place

Vredeskerk (Amsterdam)

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidGemeentelijk monument in AmsterdamKerkgebouw in AmsterdamKerkgebouw in het bisdom Haarlem-Amsterdam
Vredeskerk Amsterdam vooraanzicht
Vredeskerk Amsterdam vooraanzicht

De Parochiekerk van Onze-Lieve-Vrouwe Koningin van de Vrede ofwel Vredeskerk is een rooms-katholieke kerk tussen de Pijnackerstraat en de Van Hilligaertstraat in de zuidwestelijke hoek van de Pijp in Amsterdam-Zuid. De kerk is sinds 2004 naamgever van het Vredeskerkplein.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Vredeskerk (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Vredeskerk (Amsterdam)
Vredeskerkplein, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Website Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Vredeskerk (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.349722222222 ° E 4.8897222222222 °
placeToon op kaart

Adres

Vredeskerk

Vredeskerkplein 1
1072 JS Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Website
amsterdam.vredeskerk.nl

linkWebsite bezoeken

linkWikiData (Q1891104)
linkOpenStreetMap (44451461)

Vredeskerk Amsterdam vooraanzicht
Vredeskerk Amsterdam vooraanzicht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Hommage aan Paradzjanov
Hommage aan Paradzjanov

Hommage aan Paradzjanov is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Zuid, Nieuwe Pijp, Vredeskerkplein. Het kunstwerk van Thom Puckey werd geplaatst in opdracht van de gemeente Amsterdam, die op verzoek van de Vredeskerk meegaf dat er een waterelement in het kunstwerk verwerkt moest zijn. Het meerdelig object is opgebouwd uit Carrara-marmer, granieten tegels, brons en bomen. Puckey schreef: het grondvlak, bestaande uit elf concentrische cirkel, is opgebouwd uit graniet in diverse kleuren; het grijpt terug op het schilderij Hof van Eden van de middeleeuwse schilder Giovanni di Paolo; het hof is in dat schilderij omcirkeld door banen van zon (rode ring voor vuur), zeven planeetringen en de zodiac de daarop staande/liggende objecten zijn gebaseerd op de film De kleur van granaatappels (over het leven van Sajat Nova) van Sergej Paradzjanov Die staande/liggende objecten bestaan door water verzadigde boeken (hier in brons), die volgens een oude techniek ontwaterd worden door er zware stenen op te leggen. Phuckey gaf hiermee in een metafoor weer, het onttrekken van kennis aan (heilige) boeken. Water en kennis stromen uit de boeken naar genoemd grondvlak. Twee van de drie boeken worden ontwaterd door marmeren rotsen; een derde wordt uitgeperst door een maan uit één stuk marmer gebeiteld. Alle drie de stapels staan in een opvangbak, van waaruit het water naar het midden stroomt. Er zijn echter ook stapels boeken te zien, waarop geen gewicht ligt. Deze kunnen als zitelement gebruikt worden. Deze zitjes zijn geplaatst in de schaduw van zilversparren die deel uit maken van het kunstobject.

Ferdinand Bolstraat
Ferdinand Bolstraat

De Ferdinand Bolstraat is een straat in de Amsterdamse wijk De Pijp in Amsterdam-Zuid. De straat is genoemd naar de bekende Amsterdamse kunstschilder, etser en tekenaar Ferdinand Bol. Ook bijna alle dwarsstraten zijn genoemd naar beroemde schilders (overwegend uit de Gouden Eeuw) en andere kunstenaars. De Ferdinand Bolstraat kreeg zijn naam in 1872. In de Amsterdamse volksmond wordt hij vaak aangeduid als "Ferdinand Bol" of, nog korter, de "Bol" (zoals men bijvoorbeeld ook spreekt van "Albert Cuyp" of "de Cuyp" in plaats van de Albert Cuypstraat). De straat doorsnijdt de Pijp van noord naar zuid, ligt via de Freddy Heinekenbrug in het verlengde van de Vijzelstraat en het Weteringplantsoen en verbindt de Stadhouderskade met de Ceintuurbaan. Na de Barbiersbrug over het Amstelkanaal wordt de straat in de Rivierenbuurt voortgezet als de Scheldestraat. De Ferdinand Bolstraat kruist onder meer de Albert Cuypstraat met de bekende markt en de Ceintuurbaan. Tussen de Rustenburger- en de Lutmastraat wordt de Ferdinand Bolstraat even onderbroken door het Cornelis Troostplein. In het Amsterdamse stratenpatroon behoort de Ferdinand Bolstraat tot de radiale verbindingen, dat wil zeggen dat de straat een verbinding van en naar de binnenstad is (net als bv. de Van Woustraat, de Wibautstraat en de Kinkerstraat). Als verkeersader heeft hij evenwel veel van zijn betekenis verloren. Hij behoort bijvoorbeeld niet tot het in 2005 vastgestelde gemeentelijke "Hoofdnet Auto" en al tientallen jaren is slechts in het deel ten zuiden van de Ceintuurbaan autoverkeer in beide richtingen toegestaan. Het noordelijke deel van de Ferdinand Bolstraat is vanouds een winkelstraat, vooral ten noorden van de Ceintuurbaan. Kleine, zelfstandige winkels worden afgewisseld met filialen van ketens, zoals de HEMA en veel kledingzaken. Noordelijk van de Albert Cuypstraat zijn er ook nogal wat horecagelegenheden. In het zuidelijke deel van de Ferdinand Bolstraat bevindt zich (in een voormalig schoolgebouw) een politiebureau. Aan het oudste deel van de Ferdinand Bolstraat (ten noorden van de Albert Cuypstraat) dateert de bebouwing grotendeels uit de jaren 70 van de negentiende eeuw (alleen het voormalige brouwerijcomplex van Heineken en de nieuwbouw tussen dat complex en het Marie Heinekenplein zijn twintigste-eeuws). Het gedeelte tussen Albert Cuypstraat en Ceintuurbaan kwam in het daaropvolgende decennium tot stand, met als belangrijkste uitzonderingen het gebouw van de HEMA en het ernaast gelegen pand. De HEMA kwam in de jaren 30 op de plaats van een schoolgebouw. Ernaast was tientallen jaren de firma A. Janus gevestigd, een woninginrichtingszaak die er begin jaren 80 verdween. Iets ten zuiden van de Ceintuurbaan lag tot 1896 de grens van de gemeente Amsterdam; na de annexatie van het noordelijke deel van de gemeente Nieuwer-Amstel in dat jaar werd de Ferdinand Bolstraat geleidelijk verlengd tot aan het Amstelkanaal. In 1905 reikte de bebouwing tot het Cornelis Troostplein (maar op drie van de vier hoeken met de Van Ostadestraat is de oorspronkelijke bebouwing in de laatste helft van de twintigste eeuw vervangen door nieuwbouw). Het resterende deel van de straat werd volgebouwd in de jaren 20, met aan de oostzijde onder meer de RAI, die in 1961 zou verhuizen naar een nieuw complex aan het Europaplein. Over de bestemming van het vrijgekomen terrein ontstond een langdurige en soms verhitte discussie. Geruime tijd overwoog het gemeentebestuur hier een operagebouw te laten verrijzen. Mede op grond van die plannen vestigde het Okura Hotel zich op een ander deel van het terrein (in een nieuw torengebouw van 23 verdiepingen). Toen ten langen leste werd besloten de opera onder te brengen in een met een nieuw stadhuis gecombineerd gebouw aan de Amstel (bekend als de Stopera), kreeg het hotel dan ook een schadeloosstelling van de gemeente. Uiteindelijk verscheen aan de zijde van de Ferdinand Bolstraat van het zogenoemde RAI-terrein uiteindelijk – grotendeels overeenkomstig de wensen van de buurtbewoners – onder meer het verzorgingstehuis 'Oude Raai' en een woningcomplex (beide uit de jaren 80 van de twintigste eeuw). Plannen om de straat in de jaren 60 grotendeels te slopen ten behoeve van de aanleg van een boulevard werden door buurtactivisten – onder wie Jan Schaefer – verhinderd.

De Pijp (metrostation)
De Pijp (metrostation)

De Pijp is een van de metrostations van metrolijn 52, ook wel de Noord/Zuidlijn genoemd. Tot maart 2012 was dit station bekend onder de naam Ceintuurbaan. Dit station, een ontwerp van Benthem Crouwel Architekten, ligt onder de Ferdinand Bolstraat in de Pijp. Vanwege de nauwe ruimte tussen de funderingen van de aanpalende panden heeft het station twee verdiepingen, met op elke etage een perron: het bovenste perron op 16,5 meter onder NAP en het onderste op 26,5 meter onder NAP. Hiermee is dit station het diepst gelegen station van de Noord/Zuidlijn en het diepst gelegen station van Nederland. Men verwacht dat het station per dag ongeveer 18.000 in- en uitstappende reizigers krijgt te verwerken. Vanwege de grote diepte is het te overbruggen hoogteverschil dusdanig groot dat het perron alleen toegankelijk is per lift en via smalle roltrappen. Vaste trappen zijn er niet. Beide perrons hebben een lengte van 125 meter en een breedte van circa 5,5 meter. Aangezien grote delen van beide perrons worden ingenomen door de in totaal tien roltrappen die naar de stationshal op laag -1 voeren, is het bruikbare gedeelte van die perrons, en dan met name van het bovenste perron, ter plaatse van die roltrappen versmald tot circa 3 meter. Omdat de roltrappen, vijf per perron, over de gehele lengte van de perrons zijn verdeeld hoeven reizigers nooit lang van of naar de roltrap te lopen. Het station heeft twee uitgangen, een op de hoek van de Albert Cuypstraat en de Ferdinand Bolstraat en een op de hoek van de Ceintuurbaan en de Ferdinand Bolstraat. Beide uitgangen zijn opgenomen in twee nieuwe hoekpanden; op beide plaatsen zijn de oude hoekpanden afgebroken.

Zonder titel (Tom Postma)
Zonder titel (Tom Postma)

Op een pleintje in de Hercules Seghersstraat in Amsterdam-Zuid, De Pijp staat een titelloos artistiek kunstwerk . Het is een beeld uit 1982 van de kunstenaar Tom Postma. Hij maakte het beeld ter herinnering aan de melkfabriek (Melkfabriek Holland, Milko) die hier stond aan de Eerste Jan Steenstraat 10-38. Deze werd rond 1980 gesloopt om plaats te maken voor sociale woningbouw in dit geval van architect Rob Ouëndag. De Hercules Seghersstraat werd vanaf 1980 tot 1983 ingericht en bestond voordien niet; ze kreeg haar naam op 8 oktober 1980 een vernoeming naar schilder Hercules Seghers). Postma gaf in 2020 desgevraagd door Het Parool op dat hij het werk de titel No use crying over spilt milk had gegeven. Dit is niet te herleiden tot het werk dat er staat. Bij onderzoek door kunstenaar en dezelfde krant bleek dat er oorspronkelijk een tweedelig werk stond. Het overgebleven deel bestaat uit een (haast) 2D-weergave van een melkfles met dop. Het is drie meter hoog en bestaat uit een betonplaat waarop geglazuurde tegeltjes zijn gezet en het staat op een sokkel. Oorspronkelijk was naast die fles ook een liggende fles te zien; die fles melk stroomde leeg in een bassin. De kunstenaar, die het werk in 2020 als jeugdzonde zag, was het werk eigenlijk vergeten en wist niet dat het verplaatst was van een binnenterrein naar het pleintje en ook niet dat een deel verdwenen is. Kunstwacht Amsterdam vermeldt dat het in 1996 verplaatst zou zijn. Er heeft rond die periode een herinrichting plaatsgevonden waarbij tevens speeltoestellen van Aldo van Eyck zijn verdwenen. Kunstwacht Amsterdam maakte in 2020 nog melding van rode tegeltjes (karnemelkdop); het beeld dat bleef staan heeft alleen een blauwe dop (melkdop) op een witte fles. Tom Postma brak met het beeldkunstenaarschap in 1998, na een jarenlange samenwerking met Alexander Schabracq. Samen waren ze verantwoordelijk voor het groene straatmeubilair langs het Damrak en de Kunstwerken op de Nieuwmarkt. Hij verzorgt sindsdien interieurs, privé dan wel van internationale instellingen, zoals musea.