place

Lage Vaart

DrontenGeografie van AlmereGeografie van LelystadKanaal in Flevoland
Lage Vaart Almere
Lage Vaart Almere

De Lage Vaart is een kanaal in Flevoland, tussen het Ketelmeer en het Markermeer bij Almere. De diepte is gemiddeld 3 meter en de breedte is tussen de 35 en 50 meter. De Lage Vaart loopt vanaf het Ketelmeer naar Dronten. Halverwege gaat de Swiftervaart naar Swifterbant. In Dronten, waar ook een haven is, loopt de Lage Vaart meer westwaarts richting het Gelderse Hout in Lelystad. Vanaf daar gaan één tak naar de Boswijk (Gelderse Diep) en één richting het industrieterrein Oostervaart, genaamd de Oostervaart. Vervolgens gaat de Lage Vaart Lelystad uit, waar hij vervolgens bij het bos het Hollandse Hout aankomt, waar een zijtak, de Lage Dwarsvaart, die richting Lelystad-Haven en het Markermeer gaat, afsplitst. Dan gaat de vaart langs de Oostvaardersplassen, door Almere (waar hij de grens vormt tussen Almere-Buiten en Almere-Stad), en naast de Hoge Vaart. Uiteindelijk komen ze beide uit op het Markermeer. In het midden wordt de Lage Vaart verbonden met de Hoge Vaart door de Larservaart.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Lage Vaart (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Lage Vaart
Kotterbospad, Lelystad

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Lage VaartLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.435258333333 ° E 5.4162666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Kotterbospad

Kotterbospad
8218 PW Lelystad
Flevoland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Lage Vaart Almere
Lage Vaart Almere
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Flevomeer
Flevomeer

Het Flevomeer (Middelnederlands Vlies) is een historische naam van een groot water in de Lage Landen, waarvan de naam vooral bekend is geworden dankzij een beschrijving door Pomponius Mela, een Romeins geograaf. Het Flevomeer is vermoedelijk ontstaan doordat verschillende zeeboezems samenkwamen. Deze zeeboezems waren eerder het resultaat geweest van doorbraken van de Noordzee in het 2e millennium v.Chr., waarna zich door zandophoping en kweldervorming nieuw land vormde zodat de boezems niet meer in verbinding stonden met de Noordzee. Het latere meer stond via een stroomgeul wel weer rechtstreeks in verbinding met de zee. In zijn De Chorographia in 44 na Christus spreekt Pomponius over een Lacus Flevo. Hij schreef: "De noordelijke tak van de Rijn verbreedt zich tot het meer Flevo, dat een eiland met dezelfde naam omsluit en daarna als een normale rivier naar zee vloeit". Andere bronnen spreken over Flevum, dat vliestroom betekent. Deze naam is grammaticaal gezien waarschijnlijker voor een geografische aanduiding, reden waarom wel wordt aangenomen dat de vorm 'Flevo' door Pomponius ten onrechte voor een grondvorm in plaats van een verbuiging van 'Flevum' is aangezien. Het Flevomeer ontwikkelde zich na de Romeinse tijd door de afslag van de oevers tot het Almere. Waarschijnlijk ontstond in de middeleeuwen met het stijgen van de zeespiegel en het afgraven van veengronden door de Friezen in West-Friesland (Enkhuizen, Medemblik etc.) via het Vlie een verbinding tussen het Almere en de Waddenzee. Na nog meer grote overstromingen ontstond hieruit uiteindelijk in de 13e eeuw een echte binnenzee, de Zuiderzee.

Oostvaardersplassen
Oostvaardersplassen

De Oostvaardersplassen vormen een natuurgebied van zo'n 5600 ha (56 km²) tussen Almere en Lelystad in de Nederlandse provincie Flevoland. Het gebied is ontstaan na de drooglegging van de Flevopolders (1950–1968) en dus relatief jong. De Oostvaardersplassen zijn van internationaal belang als moerasgebied en overwinteringsgebied voor vogels. Het gebied is ruwweg in twee gedeelten te onderscheiden: een nat (ca. 3600 ha) en een droog (ca. 2000 ha) gedeelte. Het droge gedeelte wordt open gehouden door grote grazers (rund, paard en edelhert) en kleine grazers (m.n. ganzen). Het gebied maakt deel uit van het in 2018 opgerichte Nationaal Park Nieuw Land. Het gebied is beperkt toegankelijk voor bezoekers en geniet wettelijke bescherming. Het is vrijwel geheel aangewezen als Vogelrichtlijngebied (5505 ha) en Staatsnatuurmonument (5600 ha). Sinds 1999 is het natuurgebied voorzien van het Europees diploma voor Natuurbeheer, een erkenning door de Raad van Europa die iedere vijf jaar wordt geëvalueerd. In 2009 zijn de Oostvaardersplassen definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. De Oostvaardersplassen worden beheerd door Staatsbosbeheer. De in de jaren '80 van de vorige eeuw uitgezette grote grazers geven, net als hun verwante voorouders, mede vorm aan het landschap. In de jaren '90 werd het uitgangspunt gehanteerd dat zij in het natuurgebied op een 'volledig natuurlijke manier' zouden kunnen leven, waarbij bijvoorbeeld kadavers van dode dieren bleven liggen en de dieren ook bij grote voedseltekorten niet zouden worden bijgevoerd. Deze voor Nederland bijzondere beheervorm leidde naarmate de kuddes groeiden en de dieren door te weinig voedsel verzwakten tot steeds meer discussie onder leken en deskundigen. Beheeraanpassing, waaronder grootschalige afschot van dieren, bleek noodzakelijk. Sinds 2018 is het beheer aangepast en wordt gestuurd op een maximaal aantal grote grazers.