place

Nieuwe Groenmarkt

Plein in HaarlemStraat in Haarlem-Centrum

De Nieuwe Groenmarkt is een straat en plein in de Binnenstad van Haarlem. De straat is een korte, maar brede straat en loopt van de Zijlstraat tot aan het Krocht. Haarlem kent twee straatnamen met Groenmarkt, de Oude Groenmarkt is gelegen achter de Grote of St.-Bavokerk. Aan de Nieuwe Groenmarkt staat de tussen 1843 en 1844 gebouwde Groenmarktkerk, een van de vier in deze straat te vinden rijksmonumenten. Tot aan de uitbreiding van de autoluwe binnenstad in juli 2019 was de straat deels ingericht als parkeerplaats voor auto's. Sinds de uitbreiding zijn de voormalige parkeervakken, als tijdelijke inrichting, bestemd voor fietsers. Tevens zijn er een aantal bloembakken geplaatst. De Groenmarkt is in afwachting van definitieve herinrichting. Zo wordt onder andere onderzocht of er onder de straat een fietsenkelder gerealiseerd kan worden en of deze duurzaam is. Verder zal de straat als uitvalsbasis voor de weekmarkt dienen en moet de straat kleinschalige evenementen kunnen herbergen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Nieuwe Groenmarkt (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Nieuwe Groenmarkt
Nieuwe Groenmarkt, Haarlem

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Nieuwe GroenmarktLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.382455555556 ° E 4.63375 °
placeToon op kaart

Adres

Nieuwe Groenmarkt 51
2011 TV Haarlem (Haarlem)
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Remonstrants Hofje
Remonstrants Hofje

Het Remonstrants Hofje is een Haarlems hofje, het is te vinden aan de Ursulastraat nummer 16. Het Hofje is 1773 gesticht door Isabella van Leeuwarden op het terrein van het voormalige Ursulaklooster, dit was een klooster van de Orde der Franciscanen. Zoals vrijwel alle kloosters in Haarlem was ook dit klooster tijdens de reformatie gesneuveld. De ingang van het hofje bevindt zich in een overgebleven muur van het klooster, de kloosterkapel doet dienst als voorhuis. Isabella van Leeuwarden (1696–1773) was een koopvrouw en eigenaresse van een weverij. Op haar 41ste trad ze toe tot de remonstrantse gemeente. Ze trouwde op latere leeftijd (1752) met Pieter Merkman jr. (1699-1760), eigenaar van een garenlintfabriek. Na het overlijden van Merkman erfde ze ook zijn bedrijf, daarmee was Van Leeuwarden zeer vermogend. In de laatste jaren van haar leven hield Isabella van Leeuwarden zich bezig met een plan om de armoede binnen de remonstrantse gemeente te verzachten. Dit plan was een idee van haar in 1748 overleden broer Justus. In eerste instantie wilde ze geen eigen hofje, liever wilde ze de kosten dragen van het oudste Haarlemse hofje, het Hofje van Bakenes. Ze stelde wel een voorwaarde: een van de twee regenten moest remonstrants zijn. Deze voorwaarde werd niet ingewilligd. Hierop stelde Van Leeuwarden een deel van haar nalatenschap beschikbaar voor de stichting van een hofje voor zes arme weduwen of ongehuwde vrouwen uit de Haarlemse Remonstrantse gemeente. De eveneens remonstrantse timmerman Nicolaas Tijsterman, eigenaar van het terrein van het oude Ursulaklooster, maakte het ontwerp. In 1774 opende het 'Remonstrantsch Gereformeerd Hofje van Justus en Izabella van Leeuwaerden' zijn deuren voor de eerste bewoonsters.

Prinsenhof (Haarlem)
Prinsenhof (Haarlem)

Het Prinsenhof in Haarlem is een gebouw in het centrum van deze stad tegenover de Hortus Medicus aan het Prinsenhof. Oorspronkelijk maakte het gebouw deel uit van het Predikherenklooster, ook wel Jacobijnenklooster of Dominicanenklooster genoemd. Het gebouw kreeg vanaf 1590 de functie van logement voor de stadhouder en is hierbij in het complex van het Stadhuis van Haarlem opgenomen. Cornelis Cornelisz van Haarlem schilderde in opdracht van het stadsbestuur schilderijen. In 1708 vestigde zich op de eerste verdieping de bibliotheek van Haarlem. In 1797 werden de schutterijen opgeheven. Negen grote schuttersstukken uit de verenigingsgebouwen werden in het stadhuis opgehangen. Vier van de negen waren geschilderd door Frans Hals. Het gebouw werd aldoende gebruikt om de stedelijke collectie schilderijen te tonen. Vanaf 1602 had de conciërge het verzoek gekregen bezoekers niet te weigeren en vanaf 1780 werd een bezoekerslijst bijgehouden. Hiermee was het een van de vroegste musea van Nederland. In 1860 werd de tentoonstellingsfunctie geformaliseerd door de gemeenteraad. In 1861 werd een eerste tentoonstelling over de productie van de Nederlandse nijverheid georganiseerd. Op 30 juni 1862 werd het Stedelijk museum van schilderijen (later hernoemd tot Frans Hals Museum) geopend. De zalen werden bestemd voor permanente expositie van de gemeentelijke bezittingen. Er werden 123 schilderijen getoond. De verzameling werd gestaag uitgebreid met schenkingen en een groot bruikleen van het Sint Elisabeth Gasthuis. De hoofdmoot van deze bezittingen vormde in de 19e eeuw een verzameling schuttersportretten van Frans Hals, welke in 1828 op het stadhuis was ondergebracht. Door aankopen en schenkingen groeide het stedelijk kunstbezit zo gestaag, dat in 1908 besloten werd om een nieuw museum in te richten. Hiertoe werd het Oudemannenhuis aan het Groot Heiligland bestemd, dat op 14 mei 1913 als museum in gebruik genomen werd. In 1921 werd de bibliotheek uitgebreid met een openbare leeszaal. Tot aan 1974 bleef de bibliotheek van de gemeente Haarlem gevestigd in het Prinsenhof.

Stadhuis van Haarlem
Stadhuis van Haarlem

Het stadhuis van Haarlem bevindt zich op de Grote Markt. Op dezelfde locatie stond eerder een jachtslot van de graven van Holland en het door Floris V in 1296 gestichte Dominicanenklooster. Het jachtslot, dat dienstdeed als militair en bestuurlijk centrum, werd in de 14de eeuw door brand verwoest. Het stadhuis, een rechthoekig gebouw bestaande uit het Zaalgebouw en de Gravenzaal, met kantelen en een toren, werd in 1370 op dezelfde plaats opgericht. In de eeuwen daarop werden diverse verbouwingen uitgevoerd. De stadhuistoren werd tussen 1465 en 1468 opgetrokken, maar in 1772 afgebroken en pas in 1913 herbouwd. Na de opheffing in 1578 van het Dominicanen- of Jacobijnenklooster werden de kloostergebouwen en het pandhof in het stadhuiscomplex geïntegreerd. De tweebeukige kloosterkerk werd in 1579 gesloopt. Tussen 1622-1630 werd een nieuwe vleugel in de Hollandse renaissancestijl gebouwd naar ontwerp van Lieven de Key. De stadhuisgevel werd in de periode van 1630-1633 in classicistische stijl vernieuwd. In 1764 werd een nieuwe vleugel, de Weeskamer genoemd, aan de Koningstraat opgericht. Een grote uitbreiding vond in de jaren 1885-1891 aan de kant van de Koningstraat en Jacobijnenstraat plaats. In de hal van het stadhuis hangt een gedenkbord, geschilderd door Han Bijvoet, ter herinnering aan de tien mensen die na de aanslag op Alois Bamberger in 1943 werden gefusilleerd. De Gravenzaal is toegankelijk tijdens open monumentendagen en voor huwelijken. Er hangen 19 panelen met in totaal 32 graven en gravinnen van Holland, deze zijn omstreeks 1493 geschilderd voor het Karmelietenklooster aan de Grote Houtstraat.

Hofje van Oorschot
Hofje van Oorschot

Het Hofje van Oorschot is een Haarlems hofje, dat dateert uit 1769 en zich in het centrum van Haarlem bevindt, aan de Kruisstraat nr. 44, op de hoek met Krocht. Het Hofje van Oorschot is gebouwd in 1769 uit de nalatenschap van de Amsterdamse koopman Wouterus van Oorschot (1704-1768). Hij liet een bedrag na van 20.000 gulden, dit bleek onvoldoende om het hofje te realiseren. Uiteindelijk hebben de Staten van Holland 20.000 gulden bijgelegd en kon het hofje gebouwd worden. De bouw van het hofje had nogal wat voeten in de aarde. Aan de overzijde van het te bouwen hofje woonden twee rijke stadsbestuurders die zich bemoeiden met de bouw. De bestuurders eisten dat er een mooie tuin aangelegd zou worden die afgesloten moest worden met een hek in rococostijl. De keus viel op rococostijl omdat ook de huizen van de bestuurders in die stijl waren gebouwd. Door de eisen van de bestuurders was de nalatenschap van Wouterus van Oorschot onvoldoende om het hofje te bouwen en zag het ernaar uit dat het hofje er niet zou komen, wat ook precies de bedoeling van de bestuurders was. Ondanks de bezwaren van de bestuurders, ging het stadsbestuur akkoord met de bouw van het Hofje van Oorschot. De Staten van Holland legden 20.000 gulden bij om een hofje te laten bouwen dat 'een sieraad voor de stad zou zijn'. De bouw startte in 1769. Het hofje van Oorschot was bedoeld voor arme vrouwen van 50 jaar en ouder die lid waren van de hervormde gemeente. Het hofje is gebouwd rond een binnentuin, sinds 1973 staat in de tuin van het hofje een bronzen beeld van Eva (van Adam en Eva). Eva is ontworpen door beeldhouwer Johan Limpers. Het beeld stond van 1947 tot 1967 in het Kenaupark te Haarlem, vanwege vernielingen verhuisde Eva naar het Frans Halsmuseum. In 1973 kreeg het beeld, na restauratie, een plek in het Hofje van Oorschot tot het beeld in 1987 gestolen werd. De weduwe van Johan Limpers was nog in bezit van een model van Eva en er werd een replica gemaakt. De replica werd teruggeplaatst in het hof. Het Hofje van Oorschot is anno 2024 gesloten voor publiek.