place

Brug 134

Brug in Amsterdam-CentrumVoormalig bouwwerk in Amsterdam
Brouwersgracht 107 (rechts) Jacob Olie (max res)
Brouwersgracht 107 (rechts) Jacob Olie (max res)

Brug 134 was een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug overspande de Lindengracht en lag in de zuidelijke kade van de Brouwersgracht. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende daar in zijn stadsplattegrond van 1625 een brug in (Brouwers Graft en Linde Graft). Het was een van de vijf bruggen over de Lindengracht. Die vijf bruggen lagen: brug 134; zuidelijke kade Brouwersgracht een brug tussen Eerste Goudsbloemdwarsstraat en Noorderkerkstraat een brug tussen Tweede Goudsbloemdwarsstraat en Eerste Lindendwarsstraat een brug tussen Derde Goudsbloemdwarsstraat en Tweede Lindendwarsstraat (nabij Karthuizers begraafplaats] een brug in de oostelijke kade van de Lijnbaansgracht. De brug werd rond 1760 net als twee andere bruggen over de Brouwersgracht vervangen. Op foto’s van het einde 19e eeuw is er alleen maar één doorvaart te zien. In 1895 werd de Lindengracht gedempt en verdwenen de vijf bruggen over de Lindengracht uit het straatbeeld.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Brug 134 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Brug 134
Brouwersgracht, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Brug 134Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.380672222222 ° E 4.8877361111111 °
placeToon op kaart

Adres

Brouwersgracht 105-H
1015 GD Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Brouwersgracht 107 (rechts) Jacob Olie (max res)
Brouwersgracht 107 (rechts) Jacob Olie (max res)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Theo Thijssen (beeld)
Theo Thijssen (beeld)

Theo Thijssen is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Beeldhouwer Hans Bayens portretteerde de schoolmeester Theo Thijssen en zijn eeuwige leerling Kees de jongen. Theo zit daarbij nonchalant zittend op de lessenaar, de Kees ploeterend zittend achter de lessenaar. Het tafereel is uit brons gegoten en geplaatst op een granieten sokkel. In het graniet is de tekst uitgespaard:Theo Thijssen 1879-1943, schrijver en schoolmeester. Het beeld zou 70.000 gulden hebben gekost, opgebracht door particulieren, vakbondsleden (onder andere onderwijspersoneel) en politieke partijen. Er was een comité bestaande uit onder meer Geert van Oorschot (de uitgever), Remco Campert, Simon Carmiggelt, Rob Grootendorst en Gerben Hellinga. Ook was er een bijdrage van periodiek De Engelbewaarder. Bayens heeft het werk gesigneerd. Het beeld werd neergezet op een open ruimte van de Lindengracht (dan allang geen gracht meer) en de Brouwersgracht (nog altijd een gracht). Het beeld werd er op 16 juni 1979 onthuld door burgemeester Wim Polak ter gelegenheid van de 100ste geboortedag van de meester en schrijver. De onthulling werd aangegrepen om te protesteren tegen gemeentelijk dat wel landelijk onderwijsbeleid ("geen onderwijs de Pijp uit"). Tegelijkertijd werd De liefde van Kees de jongen uitgebracht met litho’s van Bayens. Een replica van het beeld kwam later terug als “bijlage” van de Theo Thijssenprijs. Of Bayens bij de onthulling aanwezig was is niet bekend, op de morgen van dezelfde dag werd zijn De man met de schuiftrompet naar C.C.S. Crone in Utrecht onthuld door Simon Carmiggelt. Het beeld op zich werd naamgever van Café Thijssen, dat in 1994 haar naam kreeg.

Lekkeresluis
Lekkeresluis

De Lekkeresluis (brug 59) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de zuidelijke kade van de Brouwersgracht en overspant de Prinsengracht. De brug ligt op de plek waar de Prinsengracht uitmondt in die Brouwersgracht, aan de overkant van de Brouwersgracht gaat zij nog verder onder de naam Korte Prinsengracht. De plek geeft een uitzicht op de Westertoren. In 1995 is de brug uitgeroepen tot gemeentelijk monument. Er ligt hier al eeuwen een brug. Op de kaart uit 1649 van Joan Blaeu is de brug al terug te vinden. De huidige brug stamt uit 1754, links en rechts van de middelste doorvaart van de drie zijn aan de noordkant van de brug twee stenen met “Anno” en “1754”. Het nummer van de brug is aan diezelfde kant in de bovenste steen van het middengewelf uitgehakt. Ook aan die kant is een trapje te vinden naar het wateroppervlak. Hoewel de brug gedurende de eeuwen heen zware lasten moest tillen werd in 1946 nog geconstateerd dat ze er goed bijlag. Alhoewel de gemeente probeerde de auto’s uit de binnenstad te verdrijven, werd het verkeer zwaarder en zwaarder. In 1976 werd daarom de brug versterkt met gewapend beton en in 1991 moest de brug opnieuw verstevigd worden. De brug is omsloten door gemeentelijke (de Papiermolensluis) en rijksmonumenten (huizen). De naam zou verwijzen naar bakkers/baksters die op de brug hun etenswaren aanprezen. Een andere minder gangbare bijnaam is Papeneilandbrug, naar het plaatselijk café Prinsengracht 2.

Papiermolensluis
Papiermolensluis

De Papiermolensluis is een welfbrug in Amsterdam-Centrum. Sluis in de “oude” aanduiding voor stenen brug, alhoewel er hier ook een sluis heeft gelegen. De verkeersbrug vormt de verbinding tussen de oostelijke kade en oneven zijde van de Prinsengracht en de dito kade en zijde van de Korte Prinsengracht. Ze voert daarbij over de Brouwersgracht. Deze kruising van de Brouwersgracht en Prinsengracht ligt ook in de toevoerroute van het Westerdok en het IJ naar de stad, met als gevolg dat dit een van de drukste waterknooppunten van de stad is. De brug, zelf een gemeentelijk monument sinds 1995, wordt omringd door gemeentelijke en rijksmonumenten. Ze deelt de zuidwestelijke kademuur met de Lekkeresluis, ook gemeentelijk monument. Er ligt hier al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende hier al een brug over de Brouwers Graft in de Prince Graft. Ze vormde vanuit de stad gezien het eind van de Brouwerssluis. Of de brug er toen, rond 1625 al lag is onbekend, de invulling van de noordelijke kavels aan de Brouwersgracht was verre van compleet, er lagen overal open terreinen. Als in 1662 de kaart van Joan Blaeu volgt is de gehele buurt ingericht en zijn er drie bruggen ingetekend op dit waterkruispunt. Frank V. Smit meldde in zijn boek dat er in 1781 een stenen brug werd geplaatst. De brug werd regelmatig gecontroleerd op zijn houdbaarheid, met een steeds toenemend landverkeer en afnemend scheepvaartverkeer (vrachtschepen). In 1946 werd er door de Dienst der Publieke Werken nog een onderzoek gedaan, waarbij werd geconstateerd dat deze 160-jaar oude brug het toenmalige verkeer nog aan kon. Daarbij werd voorts meegenomen, dat er na de Tweede Wereldoorlog nog maar beperkt geld was voor het opknappen van bruggen en ook dat een nieuwe brug het karakter van de buurt wellicht zou kunnen aantasten. In 1976 moest de brug wel verstevigd worden, ze kreeg een betonnen overspanning en in 1991 volgde opnieuw aanpassingen. Het brugnummer is te zien op in de bovenste boogsteen. De brug in 2017 heeft slechts één, relatief smalle, overspanning over de Brouwersgracht. De naam is afkomstig van een uithangbord dat ooit op het hoekhuis aan de Brouwergracht gehangen heeft; een papierhandelaar die daar zijn negotie hield had een bord met daarop "de Papiermolen" hangen, de brug is daarnaar vernoemd. De brug heeft ook wel bekendgestaan onder de naam Oliekoekensluis, naar de olie- en pannenkoekenbaksters hier ooit hun kraampjes hadden.

Oranjebrug (Amsterdam)
Oranjebrug (Amsterdam)

De Oranjebrug (brug 146) is een ophaalbrug in Amsterdam-Centrum. De straat ligt in het verlengde van de Buiten en Binnen Oranjestraat, voert vervolgens over de Brouwersgracht en sluit dan net niet goed aan op de Willemsstraat. Dat laatste heeft te maken met dat die straat bij de aanleg van de brug en vernieuwingen een gracht was (Goudsbloemgracht). Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende daarom in zijn kaart van 1625 twee bruggen in: een klein bruggetje over de Goutbloems Graft (die uiteraard na de demping daarvan verdween) en een lange brug over de Brouwers Graft. De brug leidde toen naar het noorden nog nergens naartoe; het gebied tussen Brouwersgracht en de huidige Haarlemmerstraat was nog onbebouwd op een enkel kavel na. Beeldbank Amsterdam is in het bezit van een bouwtekening van een brug van rond 1711, toen hier een brug met drie doorvaarten onder gewelven werd gezet. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1810. Een "nieuwe brug" werd ter bouw aangeboden met het "maken van twee nieuwe balans-gebinten, wippen, klappen of vallen". Die brug lag er niet lang. In februari 1832 werd er door de gemeente Amsterdam opnieuw aanbesteed: "Al de leverancien en arbeidsloonen, behoorende tot het vernieuwen van de Brug no.146". Men kon bieden na inzage van de papieren in het Noord-Hollandsch Koffiehuis, Het Vosje of bij de Stads Publieke Werken. De aannemer van die brug moest de opdracht uitvoeren onder leiding van stadsarchitect Jan de Greef, maar Jan Galman was de ontwerper, ook voor de verderop gelegen brug 148. Hij tekende een houten ophaalbrug, die het lang volhield, alhoewel zij in 1881 grondig gerepareerd moest worden, voertuigen mochten er een dag niet overheen. In 1898 was de brug opnieuw aan vervangen toe; houten ophaalbruggen waren toen uit de mode; er moest een ijzeren ophaalbrug komen. Tijdens de werkzaamheden kon de brug voor scheepvaartverkeer nog gebruikt worden; in januari 1899 raakte een schipper nog met zijn lijf bekneld tussen schip en brug. In maart 1899 hield ook dat verkeer op; de val werd geplaatst. Op 13 april 1899 was de brug in zoverre klaar dat koningin Wilhelmina der Nederlanden met haar stoet over de brug kon trekken tijdens een uur durende rondrit in de stad. Het ontwerp voor deze brug is waarschijnlijk van de hand van Wichert Arend de Graaf, die een hele reeks ophaalbruggen kon plaatsen. De brug bestond/bestaat uit twee ijzeren aanbruggen en een beweegbaar middengedeelte. De brug ligt daarbij op twee opgemetselde pijlers die afgedekte zijn met natuursteen; hetzelfde geldt voor de landhoofden. De brug is voorzien van typisch 19e-eeuwse balustrades en leuningen. Opvallend daarin zijn de natuurstenen balusters op de pijler die alleen het brugdek draagt. Men vermoedt dat het enkel een versiering betreft, het nut heeft men er in een eeuw tijd niet bij gevonden. Het idee dat het een richtpunt voor schippers zou kunnen zijn, werd terzijde gelegd. Rond 1997 werd de brug met haar buurvrouw en zusje brug 148 gerenoveerd, nadat ze in 1995 tot gemeentelijk monument waren verklaard. Toenmalige wethouder Guusje ter Horst mocht de nieuwe brug openen. Het ijzer van ijzergieterij Penn & Bauduin uit Dordrecht bleef er onverschillig bij.