place

Aartsbisschoppelijk paleis van Utrecht

Aartsbisdom Utrecht (rooms-katholiek)Bisschoppelijk paleis in NederlandBouwwerk in Utrecht (stad)Bouwwerk van Nicolaas KamperdijkRijksmonument in Utrecht (stad)
Aartsbisschoppelijk paleis 2
Aartsbisschoppelijk paleis 2

Het aartsbisschoppelijk paleis van Utrecht is het woon- en werkpaleis van de aartsbisschop van Utrecht, momenteel kardinaal Wim Eijk, en is gelegen aan de Maliebaan 40 te Utrecht. Het pand werd in 1868 gebouwd als villa voor Hermanus Ameshof, de toenmalige directeur van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij. Hij nam een architect in de arm die veel voor de spoorwegen ontwierp: Nicolaas Johannes Kamperdijk. Het zou diens enige uitgevoerde woonhuisontwerp worden. In 1898 werd de villa aangekocht door mgr. Henricus van de Wetering, die hem liet verbouwen tot aartsbisschoppelijk paleis van het aartsbisdom Utrecht. Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie woonden de aartsbisschoppen eerst in Den Bosch (Zwijsen) en in de pastorie van de Catharijnekerk aan de Nieuwegracht 61 (Schaepman en Snickers). Het bisdom liet de villa uitbreidde met een neogotische kapel. De architect van deze kapel was J.W.F. van Schaik. De verbouwing werd in 1902 voltooid. Voordien was de residentie van de Nederlandse aartsbisschop gevestigd in het pand Nieuwegracht 61.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Aartsbisschoppelijk paleis van Utrecht (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Aartsbisschoppelijk paleis van Utrecht
Maliebaan, Utrecht

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Aartsbisschoppelijk paleis van UtrechtLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.091827777778 ° E 5.1336055555556 °
placeToon op kaart

Adres

Maliebaan 40
3581 CR Utrecht (Utrecht)
Utrecht, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Aartsbisschoppelijk paleis 2
Aartsbisschoppelijk paleis 2
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Burgemeester Reigerstraat
Burgemeester Reigerstraat

De Burgemeester Reigerstraat is een straat van de Nederlandse stad Utrecht, lopend vanaf de Maliebaan, Nachtegaalstraat (waarmee het in het verlengde ligt) tot aan het Wilhelminapark in de buurt Oudwijk. De straat is vernoemd naar de oud-burgemeester Bernardus Reiger die van 1891 t/m 1908 burgemeester was van Utrecht. Oudwijk wordt door de Burgemeester Reigerstraat in tweeën gesplitst: Oudwijk-Noord met als belangrijkste straat de Oudwijkerveldstraat, en Oudwijk-Zuid met de Oudwijkerdwarsstraat, welke beide op de Burgemeester Reigerstraat uitkomen. Naast deze beide straten komen ook de Wagenstraat, Wolter Heukelslaan, J.M. Kemperstraat en de Van Hogendorpstraat op de Burgemeester Reigerstraat uit. Aan het einde van de Burgemeester Reigerstraat bevindt zich een rotonde waaraan zich de Nicolaasweg, Van Limburg Stirumstraat en het Wilhelminapark bevinden. De bebouwing bestaat voor het grootse gedeelte uit monumentale herenhuizen, al is er met de jaren veel bijgebouwd, voornamelijk kantoorpanden welke het gezicht van vroeger behoorlijk hebben aangetast. Op de hoek Maliebaan - Burgemeester Reigerstraat bevond zich tot 1984 de Oosterkerk. Met een spoorwegovergang kruist de Burgemeester Reigerstraat de Oosterspoorweg (Utrecht Lunetten - Hilversum), waaraan ook het Maliebaanstation (het huidige Spoorwegmuseum) ligt. Vanaf januari 2009 rijdt over dit spoor weer maandelijks een trein van Utrecht Maliebaan naar Hilversum, de Heimwee Express geheten.

Stevensfundatie
Stevensfundatie

De Stevensfundatie was een hofje in Utrecht. Slechts enkele woningen zijn bewaard gebleven waardoor het niet meer als hofje herkenbaar is. Gerardus Hendrikus Stevens bepaalde bij testament van 18 juni 1853 dat een deel van zijn nalatenschap zou moeten worden aangewend voor de oprichting van vrijwoningen voor protestantse ambachtslieden. Na zijn dood kochten de beheerders van de Stevensfundatie een stuk grond van het Heilige Kruisgasthuis aan tussen de Kruissteeg (vanaf 1869 Kruisstraat), de Biltstraat, de Stadsbuitengracht en de Gasthuisstraat, waar zich de Breyerskameren bevinden. In 1860 werden op dit terrein 50 woningen gebouwd op een binnentuin. De architect S.A. van Lunteren kwam uit een familie van tuinders. Het hofje werd volgens die tijd moderne hygiënische maatstaven gebouwd. Tijdens een uitbraak van cholera in de Gasthuisstraat viel in de Stevensfundatie slechts één dode. De bepaling dat de huizen bedoeld waren voor mannelijke ambachtslieden werd strikt nageleefd: als een man overleed, moesten zijn vrouw en kinderen het hofje verlaten terwijl een man die weduwnaar werd mocht blijven. De regels zijn in de jaren 30 versoepeld. Door de komst van de Rijkshogereburgerschool in 1866 en concertgebouw Tivoli in 1871 was de Kruisstraat een drukke straat geworden en de gemeente wilde de straat verbreden. Plannen hiertoe werden in 1935 ingetrokken maar in 1955 alsnog uitgevoerd. Hierdoor moest de Stevensfundatie terrein inleveren: één fundatiewoning werd afgebroken en het voorterrein verkleind. Het ijzeren hek werd vervangen door een laag muurtje. Het gebouw Tivoli werd in 1955 afgebroken en de gemeente was van plan een nieuw cultuurcentrum te bouwen op de plaats van de Stevensfundatie. De fundatie (stichting) vroeg hiervoor 500.000 gulden en in 1959 werd de gemeente eigenaar. De fundatie bouwde vervangende woningen in Zuilen. Inmiddels waren de plannen van de gemeente weer gewijzigd en werd het terrein niet aangewend voor Tivoli. Het hofje werd bewoond door studenten en oorspronkelijke bewoners. Ondanks protesten werd in 1968 begonnen met de sloop van het merendeel van het hofje, dat plaats maakte voor een parkeerplaats. In 1986 werden hier een parkeergarage en etagewoningen gebouwd. De stichting Stevensfundatie verkocht in 1988 haar woningen in Zuilen maar bleef bestaan en keert incidenteel uitkeringen uit. Een tweetal waterpompen van de Stevensfundatie zijn hergebruikt en vormen naast de Jacobikerk een rijksmonumentale waterpomp.