place

Passeerdersgracht

Gracht in AmsterdamStraat in Amsterdam-Centrum
Passeerdersgracht19DEC2020 1
Passeerdersgracht19DEC2020 1

De Passeerdersgracht is een korte Amsterdamse gracht, die de Prinsengracht verbindt met de Lijnbaansgracht. De gracht is de meest zuidelijke in de Jordaan en grenst aan de grachtengordel (west). De gracht wordt door twee bruggen overspannen; brug 96 in de kade van de Prinsengracht aan het noordeinde, en brug 98 in de kade van de Lijnbaansgracht aan het zuideinde.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Passeerdersgracht (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Passeerdersgracht
Passeerdersgracht, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: PasseerdersgrachtLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.367047222222 ° E 4.8811138888889 °
placeToon op kaart

Adres

Passeerdersgracht 21B
1016 XG Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Passeerdersgracht19DEC2020 1
Passeerdersgracht19DEC2020 1
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Lijnbaansgracht 211-218
Lijnbaansgracht 211-218

Het gebouwencomplex Lijnbaansgracht 211-218/Passeerdersgracht 34-38 te Amsterdam is een gebouw aan de Lijnbaansgracht hoek Passeerdersgracht, hoek Tweede Passeerdersdwarsstraat, hoek Passeerdersstraat te Amsterdam-Centrum. Op de plaats van het complex verscheen rond 1940 een wooncomplex in de verstrakte Amsterdamse Schoolstijl. Architecten waren Lucas Göbel (1899-1989) en Gerardus den Hertog (1901-1990). Het gebouw bestaat uit een souterrain, daarop vier woonetages en een zolderverdieping, iets wat aan de Lijnbaansgracht nog niet vaak terug te vinden was; de bebouwing bestond voornamelijk uit laagbouw. Het souterrain valt nog binnen de natuurstenen borstwering. Vanaf dan begint een bakstenen gevel met ingesneden portieken met blokjes natuursteen tussen het baksteen. Vanaf verdieping twee zijn erkers in de raamgangen te vinden. Het complex staat op een vierhoek, waarbij er een taartpunt (dat wil zeggen scherpe hoek) is ontstaan op de hoek Lijnbaansgracht 211 en Passeerdersstraat (diepte circa 10 meter), terwijl aan het eind bij huisnummer 218 een diepte is ontstaan van meer dan 30 meter. Het complex lijkt op de woonblokken in de wijk Bos en Lommer, die ook door Göbel en Den Hertog (met derden) waren ontworpen. Het gebouw wordt omringd door andere monumenten: Gemeentelijk Arbeidsgebouw aan de Passeerdersgracht 30-32/ Tweede Passeerdersdwarsstraat 7-9 Tweede Passeerdersdwarsstraat 1-3/Passeerdersstraat 67 brug 98 en brug 99 Raamplein 1 met de Openbare Handelsschool.

Brug 98
Brug 98

Brug 98 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de oostelijke kade van de Lijnbaansgracht en voert over de Passeerdersgracht. De Lijnbaansgracht stuit hier al sinds eind 18e eeuw op het Raamplein (eerst nog Malagplein geheten) om pas weer bij de Leidsegracht te gaan stromen (er zou een duiker onder het terrein lopen). De brug, per 10 oktober 1995 een gemeentelijk monument, is omringd door andere monumenten: Lijnbaansgracht 211-218/Passeerdersgracht 34-38, een woonblok van Göbel en den Hertog, gemeentelijk monument brug 99, gemeentelijk monument Passeerdersgracht 27, de conciërgewoning behorende bij de Openbare Handelsschool, een rijksmonument Raamplein 1, gymnastieklokaal en hoofdgebouw van de Openbare Handelsschool, een rijksmonument Nieuwe Passeerdersstraat 1, dat Jeugdtheater De Krakeling herbergt, een rijksmonument. Aan de overkant van de Lijnbaansgracht met haar kade Marnixstraat begint een bijna 100 meter lange duiker. Op de kaart van Joan Blaeu uit 1649 is de brug net als de andere brug 96 over de Passeerdersgracht al ingetekend. Net als de bruggen over de Looiersgracht was ook deze brug er bijna niet meer geweest. In 1913 kwam een plan boven tafel de Passeerdersgracht te dempen en hier een grote brede weg neer te leggen, De nabijgelegen Leidsestraat kon het verkeer niet aan. Het plan hield ook in dat er historische gebouwen aan de Herengracht en Keizergracht gesloopt moesten worden en de Beulingsloot gedempt. De schoonheidsschade zou blijvend zijn, terwijl toen nog niet zeker was, dat de route voldoende verkeersaanbod zou krijgen. Het plan ging dus niet door. De huidige brug (gegevens 2017) dateert van 1927. Toen werd het deel van de kade Lijnbaansgracht tussen de Passeerdersstraat en -gracht afgesloten voor het vernieuwen de brug. Van 9 mei tot 4 september 1927 werd hier een brug geplaatst naar een ontwerp (van het bureau) van Piet Kramer, bruggenarchitect van de Dienst der Publieke Werken. De brug (met name de walkanten) heeft de voor Kramer kenmerkende Amsterdamse Schoolstijl. De overspanning zelf is vrij standaard, maar de balustrades van siersmeedwerk zijn ook duidelijk van de hand van Kramer. Deze balustrades lopen door tot natuurstenen kolom, hier eenvoudig bewerkt.

Raamplein
Raamplein

Het Raamplein is een plein in het centrum van Amsterdam. Het ligt aan de Marnixstraat ter hoogte van de Passeerdersgracht. De Raamstraat en de Raamdwarsstraat komen uit op het plein. Het plein is een gedempt deel van de Lijnbaansgracht. Op het plein ligt een bewaakte parkeerplaats. Het Raamplein is vernoemd naar de houten raamwerken waarop men hier in vroeger tijden geverfd textiel te drogen hing. Ook de namen van de elders in de stad gelegen Raamgracht en de Verversstraat herinneren aan de lakenindustrie. Aan het plein staat de voormalige Hogeschool voor Economische Studies, oorspronkelijk de Eerste Openbare Handelsschool op Raamplein 1. Willem Drees volgde hier onderwijs. Het gebouw uit 1899-1901 kreeg in 2001 status als rijksmonument. Op nummer 6 stond vanaf 1744 een hoefsmederij annex rijtuigenreparatiebedrijf met woonhuis, later bekend als Smederij Gebr. Schous Autoveren. Op de begane grond van het woonhuis vestigde zich voor de Tweede Wereldoorlog een kapperszaak en rond 1960 stomerij 'Kwiek'. Eind zestig werd het dak van de smederij afgebroken i.v.m. bouwvalligheid; eind jaren tachtig zijn de smederij en het woonhuis gesloopt. Aan de Marnixstraat op nummer 360, recht tegenover het Raamplein, had na de Tweede Wereldoorlog fotograaf Paul Huf z'n studio. Later werd hij daar opgevolgd door fotograaf Jan Schiet. Op nummer 362 woonde en werkte tussen 1944 en 1960 de Amsterdamse kunstschilder Klaas Pijlman. Schuin tegenover het plein, op de hoek van de Nieuwe Passeerdersstraat, staat het Jeugdtheater De Krakeling.

Brug 94
Brug 94

Brug 94 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen over de Leidsegracht en vorm de verbinding tussen de Raamdwarsstraat (noord) en de kade van de Lijnbaansgracht (zuid). Ten noorden van de brug staat het gebouw en rijksmonument Leidsegracht 108 uit oude tijden, ten zuiden van de brug staat het moderne politiebureau Lijnbaansgracht uit de jaren zeventig. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende op zijn ontwerpkaart van 1662 hier al een brug. Het is onzeker of de brug er toen al lag, er is ten zuiden van de Leidsegracht dan bijna nog geen enkele bebouwing te zien. Stalpaert kon de ontwikkeling van de brug volgen, want hij was de bewoner van Leidsegracht 108, toen nog de woning van de stadsarchitect en werknemer van de Stadsmetseltuinen, die achter die woning lag. Op de kaart van Frederik de Wit van 1688 is bijna het gehele terrein tussen Leidsegracht en Amstel volgebouwd. De moderne geschiedenis begon in 1864. Toen werd het besluit genomen de houten brug voor 3800 gulden te vernieuwen; een jaar later ging een aannemer aan de slag. De huidige brug dateert vermoedelijk uit 1902. Op 17 februari van dat jaar werd aanbesteed Het vernieuwen van de brug no, 94 over de Leidschegracht aan de Lijnbaansgracht, met bijbehorende werken. In mei begonnen de werkzaamheden, waarbij al het verkeer, weg- en scheepvaart-, gestremd was; voetgangers konden over een noodbrug. Er kwam een ijzeren liggerbrug. In 1913 sneuvelde de brug bijna; er werd gesproken over demping van de Leidschegracht om er een hoofdverkeersweg van te maken. Het bleef bij plannen. De brug werd bij de vernieuwing niet verlaagd zoals andere bruggen in de stad. Ook bij latere herstelwerkzaamheden bleef de brug zijn oorspronkelijke hoogte en structuur behouden, ze werd dus bij hersteld niet vervangen door welfbrug, zoals elders in de stad. Toch stootte in 1938 een schipper van een zolderschuit nog zijn hoofd aan de balken van de brug; hij stortte in het water, werd gered, maar hield een schedelbasisfractuur aan het voorval over.

Brug 99
Brug 99

Brug 99 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de Passeerdersstraat en overspant de Lijnbaansgracht. De brug werd in 1995 benoemd tot gemeentelijk monument. Nabij de brug stond de snoep-fabriek van Klene (1915-1986). Schuin aan de overkant van de Lijnbaansgracht staat aan de Marnixstraat het rijksmonument het Amsterdamsch Tehuis voor Arbeiders (ATVA). Recht voor de brug lag het woonzorgcentrum Sint Bernardus aan de Nieuwe Passeerdersstraat, dat in 2012 afgebroken werd. Ten zuidwesten van de brug ligt het gemeentelijk monument wooncomplex Lijnbaansgracht 211-218/Passeerdersstraat 34-38 van de architecten Göbel en den Hertog. Op de kaart van Joan Blaeu uit 1649 is de brug al ingetekend. Ze ligt dan nog niet recht voor de Passeerdersstraat. De recente geschiedenis laat een brug zien die er bijna niet meer geweest was. In 1913 werd geopperd om de Looiersgracht te dempen en de brug over de Lijnbaansgracht daar te projecteren. Dat plan ging niet door. De huidige brug (gegevens 2017) dateert van 1927. Toen werd het deel van de kade Lijnbaansgracht tussen de Looiersgracht en de Passeerdersstraat afgesloten voor het vernieuwen van twee bruggen: Brug 100 over de Looiersgracht en Brug 99 over de Lijnbaansgracht; de bruggen zijn qua ontwerp zusjes van elkaar. Van augustus 1927 tot en met december 1927 werd hier de huidige brug (gegevens 2017) geplaatst in een ontwerp (van het bureau) van Piet Kramer, bruggenarchitect van de Dienst der Publieke Werken. De brug (met name de walkanten) heeft de voor Kramer kenmerkende Amsterdamse Schoolstijl. De overspanning zelf is vrij standaard, maar de balustrades van siersmeedwerk zijn ook duidelijk van de hand van Kramer. Deze balustrades lopen door tot natuurstenen kolom, hier eenvoudig bewerkt. De brug is versierd met bloembakken en kent eenrichtingsverkeer richting Marnixstraat.

Pieter Goemansbrug
Pieter Goemansbrug

De Pieter Goemansbrug is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Hij is vernoemd naar tekstschrijver Pieter Goemans en stond eerder officieus bekend als Bestedelingenbrug en/of Bestedelingensluis naar het ooit nabijgelegen Bestedelingenhuis (opvang voor wezen en armoedzaaiers of te wel bestedelingen), dat in 1950 werd samengevoegd met het toenmalige Paleis van Justitie. De brug is gelegen in de Prinsengracht (westoever) en overspant de Leidsegracht. Ten noordwesten van de brug staat een aantal rijksmonumenten, zowel aan de Prinsengracht als aan de Leidsegracht. Er ligt hier al eeuwen een brug. De kaart van stadsarchitect Daniël Stalpaert uit 1662 laat hier een brug zien in de kade van de Prince Graft over De Leydesche graft. Wellicht lag de brug er al eerder, maar de Leidsegracht vormde daarvoor nog de grens van de Amsterdamse bebouwing. Op die kaart is wel al het Bestedelingenhuis (Aelmoeseniers Weeshuys) te zien. Stalpaert heeft de brug vermoedelijk dagelijks gezien aangezien hij werkzaam was in het gebouw Leidsegracht 108, de stadstimmertuinen. Frederik de Wit liet op zijn kaart van 1688 zien hoe snel de stad groeide. De gehele Leidsegracht, bij Stalpeart nog onbebouwd, is bijna geheel bebouwd en ook de wijken ten westen van de Leidsegracht staan al enkele kavels na vol. In 1866 lag hier een houten brug; een van de acht bruggen die vernieuwd zouden worden. Of de brug destijds daadwerkelijk werd vervangen is niet duidelijk. In 1894 werd opnieuw melding gemaakt van het vernieuwen van een vaste houten brug. Het was een ijzeren liggerbrug van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken. Voor de brug zou Willem Springer verantwoordelijk zijn geweest. In de jaren tien kwam de gemeente met het plan de Leidsegracht te dempen ten faveure van een route de stad uit. Het bleef bij plannen. In 1987 was de brug aan vervanging toe. De gemeente Amsterdam was destijds bezig met een omschakeling. De ijzeren liggerbruggen werden zoveel mogelijk vervangen door stenen boogbruggen, die beter in het 'oude' stadsbeeld zouden passen. Deze brug ontsnapte aan die wens en zo werd hier de ijzeren liggerbrug gereconstrueerd in staal. In 2007-2008 werd de brug vernoemd naar tekstschrijver Pieter Goemans. Ze kreeg toen een officieel groen naambord en in 2008 een plaquette over Goemans. Hij schreef onder andere Aan de Amsterdamse grachten (1949), onder meer gezongen door Wim Sonneveld en zou hier zijn inspiratie vandaan hebben gehaald.

Angenietje Swarthofbrug
Angenietje Swarthofbrug

Angenietje Swartbrug (brug 67) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de noordelijke kade van de Leidsegracht en voert over de Prinsengracht. De brug vormt een geheel met brug 122 en de brug 93 die beide in de kades van de Prinsengracht over de Leidsegracht liggen. Ter plaatse van de bruggen zijn bijna alle gebouwen aan de Leidsegracht een rijksmonument. Alle op de zuidwestpunt ligt een gemeentelijk monument, het Paleis van Justitie. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende hier een brug in op zijn kaart van rond 1662. Hij kende de situatie ter plekke, want woonde/werkte enige tijd aan Leidsegracht 108, de stadsmetseltuin. De Leidsegracht vormde toen wel een grens tussen bebouwd en onbebouwd Amsterdam. Ten zuiden van de Leidsegracht is op een enkel gebouw na nog niets ingetekend. Wat duidelijk te zien is op die kaart zijn de verdichte walkanten aan de noordzijde van de brug, vermoedelijk aanlegplaatsen. Jan de Beijer schilderde de brug rond 1755 waarbij die walkanten zichtbaar zijn, alsmede een brug met een grote boog en twee kleine bogen. In 1824 ziet de brug er in de ogen van Johannes Jelgerhuis anders uit. De moderne geschiedenis begint rond 1879, dan wil men de brug wel verlagen, maar de gemeente heeft daartoe onvoldoende geld. Toen was er nog sprake van een boogbrug, in 1887 kreeg een firma in petroleum nog vergunning om onder twee bogen 6000 liter op te slaan. Dat kon tot 1889 doorgaan, toen besteedde de gemeente "Het vernieuwen van de brug over de Prinsengracht bij de Leidschegracht aan met onder andere de levering van 18 ton balkijzer". Op 6 mei sloot de brug voor onbepaalde tijd voor alle verkeer, ook scheepvaart, alleen voetgangers konden gebruik maken van een hulpbrug. In februari 1890 kon men melden dat de nieuwe brug klaar was. Het ontwerp kwam van de Publieke Werken Amsterdam, waar toen Bastiaan de Greef en Willem Springer werkten. De "eierdopachtige" afwerking van de pijlers zouden van de hand van Springer zijn. Het is echter niet duidelijk of zij ook verantwoordelijk waren voor het ontwerp of dat ze alleen over de schouders van medewerkers meekeken. In 1913 kreeg de brug te maken met een ander gevaar. De gemeente kreeg het idee om de Leidsegracht te dempen en door die maatregel een nieuwe “snelweg” naar het westen te kunnen aanleggen; het bleef bij plannen. De huidige brug dateert van 1988 toen de gemeente er (nog) voor koos de ijzeren plaat/liggerbrug te restaureren in plaats te vervangen door een welfbrug naar oud model (terugrestaureren). De brug had een niet te traceren vernoeming. Ze stond tot april 2016 bekend als de Kleine Brouwerssluis. Toen besloot de gemeente Amsterdam, dat niet te achterhalen vernoemingen werden geschrapt, de brug gaat sindsdien naamloos door het leven. Daarbij zal meegespeeld hebben dat Amsterdam ook een Brouwersgracht en een Brouwerssluis heeft, die echter ruim een kilometer noordelijker liggen. In december 2021 kreeg de brug alsnog een naam: Angenietje Swartbrug. Angenietje was één van de minnen in Amsterdam, vrouwen die vondelingen opvingen via het Stadsaalmoezeniershuis in Amsterdam, dat hier aan de Prinsengracht 436 gevestigd was. Angenietje Swart zou 126 vondelingen verzorgd hebben.