place

Spui 10

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumBouwwerk van Eduard CuypersEclectisch bouwwerk
RM518462 Spui 10
RM518462 Spui 10

Spui 10 is (van oorsprong) een winkel/warenhuis aan het Spui, Amsterdam. Het pand in de stijl van het eclecticisme werd in de periode 1891-1892 gebouwd naar een ontwerp van architect Eduard Cuypers. Het telt 4 bouwlagen (begane grond, een entresol, twee verdiepingen onder een kap) op een vierkant grondplan. Het pand verving drie grote oude pakhuizen waarin een in 1891 afgebrande 'stoomtimmerfabriek' gevestigd was. In het gebouw is later nog de Holland-Afrika Lijn (VNS) gevestigd geweest. Aan de gevel is een hoekornament geplaatst door Atelier Van den Bossche en Crevels. In het ornament is een vlakke ruimte uitgespaard waarin ooit de plaquette van de opdrachtgever H.F. Jansen sierde. Het gebouw werd in 2001 op de rijksmonumentenlijst geplaatst.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Spui 10 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.369008333333 ° E 4.8905583333333 °
placeToon op kaart

Adres

Rouhi

Spui 10
1012 WZ Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Telefoonnummer

call+31207055180

Website
rouhi.nl

linkWebsite bezoeken

RM518462 Spui 10
RM518462 Spui 10
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Het Houten Huys
Het Houten Huys

Het Houten Huys is een uit 1528 of kort daarna stammend pand op het Begijnhof in Amsterdam. Het is een van de oudste huizen van Amsterdam en naast een pand aan het begin van de Zeedijk een van de twee overgebleven huizen met een houten voorgevel van Amsterdam. Vanaf de stichting van de stad werden vrijwel alle huizen in Amsterdam gemaakt van hout maar na de stadsbranden van 1421 en 1452 verbood het stadsbestuur de bouw van houten huizen en werden gebouwen verplicht van baksteen gebouwd. Er werd voorheen dan ook altijd aangenomen dat het pand uit 1420 stamde. Nader onderzoek gaf echter in 2012 de bouwdatum van 1528 of kort daarna. Het Houten Huys staat op het Begijnhof en is van oudsher alleen bewoond door alleenstaande vrouwen (aanvankelijk begijnen, tegenwoordig is religieuze affiliatie niet meer verplicht). Het Houten Huys staat tegen over de Engelse kerk, die vanaf de Alteratie door de Engelse protestanten in gebruik is, en naast de katholieke HH. Johannes en Ursulakapel. Lang werd aangenomen dat het Houten Huys het oudste nog bestaande huis in Amsterdam was. Dit bleek minder oud dan gedacht en dateert uit circa 1530. Ongeveer 15 jaar later werd 't Aepjen aan de Zeedijk gebouwd, dat eveneens nog steeds van hout is. In juni 2012 werd een veel ouder houten huis aan de Warmoesstraat uit circa 1485 'ontdekt', zodat er in Amsterdam toch nog een woonhuis uit de vijftiende eeuw bestaat. Dit gaat schuil achter een onopvallende negentiende-eeuwse gevel.

Poortgebouw van het Begijnhof (Amsterdam)
Poortgebouw van het Begijnhof (Amsterdam)

Het poortgebouw van het Begijnhof is een poortgebouw uit 1907 aan het Spui in Amsterdam-Centrum dat onderdeel is van het Begijnhof. Het heeft een oppervlakte van circa 70 m² en inclusief de opslagzolder vijf bouwlagen. Het geheel werd opgetrokken uit baksteen, hardsteen en zandsteen. De gang kent een welfconstructie die mede de bovenliggende woningen draagt. De vloer is van terrazzo. De etages hadden bij oplevering elk drie kamers met keuken. Bovenaan de gevel is een smeedijzeren hijsbalk te vinden in de vorm van een anker (het teken geloof, hoop en liefde) met daarin verwerkt 1907. Het poortgebouw valt op omdat het het enige gebouw in de gevelwand is dat geen pleisterlaag heeft. De kant van het Spui kreeg een gevel van baksteen en zandsteen met boven de poort een beeld van Sint Ursula (beschermheilige van de begijnen), die onder haar mantel haar maagden beschermt. Er zijn daar ook lelies te zien. Het beeld wordt aan beide zijden geflankeerd door twee aan twee pilasters. Daaronder moest in een boog de naam van het hof uitgebeiteld worden, de arbeider beitelde Bagijnhof. De boog wordt afgesloten met twee koppen aan de weerszijden van de eikenhouten toegangsdeur. Het beeldhouwwerk is van de hand van Rien Hack, die met de architect samenwerkte. Hack beitelde voor de gang nog een kraaiende haan, een blaffende hond en een op klompen rennende jongen; zij waren niet welkom in het hofje onder een oude bepaling "Ter voorkominge van gedruisch op den Hof". Het Begijnhof heeft naast het poortgebouw aan het Spui ook een ingang via een poort op de hoek Begijnensteeg / Gedempte Begijnensloot, nabij de Kalverstraat.

Begijnhof (Amsterdam)
Begijnhof (Amsterdam)

Het Begijnhof in Amsterdam is het enige hofje gesticht in het middeleeuwse Amsterdam, gelegen binnen het Singel. Het Heilig Hartbeeld op het hofje stamt uit 1920, gemaakt door Johannes Petrus Maas. Begijnhoven zijn zeldzaam in Nederland, naast Amsterdam is er ook nog één groot Begijnhof in Breda. Het hofje in Amsterdam ligt bijna een meter lager dan de rest van de binnenstad, op het middeleeuwse straatniveau. Onduidelijk is wanneer het Begijnhof is gesticht. De begijnen woonden in 1346 nog in één huis (in een document uit dat jaar wordt gesproken van een “beghynhuys”). Pas in 1389 wordt voor de eerste keer gesproken van een hof (in een privilegebrief). Oorspronkelijk was het Begijnhof geheel omsloten door water (de Nieuwezijds Voorburgwal, het Spui en de Begijnensloot) met als enige toegang een poortje bij de Begijnensteeg (met een brug over de Begijnensloot welke in 1865 wegens verwaarlozing werd gedempt). De achtergevels stonden dus in het water. De ingang aan het Spui bestaat pas sinds de 19e eeuw. Het Begijnhof is geen gewoon hofje, omdat het geen oudedagsvoorziening gesticht door particulieren was. Het was meer een soort klooster, alhoewel de begijnen meer vrijheid hadden dan nonnen in een klooster: de begijnen legden wel een gelofte van kuisheid af maar mochten op elk moment het hof verlaten om te trouwen. Bovendien staan er hoge, specifiek Amsterdamse stadshuizen (het Begijnhof is het enige hofje waarvan de huizen als adres de naam van het hofje zelf hebben), waaruit het min of meer particuliere karakter van het hof in het oog valt. Hier geen aaneengerijde woninkjes, zoals gebruikelijk en kenmerk van de meeste hofjes. Er staan 47 gewone stadshuizen met elk hun individueel aanzien, de meeste met gevels uit de 17e en 18e eeuw, maar de huizen zijn doorgaans ouder: 18 huizen hebben nog een gotisch houtskelet. Ruime bekendheid heeft Het Houten Huys, Begijnhof 34. Dit huis uit circa 1528 heeft stenen zijmuren en een houten voor- en achtergevel met een karakteristiek middeleeuwse uitkragende zolderverdieping. Geheel houten huizen zijn er niet meer in het oude centrum van Amsterdam. Het stond lange tijd bekend als het oudste nog bestaande houten huis van Nederland. In juni 2012 werd in de Warmoesstraat ontdekt dat achter een onopvallende 19e-eeuwse gevel een woonhuis schuilgaat uit circa 1485, waarmee het nog circa een halve eeuw ouder is dan het huis aan het Begijnhof. Met dit 'oudste bestaande woonhuis van Amsterdam', bestaat er in Amsterdam toch nog een woonhuis uit de 15e eeuw. Het hof heeft twee bleekvelden met de Begijnhofkapel ertussenin. Het oude, in 1907 gerestaureerde poortje aan de Begijnensloot, dateert uit 1574 en heeft een steen waarop Sint Ursula is afgebeeld, de patrones van de Amsterdamse begijnen. Het poorthuis aan de zijde van het Spui, van ongeveer 1725, maakte in 1907 plaats voor het poortgebouw dat er nu staat, een ontwerp van de architect Anton J. Joling. Het Begijnhof bevat een groot aantal gevelstenen, waarvan de meesten een duidelijk rooms-katholiek karakter hebben. Het Begijnhof was de enige katholieke instelling die na de Alteratie van 1578 bleef bestaan; overige katholieke kerken en instellingen werden met geweld gedwongen over te gaan naar het protestantse geloof. De Begijnhofhuizen waren namelijk particulier eigendom van de begijntjes zelf. Wel moest de katholieke kapel aan de Engelse presbyterianen (hervormd-protestanten) worden afgestaan, onder dwang van de protestantse overheden. Sindsdien wordt dit kerkje de Engelse kerk genoemd. Tegenover de ingang van de kapel werden in 1671 door de architect Philips Vingboons twee woonhuizen omgebouwd tot rooms-katholieke schuilkerk: de H.H. Joannes en Ursula Kapel (de beschermheiligen van het Begijnhof). Nadat de Kapel ter Heilige Stede in 1908 is afgebroken werd deze kerk officieel de mirakelkerk. Het beroemdste Begijntje in de geschiedenis van het Begijnhof is Cornelia Arens, overleden op 14 oktober 1654 (geboortedatum onbekend, datum van professie 6 juli 1621). Haar laatste wil was in de goot begraven te worden in plaats van in de “ontheiligde” kapel. Volgens de legende werd zij toch in de kapel begraven maar lag haar kist de volgende dag in de goot naast de kapel (dit herhaalde zich nog tweemaal). Zij werd toen alsnog in de goot begraven. Volgens een andere variant van de legende kon haar ziel geen rust vinden en zwierf zij ‘s nachts over het hof, waarna zij alsnog in de goot werd begraven. Op 23 mei 1971 overleed op 84-jarige leeftijd het laatste Begijntje, "Zuster Antonia", eigenlijk Agatha Kaptein (geboren op 13 april 1887 te Akersloot). Op 26 mei werd zij begraven op het Zustergraf van de Rooms-katholieke Begraafplaats Sint Barbara te Amsterdam. Het Begijnhof had tot de renovatie in 1979 140 woningen (waarvan circa 110 eenkamer- en ca. 25 tweekamerwoningen) bewoond door een gelijk aantal bewoonsters. Na de renovatie zijn er alleen nog twee- en driekamerwoningen. Het aantal bewoonsters is sindsdien constant, namelijk 105. Het Begijnhof is een van de oudste Amsterdamse grachtentuinen die de stad (nog) rijk is. Naast de Oude Kerk uit 1280.

Voetboogstraat
Voetboogstraat

De Voetboogstraat is een smalle straat in Amsterdam-Centrum, tussen het Spui en de Heiligeweg. De straat ligt parallel aan de Handboogstraat en de Kalverstraat. Hij wordt abusievelijk ook wel Voetboogsteeg genoemd, maar dat is historisch gezien onjuist. De naam Voetboogstraat komt al voor op een ervenkaart uit de ontstaanstijd van de straat, bewaard in het stadsarchief Amsterdam. Hetzelfde geldt voor de Handboogstraat. Net als de Handboogstraat bevat de Voetboogstraat een cluster van uitgaansaangelegenheden die vooral onder studenten populair zijn, daarnaast zijn er ook enkele winkels. De Voetboogstraat is in Amsterdam, maar ook daarbuiten, bekend door de aanwezigheid van het Vlaams Friethuis, de rij klanten daarvoor strekt zich op zaterdagen soms uit tot aan de Heiligeweg. De straat is in 1649 vernoemd naar- en aangelegd op de schietboomgaard van de voetboogschutters. De stadsdoelen strekte zich uit over het gebied dat omsloten werd door het Singel (waar zich de Universiteitsbibliotheek bevindt), de Kalverstraat, de Heiligeweg en het Spui. De Voetboogdoelen was een van de drie doelens in Amsterdam, naast de Handboogdoelen en de Kloveniersdoelen. Er werd respectievelijk geoefend in schieten met de voetboog, handboog en de klover, een bijnaam voor een Frans type musketgeweer. Op de hoek met het Spui staat gebouw Helios van architect Gerrit van Arkel met veel versieringen aan de gevel waaronder het mozaïek Zum Barbarossa. Hier was tot 1969 lunchroom Formosa gevestigd. Aan het eind van de straat staat in de Heiligeweg het Rasphuispoortje van omstreeks 1600, oorspronkelijk de ingang van een tuchthuis, tegenwoordig een toegang van het winkelcentrum Kalverpassage.