place

Gebouw Batavia

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumCafé in AmsterdamRijksmonument in Amsterdam-Centrum
Amsterdam Gebouw Batavia 001
Amsterdam Gebouw Batavia 001

Gebouw Batavia is een gebouw aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam. Het gebouw is een rijksmonument.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Gebouw Batavia (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Gebouw Batavia
Prins Hendrikkade, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Gebouw BataviaLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.376686111111 ° E 4.9015944444444 °
placeToon op kaart

Adres

Prins Hendrikkade 84
1012 AE Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Amsterdam Gebouw Batavia 001
Amsterdam Gebouw Batavia 001
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Kamperbrug
Kamperbrug

De Kamperbrug (brug nr. 285) is een plaatbrug in het centrum van Amsterdam en voert over het Open Havenfront daar waar dit overgaat in het Oosterdok. De brug verbindt de Prins Hendrikkade met het Stationsplein. De eerste brug werd geopend in 1876 en was een basculebrug. In 1904 werd deze vernieuwd en vervangen door een ijzeren ophaalbrug en was een van de eerste bruggen van dit type in Amsterdam. De brug was voorzien van vrijstaande hamei's waartussen de gekoppelde balans draaide. In 1957 werd de brug vernieuwd. In 1963 werd de brug weer vervangen nu echter door een vaste brug waarbij de landhoofden zijn afgewerkt met natuursteen. De vervanging door een vaste brug was mogelijk omdat de brug niet in een doorgaande scheepvaartroute ligt, behalve rondvaartboten en kleine scheepvaart. De laatste jaren moest de brug vrijwel alleen nog tijdens de intocht van Sinterklaas worden geopend. In verband met de aanleg van de oostlijn van de Amsterdamse metro in de tweede helft van de jaren zeventig kwam ten westen van de brug de Kamperdam en voerde de brug tijdelijk niet over water. De Kamperdam werd na voltooiing van het metrostation na 1980 afgegraven en het water keerde terug. Sinds 2009 ligt even ten oosten van de brug de Odebrug waarmee de brug werd ontlast. Over de brug rijden drie tramlijnen van het GVB en de bussen naar het busstation IJzijde. Vanaf beide kanten van de brug is er een toegang tot het metrostation Centraal. Tot 2015 hadden alle nachtbuslijnen van het GVB op de brug hun standplaats. Onder de brug vaart een groot aantal rondvaartboten maar ook de watertaxi. De brug is vernoemd naar het voormalige Bolwerk Kamperhoofd. Onofficieel wordt de brug ook wel het Kamperhoofd genoemd.

Kolkswaterkering
Kolkswaterkering

Kolkswaterkering (brug 301) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De drukke verkeersbrug is gelegen in de Prins Hendrikkade en overspant de monding van de Oudezijds Kolk in het Oosterdok. Rondom de brug staat een aantal rijksmonumenten, waarvan de Schreierstoren het bekendst is. De brug wordt op afbeeldingen soms verward met de Hoofdbrug, dit komt omdat als men vanuit het noorden kijkt de ingang ten oosten van de Schreierstoren ligt, terwijl de Oudezijds Kolk juist ten westen van de toren begint. De Kolkswaterkering en de Hoofdbrug liggen parallel aan elkaar, die laatste overspant de Geldersekade. De door Cornelis Anthonisz. geschilderde plattegrond van Amsterdam uit 1538 laat al wel de Oudezijds Kolk zien te noorden van de Zeedijk, een brug of sluis is nog niet ingetekend (de sluis ligt dan ter hoogte van de Zeedijk). Zijn plattegrond uit circa 1557 laat er een ophaalbrug zien, op de kop van het Kamperhoofd, ook wel Schreiershoek. Op de militaire kaart van Jacob van Deventer uit 1560 is ook een oeververbinding te zien. Pieter Bast tekende in 1599 ook een brug, al staat de Scheierstoren dan nog in het water van het IJ (de brug ligt dan dus nog zuidelijk van de toren). Een kaart verder in de geschiedenis van Amsterdam uit 1625 van de hand van Balthasar Florisz. van Berckenrode liet opnieuw een brug zien, maar dan ook al met een gedeelte daarvan noordelijk van de toren in een doorgaande kade (Oude Teer Tuynen) met ook de Hoofdbrug. In 1710 tekende Pieter Schenk een prent met opnieuw beide bruggen. De moderne geschiedenis begint midden 19e eeuw als Julien Damoy bij een foto voor een ansichtkaart met de Schreierstoren (La tour des pleureurs) ook twee houten ophaalbruggen fotografeert, de Kolkswatering en de Hoofdbrug. Ten tijde van 1891 is van houten ophaalbruggen geen sprake meer; er is een vaste brug te zien met torentjes met daarop lantaarns op de in het IJ uitstulpende landhoofden (Foto Gustaaf Oosterhuis; de Hoofdbrug kreeg hetzelfde uiterlijk). De ophaalbruggen verdwenen hier, omdat er een verbreding moest komen van de Prins Hendrikkade. Het toenemende landverkeer, waaronder ook eerste de paardentram en later de elektrische tram maakte verbreding noodzakelijk. In de loop van de 20e eeuw moest ze ook keer op keer verbreed en verstevigd (bijvoorbeeld in 1962 en 1980) worden, de gemeente Amsterdam had de Prins Hendrikkade aangewezen als hoofdverkeersroute naar de IJtunnel. In 2018 loopt er dan ook een vierbaansweg uitlopend tot vijfbaansweg over de brug met aan de zuidkant nog voet- en fietspaden, aan de noordzijde ligt nog een wandelkade. De bekendste kunstenaar die de brug heeft vastgelegd is zonder meer Jacob Maris. Hij schilderde ook weer beide bruggen rond 1875; beide bruggen werden rond 1876 vervangen door een liggerbrug.

Kolksluis (Amsterdam)
Kolksluis (Amsterdam)

De Kolksluis is een vaste brug (brug 302) en sluis (sluis 108) in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de Zeedijk en overspant de Oudezijds Kolk in hartje Amsterdam. De brug ligt in het Wallengebied. De brug wordt daarbij omringd door rijksmonumenten aan zowel dijk als kolk. De brug staat op menig foto, want de kolk met haar smalle doorkijk is een toeristische attractie. Als men de foto naar het noorden neemt is de grootste blikvanger de achtergevel van de Basiliek van de Heilige Nicolaas, naar het zuiden het eerder genoemde wallengebied. Er ligt hier al eeuwen een brug/sluis. Op een plattegrond uit 1613 van Christoffel van Hartogwal, waarop hij een reconstructie de situatie in 1220 weergaf, is een oeververbinding te zien. De Oudezijds Achterburgwal vormt dan de oostelijke buitenzijde van de stad met op de kop de Sint Olofspoort (ten zuidwesten van huidige brug/sluis). Direct aan de overzijde van de gracht zijn de contouren zichtbaar van de Zeedijk, zoals die ook in de 21e eeuw terug te vinden is op kaarten (een slurf tussen Prins Hendrikkade en Nieuwmarkt). Ander onderzoek gaf aan dat de kolksluis deel uitmaakte van een nieuwe stadsuitbreiding naar het oosten van rond 1425 met aanpassing in 1431, waarbij de Sint Olofpoort haar functie in wezen verloor. Op de geschilderde plattegrond van Cornelis Anthonisz. uit 1538 is aan het eind van de Oudezijds Kolk (hij schilderde de stad gezien vanuit het noorden) een overkluisde brug/sluis te zien. Hendrik Tavenier tekende rond 1784 de situatie in 1525 met ook een overkluisde sluis. De overkluizing is dan al weg, want Caspar Philips, bekend van zijn grachtenboek, tekende rond 1775 al een “kale brug”. Rond 1864 kwam fotograaf Gaston Braun langs en die vond er een sluiscomplex met brug. Hij fotografeerde vanuit het noorden met een zicht op de kolk. Niet veel later werd er vanuit het zuiden gefotografeerd door Andries Jager. het laat in wezen al de huidige situatie zien. Na die foto zijn de sluis en brug nog enkele keren vernieuwd al was ze niet meer belang voor de scheepvaart. Er zijn aanpassingen bekend uit 1922 (renovatie sluis), 1939 (verhoging deuren) en 1986 (renovatie kade). De brug kreeg in 1968 een nieuw brugdek, waarbij delen van de oude brug hergebruikt werden.

Alliantiewapen Oranje-Nassau en Waldeck-Pyrmont
Alliantiewapen Oranje-Nassau en Waldeck-Pyrmont

Het Alliantiewapen Oranje-Nassau en Waldeck-Pyrmont is een reliëf in Amsterdam-Centrum. Het is een van de vele beeldhouwwerken die de gevels van het Station Amsterdam Centraal sieren. Het werd al aangebracht tijdens de bouw; het stamt uit de periode 1881 tot 1889 toen aan het station gebouwd werd. Dit alliantiewapen in reliëfvorm geeft de echtelijke verbinding weer tussen Willem III der Nederlanden en Emma zu Waldeck und Pyrmont, koning en koningin tijdens de bouw van het spoorstation. Er zijn twee wapenschilden te zien, gepresenteerd door een tweetal leeuwen. Het linker wapenschild van Willen III toont opnieuw een leeuw (symbool van Oranje-Nassau; het rechter van Emma een achtpuntige ster (Waldeck-Pyrmont). In de banderol leest men de wapenspreuk Je maintiendrai. Het geheel wordt omkaderd door twee zuilen die het fronton ondersteunen. In die zuilen zijn een atlant (links, staand voor gezag) en een kariatide (rechts, staand voor zachtmoedigheid) uitgebeiteld. Frans Vermeylen (1857-1922) uit Leuven ontwierp de alliant en kariatide naar een voorbeeld van architect Pierre Cuypers. Vermeylen werkte voor een aantal beelden hier samen met uitvoerend beeldhouwer Martin van Langendonck. Het werk kwam in opdracht van Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, die tevens aan Vermeylen de opdracht gaf voor het ontwerp van een koninklijk wapen. Beide wapens sieren de koninklijke wachtkamer; het alliantiewapen is gepositioneerd boven de voormalige ingang van paarden en koets. Het alliantiewapen wordt sinds jaar en dag beschermd door middel van een vogelnet.