place

Brug 44

Brug in Amsterdam-CentrumKeizersgracht
Brug 44 Leidsegracht
Brug 44 Leidsegracht

Brug 44 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De boogbrug is gelegen in de zuidwestoever van de Keizersgracht. De brug overspant de Leidsegracht. De brug is zelf geen monument, daar is zij te jong voor, maar is omringd door rijksmonumenten. Ten westen van de brug liggen twee aanlegkaden dan wel terrasjes. Er ligt hier al eeuwen een brug. Stadsarchitect Daniël Stalpaert tekende de brug al in op zijn kaart van 1662, maar de omgeving is nog als onbebouwd aangegeven.Frederick de Wits kaart van 1688 laat de brug zien. Aan het eind van de 19e eeuw kwam hier een simpele plaatbrug. Dit kwam doordat de aanpalende boogbrug over de Keizersgracht was ingestort. Dit woekerde de angst aan dat ook andere boogbruggen zouden instorten. Bovendien had men toen minder oog voor de esthetische waarde van de brug. Als de brug in de jaren zeventig van de 20e eeuw voor groot onderhoud in aanmerking komt, is de situatie omgedraaid. Men heeft de vaardigheid voor boogbruggen weer onder de knie en wenst een brug die past in het straatbeeld, de boog brug kwam hier terug in 1978. Het werd destijds wel omschreven als "architectonische leugen", een brug in de stijl van de 17e eeuw maar met een betonnen overspanning en dito fundering. Na de oplevering kon de brug weer tijden mee. De brug had als officieuze aanduiding de Hemonybrug, een vernoeming naar de gebroeders Pieter en François Hemony, die op de hoek van de Keizersgracht en het Molenpad (om de hoek bij de brug) in de 17e eeuw hun werkplaats hadden. De brug ligt dus niet nabij de Hemonystraat en Hemonylaan, die in Amsterdam-Zuid, De Pijp, gesitueerd zijn en pas eind 19e eeuw hun naam kregen. Die afwijkende plaats tot straat en laan is een van de redenen dat de Hemonybrug in 2016 ter sprake kwam bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Bij een controle over de brugnamen bleek dat de naam niet voldeed aan de richtlijnen, die gelden om opgenomen te kunnen worden in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. De brug kwam voor op lijst 2 van twee lijsten met aan te passen officieuze brugnamen, lijst 1 bevat officieuze brugnamen die officieel gemaakt zouden kunnen worden lijst 2 bevat officieuze brugnamen, waarover na een inspraakronde beslist wordt of de naam officieel erkend wordt, dan wel officieel wordt afgekeurd. De vernoeming hield geen stand en sindsdien gaat de brug anoniem door het leven (dat wil zeggen alleen met een nummer).

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 44 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 44
Keizersgracht, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 44Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.366805555556 ° E 4.8845666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Brug 44

Keizersgracht
1017 EG Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q23850629)
linkOpenStreetMap (1040050360)

Brug 44 Leidsegracht
Brug 44 Leidsegracht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 46
Brug 46

Brug 46 (voorheen Quellijn brug) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum De brug is gelegen in de noordelijke kade van de Leidsegracht en overspant de Keizersgracht. Rondom de brug staan aan alle acht kades gebouwen die benoemd zijn tot rijksmonument. De brug kon zelf niet tot monument verklaard worden, ze is daarvoor te jong. Er ligt hier al eeuwen een brug. Stadsarchitect Daniël Stalpaert tekende de brug al in op zijn kaart van 1662, maar de omgeving is nog als onbebouwd aangegeven.Frederick de Wits kaart van 1688 laat de brug zien. De moderne geschiedenis van de brug start in 1894. Er ligt dan over de Keizersgracht een boogbrug met drie doorvaarten. In de nacht van 11 op 12 november 1894 stortte de middelste boog in en zakte langzaam weg in de Keizersgracht. In de maanden daarvoor was te zien dat twee dekstenen langzaam langs elkaar schoven en een onderling verschil lieten zien van ongeveer een decimeter. In de voorafgaande dagen had de Publieke Werken op de brug aangegeven, dat er ter plaatse niet meer op de leuning gesteund mocht worden, daarna werd het verboden met paard en wagen over de brug te rijden en ten slotte werd de brug afgesloten voor verkeer. Gevaar voor de scheepvaart voorzag men vooralsnog niet, maar schippers dorsten nauwelijks meer onder de boog door te varen. Fotograaf Jacob Olie legde de situatie op 25 november 1894 vast, op die foto is ook een houten noodbrug te zien. Het vertrouwen in dit soort historische boogbruggen nam daardoor af. Wanneer voortaan een brug aangepast of vernieuwd moest worden, werd de brug vervangen door een plaatbrug. Dat gebeurde ook met deze brug, er kwam een plaatbrug. Niet alleen deze brug kreeg een dergelijk nieuwe constructie, ook de bruggen 44 en 45 werden vervangen door plaatbruggen. Dat plaatbruggen eigenlijk niet pasten binnen het historisch stadshart was toen niet van belang. De brug hield het tachtig jaar uit. In de jaren zeventig van de 20e eeuw was de mening geheel gekanteld. De brug moest vernieuwd worden en men wilde op deze historische plek weer “historisch verantwoorde” bruggen. Alle drie de bruggen werden weer vervangen door boogbruggen, het werd soms gezien als architectonische leugen. De brug met een oud uiterlijk heeft een betonnen overspanning en een betonnen fundament. De brug kon vanaf dan weer jaren mee. De brug had als officieuze aanduiding de Quellijnbrug, een vernoeming naar de beeldhouwer Artus Quellinus. Hij had zijn werkplaats aan het Molenpad (om de hoek bij de brug). Hij was daarin buurman van Pieter en François Hemony, de klokkengieters. De brug ligt dus niet nabij de Quellijnstraat, die in Amsterdam-Zuid, De Pijp, gesitueerd is en pas eind 19e eeuw haar naam kreeg. Die afwijkende plaats tot straat is een van de redenen dat de Quellijnbrug in 2016 ter sprake kwam bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Bij een controle over de brugnamen bleek dat de naam niet voldeed aan de richtlijnen, die gelden om opgenomen te kunnen worden in de Basisregistratie Adressen-Gebouwen. De brug kwam voor op lijst 2 van twee lijsten met aan te passen officieuze brugnamen, lijst 1 bevat officieuze brugnamen die officieel gemaakt zouden kunnen worden lijst 2 bevat officieuze brugnamen, waarover na een inspraakronde beslist wordt of de naam officieel erkend wordt, dan wel officieel wordt afgekeurd. De vernoeming hield geen stand en sindsdien gaat de brug anoniem door het leven (dat wil zeggen alleen met een nummer).

Steenhouwerijbrug
Steenhouwerijbrug

De Steenhouwerijbrug of Steenhouwerijsluis (brug 45) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De boogbrug is gelegen in de noordoostoever van de Keizersgracht en voert over de Leidsegracht. De brug ontleent haar naam aan de Stadsmetseltuin die in de tijd van inrichting van deze buurt aan de Leidsegracht lag. De brug ligt tegenover brug 44 (zuidwestelijke kade van de Keizersgracht over de Leidsegracht) en wordt met die brug verbonden door brug 46. De drie bruggen trokken voor wat betreft geschiedenis met elkaar op, behalve dan de ineenstorting van brug 46. Er ligt hier al eeuwen een brug. Stadsarchitect Daniël Stalpaert, werkzaam bij die Stadsmetseltuin tekende de brug al in op zijn kaart van 1662, maar de omgeving is nog als onbebouwd aangegeven. De brug is ingetekende op de grens tussen het bebouwde gedeelte en zijn ontwerp voor de nieuwe wijk ten zuiden van de Leidsegracht. Frederick de Wits kaart van 1688 laat de brug zien. Aan het eind van de 19e eeuw kwam hier een simpele plaatbrug. Dit kwam doordat de aanpalende brug 46, een boogbrug, over de Keizersgracht was ingestort. Dit wakkerde de angst aan dat ook andere boogbruggen zouden instorten. Bovendien had men toen minder oog voor de esthetische waarde van de brug. Als de brug in de jaren zeventig van de 20e eeuw voor groot onderhoud in aanmerking komt, is de situatie omgedraaid. Men heeft de vaardigheid voor boogbruggen weer onder de knie en wenst een brug die past in het straatbeeld, de boogbrug kwam hier terug in 1978. Het werd destijds wel omschreven als "architectonische leugen", een brug in de stijl van de 17e eeuw maar met een betonnen overspanning en dito fundering. Na de oplevering kon de brug weer tijden mee.

Dikker & Thijs
Dikker & Thijs

Dikker & Thijs is een hotel gevestigd op de hoek van de Prinsengracht en de Leidsestraat in de Nederlandse hoofdstad Amsterdam. In het hotel waren eerder een delicatessenzaak en toprestaurant gevestigd. Het gebouw waarin het hotel gevestigd is, is een rijksmonument. Het is in 1914-1915 gebouwd als kantoor van verzekeringsmaatschappij "De Nederlanden" naar een ontwerp van B.J. Ouëndag. In 1895 legde Frederik Wilhelm Dikker (1865-1916) met de opening van zijn delicatessenwinkel de basis voor wat later Dikker & Thijs zou gaan heten. Henri Thijs, die jaren bij de Franse meesterkok Auguste Escoffier werkte werd in 1915 zijn partner. Zij openden in 1915 in de Kalverstraat hun eerste gezamenlijke delicatessenzaak. In 1921 openden de compagnons een tweede zaak op Leidsestraat 96 om een jaar later te verhuizen naar nummer 82 op de hoek met de Prinsengracht. Hier was eerder de gemeentelijke toonzaal voor huishoudelijk gasgebruik gevestigd. Op de eerste verdieping van het pand begon de firma Dikker & Thijs een restaurant voor oesters, kreeft en kaviaar, dat in de jaren 1950 grote naam en faam verwierf. Bij de eerste uitreiking van Michelinsterren in Nederland, in 1957, kreeg het restaurant een ster die het behield tot en met 1962. Delicatessen en primeurs die in de winkel beneden te koop waren, werden in de keuken van het restaurant boven bereid. In 1964 werd restaurant De Prinsenkelder geopend. Het was gevestigd in het aangrenzende pakhuis uit 1737 en was een zelfstandig restaurant met eigen keuken. In 1994 sloten het restaurant op de eerste verdieping en brasserie Dikker & Thijs. Het hotel bleef geopend, maar veranderde in 1995 van eigenaar. In 2001 werd het uitgebreid tot 42 kamers en in 2011 werd restaurant Thijs geopend waar eerder De Prinsenkelder was. Dit restaurant is eind 2018 gesloten.

Angenietje Swarthofbrug
Angenietje Swarthofbrug

Angenietje Swartbrug (brug 67) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug is gelegen in de noordelijke kade van de Leidsegracht en voert over de Prinsengracht. De brug vormt een geheel met brug 122 en de brug 93 die beide in de kades van de Prinsengracht over de Leidsegracht liggen. Ter plaatse van de bruggen zijn bijna alle gebouwen aan de Leidsegracht een rijksmonument. Alle op de zuidwestpunt ligt een gemeentelijk monument, het Paleis van Justitie. Er ligt hier al eeuwen een brug. Daniël Stalpaert tekende hier een brug in op zijn kaart van rond 1662. Hij kende de situatie ter plekke, want woonde/werkte enige tijd aan Leidsegracht 108, de stadsmetseltuin. De Leidsegracht vormde toen wel een grens tussen bebouwd en onbebouwd Amsterdam. Ten zuiden van de Leidsegracht is op een enkel gebouw na nog niets ingetekend. Wat duidelijk te zien is op die kaart zijn de verdichte walkanten aan de noordzijde van de brug, vermoedelijk aanlegplaatsen. Jan de Beijer schilderde de brug rond 1755 waarbij die walkanten zichtbaar zijn, alsmede een brug met een grote boog en twee kleine bogen. In 1824 ziet de brug er in de ogen van Johannes Jelgerhuis anders uit. De moderne geschiedenis begint rond 1879, dan wil men de brug wel verlagen, maar de gemeente heeft daartoe onvoldoende geld. Toen was er nog sprake van een boogbrug, in 1887 kreeg een firma in petroleum nog vergunning om onder twee bogen 6000 liter op te slaan. Dat kon tot 1889 doorgaan, toen besteedde de gemeente "Het vernieuwen van de brug over de Prinsengracht bij de Leidschegracht aan met onder andere de levering van 18 ton balkijzer". Op 6 mei sloot de brug voor onbepaalde tijd voor alle verkeer, ook scheepvaart, alleen voetgangers konden gebruik maken van een hulpbrug. In februari 1890 kon men melden dat de nieuwe brug klaar was. Het ontwerp kwam van de Publieke Werken Amsterdam, waar toen Bastiaan de Greef en Willem Springer werkten. De "eierdopachtige" afwerking van de pijlers zouden van de hand van Springer zijn. Het is echter niet duidelijk of zij ook verantwoordelijk waren voor het ontwerp of dat ze alleen over de schouders van medewerkers meekeken. In 1913 kreeg de brug te maken met een ander gevaar. De gemeente kreeg het idee om de Leidsegracht te dempen en door die maatregel een nieuwe “snelweg” naar het westen te kunnen aanleggen; het bleef bij plannen. De huidige brug dateert van 1988 toen de gemeente er (nog) voor koos de ijzeren plaat/liggerbrug te restaureren in plaats te vervangen door een welfbrug naar oud model (terugrestaureren). De brug had een niet te traceren vernoeming. Ze stond tot april 2016 bekend als de Kleine Brouwerssluis. Toen besloot de gemeente Amsterdam, dat niet te achterhalen vernoemingen werden geschrapt, de brug gaat sindsdien naamloos door het leven. Daarbij zal meegespeeld hebben dat Amsterdam ook een Brouwersgracht en een Brouwerssluis heeft, die echter ruim een kilometer noordelijker liggen. In december 2021 kreeg de brug alsnog een naam: Angenietje Swartbrug. Angenietje was één van de minnen in Amsterdam, vrouwen die vondelingen opvingen via het Stadsaalmoezeniershuis in Amsterdam, dat hier aan de Prinsengracht 436 gevestigd was. Angenietje Swart zou 126 vondelingen verzorgd hebben.