place

Beudekerbrug

Brug in Amsterdam-Centrum
Beudekerbrug03
Beudekerbrug03

De Beudekerbrug (brug 122) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de noordoostelijke kade van de Prinsengracht. Ze overspant daarbij de Leidsegracht in de grachtengordel van Amsterdam. De brug vormt met de Angenietje Swarthofbrug en de Pieter Goemansbrug een kruispunt over de Leidse- en Prinsengracht. De brug wordt omringd door rijksmonumenten, bijna de gehele Leidsekade ter plaatse bestaat uit rijksmonumenten.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Beudekerbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Beudekerbrug
Weesperplein, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: BeudekerbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.366272222222 ° E 4.8829083333333 °
placeToon op kaart

Adres

Grachtengordel van Amsterdam

Weesperplein
1018 XA Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Website
amsterdam.nl

linkWebsite bezoeken

Beudekerbrug03
Beudekerbrug03
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Angenietje Swarthofbrug
Angenietje Swarthofbrug

Angenietje Swartbrug (brug 67) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de noordelijke kade van de Leidsegracht en voert over de Prinsengracht. De brug vormt een geheel met brug 122 en de brug 93 die beide in de kades van de Prinsengracht over de Leidsegracht liggen. Ter plaatse van de bruggen zijn bijna alle gebouwen aan de Leidsegracht een rijksmonument. Alle op de zuidwestpunt ligt een gemeentelijk monument, het Paleis van Justitie. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende hier een brug in op zijn kaart van rond 1662. Hij kende de situatie ter plekke, want woonde/werkte enige tijd aan Leidsegracht 108, de stadsmetseltuin. De Leidsegracht vormde toen wel een grens tussen bebouwd en onbebouwd Amsterdam. Ten zuiden van de Leidsegracht is op een enkel gebouw na nog niets ingetekend. Wat duidelijk te zien is op die kaart zijn de verdichte walkanten aan de noordzijde van de brug, vermoedelijk aanlegplaatsen. Jan de Beijer schilderde de brug rond 1755 waarbij die walkanten zichtbaar zijn, alsmede een brug met een grote boog en twee kleine bogen. In 1824 ziet de brug er in de ogen van Johannes Jelgerhuis anders uit. De moderne geschiedenis begint rond 1879, dan wil men de brug wel verlagen, maar de gemeente heeft daartoe onvoldoende geld. Toen was er nog sprake van een boogbrug, in 1887 kreeg een firma in petroleum nog vergunning om onder twee bogen 6000 liter op te slaan. Dat kon tot 1889 doorgaan, toen besteedde de gemeente "Het vernieuwen van de brug over de Prinsengracht bij de Leidschegracht aan met onder andere de levering van 18 ton balkijzer". Op 6 mei sloot de brug voor onbepaalde tijd voor alle verkeer, ook scheepvaart, alleen voetgangers konden gebruik maken van een hulpbrug. In februari 1890 kon men melden dat de nieuwe brug klaar was. Het ontwerp kwam van de Publieke Werken Amsterdam, waar toen Bastiaan de Greef en Willem Springer werkten. De "eierdopachtige" afwerking van de pijlers zouden van de hand van Springer zijn. Het is echter niet duidelijk of zij ook verantwoordelijk waren voor het ontwerp of dat ze alleen over de schouders van medewerkers meekeken. In 1913 kreeg de brug te maken met een ander gevaar. De gemeente kreeg het idee om de Leidsegracht te dempen en door die maatregel een nieuwe “snelweg” naar het westen te kunnen aanleggen; het bleef bij plannen. De huidige brug dateert van 1988 toen de gemeente er (nog) voor koos de ijzeren plaat/liggerbrug te restaureren in plaats te vervangen door een welfbrug naar oud model (terugrestaureren). De brug had een niet te traceren vernoeming. Ze stond tot april 2016 bekend als de Kleine Brouwerssluis. Toen besloot de gemeente Amsterdam, dat niet te achterhalen vernoemingen werden geschrapt, de brug gaat sindsdien naamloos door het leven. Daarbij zal meegespeeld hebben dat Amsterdam ook een Brouwersgracht en een Brouwerssluis heeft, die echter ruim een kilometer noordelijker liggen. In december 2021 kreeg de brug alsnog een naam: Angenietje Swartbrug. Angenietje was één van de minnen in Amsterdam, vrouwen die vondelingen opvingen via het Stadsaalmoezeniershuis in Amsterdam, dat hier aan de Prinsengracht 436 gevestigd was. Angenietje Swart zou 126 vondelingen verzorgd hebben.

Pieter Goemansbrug
Pieter Goemansbrug

De Pieter Goemansbrug is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Hij is vernoemd naar tekstschrijver Pieter Goemans en stond eerder officieus bekend als Bestedelingenbrug en/of Bestedelingensluis naar het ooit nabijgelegen Bestedelingenhuis (opvang voor wezen en armoedzaaiers of te wel bestedelingen), dat in 1950 werd samengevoegd met het toenmalige Paleis van Justitie. De brug is gelegen in de Prinsengracht (westoever) en overspant de Leidsegracht. Ten noordwesten van de brug staat een aantal rijksmonumenten, zowel aan de Prinsengracht als aan de Leidsegracht. Er ligt hier al eeuwen een brug. De kaart van stadsarchitect Daniël Stalpaert uit 1662 laat hier een brug zien in de kade van de Prince Graft over De Leydesche graft. Wellicht lag de brug er al eerder, maar de Leidsegracht vormde daarvoor nog de grens van de Amsterdamse bebouwing. Op die kaart is wel al het Bestedelingenhuis (Aelmoeseniers Weeshuys) te zien. Stalpaert heeft de brug vermoedelijk dagelijks gezien aangezien hij werkzaam was in het gebouw Leidsegracht 108, de stadstimmertuinen. Frederik de Wit liet op zijn kaart van 1688 zien hoe snel de stad groeide. De gehele Leidsegracht, bij Stalpeart nog onbebouwd, is bijna geheel bebouwd en ook de wijken ten westen van de Leidsegracht staan al enkele kavels na vol. In 1866 lag hier een houten brug; een van de acht bruggen die vernieuwd zouden worden. Of de brug destijds daadwerkelijk werd vervangen is niet duidelijk. In 1894 werd opnieuw melding gemaakt van het vernieuwen van een vaste houten brug. Het was een ijzeren liggerbrug van de tekentafel van de Dienst der Publieke Werken. Voor de brug zou Willem Springer verantwoordelijk zijn geweest. In de jaren tien kwam de gemeente met het plan de Leidsegracht te dempen ten faveure van een route de stad uit. Het bleef bij plannen. In 1987 was de brug aan vervanging toe. De gemeente Amsterdam was destijds bezig met een omschakeling. De ijzeren liggerbruggen werden zoveel mogelijk vervangen door stenen boogbruggen, die beter in het 'oude' stadsbeeld zouden passen. Deze brug ontsnapte aan die wens en zo werd hier de ijzeren liggerbrug gereconstrueerd in staal. In 2007-2008 werd de brug vernoemd naar tekstschrijver Pieter Goemans. Ze kreeg toen een officieel groen naambord en in 2008 een plaquette over Goemans. Hij schreef onder andere Aan de Amsterdamse grachten (1949), onder meer gezongen door Wim Sonneveld en zou hier zijn inspiratie vandaan hebben gehaald.

Dikker & Thijs
Dikker & Thijs

Dikker & Thijs is een hotel gevestigd op de hoek van de Prinsengracht en de Leidsestraat in de Nederlandse hoofdstad Amsterdam. In het hotel waren eerder een delicatessenzaak en toprestaurant gevestigd. Het gebouw waarin het hotel gevestigd is, is een rijksmonument. Het is in 1914-1915 gebouwd als kantoor van verzekeringsmaatschappij "De Nederlanden" naar een ontwerp van B.J. Ouëndag. In 1895 legde Frederik Wilhelm Dikker (1865-1916) met de opening van zijn delicatessenwinkel de basis voor wat later Dikker & Thijs zou gaan heten. Henri Thijs, die jaren bij de Franse meesterkok Auguste Escoffier werkte werd in 1915 zijn partner. Zij openden in 1915 in de Kalverstraat hun eerste gezamenlijke delicatessenzaak. In 1921 openden de compagnons een tweede zaak op Leidsestraat 96 om een jaar later te verhuizen naar nummer 82 op de hoek met de Prinsengracht. Hier was eerder de gemeentelijke toonzaal voor huishoudelijk gasgebruik gevestigd. Op de eerste verdieping van het pand begon de firma Dikker & Thijs een restaurant voor oesters, kreeft en kaviaar, dat in de jaren 1950 grote naam en faam verwierf. Bij de eerste uitreiking van Michelinsterren in Nederland, in 1957, kreeg het restaurant een ster die het behield tot en met 1962. Delicatessen en primeurs die in de winkel beneden te koop waren, werden in de keuken van het restaurant boven bereid. In 1964 werd restaurant De Prinsenkelder geopend. Het was gevestigd in het aangrenzende pakhuis uit 1737 en was een zelfstandig restaurant met eigen keuken. In 1994 sloten het restaurant op de eerste verdieping en brasserie Dikker & Thijs. Het hotel bleef geopend, maar veranderde in 1995 van eigenaar. In 2001 werd het uitgebreid tot 42 kamers en in 2011 werd restaurant Thijs geopend waar eerder De Prinsenkelder was. Dit restaurant is eind 2018 gesloten.

Brug 44
Brug 44

Brug 44 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De boogbrug is gelegen in de zuidwestoever van de Keizersgracht. De brug overspant de Leidsegracht. De brug is zelf geen monument, daar is zij te jong voor, maar is omringd door rijksmonumenten. Ten westen van de brug liggen twee aanlegkaden dan wel terrasjes. Er ligt hier al eeuwen een brug. Stadsarchitect Daniël Stalpaert tekende de brug al in op zijn kaart van 1662, maar de omgeving is nog als onbebouwd aangegeven.Frederick de Wits kaart van 1688 laat de brug zien. Aan het eind van de 19e eeuw kwam hier een simpele plaatbrug. Dit kwam doordat de aanpalende boogbrug over de Keizersgracht was ingestort. Dit woekerde de angst aan dat ook andere boogbruggen zouden instorten. Bovendien had men toen minder oog voor de esthetische waarde van de brug. Als de brug in de jaren zeventig van de 20e eeuw voor groot onderhoud in aanmerking komt, is de situatie omgedraaid. Men heeft de vaardigheid voor boogbruggen weer onder de knie en wenst een brug die past in het straatbeeld, de boog brug kwam hier terug in 1978. Het werd destijds wel omschreven als "architectonische leugen", een brug in de stijl van de 17e eeuw maar met een betonnen overspanning en dito fundering. Na de oplevering kon de brug weer tijden mee. De brug had als officieuze aanduiding de Hemonybrug, een vernoeming naar de gebroeders Pieter en François Hemony, die op de hoek van de Keizersgracht en het Molenpad (om de hoek bij de brug) in de 17e eeuw hun werkplaats hadden. De brug ligt dus niet nabij de Hemonystraat en Hemonylaan, die in Amsterdam-Zuid, De Pijp, gesitueerd zijn en pas eind 19e eeuw hun naam kregen. Die afwijkende plaats tot straat en laan is een van de redenen dat de Hemonybrug in 2016 ter sprake kwam bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Bij een controle over de brugnamen bleek dat de naam niet voldeed aan de richtlijnen, die gelden om opgenomen te kunnen worden in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. De brug kwam voor op lijst 2 van twee lijsten met aan te passen officieuze brugnamen, lijst 1 bevat officieuze brugnamen die officieel gemaakt zouden kunnen worden lijst 2 bevat officieuze brugnamen, waarover na een inspraakronde beslist wordt of de naam officieel erkend wordt, dan wel officieel wordt afgekeurd. De vernoeming hield geen stand en sindsdien gaat de brug anoniem door het leven (dat wil zeggen alleen met een nummer).

Lijnbaansgracht 219
Lijnbaansgracht 219

Lijnbaansgracht 219 is een gebouw in Amsterdam-Centrum en dient tot onderdak van het Politiebureau Lijnbaansgracht. In de jaren zeventig kwamen twee politiebureaus in de omgeving van het Rembrandtsplein en het Leidseplein in aanmerking voor vervanging. Ze werden beide te krap. Er werd besloten om een nieuw politiebureau te bouwen dat de uitgebreide vraag aankon. Een aantal jaren daarvoor vertrok een melkfabriek uit de binnenstad en die liet een leeg complex achter. De gebouwen waren in matige staat, op een sierlijke erker na die ooit de hoek Lijnbaansgracht/Leidsegracht sierde. Na sloop van de gebouwen in januari 1975 diende het terrein nog even als openbare parkeerplaats. Het ontwerp werd geleverd door de Dienst der Publieke Werken. Op dat moment was daar als architect werkzaam Anna Clasina van Hattem. Zij ontwierp ook de Sporthallen Zuid op het IJsbaanpad, de Pedagogische Academie aan de Prinses Irenestraat en een aantal wooncomplexen aan bijvoorbeeld Beemsterstraat en Ingelandenweg. In december 1977 werd het politiebureau officieel geopend door de commissaris van de Koningin. Al daarvoor was een arrestante in een van cellen overleden. Het politiebureau werd een van de drukste in de stad; ze bestreek het uitgangsgebied tussen Amstel, Singelgracht, Rozengracht en Kostverlorenvaart. Het bureau werd tevens voorzien van een cellencomplex in het souterrain. Het gebouw kostte circa 8.000.000 gulden, een gezamenlijke investering van gemeente en rijk. Aan de buitengevel hangt een metershoge plastiek van Harry Karssen (1933-2004). In 1984 moest het gebouw tijdelijk dicht; er was een vlooienplaag. Gerard Toorenaar was enige tijd districtchef aan die bureau.