place

Platz der Luftbrücke (metrostation)

Metrostation in Berlijn
U Bahnhof Platz der Luftbrücke Mai 2022
U Bahnhof Platz der Luftbrücke Mai 2022

Platz der Luftbrücke is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Mehringdamm op de grens van de Berlijnse stadsdelen Kreuzberg en Tempelhof. Het metrostation werd op 14 februari 1926 geopend onder de naam Kreuzberg en was op dat moment het zuidelijke eindpunt van lijn CII, een van de takken van de Nord-Süd-Bahn. Tegenwoordig is station Platz der Luftbrücke, genoemd naar het nabijgelegen gelijknamige plein, onderdeel van lijn U6. Het Berlijnse stadsbestuur kampte bij de aanleg van de Nord-Süd-Bahn met een constant gebrek aan financiële middelen, waardoor de lijn na de opening in 1923 steeds in kleine etappes werd verlengd. Als eerste besloot men de oostelijke tak naar Neukölln (lijn CI, tegenwoordig deel van de U7) aan te leggen; de bouw van lijn CII, de westelijke tak van de Nord-Süd-Bahn, begon in 1924. Twee jaar later kwam het eerste deel van deze lijn gereed, met Kreuzberg als enige station. Verdere verlenging zou echter snel volgen: in september 1927 naar station Flughafen (nu Paradestraße) en in december 1929 naar het Ringbahnstation Tempelhof. Op lijn CII gingen zowel pendeltreinen tot aan Belle-Alliance-Straße (nu Mehringdamm geheten), het station waar de hoofdlijn zich splitste, als doorgaande treinen naar het centrum van de stad rijden. De naam van station Kreuzberg verwees niet naar het stadsdeel, aan de rand waarvan het gelegen is, maar naar de heuvel Kreuzberg, die zich ten westen van het metrostation bevindt. Het bij de vorming van Groot-Berlijn in 1920 ontstane stadsdeel heette aanvankelijk Hallesches Tor en zou pas later naar de Kreuzberg genoemd worden. Door een stijging in het landschap in de omgeving van de Kreuzberg kwam de tunnel dieper dan gebruikelijk te liggen. In station Kreuzberg bood deze omstandigheid de mogelijkheid een zeer ruime, hoge hal te creëren. Voor het ontwerp van het station tekende Alfred Grenander, indertijd huisarchitect van de Berlijnse metro. Het dak werd uitgevoerd als tongewelf, hetgeen de in Berlijnse metrostations gebruikelijke pilaren overbodig maakte. Berlijn kent slechts een ander metrostation met deze eigenschap: Märkisches Museum. Decoratief ingesneden betoncassettes, waarin de verlichting is aangebracht, geven het dak de aanblik van een gestuct plafond. De wanden werden bekleed met grijze tegels. Net als in de andere Nord-Süd-Bahnstations uit deze periode koos men voor koudglazuurtegels, die goedkoper zijn dan de gebrande variant. In de oudere stations van de Nord-Süd-Bahn (geopend in 1923) had men nog meer moeten bezuinigen en werden de wanden helemaal niet betegeld. In plaats daarvan is daar een eenvoudige bekleding van pleister te vinden. In de jaren dertig werd de nabijgelegen luchthaven Tempelhof volledig herbouwd; op loopafstand van station Kreuzberg verrees de nieuwe terminal. In 1937 werd het station daarom hernoemd tot Flughafen. Het metrostation dat eerder deze naam droeg en voor de oude hoofdingang van de luchthaven ligt, heet sindsdien Paradestraße. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor grote verwoestingen in het Berlijnse metronet, maar het buiten het stadscentrum gelegen station Flughafen bleef ongeschonden. Desondanks moest het station eind april 1945 zijn deuren sluiten, aangezien het metroverkeer in de gehele stad vanwege de vele verwoestingen en gebrekkige stroomvoorziening gestaakt werd. De situatie verergerde nog in mei 1945, toen de Noord-zuidtunnel van de S-Bahn ter hoogte van het Landwehrkanaal werd opgeblazen en onder water kwam te staan. Via een voetgangerstunnel in station Friedrichstraße bereikte het water ook het metronetwerk. Ook lijn C overstroomde, maar het water bereikte het in een heuvel (en dus hoger) gelegen station Flughafen net niet. De dienst kon op dit deel van de lijn dan ook al snel hervat worden, op 11 juni reden de eerste pendeltreinen tussen Tempelhof en Belle-Alliance-Straße. Drie maanden later werd de dienst op lijn CII vanwege een tekort aan materieel echter weer gestaakt. In februari 1946 nam men de dienst weer op en werd station Flughafen definitief heropend. In 1975 onderging het station zijn tweede naamswijziging en ging het Platz der Luftbrücke heten. Het zwaartepunt van het vliegverkeer was inmiddels verschoven naar luchthaven Tegel, waardoor de naam Flughafen niet meer voldeed. Het voorplein van luchthaven Tempelhof was al in 1949 hernoemd tot Platz der Luftbrücke, ter herinnering aan de luchtbrug tijdens de Blokkade van Berlijn (1948-1949).In de jaren negentig werd het metrostation, dat de monumentenstatus geniet, gerestaureerd. Hierbij doken de oorspronkelijke stationsborden met de naam Kreuzberg weer op. Twee van deze borden werden behouden achter een glasplaat met een korte uitleg. Aan beide uiteinden van het eilandperron van het metrostation bevindt zich een tussenverdieping met diverse uitgangen naar de Mehringdamm, de Platz der Luftbrücke en de Tempelhofer Damm. Het station is momenteel alleen te bereiken via trappen en roltrappen. Het stadsbestuur en het vervoerbedrijf BVG bouwen volgens een meerjarenplan liften in alle Berlijnse metrostations. De verbouwing waarbij station Platz der Luftbrücke van twee liften voorzien wordt, is naar verwachting in 2016 voltooid.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Platz der Luftbrücke (metrostation) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Platz der Luftbrücke (metrostation)
Mehringdamm, Berlijn Kreuzberg

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Platz der Luftbrücke (metrostation)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.485555555556 ° E 13.385833333333 °
placeToon op kaart

Adres

Platz der Luftbrücke

Mehringdamm
10965 Berlijn, Kreuzberg
Duitsland
mapOpenen op Google Maps

U Bahnhof Platz der Luftbrücke Mai 2022
U Bahnhof Platz der Luftbrücke Mai 2022
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Paradestraße (metrostation)
Paradestraße (metrostation)

Paradestraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Tempehofer Damm in het Berlijnse stadsdeel Tempelhof. Het metrostation werd op 10 september 1927 geopend onder de naam Flughafen en was op dat moment het zuidelijke eindpunt van lijn CII, een van de takken van de Nord-Süd-Bahn. Tegenwoordig is station Paradestraße, dat zijn naam dankt aan een zijstraat van de Tempelhofer Damm, onderdeel van lijn U6. Het Berlijnse stadsbestuur kampte bij de aanleg van de Nord-Süd-Bahn met een constant gebrek aan financiële middelen, waardoor de lijn na de opening in 1923 steeds in kleine etappes werd verlengd. Als eerste besloot men de oostelijke tak naar Neukölln (lijn CI, tegenwoordig deel van de U7) aan te leggen; de bouw van lijn CII, de westelijke tak van de Nord-Süd-Bahn, begon in 1924. In februari 1926 bereikte de lijn het station Kreuzberg (tegenwoordig Platz der Luftbrücke), anderhalf jaar later volgde de verlenging naar station Flughafen, dat over directe toegangen tot de luchthaven Tempelhof beschikte. Station Flughafen zou echter niet lang het eindpunt van lijn CII zijn; meteen na de opening begonnen de werkzaamheden aan de verlenging van de lijn naar het Ringbahnstation Tempelhof, die op 22 december 1929 in gebruik kwam. In de dertiger jaren werd luchthaven Tempelhof volledig herbouwd en kwam de terminal verder naar het noorden te liggen. In 1937 nam het voor de nieuwe hoofdingang van de luchthaven gelegen station Kreuzberg daarom de naam Flughafen over, het eerdere station Flughafen kreeg zijn huidige naam Paradestraße. De enorme verdeelhal op de tussenverdieping van station Paradestraße werd grotendeels afgesloten, de oostelijke, aanvankelijk naar de luchthaven leidende uitgangen vervielen. In 1992 onderging het station een renovatie en kreeg het een volledig nieuw uiterlijk. Sindsdien worden de wanden en pilaren gesierd door witte, verticaal geplaatste tegels, afgewisseld met kleurrijke motieven. Eenzelfde aankleding is te vinden in het station Spichernstraße op de U9. Tegelijkertijd werden de trappen aan de zuidzijde van het eilandperron afgesloten en vervangen door een lift, die rechtstreeks naar de oostzijde van de Tempelhofer Damm leidt. De verkleinde tussenverdieping, te bereiken via een trappenhuis in het midden van het perron, heeft twee uitgangen aan de westzijde van de Tempelhofer Damm, op de hoek van de Paradestraße.

Gneisenaustraße (metrostation)
Gneisenaustraße (metrostation)

Gneisenaustraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de gelijknamige straat in het Berlijnse stadsdeel Kreuzberg. Het metrostation werd geopend op 19 april 1924 en was ruim een half jaar het zuidelijke eindpunt van de Nord-Süd-Bahn. Tegenwoordig is het station onderdeel van lijn U7. Het Berlijnse stadsbestuur kampte bij de aanleg van de Nord-Süd-Bahn met een constant gebrek aan financiële middelen, waardoor de lijn na de opening in 1923 steeds in kleine etappes werd verlengd. Als eerste besloot men de oostelijke tak naar Neukölln, de latere lijn CI en de huidige U7, aan te leggen. Het 1300 meter lange eerste deel van deze tak kwam in gebruik op 19 april 1924 en telde twee stations: het latere splitsingsstation Mehringdamm en Gneisenaustraße. Op 14 december 1924 volgde een verlenging met één station tot Hasenheide (nu Südstern). Station Gneisenaustraße kreeg een standaardontwerp van Alfred Grenander met de voor de Nord-Süd-Bahn karakteristieke gepleisterde wanden en had de kenkleur wit. Het eilandperron was oorspronkelijk 80 meter lang, zoals in alle andere stations aan de Nord-Süd-Bahn. In 1968 werd het perron verlengd tot 110 meter, om ruimte aan zesrijtuigtreinen te bieden. Tegelijkertijd werd het station gerenoveerd en werd de wandbepleistering vervangen door groene tegels. Ook de stalen pilaren kregen de kleur groen. Aan beide uiteinden van het station bevindt zich een uitgang naar de middenberm van de Gneisenaustraße.

Hallesches Tor (metrostation)
Hallesches Tor (metrostation)

Hallesches Tor is een station van de metro van Berlijn, gelegen tussen het Landwehrkanaal en de Mehringplatz in de Berlijnse wijk Kreuzberg. Het metrostation bestaat uit twee delen: een viaductstation voor van lijn U1 en U3 en een ondergronds perron voor lijn U6. Het complex geniet in zijn geheel de monumentenstatus. Zijn naam dankt het station aan de Hallesches Tor (Hallepoort), een voormalige poort in de Berlijnse stadsmuur. Het bovengrondse station Hallesches Tor opende op 18 februari 1902 als onderdeel van de eerste metrolijn in Berlijn. Het gebouw werd ontworpen door Hermann Solf en Franz Wichards in een stijl die zowel elementen van de neorenaissance als de neobarok in zich droeg. Op het ingangsportaal stonden twee torentjes gekroond met gevleugelde wielen, het embleem van de Hochbahngesellschaft. Het station met twee overdekte zijperrons bevindt zich in een bocht op de oever van het Landwehrkanaal; het zuidelijke perron hangt gedeeltelijk boven het kanaal. Op 30 januari 1923 werd naast het reeds bestaande viaductstation een station voor de nieuwe Nord-Süd-Bahn (lijn C, nu U6) gebouwd. In tegenstelling tot de privaat geëxploiteerde Hochbahn was deze lijn echter eigendom van de stad Berlijn. Beide stations werden door een voetgangerstunnel met elkaar verbonden om overstappen mogelijk te maken. De afstand tussen de stations is groter dan gebruikelijk bij Berlijnse overstapstations, omdat het stadsbestuur weigerde de Belle-Alliance-Brücke te reconstrueren, wat voor een gunstigere locatie van het ondergrondse station nodig was. Tot april 1924 was Hallesches Tor het eindpunt van de noord-zuidlijn C. Het reizigersaantal groeide door de overstapfunctie van het station en de perrons bleken te smal voor de passagiersstroom. In het midden van de jaren 1930 werd het viaductstation zodanig aangepast dat de perrons in breedte bijna verdubbelde. Stadsvervoerbedrijf BVG overwoog ook het station geheel te herbouwen, maar die plannen werden vanwege geldgebrek nooit verwezenlijkt. De Tweede Wereldoorlog bracht met name het viaductstation ernstige schade toe. Nadat de dienst in april 1945 was stilgelegd konden vanaf 4 juli weer treinen gaan stoppen in het ondergrondse station. Bovengronds waren vanaf oktober 1945 houten noodperrons beschikbaar voor treinen in oostelijke richting. De herbouw van het viaductstation, in vereenvoudigde vorm, duurde nog vier jaar en kwam gereed op 2 oktober 1949. In 1975-1976 werd het eilandperron van de U6 verlengd van 80 tot 110 meter, om langere treinen te kunnen ontvangen. Tegelijkertijd kregen de oorspronkelijk wit betegelde wanden een bekleding van blauwe asbestcementplaten.

Möckernbrücke (metrostation)
Möckernbrücke (metrostation)

Möckernbrücke is een station van de metro van Berlijn, gelegen aan weerszijden van het Landwehrkanaal in het westen van de Berlijnse wijk Kreuzberg. Aan de noordzijde van het kanaal bevindt zich een viaductstation, dat opende op 18 februari 1902 als onderdeel van de eerste metrolijn in de Duitse hoofdstad. Tegenwoordig stoppen hier de treinen van lijn U1 en lijn U3. Sinds 1966 ligt onder de zuidoever van het Landwehrkanaal een ondergronds station van lijn U7. Beide stations zijn door een overdekte voetgangersbrug over het kanaal met elkaar verbonden. Zijn naam dankt het station aan de iets westelijker over het kanaal gelegen brug in de Möckernstraße. Het oorspronkelijke viaductstation uit 1902 kwam qua ontwerp grotendeels overeen met het oostelijker gelegen Görlitzer Bahnhof aan dezelfde lijn. Het werd ontworpen door het ontwerpbureau van Siemens & Halske, het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de bouw van de metrolijn. In verband met het groeiende aantal reizigers moesten de perrons van het station in de jaren 1930 verlengd worden. In 1937 besloot het stadsvervoerbedrijf BVG een geheel nieuw station te bouwen. Net als het eerste station Möckernbrücke bestond dit uit twee perrons met een stalen overkapping. In de Tweede Wereldoorlog raakte het viaductstation zwaar beschadigd, waarna het opnieuw - met ongewijzigd ontwerp - herbouwd moest worden. In de jaren 1960 werd de metrolijn naar Neukölln, tot dan toe een tak van de Nord-Süd-U-Bahn (nu U6), verlengd naar het westen. Op 28 februari 1966 kwam het eerste deel van deze verlenging gereed tot Möckernbrücke en ontstond de nieuwe lijn 7. Vijf jaar lang zou het station het eindpunt van deze lijn zijn. Het ondergrondse metrostation Möckernbrücke, ontworpen door Rainer Rümmler, heeft een eilandperron en geel betegelde wanden. Het viaductstation van de U1 en U3 is een beschermd monument.