place

Les Grandes Formes

Beeld in Amsterdam-OostKunst langs de snelwegLandschapskunstRijksweg 10
Les Grandes Formes
Les Grandes Formes

Les Grandes Formes (1995) is een kunstwerk van de Franse kunstenaar Jacques Vieille (1948) in Amsterdam langs de ring A10, bij de Gooise Knoop, de verbinding met de Gooiseweg. Het bevindt zich in de Amsterdamse wijk Watergraafsmeer, bij de grens met de gemeente Diemen. Het project op een oppervlakte van 2000 m² is een voorbeeld van landschapskunst (land art) en bestaat uit 15 stalen elektriciteitsmasten en een aantal hekwerken in combinatie met appelbomen, perenbomen en druivenstruiken. Deze fruitbomen zijn op verschillende manieren als leiboom langs het hekwerk geleid. De masten met zij-armen vormen het transparante geraamte van een gotische kathedraal. Dit verklaart de bijnaam 'de kathedraal'. De vorm van de masten doet denken aan een leiboom. Verder is er een verwijzing naar de lichtmasten van het voormalige Ajax-stadion (De Meer). Het project verwijst naar de geschiedenis van Watergraafsmeer: in de 17e en 18e eeuw waren hier buitenplaatsen van welgestelde Amsterdammers, met pleziertuinen, moestuinen enz. Leibomen waren toen zeer populair. Zodoende wordt de geschiedenis van het gebied gereconstrueerd, een terugkerend thema in het werk van de kunstenaar.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Les Grandes Formes (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Les Grandes Formes
Weesperzijde, Amsterdam Oost

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Les Grandes FormesLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.3375 ° E 4.94 °
placeToon op kaart

Adres

Les Grandes Formes

Weesperzijde
1097 TE Amsterdam, Oost
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q2432269)
linkOpenStreetMap (4684390297)

Les Grandes Formes
Les Grandes Formes
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Betondorpbrug
Betondorpbrug

De Betondorpbrug is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam-Oost. De bouw van deze combinatie van bruggen en viaducten werd vanaf midden jaren tachtig ten uitvoer gebracht. Toen naderde de bouw van de Rijksweg 10 vanuit het westen de oversteek van de Weespertrekvaart. Voordat echter de rijksweg aangelegd kon worden, moesten uitgebreide werkzaamheden verricht worden in het onderliggende netwerk van wegen. De Gooiseweg die tot dan toe vanuit het noorden ter plekke voor de Weespertrekvaart afboog naar het oosten voor aansluiting op de Rijksweg 1 werd rechtgetrokken en zou voortaan via brug 1269 door Duivendrecht richting Amsterdam-Zuidoost verder gaan. De op die weg kruisende Rozenburglaan onderging hetzelfde lot en liep voortaan middels de Duivendrechtsebrug (brug 1267), maar eindigt in Duivendrecht. Toen deze twee wegen klaar waren moest een nieuw viaduct over deze twee wegen en vaart heen. Voorts moesten voor de kruising parallelviaducten gebouwd worden. Om contact tussen de Gooiseweg en Ringweg-Oost te krijgen waren over de Weespertrekvaart nog twee bruggen nodig, als ook een brug over de voormalige Rijksstraatweg in Duivendrecht (de oude rijksstraatweg tussen Amsterdam en Utrecht). Administratief werd de combinatie van viaducten en bruggen de scheidslijn tussen de Ringweg-Zuid en Ringweg-Oost. De brug van de burelen van Rijkswaterstaat ging vanaf oplevering naamloos door het leven. Op 8 december 2017 publiceerde de gemeente Amsterdam een lijst met vernoemingen van bouwwerken voor opname in de Basisregistraties Adressen en Gebouwen. Het ging toen om objecten in en over snelwegen in en om Amsterdam. De brug werd toen direct vernoemd naar Betondorp, de Amsterdamse woonwijk ten noordoosten van het verkeersknooppunt. Door de stapelconstructie van bouwwerken werd de kruising een woud van grijze betonnen palen die onvriendelijk en onveilig aanvoelde. Om het woud van beton wat op te fleuren kregen kunstenaressen Sandra Hueber (ontwerp) en Leone Schröder (uitvoering) het verzoek enkele pilaren te voorzien van schilderingen; ze liet vier (vreemde) vogels op de pilaren projecteren in het kader van kunstproject Natuur.

Duivendrechtsebrug
Duivendrechtsebrug

De Duivendrechtsebrug (brug nr. 1267) is een tafelbrug liggend in de gemeenten Amsterdam en Ouder-Amstel. De brug is gelegen in de Amsterdamse Rozenburglaan, die sinds de opening van de brug vanuit Amsterdam-Oost doorloopt tot de Randweg aan de oostzijde van Duivendrecht. Deze oeverbinding is de zoveelste in een rij sinds 1686. Sinds de drooglegging van de Watergraafsmeer in 1629 liep de hoofdverbinding van Amsterdam naar Utrecht via Duivendrecht, dan nog een soort buurtschap omringd door polderlandschap. De eerste brug was een valbrug en werd Kuipertjesbrug genoemd, naar een vatenmakerij in de buurt. Deze brug lag ten westen van de huidige brug uit 1988. De wegen naar/vanaf de brug werden steeds zo ingepland dat ze aansloten op die brug die haar landhoofden had in de dijken van twee polders (Diemermeerpolder en Grote Duivendrechtse Polder). Tot 1871 volgen vernieuwingen in de vorm van houten bruggen elkaar op. In 1871 kwam er een draaibrug van ijzer en hout. In 1925 werd de brug door een aanvaring ontzet en onbruikbaar. Er kwam een tijdelijk veerbootje voor in de plaats maar de brug werd 22 november 1925 na een provisorische reparatie weer opengesteld voor verkeer. De brug stond in die tijd al op de kaart om vervangen te worden. Het tijdelijke veerbootje kon toen weer worden opgeheven. In december 1925 werd een aanbesteding uitgeschreven voor een nieuwe onderbouw; de bovenbouw volgde niet veel later. In 1927 werd de ijzeren ophaalbrug geopend en die lag vijf meter ten oosten van de oude draaibrug in het verlengde van de Rijksstraatweg naar de Weesperzijde. Tot de opening van de rijksweg A2 in 1954 moest al het verkeer tussen Amsterdam en Utrecht over deze brug, niet alleen privévervoer, maar ook openbaar vervoer. De weg kreeg in de jaren steeds meer ondersteuning van de Middenweg (richting Amersfoort) en Gooiseweg, die (vanuit Amsterdam bezien) voor de brug lag en een knik naar het oosten maakte richting Diemen. Er kwam een aansluiting op de uit Amsterdam-Oost komende Rozenburglaan die via een kruising met de Gooiseweg middels een S-bocht en brug aansloot op de Rijksstraatweg Duivendrecht. Die kruising werd steeds drukker en was in 1975 dé black spot (verkeersongelukken) van Amsterdam. Tot de komst van de metro in 1977 werd de brug in het spitsuur zeer intensief bereden. Zo reden er per spitsuur ongeveer 200 stads- en streekbussen over de brug, waaronder de zeer zware buslijn 55. Er was in het spitsuur dan ook vrijwel altijd sprake van filevorming en vertraging, ook op de aansluitende slecht bestrate serpentine-achtige Gooisehulpweg en op de Rozenburglaan. De brug uit 1927 bleef in gebruik tot 1987. In verband met de nadering van de Rijksweg 10 tot Duivendrecht moest er gebouwd worden aan de aansluiting Gooise weg en die Rijksweg. Voor het eerst in eeuwen werd het idee losgelaten om de wegen aan te sluiten op de brug. De nieuwe brug/bruggen wordt/worden zo neergelegd dat ze aansluit op de rechtgetrokken wegen. Daartoe moest in Duivendrecht een terrein onteigend worden om de verlengde Rozenburglaan te kunnen aanleggen. Rijkswaterstaat liet er een nieuwe dubbele tafelbrug bouwen. Door het rechttrekken van de Rozenburglaan moest de nieuwe betonnen brug een stuk oostelijker liggen dan de oude brug. Ook de Gooiseweg werd hier recht getrokken; in plaats van richting Diemen te gaan, gaat ze naast de Rozenburglaan over de Weespertrekvaart Duivendrecht, in richting Amsterdam-Zuidoost. Het complex aan bruggen komt vervolgens onder de Gooise knoop te liggen; de afslag Duivendrecht aan de Rijksweg 10. In 2017 vond er groot onderhoud plaats aan de brug. De bediening van de brug is centraal geregeld; het brugwachtershuisje is vanaf 2012 (deels) in gebruik als overnachtingsverblijf. Bus 41 van het GVB rijdt over de brug.

Rijksmonument 335310
Rijksmonument 335310

Rijksmonument 335310 omvat een blok woningen en winkels rondom de Brink en zijstraten in Betondorp, Amsterdam-Oost. Ze heeft betrekking op Brink 24-32 en aanbouwsels in zowel de Veeteelt- (huisnummers 123-125) en Landbouwstraat (80-82). Het blok werd op 20 oktober 1988 tot rijksmonument verklaard, deel uitmakend van het grotere monumentencomplex Brink (rijksmonument 335305). Dit complex staat aan de zuidwestelijke rand van het plein. Naar ontwerp van Dick Greiner werd hier in de periode van 1924 tot 1926 een blok winkels met bovenwoningen neergezet. Het centrale deel bestaat uit een viertal winkels met bovenwoningen. Boven de winkeldeuren zijn twee (2x huisnummer 26 en huisnummers 30-32) om twee luifels geplaatst met daarboven lichtstroken. De etalageruiten en deuren zijn daarbij ook twee om twee gespiegeld. De deuren hebben daarbij een vlakverdeling die doet denken aan de werken van Piet Mondriaan (rechthoekig en vierkant met klein vlak in het midden, alleen kleuren blauw en wit). De vier etalageruiten bestaan uit een rechthoekig groot deel, vervolgens een kalf. Boven de kalf twee kleine ruiten geflankeerd door zeven ruitjes in trapmodel. Boven de winkels is enigszins teruggetrokken een galerij annex balkon geplaatst met toegangsdeuren en ruiten. Boven de bouwstrook met ramen en deuren vindt middels een uitkraging aansluiting met het platte dak plaats. Aansluitend op deze vier eenheden is aan beide zijden onder stompe hoek een afwijkend woon- en winkelhuis (huisnummers 24 en 32) geplaatst Hier is geen balkon/galerij aan de voorzijde gebouwd, boven de winkels loopt de gevel direct naar het dak. Beide hoeken zijn spiegelbeelden van elkaar. De toegangspartijen van deze twee gebouwen zijn naar voren geplaatst, waarbij die naar voren geplaatste delen juist wel weer een balkon bevatten. De deuren zijn van dezelfde constructie als die van de vier eerdergenoemde winkels, maar worden geflankeerd door eerdergenoemde raampjes in trapmodel. Achter deze hoekgebouwen loopt de bebouwing de Landbouw- en Veeteeltstraat in. Het bovengenoemde ensemble gaat hier over in een gebouw met drie bouwlagen, dat rechttoe rechtaan is gebouwd. Opvallend zijn daarbij de teruggetrokken vensters op de tweede verdieping en een knalgele deur opnieuw in Mondriaanmotief. Er wordt afgesloten met blokje van slechts twee bouwlagen met raamstroken. In de vooral hoekige constructie van het geheel bevinden zich hier portieken met rondbogen.

Rijksmonument 335336
Rijksmonument 335336

Rijksmonument 335336 omvat een bouwblok aan de rand van Brink, Betondorp, Amsterdam-Oost. Het gebouw staat deels op Brink (huisnummers 43-45) en deels in de Landbouwstraat (huisnummer 61). Het gebouw werd in de jaren 1926-1928 neergezet als bibliotheek annex leeszaal in de wijk Betondorp. Al eerder verschenen hier woningen en winkels. Het gehele complex rondom Brink is ontworpen door architect Dick Greiner, die alles ontwierp als een soort totaalontwerp. Hij hanteerde daarbij een combinatie van Amsterdamse School en Nieuwe Bouwen. Het gebouw is de tegenhanger van het verenigingsgebouw, rijksmonument 335330 en is daarmee mee verbonden via een galerij, rijksmonument 335342. Het gebouw op Brink 43-45, Landbouwstraat 61, is op eerste blik het spiegelbeeld van dat verenigingsgebouw, maar een blik op de achterzijde levert verschillen op. De bibliotheek mist een erker en ook de ruitverdeling binnen de raampartijen verschillen. Het geheel is opgetrokken uit beton, het hier alom aanwezige korrelbeton, dat alles hier een grijze kleur geeft. Opvallend zijn daardoor de toegangsdeuren Brink 43 en 45 die uitgevoerd zijn in diepgroen en knalrood. Op de knalrode deur zijn twee stroken aangebracht met de letters Leeszaal in de typografie van de Amsterdamse School. Ook is de plint ter plaatste van de toegangsdeuren voorzien van tegeltableaus in zwart-wit. In 1972 moest er actie ondernomen worden. Het gebouw bevond zich in een deplorabele staat en kwam eigenlijk in aanmerking voor sloop. Dit werd uiteindelijk verhinderd door het tot een (vermoedelijk gemeentelijk) monument te verklaren. Dat laatste zou er toe leiden dat sloopplannen binnen geheel Betondorp van tafel verdwenen; de woningbouwvereniging zag geen rendabele verbouwing en toekomst van de woninkjes; ze zouden allemaal blijven staan. Het gebouw werd na die dreigende ineenstorting van het hoge deel in de jaren tachtig gerenoveerd. Het kreeg daarbij een nieuwe buitenwand bestaande uit polystyreen voorzien van een laag spuitpleister, waarbij ze haar oorspronkelijk uiterlijk behield. Bij GGH Architecten werkte toen de zoon van de architect, Onno Greiner. Het gebouw is sinds april 1988 een rijksmonument. In 1991 volgde nog een plaquette ter ere van Arie Keppler. Een ander verschil is terug te vinden in de aanbouw richting het zuidwesten, dit waren oorspronkelijk allemaal garages (met een dubbele deur), maar de oostelijke (Landbouwstraat 63) daarvan werden in 1981-1984 omgebouwd tot buurthuis. Daarbij werd ook aandacht besteed aan het oorspronkelijke glas-in-lood.