place

Bullebak

Basculebrug in AmsterdamBrug in Amsterdam-CentrumGemeentelijk monument in Amsterdam
Bullebak bridge04
Bullebak bridge04

De Bullebak, brug 149, is een dubbele basculebrug in Amsterdam over de Brouwersgracht, die ter hoogte van de Marnixkade, de Marnixstraat verbindt met de Korte Marnixstraat. De brug is opgetrokken uit hout, staal, baksteen en beton. Deze brug moet niet worden verward met de Bullebakssluis (brug 160), die verderop in de Marnixstraat ligt op de plaats van het voormalige gewelf. Het aangrenzende pleintje, hoek Raampoort / Marnixstraat, draagt dezelfde naam.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Bullebak (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Bullebak
Bullebak, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: BullebakLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.383913888889 ° E 4.8826416666667 °
placeToon op kaart

Adres

Bullebak

Bullebak
1015 TW Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q12012502)
linkOpenStreetMap (452338603)

Bullebak bridge04
Bullebak bridge04
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Bullebak (beeld)
Bullebak (beeld)

De Bullebak is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. De naam voert terug op een monster dat kinderen het water in zou trekken en geeft naam aan twee bruggen, beide in de Marnixstraat. Aan het noordelijk eind ligt de Bullebak, over de uitloper van de Bloemgracht de Bullebakssluis. De bruggen worden regelmatig door elkaar gehaald. Aan de Bullebak werd tussen 2020 en 2023 gewerkt om dit versleten rijksmonument te vervangen door een nieuw gelijkend exemplaar. Dat werk leidde er al toe, dat er wederom een brugnaam werd gegeven, het Bullebakje, de noodbrug aan de oostkant van de brug. Er moest zowel grof als fijnzinnig gewerkt worden, dat laatste bleek uit het feit dat toen de brug opgeleverd was en bij het openen en sluiten een deel van de nieuwe tramrails beschadigd raakte en vervangen moest worden. De opening voor het andere verkeer kon wel in september 2023 plaatsvinden, waarna Bullebakje verdween. Daarop verscheen er aan de westkant van de brug de Bullebak van kunstenaar Martie van der Loo. Het is een gerecycled deel van de oude brug van gemetseld baksteen; ze had zelf om het materiaal gevraagd. Het staat op open kolom van drie gebogen grotendeels cortenstalen platen. De kunstenaar is woonachtig in een woonboot, die vanwege de werkzaamheden verplaatst moest worden en voert atelier in de Tweede Nassaustraat; liggend aan de overzijde van de Singelgracht. Van der Loo in Amsterdam al bekend vanwege haar Wandelend naar de Nieuwmarkt in het Amsterdam-Centrum en Trimmers in Amsterdam Nieuw West.

Singelgracht (Amsterdam)
Singelgracht (Amsterdam)

De Singelgracht is de waterweg die het gehele Amsterdamse Centrum begrenst en langs de Nassaukade, Stadhouderskade en Mauritskade stroomt. Na de vierde uitleg van de grachtengordel rond 1660 werd de buitensingel – met de stadswallen die de verdedigingswerken vormden – de begrenzing van de stad. In deze wallen lagen bolwerken waarop molens geplaatst waren. Daardoor had de gracht een bochtig verloop. Evenwijdig aan de Singelgracht, aan de binnenzijde van de wallen lag de Lijnbaansgracht, genoemd naar de lijnbanen die daar lagen. Een deel van de bolwerken werd geslecht en de gracht werd daar rechtgetrokken. Op enkele plaatsen is het oude bochtige verloop nog te herkennen. Van de molens op de bolwerken zijn er nog twee overgebleven, beide verplaatst naar een nieuwe locatie: De Gooyer bij de Zeeburgerstraat in Amsterdam-Oost en De Bloem aan de Haarlemmerweg. Twee eeuwen lang had Amsterdam een kenmerkende halvemaanvormige plattegrond. In het laatste kwart van de 19e eeuw breidde Amsterdam zich buiten de Singelgracht uit. De wallen werden geslecht; hier kwamen Marnixstraat, Weteringschans en Sarphatistraat te liggen. Het gedeelte van de Singelgracht tussen het Westerkanaal en de Rotterdammerbrug maakt deel uit van de scheepvaartverbinding (staandemastroute en nachtkonvooi) tussen het IJ / Westerkanaal en de Kattensloot / Kostverlorenvaart, met daarin beweegbare bruggen aan weerszijden van de Willemspoort. De overige bruggen over de Singelgracht zijn vaste bruggen.

Willemsbrug (Singelgracht)
Willemsbrug (Singelgracht)

De Willemsbrug (brug 151) is een brug in Amsterdam-West over de Singelgracht tussen het Haarlemmerplein en het Nassauplein. Deze basculebrug is genoemd naar de nabijgelegen Willemspoort. Het aanleggen van een brug op deze plek werd noodzakelijk na de aanleg van het Westerkanaal in 1877. De huidige brug is een ontwerp van Piet Kramer uit 1925 en gebouwd in 1928-'29. Deze verving een brug uit 1877. De brug vormt samen met brug 349 een verbinding van het centrum van Amsterdam naar de Haarlemmerweg. De Willemsbrug grenst ook meteen aan de Mirakelbrug (brug 152) die toegang geeft aan de Spaarndammerbuurt. De brug is een gemeentelijk monument. De oude brug uit 1877 was voorzien van tramrails maar werd bij de elektrificatie in 1906 niet voorzien van bovenleiding. Omdat vanaf het Nassauplein een flauwe bocht voor de brug lag kon het voorkomen dat de tram bij onvoldoende snelheid stroomloos op de brug kwam te staan. De bestuurders namen dan ook altijd een flinke aanloop. Op 2 januari 1924 liep motorwagen 9 van tramlijn 18 door sneeuw en ijs echter vlak voor de brug uit de rails, ramde de balustrade en kwam in het water van de Singelgracht terecht. Met veel moeite werd de tram door de brandweer de volgende dag uit het water getakeld. Het personeel en de passagiers kwamen met de schrik vrij. Op de nieuwe brug verschenen ook tramrails maar nu wel met bovenleiding. Tot 19 januari 1955 bereed tram 12 de brug. Deze werd toen vervangen door een buslijn, waarna de rails op de brug werden verwijderd. Bus 22 rijdt als opvolger nog altijd over de brug. Op 3 maart 2018 werd een deel van de brug voor enige tijd afgesloten. Een waterleiding direct ten zuidwesten van de brug was gesprongen en spoelde de kadewand met voetpad en fietspad weg. De landhoofden van de brug bleven weliswaar staan, maar men nam het zekere voor het onzekere. Om verdere afkalving door golfslag te voorkomen (er wordt nog druk gevaren hier) werd de kademuur beschermd met een stalen damwand. Er was in Amsterdam nog een brug die 'Willemsbrug' genoemd werd. Het gaat hier om brug 454 tussen het Emmaplein en het Vondelpark in Amsterdam-Zuid. Deze heet tegenwoordig Diaconessenbrug.

Standbeeld voor Jacob van Lennep
Standbeeld voor Jacob van Lennep

Standbeeld voor Jacob van Lennep is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het standbeeld voor Jacob van Lennep kwam er op initiatief van Marita Mathijsen, die Jacob van Lennep niet wilde herdenken als schrijver en rijksadvocaat, maar als initiator van drinkwater in Amsterdam. Eigenlijk was hij niet degene die het project opstartte, maar zijn vrouw Henriette (Henrietta Sophia Wilhelmina Röell, 1792-1870). Die wilde het verse en schone drinkwater uit de Noord-Hollandse duinen dat ze in hun buitenplaats Huis te Manpad nabij Heemstede (Noord-Holland) dronken ook wel drinken wanneer ze in Amsterdam was. Tot dan toe werd het drinkwater vanuit de Vechtstreek geïmporteerd, maar het was (te) duur. Arme Amsterdammers waren veroordeeld tot grachtenwater of de regenton. Van Lennep raakte daartoe bevriend met ingenieur Christiaan Vaillant , die al jaren met een dergelijk plan rondliep. Ook werd nog een Brits ingenieur ingeschakeld, maar het mocht niet baten. Amsterdam zag er niet is in en ook bewoners van het voorgesteld brongebied vonden het niets. Zij brachten zelfs een brochure uit: Bedenkingen van eenige bewoners der duinen, over de physieke of financiële mogelijkheid van eene waterleiding uit dezelve tot en in Amsterdam. Van Lennep liet zich niet afwimpelen en wist met Brits kapitaal de waterleiding toch te realiseren en begon de Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij. Daarbij was steun van familie, die diverse gebouwen en terreinen daar in bezit had, onontbeerlijk. Vader David Jacob van Lennep stelde Mariënduin beschikbaar; zus Antje van Lennep liet door doorbraak op Leijduin toe en neef Johan Frederik van Lennep schonk het terrein Groot Bentveld. Kroonprins Willem kwam op 11 november 1851 naar het duinengebied om een spade in de grond te zetten. In 1853 bereikte het eerste duinwater Amsterdam. De leiding kwam Amsterdam binnen bij de Willemspoort, bij Amsterdammers beter bekend onder Haarlemmerpoort. Het verhaal gaat dat Van Lennep de start daar wilde om de mensen uit de rijke Grachtengordel dwars te zitten, maar eerlijkheidshalve moet genoteerd is dat als men vanuit het duinengebied of Haarlem naar die grachtengordel wil komen, men eerst langs die Haarlemmerpoort moet. De Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij werd in 1896 door de voorloper van het Gemeentelijk Waterbedrijf, die op haar beurt opging in Waternet. Marita Mathijsen mocht in 2003 bij het 150-jarig bestaan een lezing geven en opperde dat Jacob van Lennep een standbeeld verdiende vanwege het gezinsinitiatief. Samen met de gemeente Amsterdam (burgemeester Job Cohen) en het Waterleidingbedrijf (directrice Caroline van der Wiel) kreeg ze een comité van de grond die eraan zou werken. Uit de ontwerpwedstrijd kwam kunstenares Lia van Vugt als winnaar uit de bus. Daarna volgde gemeentelijke procedures, inspraakavonden en protesten. Het proces kwam in een stroomversnelling dankzij de televisieserie De ijzeren eeuw van onder andere Hans Goedkoop, waarbij als grap een nep-monument werd geplaatst. Drie jaar na het 150-jarig bestaan was er dan eindelijk het echte monument. Bij de onthulling door Job Cohen gaf Mathijssen de toespraak. Van Vugt kwam met een beeld van een staande Van Lennep dat voor de helft bestaat uit roestvast staal (staande voor het water uit de Vechtstreek) en een in cortenstaal (staande voor het grachtenwater) uitgesneden silhouet. Door de lucht kijk je op het wateroppervlak. Het spiegelende glas staat voor helder drinkwater. Het werd geplaatst nabij het eerste watertappunt op het Haarlemmerplein. Op de sokkel zijn drie plaquettes gemonteerd. Centraal geplaatst is het korte levensverhaal. Aan de zijkant bevinden zich Mengelpoëzie III en IV.

Wubboboom
Wubboboom

De Wubboboom is een levend gedenkteken annex monument, staande op het Haarlemmerplein in Amsterdam-Centrum. Vrijwel direct na het overlijden van natuurkundige Wubbo Ockels (18 mei 2014) kwam binnen de gemeenteraad Amsterdam het idee van de grond voor hem een levend monument op te richten. Tijdens een herdenkingsdienst in de Westerkerk maakte wethouder Maarten van Poelgeest bekend dat er ter ere van Ockels een iep zou worden geplant. De boom moest zo geplant worden zodat hij geen schade kon toebrengen aan bestrating en leidingen in de grond. De boom zou geplant worden in een hoek van het Haarlemmerplein. De iep van het ras Ulmus 'Sapporo Autumn Gold' is een kruising van de Japanse iep (Ulmus japonica) met Ulmus pumila, die vanwege haar afwijkende bladkleur opvalt ten opzichte van andere bomen op het plein. Er werd een constructie bedacht die de boom stormbestendig zou moeten maken. Bomen van dit iepenras zouden wel 500 jaar oud kunnen worden, staande voor de duurzaamheid waar Ockels zijn laatste jaren voor streed. De boom werd begon november 2014 "onthuld". De boom wordt omringd door straatmeubilair met zitbanken, waarop vier plaquettes zijn aangebracht. Ook deze banken volgen de duurzaamheid. Ze worden gedragen door cortenstaal en zijn bekleed met FSC-gecertificeerd hout. Twee plaquettes duiden Ockels als persoon en twee laten twee bekende uitspraken van de astronaut zien: Optimisme is een verantwoordelijkheid We zijn allemaal astronaut van Ruimteschip Aarde Ockels volgde hiermee Hella S. Haasse, die al tijdens haar leven een boom naar haar vernoemd kreeg in het Vondelpark.