place

Kijker (beeld)

Beeld in Amsterdam-Oost
Kijker van Kletter1
Kijker van Kletter1

Kijker is een kunstvoorwerp ontworpen door Barbara Kletter. Het kunstwerk, inclusief bruggetje dat deel uitmaakt van het werk, is gesitueerd in de molenwetering die parallel loopt aan de Hugo de Vrieslaan in Amsterdam, vernoemd naar bioloog Hugo de Vries. Kletter kreeg het verzoek een kunstvoorwerp te ontwerpen dat een relatie had met wetenschap. De straten en pleinen in de buurt dragen namen van wetenschappers. Zij kwam met een combinatie van een telescoop en microscoop. De persoon die onder de kijker staat is observator van het heelal, maar wordt tegelijkertijd "onder de microscoop" gelegd. Het geheel is gemonteerd op een draaischijf (doorsnee 460 cm), die vanaf het bruggetje met de voet bediend kan worden. Dit heeft tot gevolg dat de positie van het beeld constant wijzigt, niet alleen door de beweging van de Aarde in dat heelal, maar ook op de Aarde zelf.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Kijker (beeld) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Kijker (beeld)
Hugo de Vrieslaan, Amsterdam Oost

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Kijker (beeld)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.347575 ° E 4.9285972222222 °
placeToon op kaart

Adres

Kijker

Hugo de Vrieslaan
1097 SE Amsterdam, Oost
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q53336853)
linkOpenStreetMap (9060690341)

Kijker van Kletter1
Kijker van Kletter1
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Hugo de Vriesbrug
Hugo de Vriesbrug

De Hugo de Vriesbrug (brug 457) is een kunstwerk in Amsterdam-Oost. Alhoewel genummerd als brug, is het een viaduct of tunnel afhankelijk van het gezichtspunt. Het bouwwerk overspant de Hugo de Vrieslaan en is gelegen in de Gooiseweg. De wens voor een weg tussen Amsterdam en Het Gooi dateert al vanaf de jaren dertig van de 20e eeuw, een definitief besluit volgde 30 maart 1938. Door de Tweede Wereldoorlog werd alles op de lange baan geschoven. Pas in de jaren vijftig werd er vervolgactie ondernomen. Daartoe moest het originele ontwerp in verband met het toename van autogebruik geheel op de schop. In 1956/1957 werd een begin gemaakt met de aanleg van een dijklichaam, die deze (toekomstige) snelweg moest dragen. In april 1957 was er tot aan de Hugo de Vrieslaan al zoveel zand geplaatst dat het mogelijk was daar aan de brug te kunnen beginnen. Echter het Rijk had een bestedingsstop afgekondigd, zodat nog wel zand kon worden bijgestort, maar van bouwwerkzaamheden kon geen sprake zijn. Voor de Hugo de Vriesbrug was een miljoen gulden nodig, maar de gemeente Amsterdam kreeg de financiering door die bestedingsstop niet rond. Een totaalpakket van circa 40 miljoen voor bouwwerken was te veel van het goede. In september 1958 vond de Dienst der Publieke Werken wel de mogelijkheid om voor een bedrag van 10 miljoen gulden aan een elftal bruggen te kunnen bouwen/herstellen waarvan vier in de Gooiseweg (Kamerlingh Onnesbrug, Hugo de Vriesbrug, brug 460 en Kruislaanbrug), maar ook het enorme viaduct (toen grootste brug van de stad) brug 705. De kosten waren inmiddels vermoedelijk wel opgelopen (zie de andere drie overspanningen). In december 1959 was het bouwwerk grotendeels voltooid zodat geschat werd dat in de zomer van 1960 het traject Gooiseweg geopend kon worden. Op 2 mei 1960 werd de noordelijk rijbaan van die weg opengesteld voor verkeer (zij diende een aantal maanden als tweerichtingenweg). Er lag een drie kilometer lange nieuwe weg tussen het Prins Bernhardplein (toen nog Mr. Treubplein) en de Hartveldsebrug. De opening werd verricht door wethouder Publieke Werken Goos van 't Tull. Het ontwerp zou zijn van de Amsterdamse Publieke Werken, de specifieke ontwerper is vooralsnog onbekend. Er zijn echter voor wat betreft dit kunstwerk overeenkomsten met de brug 386 (Cornelis Lelylaan/Westlandgracht), waarvan de ontwerper Dirk Sterenberg is. Die overeenkomsten bestaan uit bijvoorbeeld de wanden van het brugdek en de grafische vormgeving van de balustrades. Het viaduct werd samengesteld uit meer dan 8500 geprefabriceerde onderdelen die ter plekke in elkaar gemonteerd worden. Deze manier van bouwen was sneller (de aanleg van dit grote viaduct duurde met tien maanden even lang als de bouw van de veel kleinere voet/fietstunnel 460). Bovendien kon de Hugo de Vrieslaan tijdens de bouw gewoon door het verkeer gebruikt worden. De totale overspanning over de laan en bijbehorend water werd circa 100 meter. De weg maakte een onderdeel uit van een geplande doorgaande route (de Ringweg Amsterdam was er nog niet) tussen Het Gooi en Noord-Holland boven het IJ via de dan nog te bouwen IJtunnel. De opening van de gehele Gooiseweg leverde de jaren daarop direct verkeersproblemen op. Door werkzaamheden aan de Wibautstraat en Weesperstraat moest bijna alle verkeer naar en van de Gooiseweg over de Berlagebrug, die daarop niet berekend was. Het kunstwerk ging vanaf de opening naamloos door het leven. Op 8 december 2017 publiceerde de gemeente Amsterdam een lijst met vernoemingen van bouwwerken voor opname in de Basisregistraties Adressen en Gebouwen. Het ging toen om objecten in en over snelwegen in en om Amsterdam. De brug werd toen direct vernoemd naar de Hugo de Vrieslaan en daarmee indirect naar bioloog Hugo de Vries.

Brug 2294
Brug 2294

Brug 2294 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Oost. De brug vormt sinds de periode 2000-2008 de verbinding tussen Volktuinpark Klein-Dantzig en Park Frankendael. Het park werd in die periode onder leiding van landschapsarchitectenbureau Sant & Co van Edwin Santhagens gerenoveerd en klaar gemaakt voor de 21e eeuw. Daarbij werd ook de afwatering gewijzigd. Voor nieuwe voet/fietspaden en waterwegen waren nieuwe bruggen nodig. De grote bruggen kregen een gelijk uiterlijk mee, maar deze wijkt af. Daar waar de Mien Ruysbrug (brugnummer 1944), Elgar Vosbrug (2296) en Maria Sibylla Merianbrug (2297) vaste bruggen werden werd hier een ophaalbrug geplaatst, wel naar ontwerp van Edwin Santhagens. De reden daartoe is onduidelijk want er is hier geen commerciële scheepvaart. Ze overspant dan wel een vrij relatief brede waterscheiding, maar dat maakt deel uit van de waterhuishouding van het park; alle omringende bruggen zijn vaste bruggen. De brug moest in 2018 hersteld worden; ze had last van houtrot; een firma gespecialiseerd in het verhelpen van die klachten hoefde geen nieuwe brug te plaatsen; alleen het houtrot vervangen. Van de grote bruggen is deze brug 2994 nog zonder naamstelling (gegevens april 2020). De brug met enkele aanbruggen rust op een betonnen paalfundering met daarop betonnen jukken. Over de jukken lopen houten balken met een houten dek. Leuningen worden gevormd door houten staanders waartussen een metalen balk en staalkabels. De gemeente had deze brug op het oog voor een hernoeming naar buurtbewoner Elgar Vos, echter de brug was toen net in onderhoud. Brug 2296 werd daarop de Elgar Vosbrug.

Vanitasborden
Vanitasborden

De Vanitasborden (1994) is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Oost. Kunstenaar Peter Baren liet zich voor dit werk inspireren door het schilderij Vanitas van Adriaen van Nieulandt dat zich in de collectie bevindt van het Frans Halsmuseum te Haarlem. Van Nieulandt gaf de zinloosheid van ijdelheid aan binnen het leven van de mens. Baren splitste op acht borden aangebrachte kernwoorden in een deel verleden (groen) en toekomst (paars). Alhoewel alle borden zijn verbonden door een hemelwaterafvoersysteem moeten de schrijven in een bepaalde volgorde bekeken worden; eerst de linker kolom van boven naar beneden en daarna de rechter kolom van beneden naar boven. De acht karakteristieken van wieg naar graf: Extase, gebaseerd op een Noord-Amerikaanse pueblo Prenatal, een foto van een echo tijdens zwangerschap Handen van Jezus, waarbij geciteerd wordt uit Handen van Jezus van Albrecht Dürer Echt paar, een kindertekening van een echtpaar Stil leven, een vaag silhouet Menselijke conditie, een spookmens Hiernamaals, weergave van een Australische grottekening Astrale mens, een abstract pueblomotief, dat zich heeft losgemaakt van de rest Bijkomen effect wordt bereikt doordat de ogen van de mens er opgericht zijn van links naar rechts te lezen, in dit geval dus afwisseling tussen verleden en toekomst. De tekst leest dan als volgt: "Ecquis sunt aliud quam brevi gaudium?" (Zijn er wel andere dingen behalve een kort moment van vreugde?). Het geheel geeft door de verbinding van deels zinloze regenpijpen de indruk van een levensboom. De vorm van borden verwijst weer naar het schilderij "Bellenblazers" van Esaias Boursse (de mens is een luchtbel). De verzameling bevindt zich op de toerit van Open Hof. Het kunstwerk bevindt zich op een gevel van het verzorgingscentrum Open Hof aan de Fahrenheitstraat, De Wetbuurt, Amsterdam. Tegenover deze moderne kunst staat het beeld Dikke vrindjes, een klassiek beeldhouwwerk van Taeke Friso de Jong, slechts negen jaar ouder. Het kunstwerk is een vervolgopdracht; een jaar eerder kreeg Baren een opdracht voor een kunstwerk in het Slotervaartziekenhuis, waarvan na het faillissement onduidelijk is of het kunstwerk nog bestaat.

Mien Ruysbrug
Mien Ruysbrug

De Mien Ruysbrug (brug 1944) is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Oost. De brug werd aangelegd in verband met de renovatie van Park Frankendael. Dat had in de loop der jaren een achterstand in onderhoud opgelopen en werd onder leiding van architectenbureau Sant en Co van Edwin Santhagens gereed gemaakt voor de moderne tijd. Daartoe werd het padenstelsel aangepast en de waterhuishouding verbeterd. Het park dat bijna geheel omsloten is door een ringgracht/sloot had behoefte aan een aantal bruggen. Brug 1944 werd in die periode aangelegd naar ontwerp van Edwin Santhagens. De brug is gebouwd op een betonen paalfundering met daarop houten jukken. Over de jukken lopen houten balken die het houten dek dragen. De leuningen worden gevormd door rechtopstaande houten balken waartussen een metalen leuning en staalkabels. Het hout is grotendeels blank gehouden. De brug geeft een in- en uitgang van het park aan de Hugo de Vrieslaan. Het bijzondere aan de brug is dat ze drie verschillende doorvaarthoogten heeft. Ze begint aan de Hugo de Vrieslaan en heeft daar haar landhoofd op een dijk, waardoor ze daar relatief hoog ligt. Na enige meters heeft de brug een knik, waarna de brug vlak boven het wateroppervlak komt te liggen. Nabij het park stijgt het dek weer. De Mien Ruysbrug is de langste brug in het park. Ze overspant namelijk een “kom” met kunstmatig aangelegde rieteilandjes in de Molenwetering, die al eeuwenlang de Watergraafsmeer doorsnijdt. De balken en planken zouden volgens de Amsterdamkalnder wel eens kunnen verwijzen naar de bielzen, een terugkerend onderdeel in het werk van Ruys. De brug ging vanaf oplevering naamloos door het leven. Amsterdammers kunnen sinds 2016 verzoeken indien om bruggen een naam te geven zodat zij opgenomen kunnen worden in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. Er werd een verzoek ingediend om een van de bruggen te vernoemen naar landschapsarchitecte Mien Ruys. Het verzoek werd in 2018 door de gemeenteraad ingewilligd. Ruys (groenvoorzieningen) richtte samen met stadsarchitect Ben Merkelbach (woningen) de wijk Jeruzalem, ook wel Tuindorp Frankendael in, liggend ten zuiden van Park Frankendael. Amsterdam kent ook een officieus Mien Ruysplantsoen, dat op het KNSM-eiland, Amsterdam-Oost ligt.