place

Pieter Goemansbrug

Brug in Amsterdam-Centrum
PieterGoemansbrug02a
PieterGoemansbrug02a

De Pieter Goemansbrug is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Hij is vernoemd naar tekstschrijver Pieter Goemans en stond eerder officieus bekend als Bestedelingenbrug en/of Bestedelingensluis naar het ooit nabijgelegen Bestedelingenhuis (opvang voor wezen en armoedzaaiers of te wel bestedelingen), dat in 1950 werd samengevoegd met het toenmalige Paleis van Justitie. De brug is gelegen in de Prinsengracht (westoever) en overspant de Leidsegracht. Ten noordwesten van de brug staat een aantal rijksmonumenten, zowel aan de Prinsengracht als aan de Leidsegracht. Er ligt hier al eeuwen een brug. De kaart van stadsarchitect Daniël Stalpaert uit 1662 laat hier een brug zien in de kade van de Prince Graft over De Leydesche graft. Wellicht lag de brug er al eerder, maar de Leidsegracht vormde daarvoor nog de grens van de Amsterdamse bebouwing. Op die kaart is wel al het Bestedelingenhuis (Aelmoeseniers Weeshuys) te zien. Stalpaert heeft de brug vermoedelijk dagelijks gezien aangezien hij werkzaam was in het gebouw Leidsegracht 108, de stadstimmertuinen. Frederik de Wit liet op zijn kaart van 1688 zien hoe snel de stad groeide. De gehele Leidsegracht, bij Stalpeart nog onbebouwd, is bijna geheel bebouwd en ook de wijken ten westen van de Leidsegracht staan al enkele kavels na vol. In 1866 lag hier een houten brug; een van de acht bruggen die vernieuwd zouden worden. Of de brug destijds daadwerkelijk werd vervangen is niet duidelijk. In 1894 werd opnieuw melding gemaakt van het vernieuwen van een vaste houten brug. Het was een ijzeren liggerbrug van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken. Voor de brug zou Willem Springer verantwoordelijk zijn geweest. In de jaren tien kwam de gemeente met het plan de Leidsegracht te dempen ten faveure van een route de stad uit. Het bleef bij plannen. In 1987 was de brug aan vervanging toe. De gemeente Amsterdam was destijds bezig met een omschakeling. De ijzeren liggerbruggen werden zoveel mogelijk vervangen door stenen boogbruggen, die beter in het 'oude' stadsbeeld zouden passen. Deze brug ontsnapte aan die wens en zo werd hier de ijzeren liggerbrug gereconstrueerd in staal. In 2007-2008 werd de brug vernoemd naar tekstschrijver Pieter Goemans. Ze kreeg toen een officieel groen naambord en in 2008 een plaquette over Goemans. Hij schreef onder andere Aan de Amsterdamse grachten (1949), onder meer gezongen door Wim Sonneveld en zou hier zijn inspiratie vandaan hebben gehaald.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Pieter Goemansbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Pieter Goemansbrug
Prinsengracht, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Pieter GoemansbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.366058333333 ° E 4.8825166666667 °
placeToon op kaart

Adres

Pieter Goemansbrug

Prinsengracht
1016 JC Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q28169185)
linkOpenStreetMap (74041949)

PieterGoemansbrug02a
PieterGoemansbrug02a
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Angenietje Swarthofbrug
Angenietje Swarthofbrug

Angenietje Swartbrug (brug 67) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de noordelijke kade van de Leidsegracht en voert over de Prinsengracht. De brug vormt een geheel met brug 122 en de brug 93 die beide in de kades van de Prinsengracht over de Leidsegracht liggen. Ter plaatse van de bruggen zijn bijna alle gebouwen aan de Leidsegracht een rijksmonument. Alle op de zuidwestpunt ligt een gemeentelijk monument, het Paleis van Justitie. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende hier een brug in op zijn kaart van rond 1662. Hij kende de situatie ter plekke, want woonde/werkte enige tijd aan Leidsegracht 108, de stadsmetseltuin. De Leidsegracht vormde toen wel een grens tussen bebouwd en onbebouwd Amsterdam. Ten zuiden van de Leidsegracht is op een enkel gebouw na nog niets ingetekend. Wat duidelijk te zien is op die kaart zijn de verdichte walkanten aan de noordzijde van de brug, vermoedelijk aanlegplaatsen. Jan de Beijer schilderde de brug rond 1755 waarbij die walkanten zichtbaar zijn, alsmede een brug met een grote boog en twee kleine bogen. In 1824 ziet de brug er in de ogen van Johannes Jelgerhuis anders uit. De moderne geschiedenis begint rond 1879, dan wil men de brug wel verlagen, maar de gemeente heeft daartoe onvoldoende geld. Toen was er nog sprake van een boogbrug, in 1887 kreeg een firma in petroleum nog vergunning om onder twee bogen 6000 liter op te slaan. Dat kon tot 1889 doorgaan, toen besteedde de gemeente "Het vernieuwen van de brug over de Prinsengracht bij de Leidschegracht aan met onder andere de levering van 18 ton balkijzer". Op 6 mei sloot de brug voor onbepaalde tijd voor alle verkeer, ook scheepvaart, alleen voetgangers konden gebruik maken van een hulpbrug. In februari 1890 kon men melden dat de nieuwe brug klaar was. Het ontwerp kwam van de Publieke Werken Amsterdam, waar toen Bastiaan de Greef en Willem Springer werkten. De "eierdopachtige" afwerking van de pijlers zouden van de hand van Springer zijn. Het is echter niet duidelijk of zij ook verantwoordelijk waren voor het ontwerp of dat ze alleen over de schouders van medewerkers meekeken. In 1913 kreeg de brug te maken met een ander gevaar. De gemeente kreeg het idee om de Leidsegracht te dempen en door die maatregel een nieuwe “snelweg” naar het westen te kunnen aanleggen; het bleef bij plannen. De huidige brug dateert van 1988 toen de gemeente er (nog) voor koos de ijzeren plaat/liggerbrug te restaureren in plaats te vervangen door een welfbrug naar oud model (terugrestaureren). De brug had een niet te traceren vernoeming. Ze stond tot april 2016 bekend als de Kleine Brouwerssluis. Toen besloot de gemeente Amsterdam, dat niet te achterhalen vernoemingen werden geschrapt, de brug gaat sindsdien naamloos door het leven. Daarbij zal meegespeeld hebben dat Amsterdam ook een Brouwersgracht en een Brouwerssluis heeft, die echter ruim een kilometer noordelijker liggen. In december 2021 kreeg de brug alsnog een naam: Angenietje Swartbrug. Angenietje was één van de minnen in Amsterdam, vrouwen die vondelingen opvingen via het Stadsaalmoezeniershuis in Amsterdam, dat hier aan de Prinsengracht 436 gevestigd was. Angenietje Swart zou 126 vondelingen verzorgd hebben.

Lijnbaansgracht 219
Lijnbaansgracht 219

Lijnbaansgracht 219 is een gebouw in Amsterdam-Centrum en dient tot onderdak van het Politiebureau Lijnbaansgracht. In de jaren zeventig kwamen twee politiebureaus in de omgeving van het Rembrandtsplein en het Leidseplein in aanmerking voor vervanging. Ze werden beide te krap. Er werd besloten om een nieuw politiebureau te bouwen dat de uitgebreide vraag aankon. Een aantal jaren daarvoor vertrok een melkfabriek uit de binnenstad en die liet een leeg complex achter. De gebouwen waren in matige staat, op een sierlijke erker na die ooit de hoek Lijnbaansgracht/Leidsegracht sierde. Na sloop van de gebouwen in januari 1975 diende het terrein nog even als openbare parkeerplaats. Het ontwerp werd geleverd door de Dienst der Publieke Werken. Op dat moment was daar als architect werkzaam Anna Clasina van Hattem. Zij ontwierp ook de Sporthallen Zuid op het IJsbaanpad, de Pedagogische Academie aan de Prinses Irenestraat en een aantal wooncomplexen aan bijvoorbeeld Beemsterstraat en Ingelandenweg. In december 1977 werd het politiebureau officieel geopend door de commissaris van de Koningin. Al daarvoor was een arrestante in een van cellen overleden. Het politiebureau werd een van de drukste in de stad; ze bestreek het uitgangsgebied tussen Amstel, Singelgracht, Rozengracht en Kostverlorenvaart. Het bureau werd tevens voorzien van een cellencomplex in het souterrain. Het gebouw kostte circa 8.000.000 gulden, een gezamenlijke investering van gemeente en rijk. Aan de buitengevel hangt een metershoge plastiek van Harry Karssen (1933-2004). In 1984 moest het gebouw tijdelijk dicht; er was een vlooienplaag. Gerard Toorenaar was enige tijd districtchef aan die bureau.

Melkfabriekbrug
Melkfabriekbrug

De Melkfabriekbrug (brug 1900) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug werd rond 1949 neergelegd voor de N.V. Amsterdamse Melkinrichting O.V.v.V. Ze had aan de onbewoonde kant van de Lijnbaansgracht (lees de kant van de Marnixstraat) een melkfabriek staan, aan de andere kant waren er de kantoren, laboratoria, spoelruimtes en pakhuizen (voorheen van suikerfabriek De Granaatappel). Om het personeel van de ene naar de andere kant te kunnen laten lopen was een overloop geconstrueerd. Deze verdween, het personeel zou dan moeten omlopen om de Stadsschouwburg en daarom kwam deze brug om de weg te bekorten. Het was een zilverkleurige ophaalbrug uit Wolvega die die dienst zou verlenen. De directeur van de fabriek had haar zelf naar Amsterdam “gehaald”. Schepen met aan- en af te melk konden toen nog aanleggen voorbij de brug tot aan die Stadsschouwburg. In 1969 verdween hier de melkfabriek, de pakhuizen werden omgebouwd tot muziektempel Melkweg en sindsdien dient te brug als toegang tot dat zalencomplex. Na 1969 is de situatie rondom dit stukje Lijnbaansgracht geheel gewijzigd. Tweedederde van de panden werd gesloopt en vervangen door een politiebureau (1975-1977) en bioscopencomplex Cinecenter (geopend in 1979). Bovendien breidde de Stadsschouwburg naar achteren uit en begin 21e eeuw kwam hier de Rabozaal, een nieuwe concertzaal. De brug is dan echt als brug doelloos en onbeweegbaar en alleen de naam Melkfabriekbrug verwijst nog naar waar ze ooit voor diende. Even ten zuiden van de brug duikt de Lijnbaansgracht via een duiker onder de Stadsschouwburg en vervolgens het Kleine-Gartmanplantsoen door om vervolgens bij brug 198 pas weer zichtbaar te worden.

Brug 94
Brug 94

Brug 94 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen over de Leidsegracht en vorm de verbinding tussen de Raamdwarsstraat (noord) en de kade van de Lijnbaansgracht (zuid). Ten noorden van de brug staat het gebouw en rijksmonument Leidsegracht 108 uit oude tijden, ten zuiden van de brug staat het moderne politiebureau Lijnbaansgracht uit de jaren zeventig. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende op zijn ontwerpkaart van 1662 hier al een brug. Het is onzeker of de brug er toen al lag, er is ten zuiden van de Leidsegracht dan bijna nog geen enkele bebouwing te zien. Stalpaert kon de ontwikkeling van de brug volgen, want hij was de bewoner van Leidsegracht 108, toen nog de woning van de stadsarchitect en werknemer van de Stadsmetseltuinen, die achter die woning lag. Op de kaart van Frederik de Wit van 1688 is bijna het gehele terrein tussen Leidsegracht en Amstel volgebouwd. De moderne geschiedenis begon in 1864. Toen werd het besluit genomen de houten brug voor 3800 gulden te vernieuwen; een jaar later ging een aannemer aan de slag. De huidige brug dateert vermoedelijk uit 1902. Op 17 februari van dat jaar werd aanbesteed Het vernieuwen van de brug no, 94 over de Leidschegracht aan de Lijnbaansgracht, met bijbehorende werken. In mei begonnen de werkzaamheden, waarbij al het verkeer, weg- en scheepvaart-, gestremd was; voetgangers konden over een noodbrug. Er kwam een ijzeren liggerbrug. In 1913 sneuvelde de brug bijna; er werd gesproken over demping van de Leidschegracht om er een hoofdverkeersweg van te maken. Het bleef bij plannen. De brug werd bij de vernieuwing niet verlaagd zoals andere bruggen in de stad. Ook bij latere herstelwerkzaamheden bleef de brug zijn oorspronkelijke hoogte en structuur behouden, ze werd dus bij hersteld niet vervangen door welfbrug, zoals elders in de stad. Toch stootte in 1938 een schipper van een zolderschuit nog zijn hoofd aan de balken van de brug; hij stortte in het water, werd gered, maar hield een schedelbasisfractuur aan het voorval over.