place

H.M. van Randwijkplantsoen

Park in AmsterdamPlein in Amsterdam-Centrum
Een volk dat voor tirannen zwicht Van Randwijk Amsterdam 2018 2
Een volk dat voor tirannen zwicht Van Randwijk Amsterdam 2018 2

H.M. van Randwijkplantsoen is een plantsoen in Amsterdam-Centrum. Het plantsoen kreeg per raadsbesluit van 1 april 1970 zijn naam, naar journalist, uitgever en verzetsman Henk van Randwijk. Het was in 1970 geen nieuw plantsoen dat de naam kreeg. De gemeente Amsterdam hernoemde een deel van het Tweede Weteringplantsoen naar de verzetsman. De groenstrook met straatnaambord werd op 2 mei 1970 onthuld door de weduwe Ada van Randwijk in aanwezigheid van voormalig commissaris van de Koningin van Drenthe, J. Cramer en burgemeester Ivo Samkalden. Het plantsoen kent twee bouwwerken. Het eerste is een muur waarop in letters een eindregel van een gedicht van Van Randwijk is aangebracht: Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen; dan dooft het licht. In de beginjaren vielen letters nog weleens van de muur. In 1983 vormde de muur van het monument een onderdeel van een kunstenaarswedstrijd. Achttien kunstenaars moesten een ontwerp indienen voor een schildering van de muur. Het bleef bij een ontwerp; de winnaar zou uiteindelijk twee wanden van het Academisch Medisch Centrum mogen verfraaien. De muur scheidt het plantsoentje van een speelplaats. Huisnummer H.M. van Randwijkplantsoen 1 is gegeven aan de poffertjeskraam, die aan de rand van het plantsoen staat. Het beeld Moeder Aarde van Hildo Krop staat na restauratie tussen de genoemde muur en poffertjeskraam.

Fragment uit het Wikipedia-artikel H.M. van Randwijkplantsoen (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

H.M. van Randwijkplantsoen
Tweede Weteringplantsoen, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: H.M. van RandwijkplantsoenLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.358663888889 ° E 4.8914166666667 °
placeToon op kaart

Adres

Speeltuin UJ Klaren

Tweede Weteringplantsoen
1017 ZW Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Een volk dat voor tirannen zwicht Van Randwijk Amsterdam 2018 2
Een volk dat voor tirannen zwicht Van Randwijk Amsterdam 2018 2
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Zeelandbank
Zeelandbank

Zeelandbank, officieel Schouwse bank, is een kunstwerk annex straatmeubilair in Amsterdam-Centrum. De zitbank werd door Nico Onkenhout ontworpen als dank van het eiland Schouwen-Duiveland aan de gemeente Amsterdam. Amsterdam had de gemeenten op het eiland bijgestaan na de Watersnood van 1953. Weliswaar kreeg de provincie Zeeland uit alle windstreken steun, maar Amsterdam was een bijzonder steunpunt in verzamelen en opslag van benodigde goederen. Het eiland voelde zich als het ware geadopteerd door Amsterdam. Er ging daarbij vooral aandacht uit naar de gemeenten Zierikzee en Zonnemaire. In oktober 1955 kreeg Amsterdam van de eerstgenoemde de erepenning in goud van de stad Zierikzee overhandigd. Deze werd door de locoburgemeester aan de Amsterdam burgemeester Arnold Jan d'Ailly overhandigd, de “echte” burgemeester Jacobus Schuurbeque Boeije lag toen in een Amsterdams ziekenhuis, alwaar hij op 3 november 1955 zou overlijden. Tijdens de feestelijkheden in Zierikzee werd de adoptie beëindigd en overhandigde d'Ailly nog cheques met een gezamenlijk waarde van meer dan 100.000 gulden om nog enkele projecten te bekostigen. De totale steun vanuit Amsterdam zou een half miljoen gulden hebben bedragen. Als dank zou er nog een monumentale bank richting Amsterdam komen, te plaatsen bij het Monument op de Dam of in het nieuwe raadhuis. In februari 1957 werd bekend dat de Vereniging van burgemeesters en secretarissen op Schouwen-Duiveland aan kunstenaar Nico Onkenhout de opdracht had gegeven tot het vervaardigen van de zitbank. De bank werd niet geplaatst op de genoemde plekken. In juli 1957 werd op het Weteringcircuit een voorlopig exemplaar geplaatst in de vorm van een gipsmodel. De opvolger van Schuurbeuque Boeije, Frans Theodoor Dijckmeester kwam in juli 1958 vergezeld door vier Zeeuwen in klederdracht, Onkenhout en Zeeuwse bestuurders naar Amsterdam om de bank te onthullen op het Weteringcircuit. Hij droeg de bank over aan de opvolger van d'Ailly Gijs van Hall. De bank wordt gedragen door twee staanders van Beijers graniet. Aan de linker achterkant rijst een beeldhouwwerk op gebaseerd op het Wapen van Zeeland, een leeuw boven golven. Op het natuursteen is een plaquette bevestigd met de tekst "Schouwen-Duiveland dankt Amsterdam 1953". Aan de rechter achterkant is een vissenstaart eveneens van graniet te zien. Het draagdeel zou bestaan uit materiaal dat gebruikt was om de dijk bij Ouwerkerk te dichten. De bank zelf wordt gevormd door vijf teakhouten balken (twee voor het zitvlak, drie voor de leuning). In de bovenste balk zijn de achttien wapenen te zien van de toenmalige gemeenten op het eiland. De bank verschoof na haar plaatsing over het plein; het plein werd namelijk keer op keer opnieuw ingericht. In mei 2018 staat de bank op het Tweede Weteringplantsoen, aan de overkant van haar originele plaats. Ze staat dan voor de poffertjeskraam.

Stadhouderskade 77
Stadhouderskade 77

Het complex Stadhouderskade 77 hoek Ferdinand Bolstraat 2-6 beslaat een viertal panden aan de Stadhouderskade/Singelgracht, hoek Ferdinand Bolstraat te Amsterdam-Zuid, De Pijp. Qua ligging aan de Ferdinand Bolstraat ligt het tegenover de voormalige Heineken Brouwerij. Tussen beide gebouwen was ten tijde van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina een erepoort opgesteld, die vastgelegd is door Jacob Olie. Het gebouw staat op de bouwtekening uit 1878 nog te boek als een viertal woonhuizen met een afgesneden hoek. In de loop der jaren zijn de woningen op de begane grond verdwenen en dienen alle ruimten in 2015 tot bedrijven. Opvallend aan het gebouw is het gele pleisterwerk dat de gevel siert Nr. 77). Voorts is er een op de punt een erker geplaatst, iets dat veelvuldig werd toegepast in De Pijp. In het hoekgebouw, Stadhouderskade 77, was waarschijnlijk een slagerij van Christiaan Carl Bernard Heise (C.B. Heise, circa 1831-5 mei 1901) gevestigd. Hij stond destijds te boek als de eigenaar bij een verbouwing in 1889. Na diens vertrek (hij woonde in de Frans Halsstraat) diende het gebouw tot sigarenmagazijn van den Berg, later Kesting & Co. In 1925 opende Frits Berkhout hier een Union Bar. In 2015 is op de punt Café Berkhout gevestigd, een bruine kroeg, waarbij het gedeelte dat tot café dient is voorzien van houten betimmering. Het uitzicht wordt/werd ter plaatse beperkt door de blinde muur van de Heineken Brouwerij en de vele verkeersongelukken op de kruising. Het was jarenlang een black spot in Amsterdam. Ferdinand Bolstraat 2 tot en met 6 heeft een ander uiterlijk. Het past voor wat betreft bouwstijl binnen De Pijp, de zogenaamde Eclecticisme. De drie gebouwen lijken daarbij sterk op elkaar, maar ook hier is de begane grond geheel aangepast voor bedrijven. In 2015 zijn er gevestigd een kledingherstelbedrijf (2), een herenkapsalon (4), die in 2013 haar 75-verjaardag vierde. Nummer zes was gedurende lange tijd een platenzaak gevestigd gekoppeld aan de muziekuitgeverij op Ferdinand Bolstraat 8, later plaatselijk bekend als Kuijper Klassiek. Nadat die het pand had verlaten werd het gekraakt, voordat er Atica, een handel in voedingsmiddelen in gevestigd werd.

Stadhouderskade 74
Stadhouderskade 74

Het pand Stadhouderskade 74 was een herenhuis aan de Stadhouderskade/Singelgracht te Amsterdam-Zuid. Het herenhuis diende oorspronkelijk alleen tot woonhuis en werd aangeduid als Stadhouderskade 51N. De bouwtekening is gedateerd op 22 augustus 1878 en voorzien van een handtekening van de eigenaar en makelaar P. J. Degens Er wordt geen architect genoemd, het zou maar zo kunnen zijn dat het gebouw is opgeleverd volgens een eigen ontwerp. Opvallend is dat het gebouw geheel in het wit is uitgevoerd (buurpanden zijn vaak van baksteen met witte sierelementen). In de raampartijen is variatie toegepast. Op de eerste etage hebben ze een bovenste boogconstructie met guirlandes, op de tweede etage zijn ze rechthoekig met een boogconstructie boven de ramen, de ramen van drie hoog hebben weer een boogconstructie. Het woonhuis was zeker voor de rijken gebouwd. De benedenetage met eerste verdieping moest in 1879 een maandelijkse huur opbrengen van 1800 gulden (tien kamers, tuin met warande, serre en prieel); twee en drie hoog kostten samen 1400 gulden per maand (twaalf kamers en ruime zolder). De begane grond heeft in de loop der jaren aanpassingen ondergaan. In 1897 kwam er een nieuw voorgevel met een pilaar aan de rechterkant en een pilaster aan de linker kant. Ook kwam er destijds een bergplaats. Dat was nodig omdat Willem Jacobus Wesling hier een rijwielwinkel begon voor Raleigh Rijwielen, Wesling voerde destijds de "Grootste school voor wielrijders". In de 20e eeuw kwam er weer een aanpassing toen de sportschool haar intrek nam in dat gedeelte van het pand. Paulus Johannes Degens was een destijds bekend makelaar in Amsterdam. Hij leefde van circa 1823 tot 31 maart 1887 en is in 1854 getrouwd met Catharina Theodora Eijsing. Zij overleed in 1867 op 38-jarige leeftijd en Degens huwde in 1868 opnieuw. Dit maal was Francisca Maria Jacoba van Kakerken (circa 1823 – 28 juli 1890) uit Breda de gelukkige. Hij kreeg twee zoons, waarvan er één in het kraambed stierf (1876). Het echtpaar vestigde zich buiten de stad.