenten: Reguliersgracht 134-136 is een rijksmonument, Reguliersgracht 111 een gemeentelijk monument. De brug is zelf ondanks haar “oude” uiterlijk geen monument, ze is daarvoor te jong. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende op zijn ontwerpkaart uit 1662 hier al een brug in. Er was ter plaatse wel al enige bebouwing ingetekend. Op de tekening van Frederik de Wit uit 1688 is de gehele omgeving bebouwd. Belangrijkste bebouwing was de infirmerie die ten ooster van de brug lag. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1889. De gemeente Amsterdam schreef toen een aanbesteding uit voor het vernieuwen en verbreden van brug 81 inclusief het maken van aansluitende walmuren. Jacob Olie schoot in het decennium daarna hier een aantal foto’s. Daaruit blijkt dat er toen een ijzeren liggerbrug lag met houten balken. De hellingen waren bekleed met kinderhoofdjes. De brug had kenmerkende 19e-eeuwse balustrades. Die brug heeft er min of meer in ongewijzigde vorm tot 1976 gelegen. In 1906 zag het er slecht uit voor de brug, er werden plannen gemaakt om dit stuk Reguliersgracht en de Lijnbaansgracht tot de Vijzelgracht te dempen; het bleef bij plannen maken. Toen werd de brug vervangen door een welfbrug en dus historisch aangepast aan haar omgeving. De brug kreeg daarbij vermoedelijk een betonnen overspanning; of de fundering daarbij vernieuwd werd is vooralsnog onbekend. In 2015 vond er opnieuw onderhoud aan de brug plaats, maar zij is daarbij voor haar uiterlijk nauwelijks gewijzigd.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 81 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 81
Lijnbaansgracht, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 81Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.359805555556 ° E 4.8961666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Brug 81

Lijnbaansgracht
1017 LZ Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q41710955)
linkOpenStreetMap (67716562)

Brug 81 in de Lijnbaansgracht over de Reguliersgracht foto 4
Brug 81 in de Lijnbaansgracht over de Reguliersgracht foto 4
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Hilmanhofje
Hilmanhofje

Het Hilmanhofje (Hilmanshofje of Hilman's hofje) was een hofje in Amsterdam-Centrum. Het was gevestigd tussen de Nieuwe Looiersstraat 146-152 en Fokke Simonszstraat in de Weteringbuurt nabij de Reguliersgracht. Het Hilmanhofje kwam voort uit de Willem Hendrik Hilmanstichting. Dat was een stichting opgericht door schrijver Johannes Hilman die de naam draagt van zijn zoon Willem Hendrik Hilman die op zeer jonge leeftijd overleed. Hilman had via een erfenis een aanzienlijk bedrag tot zijn beschikking gekregen en liet diverse gebouwen neerzetten, zoals ook een eigen woning aan genoemde gracht. Het Hilmanhofje bood onderdak aan een twintigtal eenkamerwoningen bedoeld voor alleenstaande vrouwen, maar werd steeds meer bewoond door dienstboden die te ziek waren om hun taken uit te voeren of aan de slag te kunnen. Voorwaarde was wel dat de aanstaande bewoonsters konden aantonen minstens tien jaar lid van die gemeente te zijn geweest. Na oplevering schonk Hilman het gebouw aan de Diaconie van de Hervormde Kerk in Amsterdam. Net als meerdere van dit soort instelling taande met de toenemende welvaart de interesse voor dit soort kleine woningen en in de jaren zeventig werd het dan ook grotendeels bewoond door studenten. Daarop liet de diaconie het complex renoveren; een aantal kamers werd samengetrokken tot driekamerwoningen; andere behielden hun grootte en werden geschikt gemaakt voor begeleid wonen. Hilman schakelde architect Nicolaas Redeker Bisdom in voor dit gebouw. Het gebouw heeft een gevel in neorenaissancestijl. De naam van het hofje is terug te vinden in een cartouche aan de Nieuwe Looiersstraat 146-150 met de tekst: Willem Hendrik Hilman’s Stichting 1875. In de gevel aan de Fokke Simonszstraat is in een sierlijk lint in de gevel de tekst leesbaar Ter zijner nagedachtenis. Hilman, de stichter, overleed niet veel later in 1881. Het gebouw werd in november 2006 tot gemeentelijk monument verklaard.

Fokke Simonszstraat 59-63
Fokke Simonszstraat 59-63

Fokke Simonszstraat 59-63 is gebouwencomplex aan de Fokke Simonzstraat in de Weteringbuurt in Amsterdam-Centrum. Hier staat al eeuwen bebouwing, al uit de tijd van de Nieuwe Looierssloot. De originele bebouwing is al lang gesloopt en er werd opnieuw gebouwd. In de 21e eeuw herhaalde deze geschiedenis zich. Er stond toen een buitendienstzijnde school die nog even tot daklozenopvang diende. Het naderde de toestand van verval en er werd daarom tot nieuwbouw besloten. Naar ontwerp van Ronald Janssen werd er rond 2019 een hoekig appartementencomplex neergezet. Het valt op door haar terugspringende vensters inclusief begane grond. De bovenste vierde bouwlaag is eveneens teruggetrokken. Jaap Huisman omschreef het in Het Parool van 13 maart 2020 als een "rijtje geschakelde appartementen"; hij typeerde het verder met gekleurd glas en gepigmenteerd beton. Het geheel straalt een "abgestraheerde versie van een klassiek grachtenpand", aldus Huisman; hij omschreef het eerder als compromisloos. Architectenweb meldde dat er meer opvallende zaken zijn te vinden. Zo loopt de verticale geleding taps (kolommen onder smal, boven breed) en komen de inspringende ramen naar boven toe steeds verder naar voren, dat laatste lijkt een referentie naar de grachtenpanden die ook enigszins naar voren (lijken te) hellen. In horizontale zin past het toch veertig meter lange blok binnen de oudere panden die het belenden. Bovendien lijkt de architect zich bewust geweest van het feit dat door de geringe breedte van de straat het gebouw nooit frontaal gezien wordt, maar altijd in perspectief. Een tegenhanger was te vinden in de mening van Bernard Hulsman van het NRC; hij schaalde het in als een moderne versie van het Maupoleum, noemde de bouwstijl neobrutalisme en typeerde het als skelettendoos. Het complex werd in maart 2020 genomineerd voor de Amsterdamse Architectuur Prijs.

Stadhouderskade 95-96
Stadhouderskade 95-96

Stadhouderskade 95-96 betreft een dubbel woonhuis, gelegen is aan de Stadhouderskade, de zuidoever van de Singelgracht in Amsterdam-Zuid, De Pijp. De panden zijn bijna een spiegelbeeld van elkaar en behorende tot de onopvallendste aan de Stadhouderskade. De gebouwen bestaan uit een souterrain met drie woonetages en een zolder. De bouwstijl is terug te voeren naar het eclecticisme (van alles wat). De versieringen zijn eenvoudig gehouden, slechts onder enkele ramen zijn versieringen. Alleen de steunen van de balkons zijn overdadig uitgevoerd. In 2015 is de ondersteuning van de dakplint van nummer 95 niet aanwezig, die van gebouw nr. 96 heeft enkele versieringen. De gebouwen zijn dan wel bijna een spiegelbeeld en zijn naast elkaar gezet, maar bij een zijdelingse blik op de gebouwen is te zien dat de hoogten van bijvoorbeeld ramen niet waterpas zijn. De beide gebouwen lijken voorts “achterover te leunen”. De gebouwen dienen vanaf het begin tot woonhuis annex kantoor. De firma Van der Elst en Bueno, een hofleverancier in wijnen aan de Kromme Elleboogsteeg had hier in de vroege 20e eeuw haar kantoor bij mevrouw J. Bueno de Mesquita, die hier al in 1887 woonde. F.J. Bueno de Mesquita, ook hier woonachtig, was in 1918 secretaris van "Hulp voor Belgische Oorlogswezen". In 1940 was op nummer 95 het secretariaat van de Rooms-Katholieke Bond voor grote gezinnen gevestigd. In de jaren dertig en veertig hield hier de in 1933 in Amsterdam afgestudeerde en Joodse arts Benjamin Nink (Arnhem 27 februari 1907 – onbekend, 30 november 1943) zijn praktijk. Hij woonde met zijn familie in de Hemonystraat, maar de familie is gedurende de Tweede Wereldoorlog vermoord in Auschwitz en Sobibór. Nink heeft wellicht nog als ziekenbroeder (Sanitäter) in Sobibor gefunctioneerd. In gebouw nummer 96 was enige tijd Maison Ria gevestigd, een destijds in Amsterdam bekend leverancier van maatkleding in bontwerken, avondjaponnen, avondmantels etc. De kleding was voor de beter gesitueerden want men kon naast "Robes, manteaux et fourrures" ook een kopje “thé” krijgen, aldus een recensie uit september 1928. Beide gebouwen brachten op een openbare veiling op 7 november 1977 74.000 gulden op.

Stadhouderskade 93-94
Stadhouderskade 93-94

Het complex Stadhouderskade 93-94 is een woon/winkelhuis dat gelegen is aan de Stadhouderskade, de zuidoever van de Singelgracht in Amsterdam-Zuid, De Pijp. In 1910 werden deze gebouwen ter huur aangeboden als zijnde "Twee bijzonder gunstig gelegen heerenhuizen, waarvan een met vrij bovenhuis met open plaatsen, tuinen en erven met twee achter deze perceelen gelegen koetshuizen waarvan een met stalling voor acht paarden, het tweede met open plaats, beide met afzonderlijk verhuurd wordende bovenwoningen en erven aan de Jacob van Campenstraat 131 en 133, te zamen groot zeven aren en 94 centiaren". In de advertentie werd gesteld dat het geheel zeer geschikt was ten behoeve van de vestiging van een autogarage. Deze advertentie trok de aandacht van autohandelaar M. van Genderingen (Kampen, 1869 - Amsterdam, 1928), die er zijn Opelvertegenwoordiging voorzette die eerder aan Stadhouderskade 29 was gevestigd. Vanaf 1912 exploiteerde hij hier zijn garagebedrijf. Anno 2016 is het pand met een haast roze kleur opvallend licht tussen de andere panden. Het geheel zal bij de bouw symmetrisch zijn geweest, met twee grote en kleine erkers op respectievelijk eerste en tweede verdieping. Twee gevelstenen boven de tweede etage laten iets van de gebruiksgeschiedenis van het pand zien, gevleugelde wielen die eveneens symmetrisch zijn geplaatst. Zij dateren uit de tijd 1912-1928. Gebruikers van de gebouwen waren of zijn: 1908: Manders en van der Berg, filiaal voor Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot exploitatie van petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië, voorloper van Shell, met benzinepompen 1912: M van Gendringen: Opel, Hotchkiss, Durant en in 1928 ook Auburn H.C.L. Sieberg nam Van Genderingen over 1930-1938: Internationale Automobiel-Centrale K. Landeweer, vertegenwoordiging Cadillac en Oldsmobile 1980: Overdekte Albert Cuypmarkt Carpetland 2014: EkoPlaza 2017: Jumbo supermarkten 2023: Bever winkelketen

Fokke Simonszstraat 45-49
Fokke Simonszstraat 45-49

De Fokke Simonszstraat 45-49 te Amsterdam is een gebouw in Amsterdam-Centrum, Weteringbuurt. Het gebouw dateert uit 1907/1908 en heeft dus de periode dat de Fokke Simonszstraat nog Nieuwe Looiersgracht was niet meegemaakt (demping circa 1875). De Fokke Simonszstraat laat een mengeling zien van allerlei bouwstijlen, in de loop der jaren verdween de originele bebouwing, maar ook de daaropvolgende gebouwen doorstonden de tand des tijds niet allemaal. Dit schoolgebouw uit 1908 is ontworpen door Peter Bekkers, die hier om de hoek woonde aan de Prinsengracht. Hij kreeg de opdracht van de parochianen van Sint-Willibrordus binnen de Veste, de latere Kerk De Duif. Er werd hier op 1 januari 1908 alleen een jongensschool (een zogenaamde R.K. Parochiale Armenschool) met de naam St. Antoniusschool geopend met daaraan gelieerd het St. Willibrorduspatronaat; tot in de jaren zestig hield de school het vol, al was het dan al wel een gemengde school. Toen was de buurt minder kinderrijk; het gebouw kreeg keer op keer een herbestemming. Er is sprake van enig siermetselwerk, maar het wordt overheerst door een sobere bouwstijl. Opvallend zijn drie tegeltableaus in de gevel aan de Fokke Simonszstraat met afbeelding van de heilige Sint Franciscus, Sint Antonius en Sint Willibrordus. Daaronder is een tegeltableau te zien met de naam. Het gebouw heeft net als andere gebouwen aan deze straat een achtergevel aan de achterliggende Nieuwe Looiersstraat; (huisnummer 100) deze is zo mogelijk nog soberder uitgevoerd. Na de diverse herbestemmingen werden er appartementen in gebouwd. Het gebouw is sinds 2006 een gemeentelijk monument.

Stadhouderskade 97
Stadhouderskade 97

Stadhouderskade 97 betreft een woonhuis, gelegen is aan de Stadhouderskade, de zuidoever van de Singelgracht in Amsterdam-Zuid, De Pijp. Het betreft hier een woonhuis dat vrij rechttoe rechtaan is gebouwd in de eclectische bouwstijl. Die stijl komt aan de Stadhouderskade relatief vaak voor. Het is dan ook niet de bouwstijl die het gebouw laten opvallen, maar de drie zwartgrijze koppen (mascarons) die op de begane grond zijn aangebracht in het witte pleisterwerk. Het is niet bekend, wie de koppen heeft laten plaatsen. Het gebouw kent vier woonetages, een flinke dakplint en een zolderetage. Een van de eerste gebruikers van het gebouw dat vermoedelijk uit 1878 stamt was Prof. Dr. Med. J. Schoondermark. Jacobus Schoondermark jr. voerde hier eind 19e eeuw en begin 20e eeuw een tandheelkundige en fysiotherapeutische praktijk. Zijn reputatie als arts was twijfelachtig, maar hij staat wel te boek als een van de eerste artsen die streefde naar een vriendelijker bejegening van homoseksualiteit. Zijn oeuvre bestaat uit een kleine vijftig boekwerken en brochures, doch gevreesd moet worden dat een deel daarvan plagiaat is. Na het vertrek van Schoondermark was militair Paul Auguste Rudolphe Constant van Linden Tol de bewoner. Hij zat in de staf van de Stelling van Amsterdam en was gehuwd met Alison Maria Dina Sieger. Zij was dochter van Johann Sieger, de baas van de Amsterdamse Chinine Fabriek (ACF). Zij was de zus van chemicus Wilhelm Sieger.

Stadhouderskade 92
Stadhouderskade 92

Stadhouderskade 92 is een woon/winkelhuis, dat gelegen is aan de Stadhouderskade, de zuidoever van de Singelgracht in Amsterdam-Zuid, De Pijp. De oorspronkelijke indeling van Stadhouderskade 92 is souterrain, beletage, bovenverdieping en zolder. Later is die indeling aangepast aan het gebruik. Het gebouw is een opvallende verschijning aan de Stadhouderskade. Het is donker van uiterlijk, bijna zwart. Voorts is geen baksteen te zien in de voorgevel; deze is geheel bepleisterd. Er zijn pilasters te zien met kapitelen. Op de pilasters en kapitelen van de eerste verdieping zijn daarbij voorzien van hoofden. Bij de oorspronkelijk versie was voorts het balkon nog voorzien van enige opstaande versieringen. Bovendien is het pand veel lager dan haar belendende panden - het lijkt alsof er een verdieping is vergeten. In de loop der jaren heeft het gebouw te lijden gehad van verbouwingen die het uiterlijk niet altijd ten goede kwamen. De balkonversieringen zijn gesneuveld. In de jaren twintig of dertig is een gevelsteen boven de entree geplaatst, deze is na 1982 verwijderd. De laatste jaren van de 20e eeuw was op de begane grond een tapijthandel gevestigd en ook een bedrijf in allerlei vloeren. In 2015 opende een feel-good-winkel haar filiaal hier.Sinds december 2017 is op de begane grond een tandartspraktijk gevestigd: Tandartspraktijk Stadhouderskade. Voor het gebouw geldt dat het niet meer gewijzigd mag worden, alleen een nieuwe bestemming mag nog aangegeven worden. Het pand wordt van belang geacht voor de architectuur, maar is geen gemeentelijk of rijksmonument.

Stadhouderskade 100-101
Stadhouderskade 100-101

Het complex Stadhouderskade 100-101 betreft een bedrijfspand met bovenwoningen, dat gelegen is aan de Stadhouderskade, de zuidoever van de Singelgracht in Amsterdam-Zuid, De Pijp. Het is verbonden met de Tweede Jacob van Campenstraat 145-147. Op deze plaats heeft waarschijnlijk tot 1907 een woonhuis gestaan. Het is onbekend wat daarmee gebeurd is. In februari 1907 kwam echter nieuws dat de architecten Alphonsus Maria Leonardus Aloysius Jacot en Willem Oldewelt voor deze plek een garagebedrijf met bovenwoningen hebben ontworpen voor de Automobiel Import Maatschappij voorheen M.W. Aertnys. Het gebouw werd werkelijk uit de grond gestampt, want in februari 1907 waren de tekeningen nog geëxposeerd, terwijl men hoopte in april 1907 open te gaan. Er werd een showroom, een atelier, een herstelplaats maar ook een garage ingericht. Vanuit hier zouden voorlopig Darracq-auto’s verkocht worden vanuit Darracq Palace. In 1916 trok Tasche & Co Automobielen in het pand en gaf er een nieuwe naam aan Wolseley Palace. Die groeide snel uit jaar jas en moest in 1923 alweer verhuizen, in dit geval naar Stadhouderskade 142. Vervolgens kreeg Jan Kuijt de opdracht om het bedrijfsgedeelte te verbouwen tot confectiefabriek. Die heeft er slechts enkele jaren gebruik van kunnen maken, want in de jaren dertig kwam hier de Hupmobile-vertegenwoordiger (weer auto's). Ook daarna zat er in de firma Kimman nog een autohandelaar in het gebouw gevestigd. Deze voerde zijn bedrijf hier uit van de jaren veertig tot de late jaren tachtig. In de late jaren negentig vestigt zich hier Albert Heijn, die niet kon wachten tot de oplevering van het complex aan het Marie Heinekenplein. Het gebouw wijkt zeer af van de belendende gebouwen. Voor wat betreft architectuur is duidelijk te zien dat het pand uit later datum stamt dan de omringende gebouwen. Vooral de lichte kleur en de asymmetrie vallen hier op. Het heeft de karakteristieken van de Um 1800 Bewegung.