place

Fort aan het Schiphol

Fort in NederlandGeschiedenis van HaarlemmermeerNieuwer-AmstelStelling van AmsterdamVoormalig bouwwerk in Noord-Holland
Luchtfoto van Fort Schiphol
Luchtfoto van Fort Schiphol

Fort aan het Schiphol was een fort in de Haarlemmermeer dat werd aangelegd bij de droogmaking van de Haarlemmermeer om de Posten van Krayenhoff ter verdediging van Amsterdam aan te vullen. Later werd het fort binnen de Stelling van Amsterdam de basis van het militair vliegkamp Schiphol, dat uitgroeide tot Luchthaven Schiphol. Na de drooglegging van de Haarlemmermeer waren extra verdedigingswerken noodzakelijk. Besloten werd om rond 1846 vier torenforten aan te leggen, het Fort bij Heemstede (toren niet gerealiseerd), het Fort aan de Liede, het Fort aan de Nieuwe Meer en het Fort aan het Schiphol. Tussen de forten de Liede en Schiphol is een verbindingsweg aangelegd, de latere Schipholweg. Omstreeks 1885 werd de brisantgranaat geïntroduceerd en waren de forten van baksteen verouderd. In 1926 verloor dit fort zijn defensieve betekenis. De forten waren bovendien niet goed gefundeerd en zijn daarom later gesloopt. Het fort aan het Schiphol is door de provincie Noord-Holland in 1934 gesloopt om plaats te maken voor de Schipholdraaibrug.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Fort aan het Schiphol (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Fort aan het Schiphol
Schipholdijk, Haarlemmermeer

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Fort aan het SchipholLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.311666666667 ° E 4.8144444444444 °
placeToon op kaart

Adres

Schipholdijk

Schipholdijk
1117 BJ Haarlemmermeer
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Luchtfoto van Fort Schiphol
Luchtfoto van Fort Schiphol
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 554
Brug 554

Brug 554 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De brug werd echter gebouwd op het grondgebied van de gemeente Aalsmeer, dat in 2002 met Amstelveen overeenkwam de gemeentegrens te verschuiven. De brug is ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos allerlei typen bruggen zoals vlonderbruggen, duikers en een enkele ophaalbrug (brug 504). Brug 554 is daarentegen een van Kramers betonnen plaatbruggen. Ze is gelegen in een afslag van de Nieuwe Meerlaan en maakt deel uit van de hoofdverkeersroute in het bos. Ze leidt naar een parkeerplaats die ligt op de scheidslijn tussen open ruimte en bos. De brug ligt in de buurt van het radarterrein. Daar waar het in het bos zelf wemelt van de slingerende paden en paadjes, is het radarterrein juist strak rechthoekig uitgevoerd. Net als binnen de categorie houten bruggen in het bos, gaf Kramer elke betonnen brug een ander uiterlijk mee. Ze verschillen dan met name in de leuningen. De bovenste leuning krult aan het eind naar beneden, zoekt verbinding met de onderste leuning en krult vervolgens weer naar boven om steeds smaller zichzelf te raken, waardoor een soort druppelvorm ontstaat. Anderen zien er een hals van een zwaan in. De onderste leuning, die langer doorloopt dan de bovenste, buigt ook naar beneden af, maar lijkt de brug een aarding te geven; ze eindigt in de grond. Een ander onderscheid is de bruinrode kleur van de leuningen. Het grootste verschil met alle andere bruggen in het park is echter te vinden onder de brug. De brug wordt namelijk gedragen door een woud aan brugpijlers, waarvan de buitenste uitkragen. Zo kreeg de brug dertien doorvaarten mee van 1,23 meter breed. Ook het brugdek kraagt daarbij uit ten opzichte van de buitenste pijlers. De opstaande brugranden zijn daarbij van grindbeton; in die randen zijn de leuningen verankerd. De brug heeft een rijdek van 4,05 meter, een voetpad van 2,00 meter en een schamprand van 0,36 meter. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 554 dat het voor het bos en omstreken een waardevolle brug was. Ze merkten daarbij op dat: de rode kleur van de brug accentueert een bouwkundig element bosachtige omgeving; tevens vond men die kleurstelling passend voor de omgeving een plaatbrug van gewapend beton karakteristiek decoratief siersmeedwerk in strakke dunne leuningen sterk architectonisch beeld van de onderbouw. De gemeente Amstelveen benoemde deze brug tot gemeentelijk monument mede door de subtiele detaillering.

Bosrandbrug
Bosrandbrug

De Bosrandbrug is een tweedelige ophaalbrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en verbindt de Bosrandweg in Aalsmeer met de Brugstraat en de Schipholdijk/Fokkerweg (N232) op Schiphol-Oost in Haarlemmermeer. De Bosrandweg, een deel van de Provinciale weg N231, ligt aan de zuidwestrand van het Amsterdamse Bos en aan de noordoostrand van het Schinkelbos. De eerste brug kwam in gebruik na de ingebruikname van de Bosrandweg en de aanleg van het zuidwestelijk deel, toen in de gemeente Aalsmeer gelegen, van het bos. De naam van de weg en de brug verwijzen naar de grens van het Amsterdamse Bos. Sinds in 2002 het Aalsmeerse deel van het Amsterdamse Bos bij de gemeente Amstelveen werd gevoegd loopt de weg langs de gemeentegrens met Amstelveen. Schipholnet buslijn 199 van Connexxion rijdt over de brug. In het kader van het project Schiphol-Amstelveen in de jaren 2009-2016 werd de brug vernieuwd. Dat gebeurde in een project waarbij de Provinciale Weg 201 in de omgeving van de brug een omleiding kreeg, zodat ze via de Schipholdijk een betere verbinding kreeg met Rijksweg 9. Voetgangers en fietser konden de Haarlemmermeerringvaart oversteken door middel van een veer tijdens de bouw van een nieuw brug (2011-2012). Royal HaskoningDHV kwam met het ontwerp van een aan elkaar gekoppelde dubbele ophaalbrug, die hydraulisch wordt aangedreven. Er werden in Zeeland twee overspanningen en bovenwerken gemaakt. De zuidelijke overspanning leidt het gemotoriseerd verkeer naar het oosten, de noordelijke leidt gemotoriseerd verkeer naar het westen, maar draagt tevens voet- en fietspaden. De brug werd voor voet- en fietsverkeer op 16 november 2012 geopend. Het autoverkeer moest tot voorjaar 2013 wachten, want er werd tegelijkertijd met de brug ook gewerkt aan de fly-over in de Schipholdijk. Deze fly-over moet voorkomen dat doorgaand verkeer moet wachten op stilstaand afslaand verkeer als de brug voor verkeer is gesloten. Brug en fly-over sluiten architectonisch aan op elkaar. De brug wordt net als voorheen op afstand bediend. Na de openstelling van de nieuwe Bosrandbrug in 2013 werden er werkzaamheden verricht aan en bij de nabij gelegen Schipholdraaibrug waar sindsdien eenrichtingsverkeer geldt in oostelijke richting, vanaf Schiphol de Ringvaart over. In 2017, 2018 en 2019 moest regelmatig een reparateur naar de brug toe; ze was storingsgevoelig. In 2017 werd de brug voor het scheepvaartverkeer geopend, terwijl een auto nog op de brug stond.

Brug 558
Brug 558

Brug 558 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze brug van circa 16 meter lengte valt in de eerste categorie, maar ze is pas rond 1953 gebouwd. De brug maakt met brug 559 (direct naast 558), brug 560 en brug 562 deel uit van een ensemble; lijken sterk op elkaar, maar zijn alle verschillend. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en daarmee een topbrug was uit het oeuvre van Kramer. Wel viel op dat deze brug ten opzichte van haar (niet gelijkende) tweeling brug 559 minder attractief is uitgevoerd. De witgele enigszins vale kleurstelling van de brug met slechts hier en daar een rood en blauw accent is minder opvallend dan de overwegend groene kleur van 559. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Het onderzoek vertaalde de ligging van de brug naar de vorm van de brug. Brug 558 ligt namelijk in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De vier bruggen vormen daarin een speelser element Dit is terug te vinden in de enigszins naar buitenstaande balustraden en de uitwaaiering op de landhoofden. Voorts leek Kramer de vorm van de brug dimensionaal aangepast te hebben. De brug is op het oog te smal voor haar lengte. Kramer kwam hier met een hellende voetbrug met in het midden een knik, de zogenaamde kepervorm. De brug begint al voordat het talud overgaan in water. In het midden van het water staan de brugpijlers met daarop een juk, die samen met de landhoofden de stalen liggers dragen. Op de stalen liggers liggen de houten planken, hout is sowieso hier goed vertegenwoordigd. Borstweringen, balustrades en leuningen zijn uitgevoerd in bewerkte hout.

Gemaal Schipholdijk
Gemaal Schipholdijk

Het Gemaal Schipholdijk is een poldergemaal aan de westelijke rand van het Amsterdamse Bos. In 1939 maakte de gemeente Amsterdam 75.000 gulden vrij voor een nieuw gemaal voor de Rietwijkeroorderpolder. Het oude voldeed niet meer en moest zodanig aangepast worden, dat het goedkoper was een nieuw gemaal te bouwen met machinistenwoning. De machinistenwoning werd aangelegd in het kader van de werkverschaffing. Het pompgebouw met installaties moest wachten omdat men niet eens kon worden over een installatie aangedreven door diesel of elektra.; het werd dat laatste. De bouwkosten werd daarmee extra verhoogd tot 122.000 gulden. Het geheel werd gebouwd onder toezicht van de Dienst der Publieke Werken onder leiding van Wichert Arend de Graaf. Het gemaal is sinds 1941/1942 werkzaam en houdt de waterstand bij in het gebied van het Amsterdamse Bos (gebied rond Grote speelweide), maar voorheen ook van de Rietwijkeroordpolder. Het gemaal heeft een capaciteit van 104 m³ per minuut en is in eigendom van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het water wordt via een ondergrondse doorgang in de Nieuwe Meerlaan en Schipholdijk in de Ringvaart Haarlemmermeer gepompt. Anno 2022 worden de centrifugaalpompen aangedreven door elektromotoren, oorspronkelijk werd ook diesel gebruikt. De gehele installatie is in de jaren 2019 vernieuwd, waarbij er tevens een brug over de krooshekreiniger werd neergelegd. De gevel aan de Nieuwe Meerlaan wordt opgesierd door een klein gevelsteentje. Het refereert aan de drooglegging van de Haarlemmermeer en is het Wapen van Waterschap Groot-Haarlemmermeer.

Brug 536
Brug 536

Brug 536 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt onderdeel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug stamt vanuit de inrichting van het Amsterdamse Bos, eind jaren dertig. De brug werd gelijk met zusterbrug brug 537 gebouwd, ook brug 539 werd toen gebouwd. Het drietal werd aanbesteed op 26 september 1938. In november van datzelfde begonnen de bouwwerkzaamheden. De architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken was verantwoordelijk voor het ontwerp. Bruggen 536 en 537 wijken sterk af van de overigen bruggen in het bos. Ze werd gebouwd in wat toen al een doorgaande route voor “snelverkeer” was, de Burgemeester A. Colijnweg en over wat later bekend werd als de Nieuwe Meerlaan. Via de onderdoorgang in het viaduct werd een verbinding gemaakt tussen het noordelijk en zuidelijk deel van het bos. Brug 536 heeft alle uiterlijke tekenen van een Kramerbrug. Ze is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School met afwisseling van bak- en natuursteen (sluit- en dekstenen). Bijzonder aan de brug is dat het een combinatie betreft van plaat- en liggerbrug. De betonnen plaat wordt gedragen door stalen liggers de brugliggers. Die brugliggers worden ondersteund door stalen brugpijlers met juk. Die brugpijlers staan overigens niet in het midden van de overspanning. De drie pijlers vormen samen een soort portaal. Opvallend daarbij is de middelste brugpijler die van boven naar beneden taps uitgevoerd is. Geïntegreerd is een trap met granieten treden. Ten aanzien van de leuningen kent de brug twee stijlen. De daadwerkelijke brugleuning zijn uitgevoerd in zwaar siersmeedwerk, zoals hij die ook ontwierp voor de binnenstad. De leuningen als onderscheid tussen onderliggende paden en watergang is uitgevoerd conform de betonnen bruggen die Kramer uitwierp voor het park. Bijzonder is ook de balustrade tussen Nieuwe Meerlaan en de sloot daarnaast. Het is een bakstenen muur met rollaag en bewerkte granieten sluitstenen, ook te vinden in de balustraden op de brug. Ongeveer parallel aan de brug ligt even zuidelijker de bosbrug brug 546. In 1958 werd het rijdek-profiel van zowel brug 536 als 537 aangepast onder beheer van Rijkswaterstaat. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 536 een architectonisch waardevolle brug, passend binnen het Kramer-oeuvre. Een groot minpunt was het aantal verkeersborden dat de brug omringde. Tevens vond het bureau de rijksweg 9 te opdringerig. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. De bovenzijde maakt eigenlijk geen deel uit van het bos (Burgemeester A. Colijnweg), de onderzijde juist wel. De daar liggende voet- en fietspaden en watergang vormen de verbinding noord-zuid. In de periode 2021 tot 2026 zijn er grote werkzaamheden rondom brug 536 en brug 537. Rijksweg 9 zal verlegd en verbreed worden van drie naar vier rijstroken beide richtingen. Daarvoor moeten ter plaatse nieuwe kunstwerken gebouwd worden. De werkzaamheden vormen onderdeel van het Project Schiphol-Amsterdam-Almere.

Brug 559
Brug 559

Brug 559 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij maakte rond 1938 een basisontwerp voor houten en stenen bruggen. Daarbinnen varieerde hij. Brug 559 heeft een lengte van circa 23 meter lengte, is uitgevoerd in hout en staal maar werd pas rond 1953 gebouwd. De overspanning vormt met brug 558 (direct naast 559), brug 560 en brug 562 een ensemble; ze lijken sterk op elkaar, maar zijn toch verschillend. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en daarmee een topbrug uit het oeuvre van Kramer. Wel viel op dat deze brug ten opzichte van haar (niet gelijkende) tweelingbrug 559 attractiever is uitgevoerd. De combinatie groen-rood steekt af bij de witgele kleur van brug 558. Echter, in het bos valt de groene brug juist minder op. De gemeente Amstelveen beoordeelde ook of de brug, net als sommige andere bruggen in het bos, in aanmerking kwam voor de beschermende status van gemeentelijk monument. Brug 559 ligt in een rechthoekig ingericht deel van het bos. De vier bruggen vormen daarin een speelser element met hun enigszins naar buitenstaande balustraden en uitwaaiering op de landhoofden. Voorts leek Kramer de vorm van de brug dimensionaal aangepast te hebben. De brug is op het oog te smal voor haar lengte. De hellende voetbrug heeft in het midden een knik, een zogenaamde kepervorm. De brug overspant ook het oevertalud. Ze wordt gedragen door drie series van brugpijlers met daarop jukken, die samen met de landhoofden de stalen liggers dragen. Op de stalen liggers bevindt zich het brugdek van houten planken. Ook borstweringen, balustrades en leuningen zijn uitgevoerd in hout. Opvallend is dat de bovenste leuning/balustrade korter is dan de onderste. Ter afwerking zijn balusters van verschillende vorm gebruikt. Twee paar balusters hebben piramide-achtige uiteindes en één paar zigzagvormen; de eindbalusters hebben ronde uiteinden.

Brug 546
Brug 546

Brug 546 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt onderdeel uit van de gemeente Amstelveen, maar de gemeente Amsterdam voert het beheer. De brug stamt vanuit de tijd dat er na de Tweede Wereldoorlog verder werd gewerkt aan het bos. De brug werd in april 1940 ontworpen, maar eerst op 21 juli 1947 aanbesteed; in september 1947 begonnen de werkzaamheden en in juni 1948 was de brug klaar. Brug 546 ligt in het zuidelijk deel van het bos, ten zuiden van de Burgemeester A. Colijnweg en Rijksweg 9/Burgemeester van Sonweg. De brug ligt in het knooppunt tussen de Nieuwe Meerlaan en de Burgemeester A. Colijnweg. Anders dan de andere bruggen in de directe omgeving ligt deze brug op maaiveldniveau; even verderop ligt brug 536 in een dijklichaam. Deze twee bruggen liggen slechts 135 meter uit elkaar, zijn qua ontwerp beide ongeveer even oud, zijn beide ontworpen door Piet Kramer van en met de Dienst der Publieke Werken en beide vertonen allerlei tekenen van de bouwstijl Amsterdamse School. Het is daarom opmerkelijk te noemen, dat het zeer verschillende bruggen zijn. Aan brug 536 wijst alles op een drukke verkeersbrug, brug 546 is een landelijk gelegen brug. Kramer ontwierp voor het Amsterdamse Bos vier typen bruggen: ophaalbruggen (waaronder de ballenbruggen), allerlei houten parkbruggen, betonnen bruggen en de verkeersbruggen. Brug 546 is er één uit de derde categorie. Er liggen er talloze verspreid over het bos en lijken een basisontwerp te hebben. Echter al die betonnen bruggen zien er anders uit. Brug 546 is bijvoorbeeld de enige brug met door een open ruimte gescheiden rijdekken en vides met plantenbakken. Die plantenbakken hebben de vorm van een voorsteven van een schip. In de afwerking is er verschil tussen puntige en vloeiende vormen; tevens is de constructie van zowel beton als baksteen. De leuningen worden gevormd door gietijzeren constructies omhoog gehouden door dito balusters. Aan ieder zijde zijn er leuningen op twee hoogtes, daarbij draagt de onderste bestaande uit één laag als het ware bovenste bestaande uit twee lagen. Bij het aanknopingspunt omringt de onderste de bovenste. Apart is tevens te noemen de metalen balustrades rondom de opening. Het werd in 1999 omschreven als een brug van baksteen, gewapend beton en stalen liggers. Ook in 2023 heeft de brug een eigen indeling, van noord naar zuid: voetpad, rijdek, middenberm, rijdek, berm, fietspad en voet/ruiterpad. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 546 een architectonisch waardevolle brug, passend binnen het Kramer-oeuvre, al maakten de vele verkeersborden inbreuk op de schoonheid. De brug werd door de gemeente Amstelveen tot gemeentelijk monument verklaard, mede doordat het een geheel eigen karakter heeft. Zij merkte nog op, dat het brugdek wordt gedragen door natuurstenen (granieten) sluitstenen. De brug kreeg de (officieuze) bijnaam Klimopbrug; er hing jarenlang een klimop aan. Amsterdam heeft sinds 2011 een officiële Klimopbrug, deze ligt aan het andere eind van de stad, Amsterdam-Noord.