place

Artis Bibliotheek

ArtisBibliotheek in AmsterdamRijksmonument in Amsterdam-CentrumUniversiteit van AmsterdamUniversiteitsbibliotheek
Artis Bibliotheek
Artis Bibliotheek

De Artis Bibliotheek is een negentiende-eeuwse galerijbibliotheek gelegen aan de Plantage Middenlaan 45 in Amsterdam. De naam wordt gebruikt voor zowel het gebouw als voor de bibliotheekcollectie die hierin geplaatst is. De Artis Bibliotheek is sinds 2005 onderdeel van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, dat sinds 2019 onderdeel is van het Allard Pierson Museum.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Artis Bibliotheek (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Artis Bibliotheek
Plantage Middenlaan, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Artis BibliotheekLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.365472222222 ° E 4.9150555555556 °
placeToon op kaart

Adres

Plantage Middenlaan 45A
1018 DC Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Artis Bibliotheek
Artis Bibliotheek
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Monument voor het kunstenaarsverzet 1940-1945
Monument voor het kunstenaarsverzet 1940-1945

Het Monument voor het kunstenaarsverzet 1940-1945 is een artistiek kunstwerk en monument in Amsterdam-centrum. Als gevolg van de afbraak van het Panoramagebouw aan de Plantage Middenlaan 50 ontstond een relatief brede groenstrook, die in 1963 de naam Plantage Westermanlaan kreeg. Het werd een plantsoen, zonder officieel die naam te krijgen. Al sinds 10 juni 1944 waren er binnen kunstenaarskringen maar ook bij de Dienst der Publieke Werken bij monde van Allard Remco Hulshoff plannen een gedenkteken op de richten voor Gerrit van der Veen, die op die datum werd gefusilleerd. Uitstel leek tot afstel te leiden. In 1969 spraken de Stichting Gerrit van der Veen Monument (opgericht in 1967), het Prins Bernard Fonds, de gemeente Amsterdam en het Rijk weer over het oprichten van een gedenkteken voor kunstenaar en verzetsman Gerrit van der Veen in het bijzonder en het kunstenaarsverzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in het algemeen. Toen was ongeveer de helft van het benodigde bedrag van 115.000 gulden voorhanden. De Plantage Middenlaan werd gekozen als locatie omdat Gerrit van der Veen in de buurt een “vernielingsactie” in het bevolkingsregister (27 maart 1943) had gehouden. Aan kunstenaar Carel Kneulman werd de opdracht verstrekt; hij had een beeld van acht meter hoog voor ogen. Het ontbrekende geld werd langzaam bijeengeschraapt, in mei 1972 was er nog steeds sprake van “zal in Amsterdam komen te staan”. Meer instanties gaven een bijdrage, zoals de Federatie van Beroepsverenigingen van Kunstenaars en de Stichting Levi Lassen. Op 4 mei 1973 was het dan zover. De weduwe van Gerrit van der Veen, Louise Adriana van der Chijs, kwam naar de Plantage Middenlaan. Het beeld was toen al gekanteld: 5,6 meter breed en slechts 1,8 meter hoog. Leo Braat, voorzitter van de stichting, overhandigde het beeld aan burgemeester Ivo Samkalden. Kneulman omschreef het bronzen beeld in 1973 volgens Braat als een liggende barricade, een ontplofte granaat, een gevallen engel of Icarus, een uitgeklapte paraplu na een storm, een vertrapt insect, een golf die op het strand te pletter slaat, een laatste heftige ademtocht van een moedig leven etc. Aan de rechterkant is een gebalde vuist te herkennen. Op de achterzijde van het beeld en in de sokkel zijn teksten van Van der Veen te lezen ("Wat doe jij nu je land wordt vertrapt en geknecht"). Vrijwel direct na de onthulling kwam de voormalige verzetskrant Het Parool met de mening dat het weliswaar een mooi beeld was, maar dan voor een expositie; als monument was het minder geschikt. In 1979 zag De Waarheid het meer als een symbolisch beeld. In 1985 was er weer een andere mening: een mooie combinatie tussen abstract en figuratief, aldus Het Vrije Volk. Mook heeft ook een Monument voor het kunstenaarsverzet, maar dan voor de regio.

Rita Vuykbrug
Rita Vuykbrug

De Rita Vuykbrug (brug 116P) is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. De voetbrug overspant de gracht Plantage Muidergracht. Ze verbindt het Roeterseiland met de straat Plantage Muidergracht. De brug werd noodzakelijk omdat het Propadeuselokaal van het Chemisch Laboratorium van de Universiteit van Amsterdam niet op het Roeterseiland werd gebouwd maar aan de overzijde van genoemde gracht. De brug dateert van 1962. Het ontwerp kwam van de tekentafels van de Dienst der Publieke Werken, de specifieke architect is vooralsnog onbekend. Er werd vanaf april 1962 tot en met september 1962 gebouwd aan deze betonnen brug op betonnen paalfundering. De overspanning bestaat uit een boog die aan de zuidkant gesteund wordt door een asymmetrisch geplaatste brugpijler, waardoor aan die kan een soort kleine aanbrug is ontstaan. De centrale doorvaartwijdte is krap 15 meter, de brug is circa 3 meter breed. De brug is vrij steil, voor toegang tot de brug zijn trapjes aangelegd met daarnaast een gladde helling van bijna 16 % om eventueel de fiets aan de hand mee te nemen. De brug ging vanaf 1962 door het leven als brug 116P, de P staande voor beheer door derden. Op de raadsvergadering van 26 maart 2019 van de gemeente Amsterdam werd besloten de brug een vernoeming te geven naar professor doctor Rita Vuyk, vanaf 1960 hoogleraar Psychologische ontwikkelingsleer aan genoemde universiteit en daarmee tevens de eerste vrouwelijke hoogleraar in de psychologie. Even later kreeg ze in 2520 een officieel brugnummer 2520.

Plantage Middenlaan 48
Plantage Middenlaan 48

Plantage Middenlaan 48 is een gebouw uit het laatste kwart van de negentiende eeuw aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam-Centrum. Het werd in 1991 tot gemeentelijk monument verklaard. In de jaren 1870 werd er druk gebouwd in de 19e-eeuwse ring om Amsterdam. Zo ook had de bebouwing van de stad de buurt Plantage bereikt. Op de hoek van de Plantage Middenlaan en de Nieuwe Prinsengracht liet grondeigenaar D. Siem een dubbel herenhuis bouwen, ontworpen door architect Jean Servais, dan bedrijf voerend vanuit de P.C. Hooftstraat. De bouw werd op 5 december 1874 aanbesteed. In hetzelfde decennium werd de Nieuwe Prinsengracht hier gedempt en in 1880 hernoemd tot Plantage Prinsenlaan. Nadat hij pand enkele tientallen jaren door particulieren was bewoond opende op 29 april 1928 de 'Vereniging tot stichting van Joodsche tehuizen Beth Shalom' hier haar eerste (bejaarden)tehuis. Rabbijn Lodewijk Hartog Sarlouis en wethouder Abrahams waren de verantwoordelijken. De stichting had geld bijeengebracht, maar kon zich geen nieuwbouw permitteren. Eigenaar Siem was bereid een grote verbouwing te bekostigen. Gedurende de nazi-bezetting van Nederland werden de bewoners in 1942/1943 gedeporteerd en trok de Duitse Marine in het gebouw. Na de 1945 bracht de Majellastichting repatrianten onder in het gebouw. Daarna kwam het KLM-woonhuis. In 1953 opende het NIISA, de opvolger van Nederlands-Israëlitisch Armbestuur, hier weer een tehuis voor ouderen: Beth Menoecha. Burgemeester Arnold d'Ailly kwam het in december 1953 openen. In 1963 vertrok Beth Menoecha naar Plantage Westermanlaan. In 1976 stond Plantage Middenlaan 48 te koop, het pand werd toen omschreven als een gebouw met souterrain, parterre en drie verdiepingen met in totaal van 56 kamers. De vraagprijs was 1,5 miljoen gulden. In 1991 werd het tot gemeentelijk monument verklaard, sindsdien vonden een aantal verbouwingen plaats van met name het interieur. In de 21e eeuw werd er een hotel in gevestigd. In 1973 werd op de groenstrook nabij het gebouw het Monument voor het Kunstenaarsverzet van Carel Kneulman geplaatst.