place

Herberg Zeeburg

Bouwwerk in Amsterdam-OostHotel in AmsterdamRijksmonument in Amsterdam
Herberg Zeeburg, Zeeburgerdijk pic1
Herberg Zeeburg, Zeeburgerdijk pic1

Herberg Zeeburg is een voormalige herberg in Amsterdam-Oost. De herberg werd in 1675 gebouwd op destijds nog Diemens grondgebied nabij Fort Zeeburg. Bij de herberg konden schepen aanleggen aan de zogenaamde "Mosselsteiger". Er ontstond een levendige handel in vee, dat er werd ontscheept en soms vetgemest, en in vis. De herberg bezat stallen, schuren, een hooiberg en later een aanlegplaats voor de havenstoomvaartdienst. Het huidige aanzien kreeg de herberg in 1766. In de tweede helft van de 19e eeuw werd er een zestal badhuisjes geplaatst maar dat bleek geen succes. Daarnaast vonden er ook paardenrenwedstrijden plaats. In 1887 verdween de veehandel naar de toen nieuwe Veemarkt. In 1896 kwam de herberg door annexatie van het grondgebied van Diemen, voor de bouw van de Indische buurt, op Amsterdams grondgebied te liggen. Tot 1915 bleef het gebouw als herberg in gebruik. Daarna werd het gebouw onderdeel van het Gemeentelijk Quarantaine Station, later genaamd Quarantaine Inrichting Zeeburg, samen met een villa en een tiental barakken. In de villa zetelde de directie en in de herberg bevond zich het kantoor. In de jaren dertig kwam het complex, en dus ook de herberg, leeg te staan. In de barakken werden toen vluchtelingen opgevangen. Na 1945 werd in het complex het Noodziekenhuis Zeeburg gevestigd; de herberg werd het kantoor. In 1975 werd het noodziekenhuis door de komst van het Slotervaartziekenhuis overbodig en verdwenen de barakken. De vroegere herberg bleef echter gespaard als rijksmonument en bestaat nog steeds. De buitenzijde verkeert nog min of meer in oorspronkelijke staat, maar in het pand zijn na renovatie woningen gevestigd, waarmee de indeling volledig veranderde. Het is het oudste gebouw van de Indische Buurt.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Herberg Zeeburg (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Herberg Zeeburg
Zeeburgerdijk, Amsterdam Oost

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Herberg ZeeburgLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.366341666667 ° E 4.9552555555556 °
placeToon op kaart

Adres

Zeeburgerdijk
1095 DP Amsterdam, Oost
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Herberg Zeeburg, Zeeburgerdijk pic1
Herberg Zeeburg, Zeeburgerdijk pic1
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Leeuwen van Zeeburg
Leeuwen van Zeeburg

Leeuwen van Zeeburg is een beeldengroep aan weerszijden van het Amsterdam-Rijnkanaal. Het kunstwerk is "gemaakt" door Marieke van Diemen. De groep bestaat uit vier identieke leeuwen, die bij de ingang van genoemd kanaal staan. Deze leeuwen stammen uit 2015 maar kennen een historie die terugvoert tot eind 19e eeuw. Bart van Hove maakte voor de monding van het Amsterdam-Rijnkanaal toen nog Merwedekanaal geheten, vier leeuwen voor plaatsing bij de schutsluis bij Zeeburg bij de sifon. Een gipsmodel van het origineel uit circa 1888 is in het bezit van het Amsterdam Museum. Een halve eeuw later rond 1942 verdwenen ze weer; het Amsterdam-Rijnkanaal werd verbreed. Ze verdwenen in opslag. Ze vonden later een nieuwe plaats in Emmeloord, waar ze ook geen rust kregen. In de jaren tien van de 21e eeuw werden de restanten van het sluizencomplex gesloopt en wilde Rijkswaterstaat de leeuwen terug. De Noordoostpolder was echter gehecht aan hun exemplaren, maar men wilde wel een op voorstel van Marieke van Diemen gemaakt afgietsel uit 2010 ter beschikking stellen. Van dat ene afgietsel werden vier identieke leeuwen gegoten. Daar waar Van Hove twee varianten maakte (2x linker over rechter voorpoot en 2x rechter over linker voorpoot) kent Amsterdam nu dus vier identieke met de rechter over de linker voorpoot (zoals ook op het oorspronkelijke gipsmodel). De leeuwen staan op sokkels even ten noorden van de Amsterdamsebrug. De leeuw vertoont gelijkenis met de leeuw die Van Hove verwerkte in zijn monument Gerardus Frederik Westerman dat in Artis staat en uit 1890/1891 stamt (ook rechter over linker poot).

Amsterdamsebrug

De Amsterdamsebrug (brug 54P) is een vaste boogbrug voor het verkeer over het Amsterdam-Rijnkanaal in de Zuiderzeeweg tussen de Zeeburgerdijk in Amsterdam-Oost en het Zeeburgereiland. In het verlengde van de Amsterdamsebrug ligt de weg op een betonnen vaste brug die met een bocht naar links naar het Zeeburgereiland loopt. Na het Zeeburgereiland ligt de Schellingwouderbrug over het Buiten-IJ die het Zeeburgereiland en Amsterdam-Noord met elkaar verbindt. De Amsterdamsebrug is geopend in 1957 en is onderdeel van de eerste vaste oeververbinding tussen Amsterdam-Noord en de rest van de stad. De brug is uitgevoerd met twee rijstroken en fiets- en voetpaden. In 2012 is de Amsterdamsebrug gerenoveerd, waarbij onder andere de doorvaarthoogte is verhoogd voor vierlaagse containervaart. De werkzaamheden maakten deel uit van een grootscheepse onderhoudsbeurt genaamd KARGO (Kunstwerken Amsterdam-Rijnkanaal Groot Onderhoud, 2011-2015) voor alle boogbruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal. Een vijftal bruggen werd vernieuwd, drie andere waaronder de Amsterdamsebrug kregen alleen een onderhoudsbeurt. In het kader van dat project werden ook de toegangen voor voetgangers, oorspronkelijk in het midden geplaatst, verplaatst naar de zijkanten. De brugpijlers zijn officieel vrijgegeven voor het zetten van graffiti; de brug staat daarom in die kringen bekend als de Graffiti Hall of Fame. Zo werd in december 2019 een portret gezet van de Rotterdamse dichter Jules Deelder, die toen net was overleden.

Zeeburgerdorp
Zeeburgerdorp

Het Zeeburgerdorp was een straat in Amsterdam-Oost. Het dorp uit 1926 bestond uit een vijftigtal woningen aan het oostelijke eind van het Zeeburgerpad, met uitzicht op het Gemaal Zeeburg. De gemeente Amsterdam liet daar een dorp bouwen voor ontwrichte gezinnen, een zogenaamde woonschool. Deze gezinnen waren afkomstig uit (nog) armere delen van de stad, waarbij de mensen soms in kelderwoningen woonden. Die woningen en haar bewoners werden/waren aangetast door het vocht. Verbetering zat er niet in; veel van die woninkjes waren in handen van huisjesmelkers. Niet zelden was er sprake van een groot gezin, dat al dan niet werkend in armoede leefde. Als dan ook de kostwinner werkloos raakte werd de situatie niet meer te houden. De gemeente wilde daaraan wat doen en wilde sommige van die bewoners onderbrengen in nieuwbouw. Men vond echter dat de overgang te groot zou kunnen zijn, leidend tot nog meer ontwrichting. Daartoe bouwde ze Zeeburgerdorp. Gezinnen konden onder leiding van een opzichter op adem komen, voordat ze in een verbeterde woning of nieuwbouw gingen wonen. Bewoners werden onder het motto “Tijdelijk verblijf van gezinnen” ondergebracht. Ongeveer gelijktijdig werd Asterdorp geopend, eenzelfde project in Amsterdam-Noord. De woningen werden opgetrokken uit beton en bestonden uit één bouwlaag. Er was een behangen huiskamer, een keuken en twee of drie slaapkamers met cement op het beton. Voor een douche moest men gebruik maken van badcellen, die waren geplaatst in het kantoor; ook voor de was doen moesten de bewoners hun deur uit. Een aantal mensen had het idee "buiten de stad" geplaatst te zijn in woningen die net zo vochtig waren als de plek waar ze vandaan kwamen. Toch wilde het merendeel niet terug. Na het bombardement van Rotterdam werden in leeggekomen huisjes wel Rotterdamse gezinnen ondergebracht, maar ook toen was de vocht een probleem (bij het stoken van kachels sloeg de vocht op de muren). Rond 1933 bestudeerde de Amsterdamse psychiater dr. Arie Querido de woonschool. Hij zag in zijn ogen de bewoners in drie groepen uiteenvallen: de voorwaardelijk maatschappelijken: bijvoorbeeld een door armoede in de problemen gekomen gezin, dat wel proper is en de kinderen goed te eten geeft. de voorwaardelijk onmaatschappelijken: een groep waarbij dronkenschap, geestesziekte of debiliteit bij één of beide ouders vaak voorkomt. Verbetering is nog mogelijk. De problemen kunnen met steun, hulp en toezicht van anderen aangepakt worden. de onvoorwaardelijk onmaatschappelijken: de groep van de hopelozen, de onverbeterlijken: ze hebben geen enkel verantwoordelijkheidsgevoel en hun kinderen gaan niet naar school. In zijn studie naar de maatschappelijke omstandigheden en geestelijke gesteldheid van de bewoners kwam Querido tot de conclusie dat erfelijke factoren geen rol hoefden te spelen bij de onmaatschappelijkheid van bewoners. Zijn mening stond lijnrecht tegen die van de toentertijd populaire eugenisten die als reden voor onmaatschappelijkheid erfelijke factoren aanwezen. Op de grens van 1943 en 1944 werd het dorp door de bezetter ontruimd. De gezinnen werden ondergracht in Nieuwe Uilenburgerstraat en een school aan de Nieuwe Batavierstraat. Zij konden woningen betrekken die deels door het wegvoeren van Joden vrij waren gekomen. In 1944 werd het afgebroken. Tot in de jaren tachtig waren de meningen verdeeld over het verblijf in het dorp; de een vond het verschrikkelijk, de ander had er een goede jeugd. Zeeburgerdorp werd rond 1990 nog een geuzennaam. De gemeente wilde de Panamalaan doortrekken middels twee bruggen; daartegen werd onder de naam Zeeburgerdorp geprotesteerd; de bruggen kwam er toch; dit dorp lag juist aan het westelijk eind van het Zeeburgerpad. Een plaquette op de John Rädeckerbrug, ook aangelegd in 1991 herinnert nog aan het straatje.

Flevopark 13
Flevopark 13

Flevopark 13 te Amsterdam is een gebouw in het Flevopark, Amsterdam-Oost. Het is een van de zeven gebouwen in het park met een adres. Hier stond sinds ongeveer 1631 de Oetewalermolen, die als wind- en watermolen met een schepradmolen werkte. Deze molen werd rond 1880 mede door mankementen afgebroken en vervangen door een stoomgemaal onder de naam Overamstelschen Poldergemaal. Molen en gemaal ontwaterden richting het Nieuwe Diep. Ontwikkelingen op energie gingen snel want al in 1916 kreeg het een elektrische aandrijving. Het gebouw werd opgetrokken onder leiding van Willem Frederik Adolph Beijerinck, een waterstaatkundige die eerder als hoofdopzichter betrokken was geweest bij de bouw van Gemaal Cruquius aan de Haarlemmermeer. In 1944 werd er over de ontwateringssloot brug 342 neergelegd. In 1984 werd het gemaal buiten bedrijf gesteld; er kwam een elektrisch gemaaltje aan de Valentijnkade. In 1992 werd het gebouw tot gemeentelijk monument verklaard. Het stond een periode leeg en raakte vervallen. Het gebouw kwam in handen van Stadsherstel, dat het gebouw in 2009 liet restaureren en aanpassen aan een nieuwe bestemming. Daarbij kwam aan het licht dat de "nieuwbouw" is neergezet op de fundering van de oude molen, ook de maalgang en de schepradgang werden teruggevonden. Er werd een beperkte horecavergunning afgegeven voor het bestemmingsplan en er werd een distilleerderij en proeflokaal in gevestigd, daartoe mochten ook enkele fruitbomen op het terrein geplaatst worden.