place

Brug 96

Brug in Amsterdam-Centrum
Voorgevel Amsterdam 20019904 RCE
Voorgevel Amsterdam 20019904 RCE

Brug 96 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de westelijke kade van de Prinsengracht en voert over de Passeerdersgracht. Er ligt hier al eeuwen een brug. Op de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 is de brug al ingetekend als zijnde een brug over de Prince Graft en Passeerders Graft. Beide straathoeken zijn dan nog wel onbebouwd. Bij de kaart van Joan Blaeu uit 1649 is alles bebouwd. De huidige brug ligt er vanaf mei 1952. Toen was Publieke Werken al bijna een jaar bezig om deze brug stevig te renoveren. De brug was voor het moderne verkeer te smal geworden en werd in de breedte aangepast naar een rijweg van zes meter breed en twee voetpaden van 2,50 en 2,20 meter breed. Tijdens de renovatie werden gedeeltes van de Passeerdersgracht en Prinsengracht drooggelegd en moest het voetgangersverkeer over een gammele noodbrug. Vernieuwen destijds hield soms in dat een liggerbrug vanwege een historisch aanblik werd vervangen door een boogbrug, die er nooit heeft gelegen, het zogenaamde terugrestaureren. De liggerbruggen vond men destijds niet passen in het straatbeeld, een visie die later weer verdween, toen wilde men die bruggen juist behouden. Op deze plaats werd weer een liggebrug neergelegd, waarbij tegelijkertijd de gasleidingen in de brug verwerkt konden worden. De Waarheid had het destijds over een sieraad voor de stad. De brug daarna alleen nog een enkele keer opnieuw bestraat worden.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 96 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 96
Passeerdersgracht, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 96Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.367416666667 ° E 4.8821944444444 °
placeToon op kaart

Adres

Brug 96

Passeerdersgracht
1016 XH Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q39134480)
linkOpenStreetMap (74042122)

Voorgevel Amsterdam 20019904 RCE
Voorgevel Amsterdam 20019904 RCE
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Angenietje Swarthofbrug
Angenietje Swarthofbrug

Angenietje Swartbrug (brug 67) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de noordelijke kade van de Leidsegracht en voert over de Prinsengracht. De brug vormt een geheel met brug 122 en de brug 93 die beide in de kades van de Prinsengracht over de Leidsegracht liggen. Ter plaatse van de bruggen zijn bijna alle gebouwen aan de Leidsegracht een rijksmonument. Alle op de zuidwestpunt ligt een gemeentelijk monument, het Paleis van Justitie. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende hier een brug in op zijn kaart van rond 1662. Hij kende de situatie ter plekke, want woonde/werkte enige tijd aan Leidsegracht 108, de stadsmetseltuin. De Leidsegracht vormde toen wel een grens tussen bebouwd en onbebouwd Amsterdam. Ten zuiden van de Leidsegracht is op een enkel gebouw na nog niets ingetekend. Wat duidelijk te zien is op die kaart zijn de verdichte walkanten aan de noordzijde van de brug, vermoedelijk aanlegplaatsen. Jan de Beijer schilderde de brug rond 1755 waarbij die walkanten zichtbaar zijn, alsmede een brug met een grote boog en twee kleine bogen. In 1824 ziet de brug er in de ogen van Johannes Jelgerhuis anders uit. De moderne geschiedenis begint rond 1879, dan wil men de brug wel verlagen, maar de gemeente heeft daartoe onvoldoende geld. Toen was er nog sprake van een boogbrug, in 1887 kreeg een firma in petroleum nog vergunning om onder twee bogen 6000 liter op te slaan. Dat kon tot 1889 doorgaan, toen besteedde de gemeente "Het vernieuwen van de brug over de Prinsengracht bij de Leidschegracht aan met onder andere de levering van 18 ton balkijzer". Op 6 mei sloot de brug voor onbepaalde tijd voor alle verkeer, ook scheepvaart, alleen voetgangers konden gebruik maken van een hulpbrug. In februari 1890 kon men melden dat de nieuwe brug klaar was. Het ontwerp kwam van de Publieke Werken Amsterdam, waar toen Bastiaan de Greef en Willem Springer werkten. De "eierdopachtige" afwerking van de pijlers zouden van de hand van Springer zijn. Het is echter niet duidelijk of zij ook verantwoordelijk waren voor het ontwerp of dat ze alleen over de schouders van medewerkers meekeken. In 1913 kreeg de brug te maken met een ander gevaar. De gemeente kreeg het idee om de Leidsegracht te dempen en door die maatregel een nieuwe “snelweg” naar het westen te kunnen aanleggen; het bleef bij plannen. De huidige brug dateert van 1988 toen de gemeente er (nog) voor koos de ijzeren plaat/liggerbrug te restaureren in plaats te vervangen door een welfbrug naar oud model (terugrestaureren). De brug had een niet te traceren vernoeming. Ze stond tot april 2016 bekend als de Kleine Brouwerssluis. Toen besloot de gemeente Amsterdam, dat niet te achterhalen vernoemingen werden geschrapt, de brug gaat sindsdien naamloos door het leven. Daarbij zal meegespeeld hebben dat Amsterdam ook een Brouwersgracht en een Brouwerssluis heeft, die echter ruim een kilometer noordelijker liggen. In december 2021 kreeg de brug alsnog een naam: Angenietje Swartbrug. Angenietje was één van de minnen in Amsterdam, vrouwen die vondelingen opvingen via het Stadsaalmoezeniershuis in Amsterdam, dat hier aan de Prinsengracht 436 gevestigd was. Angenietje Swart zou 126 vondelingen verzorgd hebben.

Pieter Goemansbrug
Pieter Goemansbrug

De Pieter Goemansbrug is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Hij is vernoemd naar tekstschrijver Pieter Goemans en stond eerder officieus bekend als Bestedelingenbrug en/of Bestedelingensluis naar het ooit nabijgelegen Bestedelingenhuis (opvang voor wezen en armoedzaaiers of te wel bestedelingen), dat in 1950 werd samengevoegd met het toenmalige Paleis van Justitie. De brug is gelegen in de Prinsengracht (westoever) en overspant de Leidsegracht. Ten noordwesten van de brug staat een aantal rijksmonumenten, zowel aan de Prinsengracht als aan de Leidsegracht. Er ligt hier al eeuwen een brug. De kaart van stadsarchitect Daniël Stalpaert uit 1662 laat hier een brug zien in de kade van de Prince Graft over De Leydesche graft. Wellicht lag de brug er al eerder, maar de Leidsegracht vormde daarvoor nog de grens van de Amsterdamse bebouwing. Op die kaart is wel al het Bestedelingenhuis (Aelmoeseniers Weeshuys) te zien. Stalpaert heeft de brug vermoedelijk dagelijks gezien aangezien hij werkzaam was in het gebouw Leidsegracht 108, de stadstimmertuinen. Frederik de Wit liet op zijn kaart van 1688 zien hoe snel de stad groeide. De gehele Leidsegracht, bij Stalpeart nog onbebouwd, is bijna geheel bebouwd en ook de wijken ten westen van de Leidsegracht staan al enkele kavels na vol. In 1866 lag hier een houten brug; een van de acht bruggen die vernieuwd zouden worden. Of de brug destijds daadwerkelijk werd vervangen is niet duidelijk. In 1894 werd opnieuw melding gemaakt van het vernieuwen van een vaste houten brug. Het was een ijzeren liggerbrug van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken. Voor de brug zou Willem Springer verantwoordelijk zijn geweest. In de jaren tien kwam de gemeente met het plan de Leidsegracht te dempen ten faveure van een route de stad uit. Het bleef bij plannen. In 1987 was de brug aan vervanging toe. De gemeente Amsterdam was destijds bezig met een omschakeling. De ijzeren liggerbruggen werden zoveel mogelijk vervangen door stenen boogbruggen, die beter in het 'oude' stadsbeeld zouden passen. Deze brug ontsnapte aan die wens en zo werd hier de ijzeren liggerbrug gereconstrueerd in staal. In 2007-2008 werd de brug vernoemd naar tekstschrijver Pieter Goemans. Ze kreeg toen een officieel groen naambord en in 2008 een plaquette over Goemans. Hij schreef onder andere Aan de Amsterdamse grachten (1949), onder meer gezongen door Wim Sonneveld en zou hier zijn inspiratie vandaan hebben gehaald.

Prinsengracht 493
Prinsengracht 493

Prinsengracht 493 is een rijksmonument in Amsterdam, met bedrijfsruimten in het souterrain en op de bel-etage, en woningen op de bovengelegen verdiepingen. Het is gebouwd halverwege de 18e eeuw. In de tweede helft van de 19e eeuw is het pand vanaf de vierde verdieping verhoogd en onder een nieuwe kap gebracht met een gevel onder een rechte lijst. Van 1897 tot 2010 was hier een vermaarde theologische boekhandel, uitgeverij en antiquariaat gevestigd van gereformeerde signatuur, opgericht door Hendrik Arnold van Bottenburg. Van Bottenburg groeide uit tot een invloedrijke en grote uitgeverij en boekhandel, vooral in de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had een verzetsgroep er diens thuisbasis. Studenten van de Vrije Universiteit vergaderden er in het geheim, omdat de bezetter studentenorganisaties had verboden. De oprichter van het bedrijf stierf zeer plotseling in 1941. Zijn zoon Arnold zette samen met zijn vrouw Hilly de zaak voort en was actief in het verzet. De eerste nummers van het toen nog ondergrondse verzetsblad Trouw werden er in het diepste geheim gedrukt. De illegale krant verscheen voor het eerst op 18 februari 1943, oorspronkelijk onder de naam Oranje-Bode, op initiatief van een groep orthodox-protestantse verzetsmensen, zoals Gezina van der Molen, Sieuwert Bruins Slot, Jan Schouten en Wim Speelman. De redactie had op een van de bovenverdiepingen van Prinsengracht 493 ook een luisterpost gevestigd van mei 1944 tot oktober 1944, waar clandestien radio-uitzendingen van Radio Oranje uit Londen werden ontvangen. Deze werden opgenomen op grammofoonplaten en elders uitgetypt voor publicatie. Arnold van Bottenburg werd verraden, opgepakt en opgesloten in een concentratiekamp. Hij overleefde de oorlog. Van 1986 tot 1992 was op de beletage het eerste kantoor van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren gevestigd.

Lijnbaansgracht 211-218
Lijnbaansgracht 211-218

Het gebouwencomplex Lijnbaansgracht 211-218/Passeerdersgracht 34-38 te Amsterdam is een gebouw aan de Lijnbaansgracht hoek Passeerdersgracht, hoek Tweede Passeerdersdwarsstraat, hoek Passeerdersstraat te Amsterdam-Centrum. Op de plaats van het complex verscheen rond 1940 een wooncomplex in de verstrakte Amsterdamse Schoolstijl. Architecten waren Lucas Göbel (1899-1989) en Gerardus den Hertog (1901-1990). Het gebouw bestaat uit een souterrain, daarop vier woonetages en een zolderverdieping, iets wat aan de Lijnbaansgracht nog niet vaak terug te vinden was; de bebouwing bestond voornamelijk uit laagbouw. Het souterrain valt nog binnen de natuurstenen borstwering. Vanaf dan begint een bakstenen gevel met ingesneden portieken met blokjes natuursteen tussen het baksteen. Vanaf verdieping twee zijn erkers in de raamgangen te vinden. Het complex staat op een vierhoek, waarbij er een taartpunt (dat wil zeggen scherpe hoek) is ontstaan op de hoek Lijnbaansgracht 211 en Passeerdersstraat (diepte circa 10 meter), terwijl aan het eind bij huisnummer 218 een diepte is ontstaan van meer dan 30 meter. Het complex lijkt op de woonblokken in de wijk Bos en Lommer, die ook door Göbel en Den Hertog (met derden) waren ontworpen. Het gebouw wordt omringd door andere monumenten: Gemeentelijk Arbeidsgebouw aan de Passeerdersgracht 30-32/ Tweede Passeerdersdwarsstraat 7-9 Tweede Passeerdersdwarsstraat 1-3/Passeerdersstraat 67 brug 98 en brug 99 Raamplein 1 met de Openbare Handelsschool.

Brug 98
Brug 98

Brug 98 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de oostelijke kade van de Lijnbaansgracht en voert over de Passeerdersgracht. De Lijnbaansgracht stuit hier al sinds eind 18e eeuw op het Raamplein (eerst nog Malagplein geheten) om pas weer bij de Leidsegracht te gaan stromen (er zou een duiker onder het terrein lopen). De brug, per 10 oktober 1995 een gemeentelijk monument, is omringd door andere monumenten: Lijnbaansgracht 211-218/Passeerdersgracht 34-38, een woonblok van Göbel en den Hertog, gemeentelijk monument brug 99, gemeentelijk monument Passeerdersgracht 27, de conciërgewoning behorende bij de Openbare Handelsschool, een rijksmonument Raamplein 1, gymnastieklokaal en hoofdgebouw van de Openbare Handelsschool, een rijksmonument Nieuwe Passeerdersstraat 1, dat Jeugdtheater De Krakeling herbergt, een rijksmonument. Aan de overkant van de Lijnbaansgracht met haar kade Marnixstraat begint een bijna 100 meter lange duiker. Op de kaart van Joan Blaeu uit 1649 is de brug net als de andere brug 96 over de Passeerdersgracht al ingetekend. Net als de bruggen over de Looiersgracht was ook deze brug er bijna niet meer geweest. In 1913 kwam een plan boven tafel de Passeerdersgracht te dempen en hier een grote brede weg neer te leggen, De nabijgelegen Leidsestraat kon het verkeer niet aan. Het plan hield ook in dat er historische gebouwen aan de Herengracht en Keizergracht gesloopt moesten worden en de Beulingsloot gedempt. De schoonheidsschade zou blijvend zijn, terwijl toen nog niet zeker was, dat de route voldoende verkeersaanbod zou krijgen. Het plan ging dus niet door. De huidige brug (gegevens 2017) dateert van 1927. Toen werd het deel van de kade Lijnbaansgracht tussen de Passeerdersstraat en -gracht afgesloten voor het vernieuwen de brug. Van 9 mei tot 4 september 1927 werd hier een brug geplaatst naar een ontwerp (van het bureau) van Piet Kramer, bruggenarchitect van de Dienst der Publieke Werken. De brug (met name de walkanten) heeft de voor Kramer kenmerkende Amsterdamse Schoolstijl. De overspanning zelf is vrij standaard, maar de balustrades van siersmeedwerk zijn ook duidelijk van de hand van Kramer. Deze balustrades lopen door tot natuurstenen kolom, hier eenvoudig bewerkt.