place

Concert Noble

Cultuur in BrusselEvenementenhal in België
Concert Noble Brussels 09
Concert Noble Brussels 09

De Concert Noble is een balzaal in de Leopoldswijk in de Belgische stad Brussel. Het gebouw staat aan de Aarlenstraat 82 - 84. De kamers kunnen nog steeds worden gehuurd voor privé-evenementen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Concert Noble (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Concert Noble
Aarlenstraat, Brussel

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Concert NobleLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 50.842405555556 ° E 4.3732055555556 °
placeToon op kaart

Adres

Concert Noble

Aarlenstraat
1040 Brussel
België
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q18289168)
linkOpenStreetMap (71286121)

Concert Noble Brussels 09
Concert Noble Brussels 09
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Paleis van de markies van Assche
Paleis van de markies van Assche

Het Paleis van de markies van Assche is een herenhuis in Italiaanse neorenaissance aan de Wetenschapsstraat 33 te Brussel, tegenover het Frère-Orbansquare. Het werd gebouwd tussen 1856 en 1858 in opdracht van graaf en markies Théodore van der Noot d'Assche. Hij was in zijn tijd een van de rijkste mensen van het land, lid van de Club des Seize. In de gloednieuwe Leopoldwijk had hij een groot en centraal perceel gekocht om er een waar stadspaleis op te trekken. Architect Alphonse Balat moest inspiratie zoeken in het Romeinse Palazzo Farnese. Langs één kant van de tuin kwam een lange gaanderij. Binnenin was het rijkelijk aangekleed, met onder meer een schitterende eretrap. Mogelijk deed Balat hiervoor een beroep op Georges Houtstont. De Franse schilder Charles Chaplin werd ingeschakeld om het salon te decoreren met plafondschilderingen (1862). Voorts was er een monumentale balzaal met boven de toegang een balkon waarop een (klein) kamerorkest kon plaatsnemen. In 1897 verhuurde de markies het pand aan een nieuwe bewoner: de Amerikaanse Envoy Bellamy Storer. De diplomatieke status van het gebouw zou van korte duur zijn, want van 1901 tot 1909 namen prins Albert en prinses Elisabeth er hun intrek. Hun beide zonen, Leopold en Karel, werden er geboren. Albert liet er een bibliotheek installeren met een zware schoorsteen in neo-Vlaamse Renaissancestijl. Hij vertrok er toen hij tot de troon werd geroepen. Na het vertrek van het prinselijk paar werd het paleis opnieuw de residentie van de American Legation. Larz Anderson en zijn vrouw Isabelle haalden het gebouw uitgebreid aan in hun memoires. Andersons opvolger Theodore Marburg verbleef er ook nog, maar onder de volgende U.S. Minister, Brand Whitlock, verhuisde de Amerikaanse vertegenwoordiging naar even verderop. Zoon Edouard van der Noot ging in het familiepaleis wonen tot 1930. In dat jaar werd het voor de derde keer een Amerikaanse ambassade. In de Tweede Wereldoorlog ging de Duitse gouverneur-generaal Alexander von Falkenhausen er wonen. Hij had als vriendin en 'public relations' de blonde schoonheid Elisabeth Ruspoli, geboren van der Noot d'Assche. Ze werd in 1943 opgepakt en naar Ravensbrück gevoerd. Omdat hij te dicht stond bij het mislukte complot tegen Hitler onderging Von Falkenhausen hetzelfde lot, met opsluiting in Dachau. Na de oorlog kocht de Belgische Staat het gebouw aan. Sedert 1948 is de Raad van State er ondergebracht. Voor deze nieuwe functie liet men twee moderne wandtapijten vervaardigen door P. De Wit (1952): de Waalse Provincies (Rodolphe Strebelle) en de Vlaamse Provincies (Stan Van Vlasselaer).

Frère-Orbansquare
Frère-Orbansquare

De Frère-Orbansquare (Frans: Square Frère-Orban) is een plein en park in de Leopoldswijk in Brussel. Het heeft een oppervlakte van 75 are en is genoemd naar de Belgische politicus en premier Walthère Frère-Orban. Aanvankelijk heette het Sint-Jozefplein (Place Saint-Joseph). De square werd ingetekend door architect Tieleman Franciscus Suys bij de ontwikkeling van de Leopoldswijk. Dit was een urbanistiek project van de Société civile pour l’agrandissement et l’embellissement de Bruxelles van Ferdinand de Meeûs, dat tot doel had Brussel uit te breiden tot buiten de oude stadsmuren met een nieuwe wijk voor welgestelde burgers. Het plein werd aangelegd in 1837. Het maakt deel uit van een meetkundig dambordtracé in het verlengde van de dreven van het Warandepark. Twee straten lopen van noord-noord-oost naar zuid-zuid-west langs het plein: langs de westkant de Nijverheidsstraat en langs de oostkant de Wetenschapsstraat. Dwars op de Nijverheidsstraat (en op de Kleine Ring) loopt de Guimardstraat, bekend van het hoofdkwartier van Katholiek Onderwijs Vlaanderen en vroeger van de voetbalbond. Aan de oostelijke kant recht hier tegenover is er een prominente plaats voor de zetel van de Belgische Raad van State, in het voormalige Paleis van de markies van Assche. Ook het voormalige Hôtel Loewenstein, bekend van miljardair Alfred Loewenstein die in volle vlucht uit zijn vliegtuig viel, behoort tot het gebouwencomplex van dit rechtscollege. De zuidzijde wordt ingenomen door de Sint-Jozefkerk, gewijd aan de patroonheilige van België. De statige gebouwen aan weerszijden van de kerk zijn verbonden met de geschiedenis van het plein: in het gebouw links huisde de Société civile pour l’agrandissement et l’embellissement de Bruxelles en het gebouw rechts behoorde aan de drijvende kracht achter de maatschappij, Ferdinand de Meeûs. Op 21 juli 1856 was het plein het toneel van een grote ceremonie ter gelegenheid van het 25-jarig koningschap van Leopold I. Het park is beschermd cultureel erfgoed. Een standbeeld van Walthère Frère-Orban markeert de westelijke ingang en een van Alexandre Gendebien de oostelijke. In het midden ligt het monument voor het Geheim Leger, een verzetsgroep tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit monument is in 1987 overgebracht van de oorspronkelijke locatie op het Gerechtsplein.

Bertha von Suttnergebouw
Bertha von Suttnergebouw

Het Bertha von Suttnergebouw is een gebouw van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio's in de Leopoldruimte in Brussel. In het gebouw bevinden zich kantoren en vergaderzalen voor het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio's; vroeger werd het gebruikt door het Europees Parlement. Het gebouw werd opgetrokken op gronden die de Brusselse projectontwikkelaar Armand Blaton had verworven op de hoek van de Stoomslepersstraat (Rue du Remorqueur) en de Montoyerstraat. (Rue Montoyer) door Etudes et Investissements Immobiliers, een dochteronderneming van de Groupe Blaton. Het ontwerp van het architectenbureau Henri Montois verkreeg een bouwvergunning in 1989. Het Montoyergebouw, eenvoudigweg genoemd naar de straat waarin de hoofdingang was gelegen, werd in dienst genomen door diensten van het Europees Parlement, maar werd in 1999 overgedragen aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio's, die beiden hun hoofdzetel hadden in het aangrenzende Jacques Delorsgebouw op de hoek van Belliardstraat en Stoomslepersstraat, en behoefte hadden aan zo goed mogelijk aansluitende bijkomende kantoorruimte. Het Montoyergebouw werd tijdens een formele plechtigheid op 8 maart 2006 hernoemd naar de Oostenrijkse vredesactiviste Bertha von Suttner. De datum had een dubbele symboliek. Het was 100 jaar nadat Von Suttner op 10 december 1905 de vijfde Nobelprijs voor de Vrede toegekend had gekregen, en de eerste Nobelprijs voor de Vrede voor een vrouw, en het was op 8 maart tevens de jaarlijkse Internationale Vrouwendag. Direct rechts van de hoofdingang in de Montoyerstraat werd bij de plechtige naamswijziging een gedenkplaat voor Bertha von Suttner onthuld. Het betreft een tegen de muur verankerd kunstwerk van Lilo Schrammel dat twee bladzijden uit een omgekeerd geopend boek met een golvende bladspiegel verbeeldt, met op de bladzijden de tekst "Bertha von Suttner 1843-1914 Praha Wien First Female Nobel Peace Price Erste weibliche Friedens Nobelpreisträgerin Première femme prix Nobel de la paix 1905".