place

De Duifbrug

Brug in Amsterdam-CentrumPrinsengracht
Brug 71 & Brug 73 bij de Prinsengracht en de Reguliersgracht foto 3
Brug 71 & Brug 73 bij de Prinsengracht en de Reguliersgracht foto 3

De Duifbrug, Duyfjesbrug of Duyfjessluis is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de oostelijke kade van de Reguliersgracht over de Prinsengracht. Ter plaatse aan de zuidkant van de Prinsengracht bestaat de gehele gevelwand uit gemeentelijke en rijksmonumenten, waarvan de bekendste de kerk De Duif uit 1857 is, de naamgever van de brug. Aan de overzijde van de Prinsengracht ligt de veel oudere Amstelkerk, eveneens rijksmonument.

Fragment uit het Wikipedia-artikel De Duifbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

De Duifbrug
Reguliersgracht, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: De DuifbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.361611111111 ° E 4.8962333333333 °
placeToon op kaart

Adres

De Duifbrug (Duyfjesbrug)

Reguliersgracht
1017 LM Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q41588318)
linkOpenStreetMap (498576697)

Brug 71 & Brug 73 bij de Prinsengracht en de Reguliersgracht foto 3
Brug 71 & Brug 73 bij de Prinsengracht en de Reguliersgracht foto 3
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Amstelkerk (Amsterdam)
Amstelkerk (Amsterdam)

De Amstelkerk is een houten kerkgebouw in Amsterdam. De kerk is gelegen op het Amstelveld in het centrum van Amsterdam en is tussen 1668 en 1670 gebouwd als onderdeel van de tweede uitleg van de Grachtengordel. Het ontwerp is van Daniël Stalpaert. Het zou een tijdelijke "houten predikschuur" worden, waarbij men zich voornam om "het plein of veld aan die Kerk egter groot genoeg te laaten, om op het zelve, t'eenigen tyde, eene steenen Kerk te konnen zetten", aldus het Bureau Monumenten & Archeologie. Het centrale deel van de kerk kreeg de vorm van een kubus. Oorspronkelijk hadden de wanden van de Amstelkerk een verticale grenen beplanking die met de kopse einden in de aarde stonden. De buitenzijde was ossenbloedrood geschilderd. De ramen waren voorzien van glas-in-lood. De toegangsdeuren waren geplaatst in het midden van de buitenwanden. De vloer bestond uit eenvoudige bakstenen klinkers. Aan de binnenzijde keek men tegen de ongeverfde achterkant van de buitenwand aan. De kansel, omgeven door de dooptuin,stond in het midden aan de noordzijde. Tegenover de preekstoel stond de overkapte bank voor de notabelen. Tot 1985 werd de kerk gebruikt door de Hervormde Kerk en de Amsterdamse Studentenekklesia. Sinds 1986 is de kerk eigendom van Stadsherstel Amsterdam, dat er ook kantoor houdt en de ruimte verhuurt voor sociaal-culturele activiteiten en voor recepties en bruiloften. In het souterrain aan de zuidzijde is een restaurant gevestigd. De verbouwing daartoe verstoorde de klassieke maatverhoudingen. Sinds 2006 wordt het gebouw ook weer op zondag gebruikt voor kerkdiensten van de Christelijke Gereformeerde Kerk. De kerk heeft een vierkant grondplan van 28,3 x 28,3 meter, wat neerkomt op 100 bij 100 voet, dezelfde maat als de Oosterkerk die ook door Stalpaert is ontworpen. In 1840 is de kerk in neo-gotische stijl verbouwd onder leiding van Hendrik Springer.

Brug 74
Brug 74

Brug 74 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de Kerkstraat en overspant de Reguliersgracht in de Amsterdamse grachtengordel. De brug, zelf per 1995 een gemeentelijk monument wordt omringd door rijksmonumenten waarvan de Amstelkerk op het Amstelveld het bekendst is. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert, de stadsarchitect, tekende op zijn plattegrond in 1662 al een brug. Er is dan nog vrijwel geen bebouwing hier, maar het noodgebouw van de Amstelkerk staat er al wel. Frederik de Wit tekende op zijn kaart uit 1688 wel bebouwing en ook dan is de brug zichtbaar in de Amstel Kerck Straet over de Reguliers Graft. Er is een tekening bekend uit circa 1760, waarop nog een houten brug zichtbaar is zonder boog. Een van de walkanten werd daarbij nog gebruikt als opslag. De huidige brug stamt vermoedelijk uit 1780, het jaartal wordt aan de noordkant vermeld in twee gevelstenen met “Anno” “1780”. De brug viel als een van de weinige bruggen niet ten prooi aan verlaging en verbreding. Eind 19e eeuw begin 20e eeuw werden veel bruggen in de Amsterdamse binnenstad afgetopt om het wegverkeer makkelijker op en af de brug te laten rijden. Echter er is hier relatief weinig verkeer, vandaar dat lang gewacht kon worden met aanpassing. Het heeft dus de overgang naar ijzeren ligger/balkbrug en weer terug naar boogbrug doorstaan. Pas in 1981 was de oude brug aan de beurt voor vervanging. Daarbij werd gekozen om het brugdek van gewapend beton te maken en wellicht de fundering te vernieuwen, maar de rest lijkt toch vooral bij het oude gelaten te zijn. De brug had als officieuze aanduiding de Kerksluis, Kerk verwijzend naar de straat, sluis naar “stenen brug”. De Amstelkerk was in die dagen slechts een houten loods dienende tot noodkerk, er waren toen voorlopig geen plannen daar een permanente kerk te bouwen. De loods hield het heel lang vol als bedehuis. Een andere naam in de volksmond is Ronde brug. De boog reflecteert in bijzondere omstandigheden in het water en boog en reflectie laten een hele cirkel zien. De brug beschikt over een doorvaartopening met een hoogte van 2.60 meter.

Hilmanhofje
Hilmanhofje

Het Hilmanhofje (Hilmanshofje of Hilman's hofje) was een hofje in Amsterdam-Centrum. Het was gevestigd tussen de Nieuwe Looiersstraat 146-152 en Fokke Simonszstraat in de Weteringbuurt nabij de Reguliersgracht. Het Hilmanhofje kwam voort uit de Willem Hendrik Hilmanstichting. Dat was een stichting opgericht door schrijver Johannes Hilman die de naam draagt van zijn zoon Willem Hendrik Hilman die op zeer jonge leeftijd overleed. Hilman had via een erfenis een aanzienlijk bedrag tot zijn beschikking gekregen en liet diverse gebouwen neerzetten, zoals ook een eigen woning aan genoemde gracht. Het Hilmanhofje bood onderdak aan een twintigtal eenkamerwoningen bedoeld voor alleenstaande vrouwen, maar werd steeds meer bewoond door dienstboden die te ziek waren om hun taken uit te voeren of aan de slag te kunnen. Voorwaarde was wel dat de aanstaande bewoonsters konden aantonen minstens tien jaar lid van die gemeente te zijn geweest. Na oplevering schonk Hilman het gebouw aan de Diaconie van de Hervormde Kerk in Amsterdam. Net als meerdere van dit soort instelling taande met de toenemende welvaart de interesse voor dit soort kleine woningen en in de jaren zeventig werd het dan ook grotendeels bewoond door studenten. Daarop liet de diaconie het complex renoveren; een aantal kamers werd samengetrokken tot driekamerwoningen; andere behielden hun grootte en werden geschikt gemaakt voor begeleid wonen. Hilman schakelde architect Nicolaas Redeker Bisdom in voor dit gebouw. Het gebouw heeft een gevel in neorenaissancestijl. De naam van het hofje is terug te vinden in een cartouche aan de Nieuwe Looiersstraat 146-150 met de tekst: Willem Hendrik Hilman’s Stichting 1875. In de gevel aan de Fokke Simonszstraat is in een sierlijk lint in de gevel de tekst leesbaar Ter zijner nagedachtenis. Hilman, de stichter, overleed niet veel later in 1881. Het gebouw werd in november 2006 tot gemeentelijk monument verklaard.

Reguliersgracht 109
Reguliersgracht 109

Reguliersgracht 109 te Amsterdam-Centrum is een gebouw aan de Reguliersgracht in Amsterdam-Centrum. Het staat in de gevelwand tussen de kruisingen met de Falckstraat en de Weteringschans. Hier werd in 1865 gebouwd aan een woning met aanbouw voor de onderwijzer(s) van de zogenaamde tussenschool C, die stond in de hoek Achtergracht (bij demping Falckstraat) en Reguliersgracht. Het ontwerp kwam van stadsarchitect Bastiaan de Greef. De aanbesteding vond plaats op 2 mei 1865. Voor de bouw van school en woning moest een aantal andere gebouwen afgebroken worden. Die school was meer breed dan hoog; de onderwijzerswoning juist hoog en minder breed. Reguliersgracht 109 is drie bouwlagen hoog onder een zadeldak (met een lage aanbouw). De afgeplatte puntgevel is bepleisterd. In de bakstenen gevels zijn enkele gietijzeren muurankers te vinden. De school van Bastiaan de Greef werd al snel uitgebreid met de nieuwe school (Reguliersschool) Reguliersgracht 111-115. Het gebouw op 109 kreeg allerlei gemeentelijke bestemmingen, vaak gekoppeld aan die van de school. Er zat onder meer de huurcommissie en de afdeling zedenzaken van de Gemeentepolitie Amsterdam. Toen deze in 1941 naar de Elandsgracht 117 verhuisde, kwam er in 1944 een aantal mensen te wonen en te werken, die meewerkte aan de illegale krant Het Parool. Wim van Norden woonde er al, maar onder andere Simon Carmiggelt en Max Nord vond hier (tijdelijk) onderdak. Het echtpaar Van Norden zou er tot hun dood blijven wonen. Een poging om er in 2018 een Huis van Journalistiek en Vrije Pers in te vestigen mislukte, waarna de vrije markt ermee op de loop ging. In 2019/2020 vond er een uitgebreide renovatie plaats op 109.

Brug 81
Brug 81

Brug 81 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de noordelijke kade van de Lijnbaansgracht en overspant de Reguliersgracht. Het scheepvaart en rijverkeer werd een aantal eeuwen op deze waterkruising als volgt geregeld: in de westelijke kade van de Reguliersgracht over de Lijnbaansgracht, zoals we die nu kennen, heeft nooit een brug gelegen in de oostelijke kade van de Reguliersgracht over de verlengde Lijnbaansgracht lag een brug, toen de verlengde Lijnbaansgracht werd gedempt, werd die brug overbodig in de westelijke kade van de Reguliersgracht lag een brug over de Nieuwe Looiersgracht, ook de Nieuwe Looiersgracht werd gedempt, de brug kon weg; de gracht werd de Fokke Simonszstraat even ten zuidoosten van brug 81 lag een brug in de oostelijke van de Reguliersgracht over de Achtergracht; ook de Achtergracht werd hier gedempt en die brug verdween dus ook; de Achtergracht werd de Falckstraat brug 81. Aan beide hellingen staan monumenten: Reguliersgracht 134-136 is een rijksmonument, Reguliersgracht 111 een gemeentelijk monument. De brug is zelf ondanks haar “oude” uiterlijk geen monument, ze is daarvoor te jong. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende op zijn ontwerpkaart uit 1662 hier al een brug in. Er was ter plaatse wel al enige bebouwing ingetekend. Op de tekening van Frederik de Wit uit 1688 is de gehele omgeving bebouwd. Belangrijkste bebouwing was de infirmerie die ten ooster van de brug lag. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1889. De gemeente Amsterdam schreef toen een aanbesteding uit voor het vernieuwen en verbreden van brug 81 inclusief het maken van aansluitende walmuren. Jacob Olie schoot in het decennium daarna hier een aantal foto’s. Daaruit blijkt dat er toen een ijzeren liggerbrug lag met houten balken. De hellingen waren bekleed met kinderhoofdjes. De brug had kenmerkende 19e-eeuwse balustrades. Die brug heeft er min of meer in ongewijzigde vorm tot 1976 gelegen. In 1906 zag het er slecht uit voor de brug, er werden plannen gemaakt om dit stuk Reguliersgracht en de Lijnbaansgracht tot de Vijzelgracht te dempen; het bleef bij plannen maken. Toen werd de brug vervangen door een welfbrug en dus historisch aangepast aan haar omgeving. De brug kreeg daarbij vermoedelijk een betonnen overspanning; of de fundering daarbij vernieuwd werd is vooralsnog onbekend. In 2015 vond er opnieuw onderhoud aan de brug plaats, maar zij is daarbij voor haar uiterlijk nauwelijks gewijzigd.

Fokke Simonszstraat 59-63
Fokke Simonszstraat 59-63

Fokke Simonszstraat 59-63 is gebouwencomplex aan de Fokke Simonzstraat in de Weteringbuurt in Amsterdam-Centrum. Hier staat al eeuwen bebouwing, al uit de tijd van de Nieuwe Looierssloot. De originele bebouwing is al lang gesloopt en er werd opnieuw gebouwd. In de 21e eeuw herhaalde deze geschiedenis zich. Er stond toen een buitendienstzijnde school die nog even tot daklozenopvang diende. Het naderde de toestand van verval en er werd daarom tot nieuwbouw besloten. Naar ontwerp van Ronald Janssen werd er rond 2019 een hoekig appartementencomplex neergezet. Het valt op door haar terugspringende vensters inclusief begane grond. De bovenste vierde bouwlaag is eveneens teruggetrokken. Jaap Huisman omschreef het in Het Parool van 13 maart 2020 als een "rijtje geschakelde appartementen"; hij typeerde het verder met gekleurd glas en gepigmenteerd beton. Het geheel straalt een "abgestraheerde versie van een klassiek grachtenpand", aldus Huisman; hij omschreef het eerder als compromisloos. Architectenweb meldde dat er meer opvallende zaken zijn te vinden. Zo loopt de verticale geleding taps (kolommen onder smal, boven breed) en komen de inspringende ramen naar boven toe steeds verder naar voren, dat laatste lijkt een referentie naar de grachtenpanden die ook enigszins naar voren (lijken te) hellen. In horizontale zin past het toch veertig meter lange blok binnen de oudere panden die het belenden. Bovendien lijkt de architect zich bewust geweest van het feit dat door de geringe breedte van de straat het gebouw nooit frontaal gezien wordt, maar altijd in perspectief. Een tegenhanger was te vinden in de mening van Bernard Hulsman van het NRC; hij schaalde het in als een moderne versie van het Maupoleum, noemde de bouwstijl neobrutalisme en typeerde het als skelettendoos. Het complex werd in maart 2020 genomineerd voor de Amsterdamse Architectuur Prijs.