place

Falckstraat

Straat in Amsterdam-Centrum
Falckstraat foto 3
Falckstraat foto 3

De Falckstraat is een relatief brede straat in Amsterdam-Centrum. De straat is per raadsbesluit van 11 mei 1870 vernoemd naar de staatsman, minister en advocaat Anton Reinhard Falck.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Falckstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Falckstraat
Falckstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: FalckstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.36045 ° E 4.8972027777778 °
placeToon op kaart

Adres

Falckstraat
1017 VV Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Falckstraat foto 3
Falckstraat foto 3
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 81
Brug 81

Brug 81 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de noordelijke kade van de Lijnbaansgracht en overspant de Reguliersgracht. Het scheepvaart en rijverkeer werd een aantal eeuwen op deze waterkruising als volgt geregeld: in de westelijke kade van de Reguliersgracht over de Lijnbaansgracht, zoals we die nu kennen, heeft nooit een brug gelegen in de oostelijke kade van de Reguliersgracht over de verlengde Lijnbaansgracht lag een brug, toen de verlengde Lijnbaansgracht werd gedempt, werd die brug overbodig in de westelijke kade van de Reguliersgracht lag een brug over de Nieuwe Looiersgracht, ook de Nieuwe Looiersgracht werd gedempt, de brug kon weg; de gracht werd de Fokke Simonszstraat even ten zuidoosten van brug 81 lag een brug in de oostelijke van de Reguliersgracht over de Achtergracht; ook de Achtergracht werd hier gedempt en die brug verdween dus ook; de Achtergracht werd de Falckstraat brug 81. Aan beide hellingen staan monumenten: Reguliersgracht 134-136 is een rijksmonument, Reguliersgracht 111 een gemeentelijk monument. De brug is zelf ondanks haar “oude” uiterlijk geen monument, ze is daarvoor te jong. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende op zijn ontwerpkaart uit 1662 hier al een brug in. Er was ter plaatse wel al enige bebouwing ingetekend. Op de tekening van Frederik de Wit uit 1688 is de gehele omgeving bebouwd. Belangrijkste bebouwing was de infirmerie die ten ooster van de brug lag. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1889. De gemeente Amsterdam schreef toen een aanbesteding uit voor het vernieuwen en verbreden van brug 81 inclusief het maken van aansluitende walmuren. Jacob Olie schoot in het decennium daarna hier een aantal foto’s. Daaruit blijkt dat er toen een ijzeren liggerbrug lag met houten balken. De hellingen waren bekleed met kinderhoofdjes. De brug had kenmerkende 19e-eeuwse balustrades. Die brug heeft er min of meer in ongewijzigde vorm tot 1976 gelegen. In 1906 zag het er slecht uit voor de brug, er werden plannen gemaakt om dit stuk Reguliersgracht en de Lijnbaansgracht tot de Vijzelgracht te dempen; het bleef bij plannen maken. Toen werd de brug vervangen door een welfbrug en dus historisch aangepast aan haar omgeving. De brug kreeg daarbij vermoedelijk een betonnen overspanning; of de fundering daarbij vernieuwd werd is vooralsnog onbekend. In 2015 vond er opnieuw onderhoud aan de brug plaats, maar zij is daarbij voor haar uiterlijk nauwelijks gewijzigd.

Hilmanhofje
Hilmanhofje

Het Hilmanhofje (Hilmanshofje of Hilman's hofje) was een hofje in Amsterdam-Centrum. Het was gevestigd tussen de Nieuwe Looiersstraat 146-152 en Fokke Simonszstraat in de Weteringbuurt nabij de Reguliersgracht. Het Hilmanhofje kwam voort uit de Willem Hendrik Hilmanstichting. Dat was een stichting opgericht door schrijver Johannes Hilman die de naam draagt van zijn zoon Willem Hendrik Hilman die op zeer jonge leeftijd overleed. Hilman had via een erfenis een aanzienlijk bedrag tot zijn beschikking gekregen en liet diverse gebouwen neerzetten, zoals ook een eigen woning aan genoemde gracht. Het Hilmanhofje bood onderdak aan een twintigtal eenkamerwoningen bedoeld voor alleenstaande vrouwen, maar werd steeds meer bewoond door dienstboden die te ziek waren om hun taken uit te voeren of aan de slag te kunnen. Voorwaarde was wel dat de aanstaande bewoonsters konden aantonen minstens tien jaar lid van die gemeente te zijn geweest. Na oplevering schonk Hilman het gebouw aan de Diaconie van de Hervormde Kerk in Amsterdam. Net als meerdere van dit soort instelling taande met de toenemende welvaart de interesse voor dit soort kleine woningen en in de jaren zeventig werd het dan ook grotendeels bewoond door studenten. Daarop liet de diaconie het complex renoveren; een aantal kamers werd samengetrokken tot driekamerwoningen; andere behielden hun grootte en werden geschikt gemaakt voor begeleid wonen. Hilman schakelde architect Nicolaas Redeker Bisdom in voor dit gebouw. Het gebouw heeft een gevel in neorenaissancestijl. De naam van het hofje is terug te vinden in een cartouche aan de Nieuwe Looiersstraat 146-150 met de tekst: Willem Hendrik Hilman’s Stichting 1875. In de gevel aan de Fokke Simonszstraat is in een sierlijk lint in de gevel de tekst leesbaar Ter zijner nagedachtenis. Hilman, de stichter, overleed niet veel later in 1881. Het gebouw werd in november 2006 tot gemeentelijk monument verklaard.

Amstelkerk (Amsterdam)
Amstelkerk (Amsterdam)

De Amstelkerk is een houten kerkgebouw in Amsterdam. De kerk is gelegen op het Amstelveld in het centrum van Amsterdam en is tussen 1668 en 1670 gebouwd als onderdeel van de tweede uitleg van de Grachtengordel. Het ontwerp is van Daniël Stalpaert. Het zou een tijdelijke "houten predikschuur" worden, waarbij men zich voornam om "het plein of veld aan die Kerk egter groot genoeg te laaten, om op het zelve, t'eenigen tyde, eene steenen Kerk te konnen zetten", aldus het Bureau Monumenten & Archeologie. Het centrale deel van de kerk kreeg de vorm van een kubus. Oorspronkelijk hadden de wanden van de Amstelkerk een verticale grenen beplanking die met de kopse einden in de aarde stonden. De buitenzijde was ossenbloedrood geschilderd. De ramen waren voorzien van glas-in-lood. De toegangsdeuren waren geplaatst in het midden van de buitenwanden. De vloer bestond uit eenvoudige bakstenen klinkers. Aan de binnenzijde keek men tegen de ongeverfde achterkant van de buitenwand aan. De kansel, omgeven door de dooptuin,stond in het midden aan de noordzijde. Tegenover de preekstoel stond de overkapte bank voor de notabelen. Tot 1985 werd de kerk gebruikt door de Hervormde Kerk en de Amsterdamse Studentenekklesia. Sinds 1986 is de kerk eigendom van Stadsherstel Amsterdam, dat er ook kantoor houdt en de ruimte verhuurt voor sociaal-culturele activiteiten en voor recepties en bruiloften. In het souterrain aan de zuidzijde is een restaurant gevestigd. De verbouwing daartoe verstoorde de klassieke maatverhoudingen. Sinds 2006 wordt het gebouw ook weer op zondag gebruikt voor kerkdiensten van de Christelijke Gereformeerde Kerk. De kerk heeft een vierkant grondplan van 28,3 x 28,3 meter, wat neerkomt op 100 bij 100 voet, dezelfde maat als de Oosterkerk die ook door Stalpaert is ontworpen. In 1840 is de kerk in neo-gotische stijl verbouwd onder leiding van Hendrik Springer.

Brug 74
Brug 74

Brug 74 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de Kerkstraat en overspant de Reguliersgracht in de Amsterdamse grachtengordel. De brug, zelf per 1995 een gemeentelijk monument wordt omringd door rijksmonumenten waarvan de Amstelkerk op het Amstelveld het bekendst is. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert, de stadsarchitect, tekende op zijn plattegrond in 1662 al een brug. Er is dan nog vrijwel geen bebouwing hier, maar het noodgebouw van de Amstelkerk staat er al wel. Frederik de Wit tekende op zijn kaart uit 1688 wel bebouwing en ook dan is de brug zichtbaar in de Amstel Kerck Straet over de Reguliers Graft. Er is een tekening bekend uit circa 1760, waarop nog een houten brug zichtbaar is zonder boog. Een van de walkanten werd daarbij nog gebruikt als opslag. De huidige brug stamt vermoedelijk uit 1780, het jaartal wordt aan de noordkant vermeld in twee gevelstenen met “Anno” “1780”. De brug viel als een van de weinige bruggen niet ten prooi aan verlaging en verbreding. Eind 19e eeuw begin 20e eeuw werden veel bruggen in de Amsterdamse binnenstad afgetopt om het wegverkeer makkelijker op en af de brug te laten rijden. Echter er is hier relatief weinig verkeer, vandaar dat lang gewacht kon worden met aanpassing. Het heeft dus de overgang naar ijzeren ligger/balkbrug en weer terug naar boogbrug doorstaan. Pas in 1981 was de oude brug aan de beurt voor vervanging. Daarbij werd gekozen om het brugdek van gewapend beton te maken en wellicht de fundering te vernieuwen, maar de rest lijkt toch vooral bij het oude gelaten te zijn. De brug had als officieuze aanduiding de Kerksluis, Kerk verwijzend naar de straat, sluis naar “stenen brug”. De Amstelkerk was in die dagen slechts een houten loods dienende tot noodkerk, er waren toen voorlopig geen plannen daar een permanente kerk te bouwen. De loods hield het heel lang vol als bedehuis. Een andere naam in de volksmond is Ronde brug. De boog reflecteert in bijzondere omstandigheden in het water en boog en reflectie laten een hele cirkel zien. De brug beschikt over een doorvaartopening met een hoogte van 2.60 meter.

Fokke Simonszstraat 59-63
Fokke Simonszstraat 59-63

Fokke Simonszstraat 59-63 is gebouwencomplex aan de Fokke Simonzstraat in de Weteringbuurt in Amsterdam-Centrum. Hier staat al eeuwen bebouwing, al uit de tijd van de Nieuwe Looierssloot. De originele bebouwing is al lang gesloopt en er werd opnieuw gebouwd. In de 21e eeuw herhaalde deze geschiedenis zich. Er stond toen een buitendienstzijnde school die nog even tot daklozenopvang diende. Het naderde de toestand van verval en er werd daarom tot nieuwbouw besloten. Naar ontwerp van Ronald Janssen werd er rond 2019 een hoekig appartementencomplex neergezet. Het valt op door haar terugspringende vensters inclusief begane grond. De bovenste vierde bouwlaag is eveneens teruggetrokken. Jaap Huisman omschreef het in Het Parool van 13 maart 2020 als een "rijtje geschakelde appartementen"; hij typeerde het verder met gekleurd glas en gepigmenteerd beton. Het geheel straalt een "abgestraheerde versie van een klassiek grachtenpand", aldus Huisman; hij omschreef het eerder als compromisloos. Architectenweb meldde dat er meer opvallende zaken zijn te vinden. Zo loopt de verticale geleding taps (kolommen onder smal, boven breed) en komen de inspringende ramen naar boven toe steeds verder naar voren, dat laatste lijkt een referentie naar de grachtenpanden die ook enigszins naar voren (lijken te) hellen. In horizontale zin past het toch veertig meter lange blok binnen de oudere panden die het belenden. Bovendien lijkt de architect zich bewust geweest van het feit dat door de geringe breedte van de straat het gebouw nooit frontaal gezien wordt, maar altijd in perspectief. Een tegenhanger was te vinden in de mening van Bernard Hulsman van het NRC; hij schaalde het in als een moderne versie van het Maupoleum, noemde de bouwstijl neobrutalisme en typeerde het als skelettendoos. Het complex werd in maart 2020 genomineerd voor de Amsterdamse Architectuur Prijs.

Stadhouderskade 110-113
Stadhouderskade 110-113

Stadhouderskade 110-113 is een complex gebouwen aan de Stadhouderskade/Singelgracht te Amsterdam-Zuid, De Pijp. De gebouwen zijn hier neergezet in opdracht van makelaar A.H. de Klerck, die waarschijnlijk ook het ontwerp heeft gemaakt. De combinatie makelaar, architect en ook timmerman, aannemer kwam vaker voor in deze wijk. Van origine bestond het complex uit een achttal woningen, aldus een "te huur"-advertentie in Het Nieuws van den Dag van 21 maart 1873. Men moest voor die tijd wel veel geld meebrengen, de huren liepen op tot 600 gulden voor een bovenhuis. Bij die reclame werd nog verwezen naar de naburige rijtuigfabriek, eerst van Eck, daarna Spijker (Stadhouderskade 114). De advertentie is eigenaardig want de woningen waren in februari 1873 nog onbewoonbaar verklaard, omdat ze niet goed aansloten op het Liernurstelsel (raadsbesluit februari 1873). Dat rioleringssysteem kwam destijds net van de grond en sommige huiseigenaren namen er een loopje mee. Aanpassingen tijdens de bouw werden te duur bevonden, maar de gemeente had met die onbewoonbaarheid een stok achter de deur. In november 1873 hief de gemeente de onbewoonbaarheidsverklaring op. (Het nieuws van den dag 26 november 1873). De Klerck had een jaar eerder protest aangetekend bij de gemeente tegen de invoering van het rioleringsstelsel. De gebouwen verrezen in de Eclectische bouwstijl met als herkenningspunt de pilasters, hier eens niet symmetrisch geplaatst. Van 1982-1985 was er samen met de huisnummers 106-109 een zogenaamde cataloguswinkel van Ikea gevestigd. Men kon er alleen kleine artikelen kopen, grotere artikelen konden worden afgehaald bij het magazijn aan de Cruquiusweg. De bovenwoningen zijn in 2016 nog herkenbaar volgens de bouwtekening. De benedenetages zijn allen opgeofferd voor bedrijfsvoering. Rond de eeuwwisseling 2000 werd in de panden een filiaal van Blokker gevestigd. Deze zou origineel op het Marie Heinekenplein gevestigd worden, maar of de bouw daarvan duurde te lang, of het complex werd te duur. De woning van 110 begane grond dient vanaf dan ook als toegang van de Sweelinckpassage, waarin naast Blokker ook een Albert Heijn en een Gall & Gall zijn gevestigd.

Stadhouderskade 100-101
Stadhouderskade 100-101

Het complex Stadhouderskade 100-101 betreft een bedrijfspand met bovenwoningen, dat gelegen is aan de Stadhouderskade, de zuidoever van de Singelgracht in Amsterdam-Zuid, De Pijp. Het is verbonden met de Tweede Jacob van Campenstraat 145-147. Op deze plaats heeft waarschijnlijk tot 1907 een woonhuis gestaan. Het is onbekend wat daarmee gebeurd is. In februari 1907 kwam echter nieuws dat de architecten Alphonsus Maria Leonardus Aloysius Jacot en Willem Oldewelt voor deze plek een garagebedrijf met bovenwoningen hebben ontworpen voor de Automobiel Import Maatschappij voorheen M.W. Aertnys. Het gebouw werd werkelijk uit de grond gestampt, want in februari 1907 waren de tekeningen nog geëxposeerd, terwijl men hoopte in april 1907 open te gaan. Er werd een showroom, een atelier, een herstelplaats maar ook een garage ingericht. Vanuit hier zouden voorlopig Darracq-auto’s verkocht worden vanuit Darracq Palace. In 1916 trok Tasche & Co Automobielen in het pand en gaf er een nieuwe naam aan Wolseley Palace. Die groeide snel uit jaar jas en moest in 1923 alweer verhuizen, in dit geval naar Stadhouderskade 142. Vervolgens kreeg Jan Kuijt de opdracht om het bedrijfsgedeelte te verbouwen tot confectiefabriek. Die heeft er slechts enkele jaren gebruik van kunnen maken, want in de jaren dertig kwam hier de Hupmobile-vertegenwoordiger (weer auto's). Ook daarna zat er in de firma Kimman nog een autohandelaar in het gebouw gevestigd. Deze voerde zijn bedrijf hier uit van de jaren veertig tot de late jaren tachtig. In de late jaren negentig vestigt zich hier Albert Heijn, die niet kon wachten tot de oplevering van het complex aan het Marie Heinekenplein. Het gebouw wijkt zeer af van de belendende gebouwen. Voor wat betreft architectuur is duidelijk te zien dat het pand uit later datum stamt dan de omringende gebouwen. Vooral de lichte kleur en de asymmetrie vallen hier op. Het heeft de karakteristieken van de Um 1800 Bewegung.

Stadhouderskade 97
Stadhouderskade 97

Stadhouderskade 97 betreft een woonhuis, gelegen is aan de Stadhouderskade, de zuidoever van de Singelgracht in Amsterdam-Zuid, De Pijp. Het betreft hier een woonhuis dat vrij rechttoe rechtaan is gebouwd in de eclectische bouwstijl. Die stijl komt aan de Stadhouderskade relatief vaak voor. Het is dan ook niet de bouwstijl die het gebouw laten opvallen, maar de drie zwartgrijze koppen (mascarons) die op de begane grond zijn aangebracht in het witte pleisterwerk. Het is niet bekend, wie de koppen heeft laten plaatsen. Het gebouw kent vier woonetages, een flinke dakplint en een zolderetage. Een van de eerste gebruikers van het gebouw dat vermoedelijk uit 1878 stamt was Prof. Dr. Med. J. Schoondermark. Jacobus Schoondermark jr. voerde hier eind 19e eeuw en begin 20e eeuw een tandheelkundige en fysiotherapeutische praktijk. Zijn reputatie als arts was twijfelachtig, maar hij staat wel te boek als een van de eerste artsen die streefde naar een vriendelijker bejegening van homoseksualiteit. Zijn oeuvre bestaat uit een kleine vijftig boekwerken en brochures, doch gevreesd moet worden dat een deel daarvan plagiaat is. Na het vertrek van Schoondermark was militair Paul Auguste Rudolphe Constant van Linden Tol de bewoner. Hij zat in de staf van de Stelling van Amsterdam en was gehuwd met Alison Maria Dina Sieger. Zij was dochter van Johann Sieger, de baas van de Amsterdamse Chinine Fabriek (ACF). Zij was de zus van chemicus Wilhelm Sieger.