place

Verzorgingsplaats Aalscholver

Rijksweg 6Verkeer en vervoer in LelystadVerzorgingsplaats in Flevoland

Verzorgingsplaats Aalscholver is een Nederlandse verzorgingsplaats langs de A6 Joure-Muiderberg tussen afritten 9 en 8 ter hoogte van natuurreservaat Oostvaardersplassen, in de gemeente Lelystad. De verzorgingsplaats dankt haar naam aan de Aalscholver, een grote zwarte vogel met een lange snavel met daaraan een haakvormige punt. Deze vogel komt voor in de naastgelegen Oostvaardersplassen. In de omgeving van de verzorgingsplaats, in de gemeente Zeewolde, liggen veel wegen met een vogel in de naam, zoals de Reigerweg, Ooievaarsweg, Roerdompweg. Ook is er de Schollevaarweg te vinden, die betrekking heeft op de Aalscholver, aangezien Schollevaar een andere naam voor die vogel is. Aan de andere kant van de snelweg ligt verzorgingsplaats Lepelaar.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Verzorgingsplaats Aalscholver (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Verzorgingsplaats Aalscholver
Rijksweg A6, Lelystad

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Verzorgingsplaats AalscholverLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.435491666667 ° E 5.4246861111111 °
placeToon op kaart

Adres

Aalscholver

Rijksweg A6
8218 PW Lelystad
Flevoland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q2793555)
linkOpenStreetMap (727901830)

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Flevomeer
Flevomeer

Het Flevomeer (Middelnederlands Vlies) is een historische naam van een groot water in de Lage Landen, waarvan de naam vooral bekend is geworden dankzij een beschrijving door Pomponius Mela, een Romeins geograaf. Het Flevomeer is vermoedelijk ontstaan doordat verschillende zeeboezems samenkwamen. Deze zeeboezems waren eerder het resultaat geweest van doorbraken van de Noordzee in het 2e millennium v.Chr., waarna zich door zandophoping en kweldervorming nieuw land vormde zodat de boezems niet meer in verbinding stonden met de Noordzee. Het latere meer stond via een stroomgeul wel weer rechtstreeks in verbinding met de zee. In zijn De Chorographia in 44 na Christus spreekt Pomponius over een Lacus Flevo. Hij schreef: "De noordelijke tak van de Rijn verbreedt zich tot het meer Flevo, dat een eiland met dezelfde naam omsluit en daarna als een normale rivier naar zee vloeit". Andere bronnen spreken over Flevum, dat vliestroom betekent. Deze naam is grammaticaal gezien waarschijnlijker voor een geografische aanduiding, reden waarom wel wordt aangenomen dat de vorm 'Flevo' door Pomponius ten onrechte voor een grondvorm in plaats van een verbuiging van 'Flevum' is aangezien. Het Flevomeer ontwikkelde zich na de Romeinse tijd door de afslag van de oevers tot het Almere. Waarschijnlijk ontstond in de middeleeuwen met het stijgen van de zeespiegel en het afgraven van veengronden door de Friezen in West-Friesland (Enkhuizen, Medemblik etc.) via het Vlie een verbinding tussen het Almere en de Waddenzee. Na nog meer grote overstromingen ontstond hieruit uiteindelijk in de 13e eeuw een echte binnenzee, de Zuiderzee.